De vreugde van God in verkiezing

Uit Bijbelse Boeken en Preken

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar:navigatie, zoeken
Pcain (Overleg | bijdragen)
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{info|The Pleasure of God in Election}}<br> <blockquote><b>Deuteronomium 10:14-15</b><br><br>De HEER, die vrij kan beschikken over de hoogste hemel en over de aarde ...')

Huidige versie van 6 jan 2021 om 19:25

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Voorbestemming en Verkiezing
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: The Pleasure of God in Election

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Voorbestemming en Verkiezing
Een deel van de The Pleasures of God-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Deuteronomium 10:14-15

De HEER, die vrij kan beschikken over de hoogste hemel en over de aarde en alles wat daarop leeft, heeft toch alleen voor úw voorouders liefde opgevat en uit alle volken juist u, hun nazaten, uitgekozen!1

Inhoud

De serie tot zover samengevat

In onze bestudering van de vreugdes van God hebben we gezien dat in alle eeuwigheid God uitermate blij is met de broederschap van de Drievuldigheid. Hij schiep genoegen in het werpen van een blik, als het ware, over de eindeloze panorama van zijn eigen perfectie zoals deze wordt weerspiegeld in het gezicht van zijn Zoon. Tussen God de Vader en God de Zoon was de liefde en blijdschap zo vol en compleet, en had het zoveel van de essentie van God, dat het in alle eeuwigheid bestaat als een op zich staand Persoon – de Heilige Geest zelf.

Als je de energie kon nemen van al die triljoenen sterrenstelsels van het universum en het zou meten, zou je een waarde krijgen die slechts een vage echo is van deze energie van blijdschap en liefde, die aanzwelt en stroomt en toeneemt in het drie-enige hart van God. Voordat er überhaupt iets was naast God, was God uitermate blij met zichzelf.

We zagen in de tweede plaats dat God daarom absoluut zelfvoorzienend is. God komt niets tekort en kan daarom niet worden omgekocht. Hij heeft geen tekortkomingen en kan daarom niet worden afgeperst. Hij heeft geen zwakke punten en kan daarom niet worden geïntimideerd of gedwongen. Met andere woorden, hij is absoluut vrij en doet wat hij doet vanuit zijn welbehagen. “Onze God is in de hemel, hij doet wat hem behaagt” (Psalm 115:3).

Ten derde, zagen we dat de schepping van dit spectaculair universum de overvloed is van Gods volheid aan vreugde. Hij schiep de wereld niet om een gebrek in zichzelf aan te vullen. Hij schiep het omdat volheid van nature overstroomt. Het is de natuur van ongebonden vreugde om zichzelf te verspreiden. En dus behaagde het God om het universum te scheppen als een soort spin-off van zijn overlopende plezier in zijn eigen luister.

Vervolgens zagen we vorige week dat in deze wereld die door God is geschapen, de verspreiding van zijn reputatie de grote passie van zijn hart is. Keer op keer op keer lezen we in de Heilige Schrift dat hij ter wille van zijn grote naam handelt. Zijn hoge doel is de vergroting van zijn faam en bekendheid en de eer van zijn naam in alles wat hij doet.

En als je er even bij stil staat besef je dat dit het liefdevolste is wat God ooit zou kunnen doen; want het grootste voordeel dat menselijke wezens ooit kunnen krijgen, is het kennen van en delen in de glorie van God. Dus als God tot doel heeft om zijn glorieuze naam bekend en bewonderd en geprezen en genoten te maken bij alle mensen in alle talen bij alle stammen in alle landen, handelt hij in een overvloed aan goedheid en liefde omdat dit en alleen dit de verlangens van de mensenharten kan bevredigen.

Een volk om God te prijzen en te verkondigen

Vandaag brengen we onze verkenning een stap verder en ontdekken we hoe God van plan is om wereldwijd naam te maken met zijn grote goedheid door een volk voor zichzelf te kiezen. En zoals Jeremia zei, “Hij wil hen vast aan zich binden zodat ze zijn volk zullen zijn, zijn eer, zijn roem, zijn glorie” (Jeremia 13:11). Met andere woorden, om de vreugde die God heeft in zijn eigen naam te verbreiden, benoemt hij een volk dat van zijn naam geniet, deze prijst en verkondigt. En de Bijbel noemt deze mensen “de uitverkorenen”. Dat is waar we deze morgen naar willen kijken: de vreugde van God in verkiezing.

