God bestemde het voor het goede
Uit Bijbelse Boeken en Preken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{info|God Meant It for Good}}<br> ''De levens van Jozef en Johannes de Doper'' Zondagavondbericht Behalve de zaterdagen gaat ons gezin rond kwart over zeven ’s o...')
Huidige versie van 25 sep 2024 om 19:03
Door John Piper
Over Bijbelse Figuren
Een deel van de The History of Redemption-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
De levens van Jozef en Johannes de Doper
Zondagavondbericht
Behalve de zaterdagen gaat ons gezin rond kwart over zeven ’s ochtends zitten om te eten. Na ons graanontbijt en vruchtensap openen we de Bijbel en lees ik de tekst van die ochtend. Daarna bidden we en gaan de jongens naar school. We lezen nu Genesis door en zitten midden in het geweldig verhaal over Jozef. Toen ik de dag erna las over Jozefs onterechte gevangenschap, vielen me opeens de overeenkomsten en verschillen op tussen Jozef en Johannes de Doper. Des te meer ik erover nadacht, des te meer werd ik erdoor gegrepen. Het belangrijkste effect dat deze vergelijking op me heeft gehad is troost. Het heeft mijn geest zo opgeheven dat ik het gevoel had dat we onze bestudering van Lucas moeten onderbreken om het goede nieuws dat me bereikte, te delen.
We gaan het volgende doen. 1) Ik zal zorgen dat u beide verhalen voor ogen heeft door het noemen van tien overeenkomsten die me tussen Jozef en Johannes opvielen. 2) Dan zal ik het belangrijkste verschil dat me ook opviel, benoemen. 3) Daarna zullen we onze daarin verborgen lessen eruit trekken.
Jozef en Johannes de Doper: Tien overeenkomsten
Zowel Jozef als Johannes de Doper werden geboren toen hun vaders zeer oud waren. In Lucas 1:7 staat: “Beiden (Zacharias en Elisabet) waren al op leeftijd.”1 Genesis 37:3: “Omdat Israël al oud was toen Jozef werd geboren, hield hij meer van Jozef dan van zijn andere zonen.” Dit waren twee zeer bijzondere kinderen. Niet alleen omdat hun vaders zeer oud waren maar ook omdat hun moeders onvruchtbaar waren. In Genesis 29:31 staat: “Toen de Heer zag dat Jakob minder van Lea hield, opende Hij haar moederschoot, maar Rachel bleef onvruchtbaar.” En volgens Lucas 1:7 hadden Zacharias en Elisabet “geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar.” Deze twee kinderen waren enorm gewenst door hun ouders en wanneer gelovige mensen iets diep van binnen wensen, bidden ze er in alle ernst voor tot de God voor wie niets onmogelijk is. En dus is de derde overeenkomst tussen Jozef en Johannes dat beide geboren werden als antwoord op gebed. Genesis 30:22: “Toen dacht God eindelijk aan Rachel: Hij verhoorde haar en opende haar moederschoot. Ze werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. ‘God heeft me van mijn schande verlost,’ zei ze. Ze noemde het kind Jozef” (wat “Hij moge toevoegen” betekent) “en zei: ‘Ik hoop dat de HEER mij er nog een zoon bij geeft.’” En in Lucas 1:13 zegt de engel tegen Zacharias: “Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen.” Toen de engel Maria bekend maakte dat Elisabet zwanger was, gaf hij de volgende uitleg: “Voor God is niets onmogelijk” (Lucas 1:37). Dus de geboorten van Jozef en Johannes zijn het resultaat van Gods almacht. Dat zijn bewijzen dat God kan zegenen waar het menselijkerwijs onmogelijk lijkt en dat hij dit doet als reactie op gebeden. Terugkijkend denk ik dat we kunnen zeggen dat de wonderbaarlijke geboortes van Jozef en Johannes lijken op spandoeken boven hun levens met daarop: “Niets is onmogelijk voor God; alles wat Hij wil, brengt Hij ten uitvoer” (Jesaja 46:10).
Voordat de ware grootte van elk van deze mannen duidelijk werd, onthulde God wat er aan zat te komen. Hij voorspelde dat beide groot zouden worden. De engel zei tegen Zacharias, Johannes’ vader: “Velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer” (Lucas 1:14, 15). Dat ging net even anders bij Jozef. Hij was 17 jaar en God zond hem dromen. Bijvoorbeeld: “’Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’ zei hij. ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen kwam mijn schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om die van mij heen staan en bogen daarvoor’” (Genesis 37:6, 7). God onthulde dat Jozef op een dag verheven boven z’n broers zou zijn en zij zouden voor hem buigen.
