Heel het leven als aanbidding
Uit Bijbelse Boeken en Preken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{info|All of Life as Worship}}<br> <blockquote><b>Romeinen 12:1-2</b></blockquote> ====Noch op deze berg, noch in Jeruzalem==== Drie weken geleden was het belangri...')
Huidige versie van 7 jul 2022 om 19:43
Door John Piper
Over Aanbidden
Een deel van de Worship God-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Romeinen 12:1-2
Noch op deze berg, noch in Jeruzalem
Drie weken geleden was het belangrijkste punt in de eerste boodschap over aanbidding, eerst dat er in het Nieuwe Testament een verrassende onverschilligheid heerst ten aanzien van locatie en uiterlijke vorm: “Dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. … Wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid.” (Johannes 4:21-23)1. Niet in Samaria maar in de geest, en niet in Jeruzalem maar in de waarheid. En ten tweede is er een radicale intensivering van de aanbidding als een innerlijke ervaring. “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij” (Mattheüs 15:8). Aanbidden is een echte, authentieke ervaring van het hart met God, of het is niets.
De sleutel tot lofprijzing van Christus is Hem hoog prijzen
Daarna, twee weken geleden in de tweede boodschap, probeerde ik te laten zien wat de vitale kern is van deze innerlijke ervaring van het aanbidden. En ik beredeneerde op basis van Filippenzen 1:20-21 dat het een koestering is van Christus als winst, of een tevredenheid met God in alles wat hij is voor ons in Jezus. Paulus zei dat zijn verwachting was dat hij Christus in het leven en in de dood zou prijzen omdat voor hem het leven Christus was en sterven een aanwinst. Dus wij prijzen Christus in de dood en in het leven door hem te rekenen als meer winst dan wat dan ook de wereld kan bieden. De sleutel tot lofprijzing van Christus is Christus hoog prijzen. Christus is het meest door ons vereerd als we met hem uiterst tevreden zijn.
Eredienst – Gediend worden door God
Vervolgens, vorige week in Bethel verwachtte je misschien niet dat we onze serie over aanbidding zouden vervolgen, maar dat deden we wel. Het is niet onbelangrijk dat wat we elke zondagmorgen doen, ere”diensten” worden genoemd. Wat bedoelen we met “diensten”? Wat is een “eredienst”? En mijn punt vorige week op basis van Handelingen 17:25 en Markus 10:45 was: “God wordt niet aan de hand van mensen gediend alsof hij iets nodig zou hebben, maar hijzelf geeft een ieder leven, adem en al het andere.” En “Christus kwam niet om gediend te worden maar om te dienen en om zijn leven te geven als losgeld voor velen.” Wat ook een ere”dienst” verder zou mogen zijn, het moet vooral en boven alles een ‘gediend worden door God’ zijn.
Dat is eenvoudigweg een manier om de les van de week ervoor te onderstrepen. God wordt geprezen als we hem liefhebben als winst boven al het andere. God wordt geprezen als we bij hem komen om hem dit te vertellen en om meer van hem te vinden. God dient ons door het geven van leven, adem en alles van hemzelf wat naar de diepste uithoeken van onze harten gaat. Wij aanbidden vooral en bovenal door te dorsten en te hunkeren naar God boven al het andere. En dat betekent dat we vooral en bovenal aanbidden door gediend te worden door God. Het is een eredienst want de dienst begint met God die ons bedient met wat we dringend nodig hebben, namelijk hemzelf.
We zullen hierop terugkomen in de komende weken.
Alles in het leven verbinden met aanbidding
Maar deze morgen pakken we een ander punt op van vorige zondag en de zondag daarvoor. Namelijk dit: als de vitale kern van de innerlijke ervaring die we aanbidding noemen, bestaat uit tevredenheid over God of het liefhebben van Christus als winst boven alles, is dat in lijn met Romeinen 12:1-2 dat laat zien dat alles in het leven aanbidding is. Herinnert u zich dat ik vorige week vroeg: “Wat is het christelijk leven als God niet gediend kan worden door de mens maar er wel van houdt om ons te dienen? Hoe ziet dat leven eruit?” En het antwoord zal blijken te zijn dat we ’s morgens opstaan en we onze harten verpanden aan Christus. We gaan naar hem toe en vernieuwen onze tevredenheid via zijn woord. En dan gaan we de dag in terwijl we zoeken naar manieren ter uiting en vergroting van deze tevredenheid over alles wat God is voor ons in Jezus.
Laten we eens kijken naar Romeinen 12:1-2 waarin alles van het leven wordt verbonden met aanbidding.
Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen. Dat is de ware eredienst die van u wordt gevraagd. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaak en Hem welgevallig is.
