De vreugde van God in zijn naam

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 29 dec 2020 19:39 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Glorie van God
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: The Pleasure of God in His Name

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Glorie van God
Een deel van de The Pleasures of God-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



1 Samuel 12:22Ter wille van zijn grote naam zal de HEER zijn volk immers niet in de steek laten, want hij heeft zelf besloten om u tot zijn volk te maken.1

Inhoud

Israëls vraag naar een koning

De situatie achter deze tekst is dat Israël had verlangd dat Samuel een koning voor hen aanwees zodat ze als al die andere naties konden zijn. U kunt dat zien in 1 Samuel 8. Samuel is oud. Zijn zonen Joël en Abia zijn rechters in zijn plaats geworden en ze zijn corrupt. Dus de ouderlingen van Israël komen naar Samuel en zeggen (in vers 5):

‘U bent oud geworden,’ zeiden ze, ‘en uw zonen volgen uw voorbeeld niet na. Benoem liever een koning om ons te besturen, zoals alle andere volken er een hebben.’

Samuel is zeer ontstemd en gaat naar God voor raadgeving. In vers 7 zegt God,

Geef gehoor aan de stem van het volk, aan alles wat ze je vragen. Jou verwerpen ze niet. Ze verwerpen juist mij als hun koning.

Maar in vers 9 zegt God dan,

Geef dus gehoor aan hun verzoek, maar waarschuw hen door uitdrukkelijk te wijzen op de rechten die aan het koningschap verbonden zijn.

Dus Samuel vertelt de mensen hoe hun koningen hun zonen en dochters in hun dienst zullen opnemen en een tiende zullen eisen van alles wat ze hebben voor hun bestemmingen. Maar hij kan de mensen het verlangen naar een koning niet uit het hoofd praten. Ze geven hun definitieve reactie in vers 19:

Het volk trok zich niets van Samuels woorden aan en zei: ‘Nee, we willen een koning en anders niet! Dan pas zullen we gelijk zijn aan alle andere volken. We willen dat een koning ons bestuurt en recht over ons spreekt, voor ons uittrekt en ons voorgaat in de strijd.’

Saul’s zalving en inauguratie als koning

Dus Samuel zalft Saul tot vorst over Israël in hoofdstuk 10. In hoofdstuk 11 verslaat Saul Nachas en de Ammonieten, en roept Samuel de mensen op om naar Gilgal te gaan om het koninkrijk te vernieuwen – om Saul een officiële installatie te geven.

Dan in hoofdstuk 12 komt Samuels inauguratierede, en dat was niet helemaal wat de mensen wouden horen! Hij heeft verbazingwekkend nieuws voor hen. Maar voordat hij het hen vertelt, wil hij er zeker van zijn dat ze weten en voelen wat de omvang is van het kwaad dat ze hebben gedaan door te willen zijn als de naties om hen heen en door ontevreden te zijn met God als hun koning.

Dus zegt hij in vers 17,

Het is toch de tijd van de tarweoogst? Ik zal de HEER aanroepen en hij zal het laten onweren en regenen. Dan zult u eindelijk inzien dat de HEER het volstrekt ontoelaatbaar vindt dat u om een koning hebt gevraagd.

Als God donder en regen zendt, vrezen de mensen en bekennen ze hun zonden in vers 19:

Bid voor ons, uw dienaren, tot de HEER, uw God, dat we niet hoeven te sterven. Want we hebben al zoveel verkeerd gedaan, en nu hebben we het nog erger gemaakt door om een koning te vragen.

Berouw en het geven van goed nieuws

Als de mensen vrees hebben gekregen en hun zonden berouwen, dan komt het goede nieuws in vers 20:

‘Ook al hebt u gezondigd,’ antwoordde Samuel, ‘u hoeft niet bang te zijn zolang u de HEER maar trouw blijft en hem met heel uw hart toegedaan bent. Dwaal niet af om achter iets aan te lopen dat niets oplevert en niet bevrijdt, omdat het niets is.’

Dit is het evangelie – ondanks dat u enorm gezondigd hebt en de Heer vreselijk onteerd hebt, ondanks dat u nu een koning hebt, die een zonde was om te krijgen, ondanks dat deze zonde niet ongedaan gemaakt kan worden of de pijnlijke gevolgen die nog moeten komen, desalniettemin is er een toekomst en hoop. Vrees niet! Vrees niet!

De reden voor het goede nieuws

En dan komt de reden voor het evangelie in vers 22:

Ter wille van zijn grote naam zal de HEER zijn volk immers niet in de steek laten, want hij heeft zelf besloten om u tot zijn volk te maken.