Volgens mij openbaarde God regelmatig zijn bedoelingen vóórdat hij deze vervulde zodat, op het moment dat het uiteindelijk uitkwam, het duidelijk zou zijn dat God dit deed. Maar er lijkt nog een doel te zijn met deze dromen. Ze hielpen om te zorgen voor de vervulling. Ze maakten Jozefs broers zo kwaad dat die hem verkochten aan Midianitische kooplieden die onderweg waren naar Egypte. De ironie hier is geweldig: door Jozef naar Egypte te sturen om af te zijn van die verwaande dromer, zetten ze de gebeurtenissen in gang, die leidden naar de vervulling van de droom. Zo gaat dat elke keer als we ons verzetten tegen de bedoelingen van God. We eindigen altijd met de vervulling ervan – zelfs als we dat doen zoals Judas.
Aldus werd de 17-jarige Jozef naar Egypte gezonden en werd zijn op leeftijd gekomen vader verteld dat de jongen door wilde dieren was opgegeten. Jakob scheurt zijn kleren, treurt dagenlang en weigert zich door familie te laten troosten. Het is een van die scenes waarbij je op het verhaal wilt inbreken en zeggen: “Jakob, vertrouw God! Het is niet zo slecht als het lijkt! Geloof God! Hij houdt geen goede dingen achter voor zij die het rechte pad bewandelen. Jakob, het zal zich voor je ten goede wenden! Vestig je hoop op God!” Maar hij kan u niet horen en het zal 20 jaar – 20 lange jaren – duren voordat Jakob de genade van God in dit alles ziet.
Een andere overeenkomst tussen Johannes en Jozef is dat beide door God gezonden zijn als voorloper of wegbereider. Over Johannes zei Jezus: “Hij is degene over wie geschreven staat: ‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit, hij zal een weg voor Je banen’” (Lucas 7:27). Hij moest voor de Heer een volk gereedmaken (Lucas 1:17). Jozefs reis naar Egypte, ook al was die hem als slaaf opgelegd, was ook een weg bereidende missie. Hij zegt aan het einde tegen zijn broers: “God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde Hij veel levens redden” (Genesis 45:5, 7). Dit is op zijn minst iets vergelijkbaars tussen de missies van Jozef naar Egypte en van Johannes naar Israël: het ware belang van beide was niet intern maar lag in dat wat erna kwam. Als gevolg van Jozefs missie naar Egypte werd Gods volk de hongersnood bespaart. In aansluiting op Johannes’ missie kwam de Verlosser zelf om Gods volk te redden.
Zowel Jozef als Johannes kregen de reputatie betrouwbare en rechtvaardige mannen te zijn. Volgens Markus 6:20: “Herodes had ontzag voor Johannes, omdat hij wist dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hij nam hem in bescherming.” En Genesis 39:2 gaat over hoe de Heer achter Jozef stond; hij werd gekocht door Potifar, een bevelvoerder van de farao, en bewees dat hij rechtvaardig en betrouwbaar was zodat Potifar de gang van zaken in huis aan hem overliet (Genesis 39:4). Onderdeel van deze naam rechtvaardig te zijn was dat zowel Johannes als Jozef seksueel kwaad weerstonden. Ze waren onvoorwaardelijk tegen overspel. Johannes uitte zich openlijk over het onrechtmatig huwelijk van Herodes met Herodias, de vrouw van zijn broer. Hij weerstond overspel zowel openlijk als principieel. Jozef, aan de andere kant, werd in een leeg huis door Potifars vrouw in de val gelokt, ze probeerde hem te verleiden. “Kom bij me liggen” (Genesis 39:7). Maar Jozef weerstond haar en vluchtte. Wat Johannes openlijk en principieel deed, deed Jozef privé en vanuit zijn eigen persoonlijk gedrag.
Daarna, in beide gevallen, belandden ze in de gevangenis omdat de vrouwen die ze op de vingers hadden getikt, woedend waren. In Markus 6:17 staat: “Herodes had Johannes gevangen laten nemen en hem, aan handen en voeten geketend, laten opsluiten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, met wie hij getrouwd was.” Herodias kon het niet verdragen dat de voortdurende voorspoed van een rechtvaardige man haar zondes zo ontzettend liet opvallen. Dat kon ook Potifars vrouw niet: ze riep dienaren bij zich en verzon een verhaal waarin Jozef als de verleider naar voren kwam en zijzelf als het slachtoffer. Dat maakte Potifar kwaad en hij gooide Jozef in de gevangenis van de farao. Dus zowel Jozef als Johannes zitten in de gevangenis omwille van de rechtvaardigheid, en er is nog een overeenkomst: beide zijn zo’n 30 jaar oud. In Genesis 41:46 staat dat Jozef 30 jaar oud was toen hij de gevangenis verliet (wat ongeveer twee jaar nadat hij erin ging moet zijn geweest volgens Genesis 41:1). En we weten dat Johannes zes maanden ouder dan Jezus was, en Lucas 3:23 zegt: “Jezus begon zijn werk toen Hij ongeveer dertig jaar was.” Niet lang nadat Johannes in de boeien was geslagen. Houd in het achterhoofd: dit waren jonge mannen, vijf jaar jonger dan ik ben. Ik denk dat daarom aan de ontbijttafel een paar dagen geleden, de vergelijkbaarheid me zo boeide. Deze mannen zijn als mij!