Een offer dat leeft, beweegt en iets doet
Dus in vers één staat dat uw lichaam als een levende en heilige offer in zijn dienst stellen, aanbidding is. Waar verwijst dit nu naar? Een offer was meestal een dood lichaam, niet een levende, dus zegt hij “levend’ om zeker te zijn dat we door hebben dat hij niet letterlijk een mensenoffer bedoelt. Een offer werd meestal op het altaar gelegd, delen ervan werden door de priesters gegeten en dat was dan het einde van het dier. Het bestond niet meer. Maar dat is niet wat Paulus bedoelt want ten minste drie keer in Romeinen 6 (verzen 13, 16 en 19) spreekt hij van het stellen van onze werktuigen of leden in dienst van God, en in elk geval is het zo dat onze leden – onze armen, benen, tongen, ogen, oren en seksuele organen, instrumenten der gerechtigheid zullen worden. Dus het offer is niet slechts levend, maar beweegt zich ook door en doet dingen in de wereld.
Hoe is het dan een offer? En hoe stel je je praktisch in dienst van God als offer? Ik denk dat het beste antwoord bestaat uit het zien van het verband tussen vers 1 en 2. Mijn idee is dat vers 2 de praktische uitleg is van het meer symbolische vers 1. Vers 1 gaat over offers en eredienst. Vers 2 gaat over een vernieuwde gezindheid en de wil van God volgen.
Om u te laten zien dat Paulus op die manier denkt: de nadrukkelijke link is de herhaling van het woord “welgevallig” in de verzen 1 en 2. Vers 1: “… om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen.” Vers 2: “… om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is.” Er is dus kennelijk een nauw verband tussen uzelf in Gods dienst stellen als een God welgevallig offer, en doen wat Hem welgevallig is.
Niet aanpassen maar veranderen
Laten we eens kijken naar vers 2 aangezien die waarschijnlijk een realistische uitleg is van de symbolieke voorstelling van vers 1. Er is een negatief gebod en een positieve: negatief, u moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld; positief, u moet uzelf veranderen. Niet aanpassen, veranderen. Wijd uw leven als een christen aan verandering. Blijf niet hangen in het veranderniveau dat u nu heeft. Hoeveel christenen gooien hun geboorterecht wel niet weg door maar wat aan te modderen. Wees veranderd! Dat is tegenwoordige tijd, op dit moment gaande, voortdurende groei in het jezelf niet-aanpassen aan de wereld.
Maar hoe vindt dit plaats? Wat komt erbij kijken? Betekent het dat we alleen maar goed moeten kijken wat de wereld draagt, koopt, speelt en waar de wereld naar kijkt en luistert, om dan het tegengestelde te doen? Nou, er zal waarschijnlijk een verschil ontstaan bij veel van die zaken maar ziet u, dat is niet waar deze tekst op doelt. Er staat: “veranderen door uw gezindheid te vernieuwen.” Het doel is niet de buitenkant oppoetsen maar de binnenkant reinigen. Met andere woorden, verandering en niet-aanpassen aan de buitenkant moeten komen vanuit een nieuwe gezindheid. Verander door vernieuwing van uw gezindheid.
Nu zou je kunnen zeggen, ok, dat betekent dat we moeten leren anders dan de wereld te denken en dat zal ons van binnenuit veranderen. Ja, dat is waar. Maar er staat een woord in vers 2 om ons te laten zien dat dit niet de hele waarheid is en mogelijk zelfs niet het belangrijkst deel van de waarheid – afhankelijk van wat u verstaat onder “denken”.
Wat is de functie van het brein volgens vers 2? Wat is het doel van een vernieuwde gezindheid? Goed denken is uiteraard belangrijk. Als je onlogisch denkt, heb je waarschijnlijk een slecht leven. Je zou bijvoorbeeld het volgende kunnen denken: “Aanname 1: De meeste televisiereclames verleiden me om dingen te willen, die ik niet nodig heb. Aanname 2: Meer televisie kijken zorgt ervoor dat ik meer van zulke reclames zie. Conclusie: Dus, des te meer ik televisie kijk, des te minder zal ik verleid worden om dingen te willen die ik niet nodig heb.” Dat is een simpele, onlogische denkwijze en het zal ervoor zorgen dat je een slecht leven leidt als je niet beter denkt dan dat.