De verkiezing van Israël

We zullen van start gaan met de verkiezing van Israël in het Oude Testament en dan ons wenden tot het Nieuwe Testament en kijken of er over de kerk ook zo wordt gedacht.

Deuteronomium 10:14-15 beschrijft het plezier dat God had in het kiezen van Israël uit alle volkeren der aarde.

14) Zie, van de HEERE, uw God, is de hemel, ja, de allerhoogste hemel, de aarde en alles wat erop is. 15) Maar alleen voor uw vaderen heeft de HEERE liefde opgevat om hen lief te hebben, en Hij heeft hun nageslacht na hen, u, uit al de volken verkozen, zoals het heden ten dage nog is.2

Let eens op twee dingen.

Gods complete vrijheid

Bekijk eerst het contrast tussen de verzen 14 en 15. Waarom beschrijft Mozes de verkiezing van Israël tegen de achtergrond van Gods eigenaarschap van het hele universum? In vers 14 staat: Van uw God is de hemel, de aarde en alles wat erop is. Dan volgt vers 15: Hij verkoos hun nageslacht, u.

Wordt dat punt gemaakt om de indruk weg te namen dat God beperkt was in zijn keuze voor dit volk? Wordt dat punt gemaakt om de mythe op te blazen dat elk volk zijn eigen God heeft en dat deze God het recht heeft op zijn eigen volk maar niet meer dan dat?

Mozes’ punt door te zeggen, “God bezit alles in de hemel en op aarde – absoluut alles – desondanks koos hij jullie,” is dus om aan de Israëlieten duidelijk te maken dat God niet gedwongen was om hen te kiezen. Hij had rechten en privileges om wie dan ook op deze aardbodem te kiezen voor de verlossing als zijn doel. En dus als hij zichzelf “hun God” noemt, bedoelt hij daarmee niet dat hij gelijk is aan de goden van Egypte of de goden van Kanaän. En als het hem zou welgevallen, zou hij een totaal ander volk hebben gekozen om zijn doel te bereiken. Het punt om verzen 14 en 15 op deze manier samen te brengen, is om de vrijheid en de universele rechten en autoriteit van God te benadrukken.

De manier waarop God zijn vrijheid uitoefent

Het tweede wat opvalt, bevindt zich in vers 15: de manier waarop God zijn vrijheid uitoefent bestaat uit “liefde opvatten voor de vaderen.” Dat betekent dat God vrijelijke er voor koos om Abraham, Isaak en Jakob tot onderwerp van zijn vreugde en liefde te maken. Gods liefde voor de vaderen van Israël was vrij en genadig en was niet gebonden aan iets wat de vaderen waren met hun Joodse identiteit of hun deugdzaamheid.

Een van de manieren waarop God dit duidelijk maakt, was toen Abraham twee zonen had, Ismaël en Isaak, en God slechts één van hen koos, Isaak. En toen Isaak twee zonen had, Jacob en Ezau, koos God, zelfs voor hun geboorte, Jacob en niet Ezau, om de lijn van zijn gekozen volk voort te zetten. En Paulus benadrukt in Romeinen 9:10-13 dat de reden hiervoor was dat Gods verkiezing vrij en onvoorwaardelijk is. Het is niet gebaseerd op de Joodse identiteit of deugdzaamheid of geloof; het is vrij en daarom geheel barmhartig en genadig.

Waarom hield God van en koos hij Israël?

Een andere plek in Deuteronomium waar dit wordt benadrukt, is 7:6-8. Mozes beschrijft de verkiezing van Israël als volgt:

6) Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn. 7) Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat hij u lief kreeg en uitkoos – u was het kleinste van allemaal! 8) Maar omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de farao, de koning van Egypte.

Deze passage leert ons wederom de vrijheid van Gods goedheid in het houden van en het kiezen van Israël. Kijk eens naar de vraag die vers 7 oproept: Waarom was het dat de HEER “u lief kreeg en uitkoos”? Volgens vers 7 was het niet vanwege hun grootsheid. Ze waren zeer klein, onwaarschijnlijke kandidaten voor de keuze van God. Waarom schiep God vreugde in hen en koos hij hen?

