God de Almachtige
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | <p><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template">{{info|My Name Is God Almighty}}</span></span></span></span><br /> | + | <p><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template"><span class="fck_mw_template">{{info|My Name Is God Almighty}}</span></span></span></span></span><br /> |
</p> | </p> | ||
<blockquote><b>Exodus 5:22-6:8<sup>1</sup></b><br /><br />Toen keerde Mozes terug tot de HEERE en zei: Heere, waarom hebt U dit volk kwaad gedaan? Waarom hebt U mij dan gezonden? Ja, vanaf het ogenblik dat ik naar de farao gegaan ben om in Uw Naam te spreken, heeft hij dit volk kwaad gedaan en U hebt Uw volk helemaal niet gered. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Nu zult u zien wat Ik de farao zal aandoen. Voorzeker, door een sterke hand zal hij hen laten gaan, ja, door een sterke hand zal hij hen uit zijn land verdrijven.<br />Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest. Ook heb Ik Mijn verbond met hen gesloten om hun het land Kanaän te geven, het land van hun vreemdelingschap, waarin zij als vreemdeling verbleven. Bovendien heb Ik Zelf het gekerm gehoord van de Israëlieten, die de Egyptenaren <i>voor zich</i> laten werken, en Ik heb aan Mijn verbond gedacht. Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn. Dan zult u weten da Ik de HEERE, uw God, ben, Die u uitleidt van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u brengen in het land waarvoor Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak, en Jakob geven zou. Ik zal het u in erfelijk bezit geven, Ik de HEERE. Zo sprak Mozes tot de Israëlieten, maar zij luisterden niet naar Mozes door hun moedeloosheid en de harde slavenarbeid.</blockquote> | <blockquote><b>Exodus 5:22-6:8<sup>1</sup></b><br /><br />Toen keerde Mozes terug tot de HEERE en zei: Heere, waarom hebt U dit volk kwaad gedaan? Waarom hebt U mij dan gezonden? Ja, vanaf het ogenblik dat ik naar de farao gegaan ben om in Uw Naam te spreken, heeft hij dit volk kwaad gedaan en U hebt Uw volk helemaal niet gered. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Nu zult u zien wat Ik de farao zal aandoen. Voorzeker, door een sterke hand zal hij hen laten gaan, ja, door een sterke hand zal hij hen uit zijn land verdrijven.<br />Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest. Ook heb Ik Mijn verbond met hen gesloten om hun het land Kanaän te geven, het land van hun vreemdelingschap, waarin zij als vreemdeling verbleven. Bovendien heb Ik Zelf het gekerm gehoord van de Israëlieten, die de Egyptenaren <i>voor zich</i> laten werken, en Ik heb aan Mijn verbond gedacht. Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn. Dan zult u weten da Ik de HEERE, uw God, ben, Die u uitleidt van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u brengen in het land waarvoor Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak, en Jakob geven zou. Ik zal het u in erfelijk bezit geven, Ik de HEERE. Zo sprak Mozes tot de Israëlieten, maar zij luisterden niet naar Mozes door hun moedeloosheid en de harde slavenarbeid.</blockquote> | ||
Regel 73: | Regel 73: | ||
<p><i>Noot van de vertaler</i> | <p><i>Noot van de vertaler</i> | ||
</p><p> | </p><p> | ||
- | <sup> | + | <p><sup>1</sup> Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Herziene Statenvertaling (HSV)<br /> |
- | <sup> | + | <sup>2</sup> Psalm 19:3<br /> |
- | <sup> | + | <sup>3</sup> Bijbel in Gewone Taal (BGT)<br /> |
<sup>4</sup> Zending naar de mensen in de regenwouden van Ecuador<br /> | <sup>4</sup> Zending naar de mensen in de regenwouden van Ecuador<br /> | ||
<sup>5</sup> Bethlehem Baptist Church, een kerk in Minnesota (VS)<br /> | <sup>5</sup> Bethlehem Baptist Church, een kerk in Minnesota (VS)<br /> |
Versie van 13 feb 2023 om 13:18
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Door John Piper
Over Glorie van God
Een deel van de Hallowed be Thy Name: Eight Sermons on the Names of God-serie
Exodus 5:22-6:81
Toen keerde Mozes terug tot de HEERE en zei: Heere, waarom hebt U dit volk kwaad gedaan? Waarom hebt U mij dan gezonden? Ja, vanaf het ogenblik dat ik naar de farao gegaan ben om in Uw Naam te spreken, heeft hij dit volk kwaad gedaan en U hebt Uw volk helemaal niet gered. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Nu zult u zien wat Ik de farao zal aandoen. Voorzeker, door een sterke hand zal hij hen laten gaan, ja, door een sterke hand zal hij hen uit zijn land verdrijven.
Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest. Ook heb Ik Mijn verbond met hen gesloten om hun het land Kanaän te geven, het land van hun vreemdelingschap, waarin zij als vreemdeling verbleven. Bovendien heb Ik Zelf het gekerm gehoord van de Israëlieten, die de Egyptenaren voor zich laten werken, en Ik heb aan Mijn verbond gedacht. Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn. Dan zult u weten da Ik de HEERE, uw God, ben, Die u uitleidt van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u brengen in het land waarvoor Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak, en Jakob geven zou. Ik zal het u in erfelijk bezit geven, Ik de HEERE. Zo sprak Mozes tot de Israëlieten, maar zij luisterden niet naar Mozes door hun moedeloosheid en de harde slavenarbeid.
Ik wil u deze morgen helpen om in uw hart te geloven: De almacht van God betekent eerbied, vergelding en bescherming voor zijn bondgenoten.
Als u bij deze mensen van het verbond hoort, bid ik voor u dat dit bericht zal zorgen voor
- verdieping van uw gevoel voor eerbied voor God,
- vergroting van uw vertrouwen dat alle vijanden van de gerechtigheid, rechtvaardig zullen worden vergolden door God (wraak behoort toe aan God, niet aan ons!),
- en aansporing om in barre tijden te gaan schuilen in het toevluchtsoord van Gods beschermende macht.
Als u niet bij Gods bondgenoten hoort, bid ik voor u dat wanneer u iets hoort over de voordelen van het behoren tot een almachtige God, u zult buigen en de voorwaarden van het verbond zult accepteren, namelijk gehoorzaam geloven in Jezus Christus.
Inhoud |
De context van Exodus 5-6
Laten we beginnen door naar de context te kijken van Exodus-hoofdstukken 5 en 6. Mozes en Aaron accepteerden Gods opdracht om naar Egypte te gaan en tegen de Farao te zeggen dat hij het volk Israël moet laten gaan. Maar de farao antwoordt in 5:2: “Wie is de HEERE, naar Wiens stem ik zou moeten luisteren door Israël te laten gaan? Ik ken de HEERE niet en ik zal Israël ook niet laten gaan.”
In plaats van het volk Israël te laten gaan, verzwaart de farao hun slavernij. Hij dwong hen evenveel stenen als voorheen te maken maar gaf hen geen stro meer. Die moesten ze zelf zoeken.
De opzichters van de Israëlische arbeidsploegen kwamen daarom bij Mozes en Aaron, en beschuldigden hen ervan een zwaard in de handen van de farao te hebben gegeven om hen te doden (5:21). Mozes op zijn beurt spreekt God erop aan in 5:22: “Heere, waarom hebt U dit volk kwaad gedaan? Waarom hebt U mij dan gezonden? Ja, vanaf het ogenblik dat ik naar de farao gegaan ben om in Uw Naam te spreken, heeft hij dit volk kwaad gedaan en U hebt Uw volk helemaal niet gered.”
God antwoordt in Exodus 6:1: “Nu zult u zien wat Ik de farao zal aandoen. Voorzeker, door een sterke hand zal hij hen laten gaan, ja, door een sterke hand zal hij hen uit zijn land verdrijven.”
