Geestelijk steunen van uw predikant

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Huidige versie van 26 okt 2021 om 11:12

De Bijbelvriend¹ (deel 75, nummer 8), Minneapolis, MN

Laten we beginnen met een schriftpassage uit Romeinen 1:8-12². Paulus zegt tegen de kerk:

Allereerst dank ik door Jezus Christus mijn God voor u allen, omdat er in de hele wereld over uw geloof gesproken wordt. God, die ik door de verkondiging van het evangelie over zijn Zoon vol overgave dien, is mijn getuige dat ik u onophoudelijk in mijn gebeden noem. En altijd vraag ik dan of God mij de gelegenheid wil geven eindelijk naar u toe te komen. Want ik verlang ernaar u te ontmoeten en u te laten delen in een geestelijke gave, om u te sterken, of liever, om door elkaar bemoedigd te worden: ik door uw geloof en u door het mijne.

Ik wil het graag hebben over onze verantwoordelijkheid om goed te zorgen voor onze predikant. We hebben vele malen gehoord dat alle Christenen werken in dienst van Jezus Christus volgens Efeziërs 4:12. We benadrukken in onze klassen Zondagsschool de noodzaak om voor elkaar te bidden en elkaar aan te moedigen in het geloof, maar ik denk dat we geneigd zijn te vergeten dat onze predikant een van ons is. Dus ik wil ons er aan herinneren waarom we geestelijke zorg moeten verlenen aan onze predikant, hoe we het beter zouden kunnen doen, en op welk resultaat we mogen hopen.

Ten eerste, waarom moeten we goed voor onze predikant zorgen? De reden is dat hij een mens is en een medegelovige als wij. Als mens is hij net zo gevoelig voor verzoekingen als een ieder van ons. Geloof is niet vanzelfsprekend voor hem omdat hij een predikant is. Het is voor hem niet gemakkelijker om een liefde en hoop gevend persoon te zijn dan dat het voor ons is. Zijn bronnen in de strijd van het geloof zijn niet omvangrijker dan de onze. Hij is een van ons.

Meer nog dan dat, de unieke lasten van zijn roeping vragen van ons hem trouw te steunen. Bijvoorbeeld, de bestuurlijke last waarbij honderden details de aandacht vragen. De meeste daarvan zijn we ons niet eens bewust. Dan is er week na week de last van het horen en doorgeven van Gods boodschappen. Denk niet dat deze boodschappen gemakkelijk tot een predikant komen. Als deze voortdurend Bijbels zijn, vereisen ze veel en hard werken. Vele tranen zijn gevloeid bij de studie van de predikant ter voorbereiding van preken terwijl het maar niet wil lukken. Als we ons spiritueel leeg voelen, kunnen we het kerkbezoek een keer overslaan of juist bezoeken om nieuw op te laden, maar wat kan een predikant doen?

Dan is er die last van het willen dat zijn mensen meer handelen zoals Jezus en het licht van de wereld zijn. Paulus zei tegen de Galaten (4:19): “Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u.” Niets rust zwaarder op een predikantenhart dan dat zijn mensen niet groeien in het geloof, in de liefde en in de gerechtigheid.

U allen kunt een langere lijst maken van pastorale lastendruk maar laten we nu eens gaan kijken hoe we onze predikant kunnen helpen.

De beste manier om de last van uw predikant te dragen is door een Christen te zijn. Paulus zei in Filippenzen 2:2-3: “Maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één in geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf.” Ander gezegd, niets anders zal onze predikant meer nieuwe energie geven dan een bescheiden, liefhebbende, christelijke gemeente. Paulus zei tegen de Romeinse kerk: “Want ik verlang ernaar u te ontmoeten … om door elkaar bemoedigd te worden.” (1:11-12). Ons geloof is een bron van grote bemoediging voor onze predikant. Dus laten we gelovige mensen zijn.

Daarnaast heb ik drie concrete voorstellen die we kunnen uitvoeren om te zorgen dat onze predikant zich verder ontwikkelt en de vruchtbaarheid van zijn predikantschap zal toenemen.

1. Bid dagelijks voor hem. Schrijf het op zodat u het niet vergeet. En laat het niet bij: “God zege de predikant.” Wees specifiek. Bid voor zijn gezondheid, zijn evangelische berichten, zijn gezin, zijn bezoeken, zijn foutjes en zwakheden. Verplaats u in zijn plaats en probeer hem aan te voelen als u bidt.
2. Ten tweede, zeg op uw eigen manier enkele vriendelijke woorden ter bemoediging. Schrijf hem een kort berichtje in de registratiemap, stuur hem af en toe een brief of bel hem. Spreek hem eens een keer onder vier ogen, kijk hem dan recht aan en zeg: “Ik waardeer uw werk, dominee, en ik bid elke dag voor u.” Neem geen genoegen met clichéopmerkingen bij de kerkdeur na de zondagsdienst.
3. Ten derde, geef hem opbouwend kritiek in een sfeer van vergeving. Ik heb nog nooit in mijn leven met iemand gesproken die volledig tevreden is met zijn predikant. Daar is een zeer eenvoudige verklaring voor: alle mensen zijn imperfect. Sommige mensen lijken dat nooit te leren, en ze gaan van kerk naar kerk op zoek naar de feilloze predikant. Dat is hopeloos. Het is veel beter om een kerk te zoeken waar je je thuis voelt en het als je levenslange verantwoordelijkheid te zien om je predikant te helpen zich verder te ontwikkelen. Iedereen wil wel iets veranderen aan zijn predikant maar hoeveel van ons hebben zich serieus gewijd aan het bidden hierover? En hoeveel van ons zijn bij hem gaan zitten en hebben hem met een bescheiden, vergevingsgezinde geest vertelt hoe hij zich kan verbeteren? Als we van hem houden, zullen we dat doen … en hij is echt geen engerd om mee te praten.

Dit zijn slechts een paar manieren om uw predikant te ondersteunen. U kunt er zelf vast nog wel meer bedenken.

De slotvraag die bij me opkwam, luidt waarop mogen we hopen als resultaat van onze ondersteuning? In het kort, we mogen hopen op een hoopvolle, verkwikte predikant vol frisse moed. Dus onze geestelijke steun aan hem zal tot ons terugkomen als een boemerang en zal zorgen voor hoopvolle, verkwikte mensen vol frisse moed. Dan zal de wereld weten dat Christus echt is en onder ons zijn werk doet.

Noot van de vertaler

¹Originele titel: The Bible Friend

² Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004