Omdat hij van hen hield

Vers 8 geeft het antwoord. Ten eerste: “omdat hij u liefhad”. Haal de vraag van vers 7 nog eens naar boven. De vraag luidde: Waarom kreeg de HEER u lief? En het eerste antwoord dat Mozes geeft is: “Omdat hij u liefhad.” Hij houdt van u omdat hij van u houdt. Dat is wat ik bedoel met de vrijheid van God en de vrijheid om liefde te verkiezen. Hij vat geen liefde voor hen op omdat ze gekwalificeerd zijn voor zijn liefde. Hij heeft lief omdat hij lief heeft.

Vanwege zijn eed aan hun voorouders

Maar hoe zit het met de tweede reden die Mozes geeft in vers 8, waarom God van Israël hield en hen koos en hen uit Egypte leidde? Hij zegt dat het is omdat God “zich wilde houden aan de eed die hij had beloofd aan hun voorouders.” Betekent dit dat Gods keuze om lief te hebben en te redden toch niet vrij was? Was hij gebonden om hen te redden? Dat denk ik niet.

De eed van de zegening (waarnaar wordt gerefereerd in vers 8) was gegeven aan Abraham in goddelijke vrijheid. Het werd bevestigd in vrijheid aan Isaak en niet aan Ismaël; en het werd bevestigd in vrijheid aan Jacob en niet aan Ezau. En op dezelfde manier was God vrij bij de Rode Zee om die opstandige (Psalm 106:7-8) generatie te redden of om ze te laten vernietigen door de farao. Gods keuze om Israël te redden bij de Rode Zee en hen tot een aards volk omwille van zijn naam te maken, was vrijelijk, barmhartig en genadig! Het was eenvoudigweg een verlenging en gedeeltelijke vervulling van de eerste vrije eed die God zwoer aan Abraham, Isaak en Jacob.

Gods zelf verheerlijkend doel door Israël te verkiezen

Dus concludeer ik uit Deuteronomium 10:14-15 en 7:6-8 dat de manier waarop God besloot om naam te maken met zijn geweldige goedheid in het Oude Testament bestond uit de keuze van een volk voor zichzelf uit alle volkeren der aarde en deze mensen te laten dienen als toonbeeld van zijn verlossend werk. Dus lees je in Jesaja dat God Israël heeft geschapen “omwille van zijn majesteit” (43:7) en dat hij hen heeft gevormd “voor zijn lof” (43:21). Met andere woorden, om de vreugde die God heeft in zijn eigen naam te verbreiden, kiest hij een volk dat van zijn naam geniet, deze prijst en verkondigt. En zo heeft God vreugde in verkiezing.

De verkiezing van individuen in de kerk

Wat gebeurt er nu in het Nieuwe Testament met de komst van Christus? Wat er gebeurt, is dat God vreugde blijft scheppen in verkiezing maar er nu voor ons een periode aanbreekt waarin Israël als volk niet langer centraal staat in Gods handelen. Hij wendt zich nu tot de niet-Joden en begint nieuwe mensen samen te brengen voor hemzelf, die de kerk worden genoemd. Hij is niet klaar met Israël! Maar momenteel ligt de focus op de inzameling uit de volkeren.

En omdat de kerk geen etnische groepering zoals Israël is, verkiest God niet een complete natie voor de aardse doeleinden zoals hij dat deed met Israël bij de Rode Zee. In de plaats daarvan handelt het Nieuwe Testament over verkiezing als Gods keuze van individuen om te geloven en deel te worden van het verloste volk van God.

De vreugde van de Drievuldigheid

Laten we ons eerst wenden tot Lucas 10:21. De reden waarom ik dit vers koos is omdat het één van de twee plekken in het Nieuwe Testament is, waar Jezus juicht, en mijn thema van vandaag is Gods vreugde of plezier in verkiezing. De 70 discipelen waren net weer gekeerd van hun reizen voor de verkondiging en deden Jezus verslag van hun successen. Lucas schrijft in vers 21:

Op dat moment verheugde Jezus zich in de geest en zei: Ik dank U, vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard. Ja, Vader, want zo was het Uw welbehagen.2

Besef dat alle drie leden van de Drievuldigheid zich hier verheugen: Jezus verheugt zich maar er staat dat hij zich verheugde in de geest. Ik vat het zo op dat de Heilige Geest hem vervult en hem zich laat verheugen. Dan, aan het einde van de vers, wordt het welbehagen van God de Vader beschreven. “Ja, Vader, want zo was het Uw welbehagen.”