Een terloopse les
Er is hier voor ons terloops een les te leren. Vaak wanneer God bezig is om een vreugdevolle ervaring in uw leven te brengen, laat hij dat voorafgaan door zeer ontmoedigende tegenslag. De last van de slavernij in Egypte werd het zwaarst vlak voor de grote dag van de bevrijding. Er zijn goede redenen waarom God het op deze manier doet maar die bewaren we voor een andere preek. Ik wou alleen maar dat u dit nog even meekrijgt want mocht u deze morgen ontmoedigd zijn, houd dan aan God vast totdat hij zijn “sterke hand” uitstrekt.
Waarom God Mozes herinnert aan Gods namen
En in Exodus 6:2-8 geeft God aan Mozes de door hem benodigde garantie dat God in staat en van plan is om zijn volk uit de handen van de farao te bevrijden. Eerst herinnert hij Mozes aan zijn naam die hij eerder in Exodus 3:14 onthulde. Vers 2: Ik ben de HEERE [JAHWEH]. Vers 6: Ik ben de HEERE [JAHWEH]. Vers 8: Ik ben de HEERE [JAHWEH]. Met andere woorden, vergeet niet dat Ik ben die er zal zijn. Ik hield niet op God te zijn alleen maar omdat die kleine farao zich opvoert als een blaaskaak in zijn reactie op je opdracht. Ik ben die er zal zijn. Ik verander niet. U zult bevrijd worden.
Dan, in vers 3, herinnert God Mozes aan een andere naam. Hij zegt: “Ik ben de HEERE. Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE [JAHWEH] ben Ik hen niet bekend geweest.” Waarom zei God dat tegen Mozes? Hoe overtuigt dit Mozes dat Gods beloofde bevrijding echt in het verschiet ligt?
Het lijkt erop dat God min of meer het volgende punt maakte: “De naam JAHWEH is een grotere naam dan de naam God de Almachtige. Ik heb de volledige betekenis van mijn naam JAHWEH niet onthult aan Abraham. Kort geleden pas heb ik je de betekenis van mijn naam JAHWEH laten weten. Dat is een bijzonder voorrecht dat je stamvaders nooit hebben genoten. Maar kijk eens welke naam ik aan hen wel heb onthuld – God de Almachtige! Met zo’n naam voor ogen, zouden ze vol vertrouwen in mij moeten zijn. Hoeveel temeer dan jij, aangezien je een veel grotere onthulling van het karakter van mijn naam JAHWEH hebt ontvangen.” Als Israël de les van groep één heeft geleerd dat hun God ‘God de Almachtige’ is, dan nu voorzeker, na de les van groep twee dat God ‘Hij die er zal zijn’ is, zullen ze helemaal vol goede moed zijn.
Daarna in vers 4 herinnert God Mozes eraan dat wat hij deed voor Abraham als God de Almachtige, bestond uit de vervulling van het verbond dat hij met hen had gesloten door hen het land Kanaän te geven. Met andere woorden, God zegt: “Als ik als God de Almachtige een plechtige overeenkomst met je voorvaderen heb gesloten om hen het beloofde land te geven, dan hoeveel temeer, nu je me als JAHWEH kent, kun je erop vertrouwen dat ik deze mensen zal bevrijden en mijn belofte van het verbond zal vervullen om deze mensen naar het beloofde land Kanaän te brengen!” Samen moeten de namen God de Almachtige en JAHWEH – Ik ben die er zal zijn – Mozes alle zekerheid geven die hij nodig heeft om de missie die God hem gaf in Egypte, voort te zetten.
Vandaag wil ik dat we onze aandacht vestigen op de naam God de Almachtige. Wat houdt die in? Het Hebreeuws achter het Nederlandse God de Almachtige is “El Shaddai.” Maar er bestaat veel onenigheid onder geleerden over wat deze term Shaddai betekent. Volgens mij vangt de vertaling Almachtige de essentie van die term. Job 37:23 brengt mij daartoe. “De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden; Hij is groot van kracht.” Er mogen andere aspecten zijn aan de betekenis van El Shaddai maar het idee van kracht staat centraal.
