Alle vlees zal komen en aanbidden
Uit Bijbelse Boeken en Preken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{info|All Flesh Will Come and Worship}}<br> ''Behalve zij die “buiten” zijn''<br><br> Een overdenking van Jesaja 66:22-24 Van tijd tot tijd komen we bij passag...')
Nieuwere bewerking →
Versie van 23 nov 2021 om 12:47
Door John Piper
Over Hemel en Hel
Een deel van de Taste & See-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Behalve zij die “buiten” zijn
Een overdenking van Jesaja 66:22-24
Van tijd tot tijd komen we bij passages uit de Schrift waarin het gaat over Gods reddend werk in zulke ingrijpende woorden dat we ons afvragen hoe die passen bij het bestaan van eeuwige straf. Anders gezegd, het kan lijken of God zo’n volledige verlossing belooft dat er geen plek over is voor de hel. Deze passages brengen sommigen bij het universalisme – zij geloven dat iedereen gered zal worden, ofwel direct na het overlijden ofwel na een tijd in de hel. Ze brengen anderen bij annihilationisme – zij geloven dat niet iedereen gered zal worden, maar niemand komt uiteindelijk in de hel omdat ze domweg niet meer zullen bestaan wanneer ze in opstand komen tegen Christus.
In Laat de landen blij zijn1 (Baker, 2003, pagina’s 111-154) heb ik geprobeerd om vele Bijbelse argumenten te vinden tegen deze twee standpunten. De Bijbelse getuigenis van deze eeuwigdurende, doelbewuste ellende voor zij die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken (Romeinen 1:18-20)2 of het evangelie niet gehoorzamen (2 Thessalonicenzen 1:8-9) is onvermijdelijk.
Jezus geeft ons een van de stelligste bewoording in Mattheüs 25:46: “En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” En Johannes, de apostel van de liefde, geeft ons de krachtigste woorden voor de eeuwigheid van de hel in Openbaringen 14:11: “En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid [eis aiōnas aiōnōn], en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt.”
Daarom is het handig om een passage in de Schrift te vinden, die voor ons verheldert hoe deze treurigste van alle Bijbelse waarheden kan staan naast uitspraken over Gods overweldigende verlossing. Kijk eens naar dit voorbeeld: Jesaja 66:22-24. Let er eerst eens op dat Jesaja zegt (de verzen 22-23) dat de dag zal komen waarop “alle vlees zal komen om zich neer te buigen voor” God.
Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de HEERE, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan. En het zal geschieden dat van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat alle vlees zal komen om zich neer te buigen voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Dat is het soort verklaringen dat ons laat afvragen hoe dit past bij de eeuwige bestraffing van sommige mensen. Als “alle vlees” zich neerbuigt voor de Heer, wie blijven er dan over die niet neerbuigen voor de Heer? Hoe voorzichtig moeten we wel niet zijn op zulke punten als we de Bijbel lezen! We moeten ons afvragen: Heb ik een heldere voorstelling van wat Jesaja bedoelt – en wat God bedoelt! – met de term “alle vlees”? Het klinkt als al het menselijk leven, maar is het dat ook? De volgende vers (24) laat ons verbazen:
En zij zullen de stad uit gaan en zien de dode lichamen van de mannen die tegen Mij in opstand zijn gekomen; want hun worm zal niet sterven en hun vuur zal niet uitgeblust worden, en zij zullen voor alle vlees een afgrijzen zijn.
Onmiddellijk worden we weggehaald van onze verkeerde voorstellingen over “alle vlees.” We dachten dat werd bedoeld “alle mensen die bestaan in het universum,” maar de Heer zegt, Nee, “alle vlees” zal kijken naar een deel van het menselijk ras dat gekweld wordt omdat “ze tegen Mij in opstand zijn gekomen.” Dus “alle vlees” is niet met inbegrip van degenen naar wie “alle vlees” kijkt.
Ik noem dit als voorbeeld hoe de Bijbel het soms heeft over het werk van God in de verlossing. God verricht wereldwijd het werk – jawel, een universeel werk – van verlossing dat reikt naar alle rassen en alle mensen en alle stammen en alle talen en alle klassen en alle leeftijden. Als hij zijn reddingswerk heeft afgerond, zal het in compleetheid zijn. Er zal een nieuwe mensheid zijn met een tweede Adam aan het hoofd (1 Korintiërs 15:22, 45). Zij die “in opstand komen” tegen het verlossingswerk van Christus, zullen buiten dit “alles” zijn.
Misschien is dat waarom Jezus verschillende keren zinspeelde op Jesaja 66:24 toen hij ons waarschuwde voor de hel. Hij zei dat degenen die zijn boodschap afwijzen in de hel zouden worden geworpen “waar het vuur niet uitgeblust zal worden” en buitengeworpen in de “buitenste duisternis.”
En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het helse vuur geworpen te worden, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. (Markus 9: 47)
En de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars (Mattheüs 8:12; vergelijk 22:13; 25:30)
Niemand anders dan Jezus gebruikt de term “buitenste duisternis.” Is dit Jezus’ manier om te zeggen: Als mijn verlossingswerk compleet is en de nieuwe wereld volledig gevestigd is (vergelijk paliggenesia3, Mattheüs 19:28), zal de volledigheid van “alle vlees” er zijn – de hele nieuwe mensheid met al haar glorieuze compleetheid in Christus – en zij die het koninkrijk hebben verworpen zullen “buiten” zijn? Er zal voor hen geen bestaan zijn in de nieuwe wereld. Hun bestaan en hun gejammer en tandengeknars zullen in een ander onderdeel van de werkelijkheid zijn. Dus zullen ze op geen enkele wijze zorgen voor vermindering van het gevoel van compleetheid, volkomenheid en volmaaktheid van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar alles licht en vreugdevolle vrede is.
Toen ik klaar was met het lezen en overdenken van deze dingen, bad ik: “Oh, God, gun het mij dat ik de omvang van mijn zonde voel. Gun het mij dat ik me onwaardig voor de genade voel. Gun het mij dat ik beef bij de waarheid van de hel. Ontdoe, vanaf uw heilige kansel, mij van alle hooghartige gedachten, alle zelf-verheerlijkende wijsheden, alle banale vooringenomenheden, alle afbuigingen richting entertainers. Open mijn ogen en mijn hart om het wonder van de reddende genade te zien en te voelen, evenals de oneindige kostbaarheid van Christus en zijn uit liefde voortgekomen gehoorzaamheid die reikte tot de dood aan het kruis. Dank u, Vader. Dank u. Maak van mij, koste wat het kost, een instrument van uw grote redding. In Jezus’ naam. Amen.”
Staande naast de afgrond, veilig,
Predikant John
Noot van de vertaler
1 Originele titel Let the Nations Be Glad
2 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Herziene Statenvertaling (HSV)
3 Paliggensia is Grieks voor wedergeboorte of herschepping