Wat is de basis van de onbevreesdheid van Gods mensen volgens dit vers? Ten eerst is het de belofte dat hij hen niet in de steek zal laten. Ondanks hun zonde dat ze een koning wouden, luidt het vers, “De Heer zal zijn volk niet in de steek laten.”

Maat dat is niet de diepste fundering voor hoop en onbevreesdheid in dit vers. Waarom wil God zijn volk niet in de steek laten? De diepste reden die wordt gegeven, zit in de frase, “Ter wille van zijn grote naam.” De diepst gelegen fundering voor onze vergiffenis en onbevreesdheid en onze blijdschap is de verplichting die God heeft voor zijn eigen grote naam. Eerst is hij gebonden om te handelen ter wille van zijn naam. En dan, om die reden, is hij gebonden om te handelen voor zijn volk.

Hoe maakt Samuel de verbinding voor ons in dit vers? Hoe kan het dat Gods verplichting voor zijn eigen naam als resultaat heeft dat hij zijn volk niet in de steek laat? Hoe creëert zijn verplichting voor zijn naam een verplichting ten aanzien van zijn volk?

Het laatste deel van het vers geeft het antwoord: “Want hij heeft zelf besloten om u tot zijn volk te maken.” Of om het anders te formuleren, het was God een ware genoegen om u met hemzelf te verbinden op zo’n manier dat zijn naam op het spel staat in samenhang met uw lot. Of om het anders te formuleren, het was God een ware genoegen om u op zo’n manier te hebben dat zijn naam reflecteert in hoe het u vergaat. En daarom, ter wille van zijn naam, zal hij u niet in de steek laten.

Twee preken in deze tekst

Nu zitten er twee preken in dit vers, die van deze week en die van volgende week. Laat me die van volgende week even aanstippen en dan focussen op die van deze week. De preek van volgende week draagt de titel, “De vreugde van God in verkiezing.” God heeft vrijelijk, overeenkomstig zijn eigen welbehagen, ervoor gekozen om Israël tot zijn volk te maken. Dat is de boodschap voor volgende week. God schept vreugde in de vrijheid van een onvoorwaardelijke verkiezing.

Maar er is een ander vreugde van God inbegrepen in dit vers, namelijk dat God vreugde heeft in zijn naam. Toen hij zijn volk koos, zo luidt het, koos hij het voor zichzelf zodat, wanneer hij handelt om ze te sparen, hij handelt ter wille van zijn grote naam. Dus onder en achter Gods vreugde in het kiezen van zijn volk zit een diepere vreugde namelijk de vreugde die God heeft in zijn eigen naam. Dat is de boodschap van deze week.

Wat het betekent voor God om vreugde te hebben in zijn naam

Nu, wat betekent het – dat God vreugde heeft in zijn naam? Het zal niet iets anders betekenen dan wat we drie weken geleden zagen, namelijk dat God vreugde heeft in zijn eigen perfectie, in zijn eigen glorie. De naam van God in de Heilige Schrift betekent vaak vrijwel hetzelfde als Gods glorieuze, excellente karakter.

Maar het betekent vaak net iets anders, namelijk, de geopenbaarde glorie van God. Met andere woorden, de naam van God refereert vaak aan zijn reputatie, zijn faam, zijn beroemdheid. Dat is de wijze waarop we het woord “naam” gebruiken als we zeggen dat iemand voor zichzelf een naam maakt. Of we zeggen soms, dat is een merk van naam. We bedoelen een merk met een reputatie.

Dat is wat ik denk dat Samuel bedoeld in 1 Samuel 12:22 als hij zegt dat God Israël tot volk “voor hemzelf” maakte en dat hij Israël niet in de steek zou laten “ter wille van zijn grote naam.”

Gods gebondenheid aan zijn reputatie en beroemdheid

Laat me u wijzen op enkele andere passages die dit idee van Gods reputatie of faam of beroemdheid naar voren brengen.

Gods linnen gordel

In Jeremia 13:11 beschrijft God Israël als een linnen gordel die is gekozen om Gods glorie te accentueren maar onbruikbaar werd bevonden.

Want zoals een gordel gehecht zit aan het lichaam van een man, zo heb Ik heel het huis van Israël en heel het huis van Juda aan Mij gehecht, spreekt de HEERE, zodat het Mij zal zijn tot een volk, tot een naam en tot lof en tot luister, maar ze hebben niet geluisterd.2

Waarom werd Israël gekozen en tot kledingstuk van God gemaakt? Dat het zal zijn een “naam en lof en luister.” De woorden “lof” en “luister” in deze context duiden erop dat “naam” staat voor “beroemdheid” of “reputatie.” God koos Israël zodat de mensen hem een reputatie zouden bezorgen.