Drie dingen die Gods omnipotentie zegt over God
De naam Almachtige houdt in dat God in het bezit is van alle macht die hij nodig heeft om te doen wat hij wil doen. Deze kijk op God is steeds weer in de Schriften bevestigd. We noemen dat de omnipotentie van God. Omnipotentie en almacht betekenen vrijwel hetzelfde. Er zijn drie dingen in het bijzonder die Gods omnipotentie zegt over zichzelf.
1. Hij kan niet tegen worden gehouden in de vervulling van zijn doelen
Ten eerste houdt de omnipotentie van God in dat hij niet tegen kan worden gehouden in het doen van wat hij van plan is. In Daniël 4:35 staat: “Hij doet naar Zijn wil met de legermacht in de hemel en de bewoners van de aarde. Er is niemand die Zijn hand kan wegslaan.” Als God met heel zijn hart zich erop richt iets te doen, kan dat niet tegen worden gehouden met welke kracht in het universum dan ook.
2. Hij doet wat hem uitkomt
Ten tweede houdt de omnipotentie van God in dat hij doet wat hij wil doen. In Psalm 115:3 staat: “Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt.” In Jesaja 46:9-10 zegt God: “Ik ben God, en er is er geen als Ik, … Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen.” God Almachtig lijkt niet op ons. Hij kan doen wat hij wil. Uiteindelijk is het enige wat bepaalt dat God wel of niet zal doen, zijn eigen wil. Dat betekent het om almachtig of omnipotent te zijn.
3. Zijn macht is superieur aan alle andere krachten
Ten derde, de omnipotentie van God houdt in dat zijn macht superieur is aan alle andere krachten. Tijdens de Olympische zomerspelen was er een camerabeweging die me iets leerde over de grootsheid van God. De opening- en slotceremonie waren boeiend voor de meeste mensen die ernaar keken. De overweldigende omvang van de menigte, het vuurwerk en de muziek waren een eenmalige belevenis van grootsheid en grandeur.
Zij die het op televisie hadden gezien, konden de sensatie voelen toen de camera hoog genoeg stond om de gigantische omvang van het evenement te vangen. Maar toen gebeurde er iets opvallends. De camera bleef stijgen omdat deze in de helikopter was neergezet, en de sportarena werd kleiner en kleiner totdat het slechts een wazige stip op de grond was geworden.
Toen ik dat zag gebeuren, werd ik vervult van vreugde over Gods grootsheid. Ik zei tegen mezelf: “Kijk eens hoe we onder de indruk zijn van een sportarena vol kleuren en geluiden. Kijk eens hoe we vol verbazing zijn. Kijk eens hoe luid we roepen en klappen, en hoe de sensatie van al die pracht bij ons aanzwelt. Maar bekijk het ook eens vanuit Gods perspectief. Vergeleken met zijn macht en pracht, is het een wazig stipje op de grond.”
God laat elke morgen een glimp zien van zijn macht en pracht wanneer hij de zon op laat gaan boven de horizon – 1.392.000 kilometer in doorsnee, 1,3 miljoen keer zwaarder dan de aarde, laaiend aan de koude randen met 5780 graden Kelvin. Elke morgen heeft zijn openingsceremonie die ons vol bewondering laat zijn over de macht en de glorie van God en ons vervult met de hoop dat op een dag we een land binnen zullen gaan, waar al het wonderbaarlijke dat ons geïnspireerd heeft op deze kleine aarde zal zijn als een wazig stipjes in vergelijking met de grootsheid van Gods eeuwig durende slotceremonieën.
En elke nacht geeft God ons aan de hemel een kleine poppenkastvoorstelling van zijn majesteit, met Perseus, Andromeda, Hercules, Orion en Leo de Leeuw en Draco de Draak die staan te pronken in het lokaal sterrenstelsel 100.000 lichtjaren om ons heen.
“Dag op dag spreekt overvloedig, nacht op nacht geeft kennis door.”² En wat ze ons zo nadrukkelijk leren is dat God oneindig in macht is. Niets waar je van ondersteboven was, kan zich daar mee meten. Hij is God de Almachtige! Niemand kan hem van zijn plannen afbrengen. Hij doet wat hem behaagt. Hij is de Pottenbakker en het universum is zijn boetseerklei.