Testen en goedkeuren
Maar dat is niet wat vers 2 benadrukt. Er staat een zeer cruciaal woord dat we goed moeten interpreteren. In de NBV21 staat dat onze vernieuwde gezindheid tot doel heeft om “te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is”. Het sleutelwoord is “ontdekken.” Dat is een zeer belangrijk woord. Het duidt op twee dingen: een is het idee van testen en de waarde van iets achterhalen. En het ander idee is het vermogen om iets te beoordelen en op waarde te schatten als je het ziet. Het is zeer moeilijk dit onder woorden te brengen. De HSV2 legt meer nadruk op het vermogen. Het gaat over de vernieuwing van de gezindheid en vervolgens staat er: “kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” Het hele idee is zowel testen als goedkeuren.
Dus wat is het basisonderwerp van vers 2? Het basisonderwerp is meer dan alleen meer goed denken. Het is goed op waarde schatten. Niet slechts goedkeuren maar goed goedkeuren. Niet slechts goed controleren maar goed waarderen. Laat me eens kijken of ik u kan helpen om het verschil te zien. Het is misschien mogelijk om een ongeschoold persoon te leren om enkele kenmerken van goud te herkennen zonder dat hij weet wat de waarde van goud is. Je zou hem een baan kunnen geven waarin hij samen met jou goud zeeft uit een beek en je hem een dollar per uur betaalt terwijl hij nauwkeurig de gele steentjes controleert en goudklompjes die duizenden dollars waard zijn, in je zakken doet.
Dat is niet het soort vernieuwing waarover Paulus het heeft. Hij zegt niet: lees genoeg boeken of luister naar voldoende opnames of preken zodat je een goede daad herkent zodra je die ziet en dan werkt aan de discipline om dat ook te doen. Hij zegt dat je zo diep van binnen vernieuwd moet zijn dat je niet alleen in staat bent om goud te testen en te herkennen wanneer je het ziet, maar ook van goud houdt – het erkent, het waardeert. Dat is wat het woord betekent. (Zie Romeinen 1:28; 14:22, 1 Corinthiërs 16:3.)
Nu ziet u dat de vernieuwing die hierbij hoort, meer is dan een lesje logica. Als je wilt weten of bepaald materiaal zoet is, kun je logisch redeneren: het is bruin, kleverig, komt uit een bijenkast, kristalliseert in water, en laat de ogen van een tweejarige oplichten als je het op een plak brood smeert. Daaruit leid je af dat het honing moet zijn, en honing is zoet. Dat is niet de hoofdmethode die Romeinen 12:2 bedoelt om de wil van God te ontdekken. De manier om te achterhalen of het materiaal zoet is, is met het smaakvermogen, niet met logica.
Vernieuwd in de Geest en in uw denken
Efeziërs 4:23 komt het dichtst in de buurt van deze vers en daar zegt Paulus: “En dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken.”3 Dat is een zeer merkwaardig zinsdeel, “de geest van uw denken.” Ik denk dat het zoiets betekent als het verstand om de geest van iets te bevatten. Een van de redenen waarom sommige eenvoudige, ongeschoolde mensen veel heiliger en oprechter leven dan sommige hoog opgeleide christenen, is dat hun denkwijze veel dieper is vernieuwd. Dat wil zeggen dat ze zo vernieuwd zijn dat ze eerder dan anderen kunnen proeven of eventueel ruiken wanneer iets wat verleidelijk lijkt rot is en zich ervan afwenden voordat ook maar de minste besmetting ermee optreedt. En ze kunnen geweldige kansen voor de liefde proeven en ruiken voordat anderen het aan zien komen.
Anders gezegd, vernieuwing van het denken is een diepe spirituele verandering van de manier waarop de hersenen dingen inschatten en waarderen. In Efeziërs 4:18 zegt Paulus dat onwetendheid komt door de verharding van het hart. Dus als het verstand wijzer wordt en kritischer wordt over de wil van God, moet het hart zacht zijn en vatbaar voor de spirituele realiteit. Met andere woorden, de vernieuwing waartoe Paulus ons oproept is grondig en gaat dieper dan elke afzonderlijke mentale inspanning kan bereiken. Daarom is bidden uiterst van belang. Voortdurend bidden door de christen luidt: “Neem de sluier van mijn ogen” (Psalm 119:18), en “Moge uw hart verlicht worden” (Efeziërs 1:18), en “Proef en geniet de goedheid van de HEER” (Psalm 34:9). Anders gezegd, God moet de vernieuwing tot stand brengen via zijn woord en Geest.