Davids lessen

David leert ons dezelfde dingen in een van zijn gebeden in 2 Samuel 7:23. Hij zegt dat wat Israël onderscheidt van alle andere volkeren is dat God op zo’n manier met hen omging met de bedoeling om een naam voor zichzelf te maken.

En wie kan zich meten met Israël, uw volk? Het is het enige volk op aarde waarvoor een God zich heeft ingezet om het vrij te kopen en tot zijn volk te maken, om zo voor zichzelf een naam te vestigen door middel van grootste en indrukwekkende daden: omwille van uw volk, dat u uit Egypte hebt bevrijd, hebt u vreemde volken en hun goden op de vlucht gedreven.

Met andere woorden toen God zijn volk vrijkocht in Egypte en vervolgens door de wildernis naar het beloofde land bracht, was het niet slechts om de mensen een plezier te doen, hij handelde, zoals Samuel zegt, ter wille van zijn eigen grote naam (1 Samuel 12:22); of, zoals David zegt, hij vestigde voor zichzelf een naam – een reputatie.

Het punt van de uittocht

Laat ons een momentje terug gaan naar de uittocht. Dat is waar God echt voor zichzelf een volk vormde. Tijdens het verdere bestaan heeft Israël teruggekeken naar de uittocht als sleutelgebeurtenis in zijn geschiedenis. Dus in de uittocht kunnen we zien wat God allemaal doet om een volk voor zichzelf te kiezen.

In Exodus 9:16 spreekt God met de farao een woordje dat hem en ons laat weten waarom God voor de bevrijding tien plagen naar voren brengt in plaats van korte metten te maken met behulp van één snelle catastrofe. Deze tekst is zo van belang dat Paulus het citeert in Romeinen 9:17 om Gods bedoeling met de uittocht samen te vatten. God zegt tot de farao,

Ik heb u alleen maar aangesteld om u mijn macht te tonen en om iedereen op aarde te laten weten wie ik ben.

Het punt van de uittocht was zorgen voor de wereldwijde reputatie van God. Het punt van de tien plagen en de miraculeuze doortocht door de Rode Zee was de demonstratie van de ongelooflijke macht van God ten gunste van het door hem vrijelijk gekozen volk, met het doel dat deze reputatie, deze naam, verkondigd zou worden in de hele wereld. God heeft veel vreugde in zijn reputatie.

De getuigenis van Jesaja

Interpreteerden de late profeten en dichters de uittocht op die manier? Ja, dat deden zij.

Jesaja zegt dat Gods doel van de uittocht was het voor zichzelf een eeuwige naam maken. Hij beschrijft God als degene die “[Waar is hij] Die Mozes terzijde stond met zijn luisterrijke arm, die voor hen het water kliefde om zich een eeuwige naam te verwerven? Die hen door de diepte leidde als paarden door de woestijn, zonder dat ze struikelden, als vee dat afdaalt naar het dal? Het was de geest van de HEER die hun rust gaf. Ja, u hebt zelf uw volk geleid om u een luisterrijke naam te verwerven” (Jesaja 63:12-14).

Dus toen God zijn macht toonde door zijn mensen uit Egypte te bevrijden via de Rode Zee, had hij zijn zinnen gezet op de eeuwigheid en de eeuwige reputatie die hij zou vergaren voor hemzelf in die dagen.

De lessen van de psalmen

Psalmen 106:7-8 leert ons hetzelfde:

Toen onze voorouders in Egypte waren, sloegen zij geen acht op uw wonderen, dachten zij niet aan uw tekenen van trouw, en kwamen in opstand aan de oever van de Rietzee. Toch redde hij hen, tot eer van zijn naam, om hun macht te tonen.

Ziet u hier dezelfde evangelische logica verwerkt als die we zagen in onze tekst van 1 Samuel 12:22? Daar hadden de zondige mensen een koning gekozen en wekten ze de woede van God. Maar God laat hen niet in de steek. Waarom? Ter wille zijn grote naam. Hier staat dat de zondige mensen hadden gerebelleerd tegen God bij de Rietzee en tekortschoten in het in overweging nemen van zijn liefde. Toch redde hij hen met enorme macht. Waarom? Hetzelfde antwoord, ter wille van zijn naam, om zijn macht bekend te maken.

Ziet u dat Gods primaire liefde zijn eigen naam is en niet zijn volk? En omdat dat zo is, is er hoop voor zijn zondig volk. Ziet u waarom de God-gerichtheid van God de basis is van het evangelie?