De naam God de Almachtige betekent voor ons drie dingen
Dat is wat Gods omnipotentie over hemzelf zegt. Nu wil ik de aandacht vestigen op wat de naam God de Almachtige voor ons betekent. Ik somde dat aan het begin als volgt op: De almacht van God betekent eerbied, vergelding en bescherming voor zijn bondgenoten. Laten we dus nu deze beloftes stuk voor stuk behandelen.
1. Eerbied
Ten eerste betekent de omnipotentie van God eerbied. In Job 40:2 zei de Heer tegen Job: “Job, je hebt veel kritiek op mij. Je hebt mij, de machtige God, beschuldigd. Wil je nu antwoord geven op de vragen die ik stelde?”³ Het feit dat God almachtig is betekent dat we niet tegen hem op kunnen. Hij kan ons perplex doen staan, en in alle nederigheid kunnen we hem vragen om begrip maar hem niet aanklagen. We moeten onze Schepper niet gaan beschuldigen. Als we dat toch proberen, plaatsen we onszelf of een hof van beroep boven God, en dat is een vreselijke zonde tegen de heiligheid van God. Zoals de Heilige Paulus zegt: “Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken?” (Romeinen 9:20-21).
Maar de emotie eerbied is een gevallen menselijk wezen vreemd. Veel mensen hebben geen enkele ervaring met eerbied. Waar God wordt beschouwd als een kameraad, partner, grootvader of het religieus bedwelmmiddel voor ongeschoolden, kan hij niet worden vereerd. Je kunt allerlei positieve gevoelens voor een kleine God hebben maar eerbied zit daar niet bij.
Jesaja zegt: “De HEERE van de legermachten, Hem moet u heilig achten; Hij is uw vrees en Hij is uw verschrikking” (8:13). Eerbied is de combinatie van bewondering en vrees, ontzag en ontzetting, verwondering en verschrikking. Het is een emotie waarvoor we gemaakt zijn om te ervaren. En bij de afwezigheid ervan produceren we speelfilms en houden we vakanties die hun best doen om te voorzien in een alternatief. We verlangen naar aangename spanning. We verlangen ernaar overweldigd te zijn en om op prettige wijze schrik te krijgen. En de enige manier waarop we dat ooit zullen ervaren is door de Heer te kennen als God de Almachtige, de omnipotente.
2. Vergelding
Ten tweede, de omnipotentie van God betekent vergelding – een vergelding voor toorn over zij die niet geloven in het evangelie van onze Heer Jezus Christus (2 Thessalonicenzen 1:8). Johannes beschrijft in het boek Openbaring een scène die gaat over een wit paard met een ruiter die ‘getrouw en waarachtig’ werd genoemd. Zijn ogen zijn als vlammend vuur, hij draagt met bloed doordrenkte kleren, zijn naam luidt: ‘Het Woord van God’. De hemelse legermacht volgt hem. “En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God” (Openbaring 19:15).
Als God almachtig is, is een ding zeker – niemand die zich tegen hem verzet, zal succesvol zijn. De arrogante en de ongelovige mag het een poos voorspoedig lijken te gaan. Maar, zoals Psalm 73 onthult, zal hun einde snel verlopen: “Ja, U zet hen op gladde plaatsen, U doet hen in verwoesting vallen. Hoe worden zij in een ogenblik tot een verwoesting!” Het is enorme dwaasheid en waanzin om de Almachtige niet te gehoorzamen. Hij kan niet voor de gek gehouden worden, gedwarsboomd of verslagen. En hij heeft een dag aangewezen waarop zijn Zoon de wijnpersbak van de wijn van zijn grimmige toorn zal treden want hij is God de Almachtige.
3. Bescherming
Als derde betekent de omnipotentie van God bescherming. Als tegenpool van vergelding voor zij die de voorwaarden van Gods verbond hebben verworpen, is de bescherming voor zij die het wel geaccepteerd hebben. Psalm 91:1-2: “Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw!”
Is het wel eens bij u binnengekomen wat het betekent om te zeggen: “Mijn God, die me liefheeft en zichzelf voor me gaf, is almachtig”? Het betekent dat wanneer je je plek in de schaduw van de ALMACHTIGE inneemt, je beschermd bent door omnipotentie. Er is oneindige en eindeloze veiligheid in de almacht van God.