Eén groot verschil
Daarmee eindigen de overeenkomsten tussen Jozef en Johannes. Nu komt er een beslissend verschil. En het verbijstert ons des te meer vanwege de vele overeenkomsten. Jozef werd vrijgelaten om over Egypte te heersen. Johannes werd onthoofd. Genesis 39:21-23 beschrijft hoe God bezig was voor de gedetineerde Jozef.
Maar de HEER stond hem terzijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. Deze gaf Jozef de verantwoordelijkheid voor alle gevangenen; er gebeurde niets buiten hem om. De gevangenbewaarder had geen omkijken naar wat Jozef was toevertrouwd, omdat de HEER hem terzijde stond en alles wat Jozef ter hand nam liet slagen.
Inderdaad, hij liet hem succes hebben met behulp van de wijsheid die God hem gaf, zodat hij de rechterhand van de farao werd. Dat was een verbazingwekkende kentering der gebeurtenissen.
De kentering der gebeurtenissen voor Johannes was ook verbazingwekkend. Het was laat die avond, waarschijnlijk in Tiberias aan het Meer van Galilea waar Herodes heerste over deze provincie. In Johannes’ gevangeniscel kon hij nog net het geluid horen van fluiten, lieren en tamboerijnen, en af en toe bulderend gejuich van Herodes’ aanhangers wanneer ze kijken naar Salome die voor hen danst. Herodes was waarschijnlijk dronken toen ze ophield. Hij was zo enthousiast door de bijval van zijn gasten dat hij Salome beloofde wat ze wou tot half zijn koninkrijk. Haar moeder staat in de deuropening met flitsende ogen en haar kwaadaardig hart barstend van vals genot. “Wat zal ik vragen, moeder?” “Het hoofd van Johannes de Doper.” Salome rent terug naar binnen en zegt met een buiging en een onheilspellende grijns: “Ik wil dat u me nu meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper geeft” (Markus 6:25). Herodes probeert zijn schrik te verbergen. Maar de dronken gasten kijken instemmend: dat wordt een sensatie. Ja, laat het feest doorgaan, Herodes. Daarom stuurt de koning een soldaat op pad om het hoofd van Johannes te halen.
Ter herinnering: Johannes is 30 jaar oud. Hij bracht het vroegste deel van zijn leven door in de wildernis in toewijding aan de Heer en ter voorbereiding op zijn zending; toen hij tegen de 29 was, ging hij als een wervelstorm van deugdzaamheid door Israël, en binnen ongeveer een jaar belandt hij in de gevangenis. Negenentwintig jaar voorbereiding; één jaar, slechts één jaar pastoraal werk!
De deur van zijn cel gaat open. Hij kijkt op: “Wat is er?” “De koning heeft ons opdracht gegeven om je hoofd op een schaal te brengen.” “Wat! Waarom? Wat is er gebeurd? Wat heb ik misdaan?” “Je hebt niets verkeerd gedaan. Ze vonden het prachtig hoe Salome danste.” Ze gaven Johannes waarschijnlijk geen kans om het probleem vast te stellen, laat staan er een oplossing voor te vinden. De rechtvaardige en heilige van de grote Messias, na slecht één jaar trouwe dienst onthoofd dankzij een opwelling van een koning en een sexy meisje! Barstte hij niet in woede uit? “Dat is nou het dienen van de levende God! Hij neemt iemand uit de armen van diens moeder, drijft hem naar de wildernis, en na een moment in dienst gooit hij hem weg op de afvalhoop van de wereld!” Of schrapte hij al zijn weifelend geloof bij elkaar, boog zich in onderwerping, en overhandigde hij al zijn doodsangst en zijn leven aan de ene die rechtvaardig oordeelt (1 Petrus 2:23)? We weten het niet.