Jozua’s gebed

Neem Jozua als een ander voorbeeld van iemand die de evangelische logica van de God-gerichtheid begreep en het aanwendde zoals Mozes dat deed (Deuteronomium 9:27-29; Numeri 14:13-16) om te pleiten voor Gods zondig volk. In Jozua 7 is Israël de Jordaan overgestoken en het beloofde land binnengetrokken en heeft het Jericho verslagen. Maar nu zijn ze verslagen bij Ai en is Jozua stomverbaasd. Hij gaat naar de Heer met een van de meest wanhopige gebeden van heel de Bijbel.

Ach Heer, wat kan ik anders zeggen nu Israël voor zijn vijanden op de vlucht geslagen is? Als de Kanaänieten en alle andere inwoners van dit land het horen, zullen ze ons van alle kanten aanvallen en onze naam van de aardbodem wegvagen. En hoe wilt u dan uw grote naam in stand houden? (Jozua 7:8-9)

Smeek je om genade op basis van Gods liefde voor zijn naam? De grote reden voor hoop bij alle op God gerichte dienaren van de Heer was altijd de onmogelijkheid dat God zijn grote naam zou laten ontwijden bij de volken. Dat was ondenkbaar. Daarin had men diep vertrouwen. Andere dingen veranderen maar dit niet – niet de gebondenheid van God aan zijn naam.

Ezechiëls getuigenis in ballingschap

Maar wat moet je dan met het feit dat Israël zich uiteindelijk zo rebels toonde dat ze inderdaad in de handen van zijn vijanden werd gegeven tijdens de Babylonische ballingschap in de tijd van Ezechiël? Hoe gaat een God-gerichte profeet als Ezechiël om met deze vreselijke tegenslag voor de reputatie van God?

Luister naar het woord van de Heer dat tot hem kwam in Ezechiël 36:20-23. Dit is Gods antwoord op de ballingschap van zijn volk, die hijzelf over hen had gebracht.

Bij de volken waar ze kwamen werd mijn heilige naam ontwijd doordat men van hen zei: “Dit is nu het volk van de HEER, uit zijn land is het verbannen.“ Het deed mij verdriet dat mijn heilige naam zo door het volk van Israël ontwijd werd, bij alle volken waar het kwam. Zeg daarom tegen het volk van Israël: “Dit zegt God, de HEER: Ik zal ingrijpen, volk van Israël – niet omwille van jou, maar omwille van mijn heilige naam, die je hebt ontwijd bij de volken waar je gekomen bent!

Met andere woorden, toen alle andere hoop was vergaan en de mensen aan het oordeel van God zelf waren overgeleverd vanwege hun zondes, bleef er één hoop over – en deze zal altijd overblijven – dat God een onbedwingbaar vreugde heeft in zijn eigen reputatie en het niet lang verdraagt dat het met voeten wordt getreden.

De fundering van al onze hoop

Dit was de stevige basis van de hoop die de opkomst van de moderne protestantse missionaire beweging van de 18e eeuw in stand hield. David Brainerd, de missionaris voor de Indianen in New England, schreef aan een jonge kandidaat-dominee in 1747 slechts een paar maanden voor zijn dood, “Wijd uzelf aan gebed, aan lezen en mediateren over goddelijke waarheden: streef ernaar om tot de bodem ervan door te dringen en wees nooit tevreden met oppervlakkige kennis.”

Streef ernaar om tot de bodem van goddelijke waarheden door te dringen! Want op de bodem van een zaak vindt u een granieten fundering van de hoop op de overwinning van de globale missie van de kerk. U vindt een God wiens betrokkenheid met de zaak van het volk niet is gebaseerd op de mensen maar op hemzelf. Zijn passie om te redden en te zuiveren voedt zichzelf niet met de ondiepe voedingsbodem van onze waarde maar met de eindeloze diepe van hemzelf.

Op de bodem van al onze hoop, wanneer al het andere is opgegeven, staan we op deze grote waarheid: de eeuwige, in-alles-voorziende God is eindeloos, niet-aflatend en eeuwig verplicht aan zijn grote en heilige naam. Ter wille van zijn grote naam zal hij handelen. Het zal niet voor altijd ontwijd zijn. De missie van de kerk zal zegerijk zijn. Hij zal zijn volk en zijn belang rechtvaardigen overal ter wereld.

Ook al hebt u gezondigd u hoeft niet bang te zijn zolang u de HEER maar trouw blijft en hem met heel uw hart toegedaan bent. Dwaal niet af om achter iets aan te lopen dat niets oplevert en niet bevrijdt, omdat het niets is. Ter wille van zijn grote naam zal de HEER zijn volk immers niet in de steek laten, want hij heeft zelf besloten om u tot zijn volk te maken.

Amen.


Noot van de vertaler

1 Tenzij anders aangegeven zijn de Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)

2Herziene Statenvertaling (HSV)