De schaduw van de Almachtige
Het was geen misstap toen in 1958 Elizabeth Elliot aan “het leven en testament” van haar vermoorde man de titel SCHADUW VAN DE ALMACHTIGE gaf. Jim Elliot en vier andere zendelingen van de Aucas-zending4 werden vermoord op 8 januari 1956. Toen in 1949 Jim Elliot studeerde aan het college, schreef hij de woorden die het motto werden van veel van onze jongeren bij Bethlehem5: “Het is geen dwaas om te geven wat je niet kunt houden om te krijgen wat je niet kunt verliezen.”
Wereldwijd werd de dood van Jim Elliot en zijn vier vrienden een tragische nachtmerrie genoemd. Maar Elizabeth Elliot scheef: “De wereld erkende niet de waarheid in het tweede deel van Jim Elliot’s credo: ‘Het is geen dwaas om te geven wat je niet kunt houden om te krijgen wat je niet kunt verliezen’.” Ze noemde haar boek SCHADUW VAN DE ALMACHTIGE geciteerd uit Psalm 91:1 omdat ze er steevast van was overtuigd dat de bescherming van de mensen van God, niet een bescherming tegen lijden en dood is maar een bescherming tegen de finale en ultimatieve nederlaag. Hij die zijn leven redt, zal deze verliezen maar hij die zijn leven verliest in het belang van het evangelie, zal het behouden – want de Heer is GOD ALMACHTIG.
God oefende zijn omnipotentie niet uit om Jezus van het kruis te redden. Noch zal hij het uitoefenen om u en mij te redden van beproevingen. Wanneer we het vertrouwen, de doelgerichte houding en de moed van Jim Elliot hebben, kan het zijn dat we samen met de apostel Paulus zeggen: “Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heer.”6
Vreugde, vrijheid, macht en gehoorzaamheid
De omnipotentie van God betekent eeuwige, onwankelbare bescherming binnen de eeuwigdurende glorie van God ongeacht wat er op aarde gebeurt. En dit vertrouwen is de kracht achter een radicale gehoorzaamheid aan de oproep van God. Is er iets wat meer bevrijdt, wat spannender is of meer kracht geeft dan de waarheid dat God de Almachtige uw toevluchtsoord is – de hele dag, elke dag tijdens alle gewone en buitengewone dingen des levens! Niets behalve wat hij bepaalt voor uw bestwil, zal u overkomen. En daarna zal hij u in glorie ontvangen!
Als we dat zouden geloven, als we ons echt zouden laten leiden door deze waarheid over Gods almacht, wat zou dat een verschil maken in onze persoonlijke levens en in onze dienst als kerk! Hoe bescheiden en krachtig zouden we dan worden voor de reddende doelen van God! Paulus zegt hierover: “de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven.”7 Arthur Mathews8 omschrijft het geheim van een van de wederoplevingen in Noord-India als volgt: Het was het gevolg van “drie hernieuwde menselijke bereidheden om door het geloof zichzelf met stalen haken vast te maken aan de omnipotente wil van God … verlangend, smekend, schreeuwend en gekweld door de kerk in India en de enorme menigte van verloren zielen.”
De omnipotentie van God betekent eerbied, vergelding en bescherming voor zijn bondgenoten. Ik nodig u uit om de voorwaarden van zijn verbond van de genade te accepteren: keer je af van de zonde en vertrouw op de Heer Jezus Christus dan zal de omnipotentie van God de Almachtige de eerbied van uw ziel zijn, de vergelding van uw vijanden en de bescherming van uw leven – voor altijd.
Noot van de vertaler
<p>1 Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Herziene Statenvertaling (HSV)
2 Psalm 19:3
3 Bijbel in Gewone Taal (BGT)
4 Zending naar de mensen in de regenwouden van Ecuador
5 Bethlehem Baptist Church, een kerk in Minnesota (VS)
6 Romeinen 8:36-39
7 Efeziërs 1:19