Wat zorgt ervoor dat de gehele Drievuldigheid zich samen verheugt op deze plek? Het is de in vrijheid verkiezende liefde van God om zaken voor de intellectuele elite te verbergen en ze te openbaren aan de argeloze jeugd. En wat is het dat de Vader verbergt voor sommigen en openbaart aan anderen? Vers 22 geeft het antwoord: “Niemand dan de Vader weet wie de Zoon is.” Dus wat God de Vader moet openbaren is de ware spirituele identiteit van de Zoon.

Dus als de 70 discipelen terugkeren van hun evangelische missie en Jezus verslag doen, verheugen hij en de Heilige Geest zich erover dat God de Vader naar zijn eigen welbehagen heeft gekozen wiens ogen hij zal openen voor de spirituele realiteit van zijn Zoon (overeenkomstig vers 23). Ze zijn blij dat God het initiatief heeft genomen om een volk voor zichzelf te kiezen en dat dit uiteindelijk afhangt van het welbehagen van God.

God de Zoon en God de Heilige Geest zijn zo vastberaden in het verheffen van God de Vader dat ze juichen als hij zijn wijsheid en macht en genade uitoefent om een volk voor zichzelf te kiezen op een manier die alle wereldse verwachtingen rond mensen beperkt. De wijzen worden gepasseerd in hun hoogmoed en argeloze mensen, de onwaarschijnlijken, de hulpelozen, worden verrast met een goddelijke gunst.

De rollen zijn omgedraaid ten opzicht van wat de wereld verwacht. De menselijke wijsheid is vernederd. En de vrijheid van Gods genade werd verheerlijkt toen de primaire kandidaten van de wereld werden overgeslagen en God verrast iedereen met zijn keus voor de onwetenden. Dit is wat Jezus en de Heilige Geest doet juichen – de vernedering van menselijke trots en de verheerlijking van Gods vrijheid en genade.

Gods tweeledig doel van de verkiezing

Dit is precies waar Paulus zich op richt bij zijn beschrijving van Gods verkiezing in de vorming van een kerk in 1 Korintiërs 1:26-31. Als ik het voorlees, luister dan naar het volgende: wat wordt bestreden en wat wordt gepromoot in de verkiezing zoals beschreven in dit vers?

Denk eens aan uw roeping, broeders en zusters. Onder u waren er niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren. Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen. Door hem bent u één met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’

Het idee hier is gelijk aan het idee in Lucas 10:21. God kiest vrijelijke wie tot zijn volk behoren. En hij kiest op die manier voor de vervulling van twee dingen die eigenlijk twee zijdes van dezelfde munt zijn. In vers 29 is het doel van verkiezing: “dat geen mens zich tegenover God op iets kan beroemen.” Gods doel van de verkiezing is de eliminatie van alle menselijke hoogmoed, alle zelfgenoegzaamheid en opschepperij.

En het tweede doel dat God heeft met de verkiezing, de keerzijde van de munt, wordt gegeven in vers 31: “Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.” Met andere woorden, neem alle ophemeling der mensen weg en richt alle ophemeling tot God. Deemoedig de mens en verheerlijk Christus. Laat de mens zijn totale afhankelijkheid van Gods barmhartigheid zien en vergroot de glorie van vrije genade. Daarom heeft God vreugde in verkiezing – het vergroot zijn naam.

De waardevolste daad van liefde in het universum

Maar onthoud dit goed! Diegenen van jullie die weten dat jullie zondaars zijn en goddeloos en zwak en niet in staat jezelf te helpen en in Jezus toch een in-alles-voorziend Verlosser hebben gezien, en bij de gratie Gods zich geroepen voelden om hun leven in zijn handen te leggen en hun hoop in hem hebben en hem volgen – jullie zullen Gods genade van de verkiezing zien als de waardevolste daad van liefde in het hele universum.

En je zult samen met apostel Paulus in Romeinen 8 zeggen: “Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? … Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus?”


Noot van de vertaler

1 Tenzij anders aangegeven zijn alle Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)
2Herziene Statenvertaling (HSV)