Maar de meer prangende vraag die voor ons ligt is: stond God alleen achter Jozef en niet achter Johannes? Had God zijn onwankelbare liefde over voor Jozef maar liet hij Johannes in de steek? Nee, dat denk ik niet. Toen Johannes in de gevangenis zat, sprak Jezus verbazingwekkende erkenning voor hem uit: hij zei dat Johannes een profeet was, en meer dan een profeet: “Van allen die geboren zijn uit een vrouw is niemand groter dan Johannes” (Lucas 7:26, 28). Toen Jezus hoorde dat Johannes vermoord was, volgens Mattheüs: “Hij week per boot uit naar een afgelegen plaats” (14:13). Maar de belangrijkste reden waarom volgens mij God Johannes trouw was, zelfs in die schijnbaar zinloze dood, is dat Hebreeën 11 ons leert dat mensen van het geloof soms Jozefs ervaring hebben en soms Johannes’ ervaring. Kijk eens naar Hebreeën 11:34: mannen en vrouwen “ontkwamen aan de houw van het zwaard” dankzij het geloof. Dat wil zeggen dat God hen succes liet hebben zoals Jozef, en ervoor zorgde dat de harten van hun vijanden omsloegen. Maar in Hebreeën 11:37 staat dat andere mannen en vrouwen met net zoveel geloof “stierven door een moordend zwaard.” Dat wil zeggen dat God ervoor koos niet in te grijpen maar in plaats daarvan hen uit de wereld te halen. Het is precies het feit dat Jozef en Johannes beide rechtvaardige mannen van het geloof zijn, waardoor hun verschillende bestemmingen ons zeer helpen.
Drie lessen te trekken uit hun levens
Hier nu zijn de lessen die ik trek uit deze twee levens in de vergelijking en in het verschil. Ten eerste, ga er niet van uit dat u een lang leven heeft. Zowel Johannes als Jezus stierven als vroege dertigers en niemand van ons is net zo volgzaam als zij waren. Jozef leefde om 110 te worden (Genesis 50:22). Ten tweede, God is de ultieme gever en nemer van leven (zoals Job zei, Job 1:21), en hij geeft het zolang onze missie duurt, en hij neemt het zodra onze missie erop zit. Johannes’ roeping als voorloper zat erop. “Hij moet groter worden en ik kleiner”2 was een snellere en resolutere wending dan Johannes had verwacht. God zal ons precies zolang in leven houden als goed is voor onszelf en voor de kerk. Als onze taak erop zit, zal hij ons wegnemen.
Ten derde, zij die van God houden en volgens zijn plan zijn geroepen, mogen nooit geloven dat een schurende en pijnlijke kentering der gebeurtenissen een teken is dat God tegen u is. Integendeel, het is Gods linkerhand die voor u bezig is. Er zijn drie dingen die dit moeilijk te geloven maken maar deze verhalen helpen ons daarover heen te komen. Ten eerste is het moeilijk te geloven dat God er voor ons is in ons drama als dat meer dan 20 jaar duurt. Wie had ooit Jakob ervan kunnen overtuigen dat het verlies van Jozef in zijn voordeel en in het voordeel van de wereld zou zijn? Het was 20 jaar eerder dan dat God hem liet zien dat dit zo was. Ten tweede is het moeilijk te geloven dat God er voor ons is in ons drama als er meerdere daarvan achter elkaar komen. Net als we over een vorige heen zijn, slaat de volgende toe. Maar kijk eens naar Jozef. Eerst was hij vaders oogappel maar toen werd hij als 17-jarige verkocht als slaaf ver van huis. Dan leeft hij in voorspoed in Potifars huis maar net als de dingen er goed voor lijken te staan, wordt hij bedonderd en de gevangenis ingegooid. Hoe gemakkelijk zou het voor Jozef zijn om de handdoek in de ring te gooien en op te houden op God te vertrouwen. Maar hoe dwaas zou dat wel niet geweest zijn want met elke tegenslag bracht God hem dichterbij de beste positie van Egypte. Met elke tegenslag brengt God u dichterbij de glorie. Ten derde is het moeilijk te geloven dat God ten gunste van ons bezig is als onze tegenslag ons geen leven schenkt, maar, net bij als Johannes de Doper, ons de dood inbrengt. Maar ik geloof met heel mijn hart dat Genesis 50:20 net zo waar is voor Johannes de Doper en Herodes als het was voor Jozef en zijn broers: “Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd” Herodias had het kwaad bedoeld; maar God bestemde het voor het goede. Er bestaat geen grotere troost dan te weten dat hoe absurd of irrationeel omstandigheden ook mogen lijken, God de controle heeft en het bestemt voor het goede. Laten we altijd op hem vertrouwen.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Johannes 3:30