Grondig vernieuwd denken
Laten we een stap terug doen en zien hoe Romeinen 12:1-2 met dit inzicht op ons overkomt. De basis voor het christelijk leven in vers 2 is een grondige vernieuwing van het denken. Het gaat niet alleen maar om helder denken maar ook over oprecht evalueren, accuraat waarderen, krachtig keuren en met passie erkennen wat goed, acceptabel en perfect is. Dat is uiterst belangrijk voor ons dagelijks leven want 95% van wat we doen gedurende de dag, doen we zonder er logisch over na te denken. We handelen gewoon spontaan vanuit de geest van het denken, die in ons huist (Efeziërs 4:23) – of zoals Jezus zei vanuit de overvloed van ons hart (Mattheüs 12:34). Dus om het christenleven te leven op authentieke wijze moeten we zijn bij het proces van grondige vernieuwing dat diep onder de laag van het denken ligt.
Dan zegt vers 2 dat deze grondige vernieuwing waarmee we de werkelijkheid evalueren, keuren en waarderen ons brengt tot een veranderd leven dat niet aangepast is aan de wereld. Die onaangepastheid is niet gewoon extern en opgelegd maar komt van binnenuit en is natuurlijk en vrij. Het komt vanuit onze nieuwe waarderingen en evaluaties en vanaf waar onze schat ligt. Maar het verandert ons extern en haalt ons uit de aangepastheid aan de wereld. We zien ons dingen doen die Paulus “wat Hem welgevallig is” noemt. God heeft een levenspatroon waartoe hij ons oproept om die te leven in overeenstemming met nieuwe vermogens om te kunnen beoordelen wat goed, mooi en waar is, en met nieuwe waarden en nieuwe schatten. Er zijn goede dingen, acceptabele dingen, perfecte dingen – verschillende manieren om te praten over dat waartoe God ons oproept om te doen in allerlei omstandigheden.
Hoe staat dit nu in relatie tot vers 1? Hoe staat dit in relatie tot de levende opoffering van onze lichamen als offer aan God, wat onze spirituele aanbidding vormt? Ik denk dat het gewoon een manier is om te beschrijven wat het offer der aanbidding is. Wat vers 2 beschrijft is een levend offer want met de vernieuwing van onze gezindheid sterft ook een heleboel proeven, evalueren, waarderen, keuren en erkennen van de wereld. Wij zijn, zoals Pauls zegt: “voor de wereld gekruisigd en de wereld voor ons” (Galaten 6:14). Dus de vernieuwing is een afsterving van oude waarden en de komst van nieuwe waarden in het leven. Het is de afsterving van oude manieren om televisie, eten en geld te koesteren, en de bewustwording van nieuwe spirituele smaakpapillen.
God is mijn allesbevredigende schat
Dus onze spirituele aanbidding bestaat uit de dagelijkse komst naar God om te zeggen: “O God, er is niets dat ik meer wil dan te accepteren wat het meest waardig is, en waarderen wat het waardevolst is, en te erkennen wat het kostbaarst is en bewonderen wat het mooist is en haten wat het grootste kwaad is en verafschuwen wat het lelijkst is. Ik reken mezelf dood voor alles wat niet spiritueel, wat werelds en dodelijk voor mijn ziel is. Vernieuw mij, O mijn God. Wek spiritueel vermogen op om dingen goed te kunnen inschatten.”
En dan zeggen wij: “En neem mij, lichaam en ziel, en maak me tot werktuig van uw glorie in de wereld. Laat de vernieuwing waaraan u van binnen werkt, zichtbaar worden aan de buitenkant. Dit is mijn spirituele aanbidding. Om de wereld te laten zien dat u mijn allesbevredigende schat bent.”
Daar is het. Nu zijn we terug bij het begin. De kern van de aanbidding is een tevredenheid in God en koestering van Christus als winst. Romeinen 12:1-2 zeggen niets anders. Dat is wat het betekent om een vernieuwde gezindheid te hebben. De vernieuwde gezindheid ziet, evalueert, waardeert en koestert de wil van God (en verandert dus het hele leven), omdat het vooral en boven alles God evalueert, waardeert en koestert.
En de wil van God nakomen, is God in zijn glorie laten uitblinken. “Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel” (Mattheüs 5:16). Heel het leven bestaat uit het laten uitblinken van wat je waarlijk waardeert, koestert en liefhebt. Dus is het hele leven een aanbidding. Ofwel van God ofwel van iets anders.
Wees daarom verandert in de vernieuwing van uw gezindheid. Koester God in al zijn werken en op al zijn wegen. Beschouw de oude geest als dood en offer uzelf aan God als een levend offer opdat hij u laat zien bij de glansrijke, hoogste vertoning van zijn waarde en zijn nut in uw leven. Aanbid hem met uw leven.
Noot van de vertaler
1 Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2Herziene Statenvertaling (HSV)
3HSV; in de NBV21 staat: “Laat u voortdurend vernieuwen in uw geest en uw denken.”