Kleine Groepen Waarom?/Zeg Nooit: Ik Heb Niets Meer Nodig
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Butler
Over Kleine Groepen
Hoofdstuk 8 van het boek Kleine Groepen Waarom?
Vertaling door Emmanuel Oliveiro
Ongetwijfeld heb je vaak horen zeggen:
“Zorg ervoor dat het je aan niets ontbreekt”…”Zit je goed in je vel?”…“Maak het je zo gemakkelijk mogelijk.”
We voelen ons graag op ons gemak. Onze drang om zo veel mogelijk uit het leven te halen zit geworteld in onze natuur en is universeel. Toch zijn er veel gebieden in ons leven waarin God deze drang een halt wil toeroepen. Dit klinkt misschien hard, maar ik weet uit ervaring – waaronder nogal wat confrontaties met betrekking tot mijn eigen streven naar gemak – dat dit waar is. Kleine groepen zijn uitstekende gelegenheden om buitensporige drang van het streven naar gemak uit te roeien door de veranderingen en uitdagingen die God op onze weg brengt aan te gaan.
Jaren geleden kondigde onze voorganger een verandering aan in de organisatie van de kleine groepen. Een jaar lang hadden we onze leden van de kleine groepen tot hechtere relaties gebracht. Het was veel werk geweest, maar we hadden echt succes gehad en er waren veel nieuwe gelovigen bij gekomen. Er gebeurden opwindende dingen in de levens van deze nieuwe christenen. Nu moest er vanwege een nieuwe benadering één en ander worden veranderd. Als leiders konden we enkele van dezelfde mensen in onze ‘nieuwe’ groepen houden, maar verder zou alles anders worden.
We gebruikten toen een uitdrukking (voor als iemand door het oog van de naald glipte): “Verandering is het enige wat hetzelfde blijft.” Ik hield niet van die uitdrukking. En ik zag niets in de nieuwe strategie die mijn voorganger wilde volgen.
Wat was er aan de hand? De uitdaging de dingen anders te gaan doen werd voor mij moeilijker door egoïsme en een trotse houding. Ik vond dat we er hard aan gewerkt hadden om onze kleine groep goed te laten functioneren en nu moesten we één en ander opgeven. De les die we hier leren is hoe gemakkelijk leiders van kleine groepen (en leden) naar binnen gericht kunnen zijn en weinig open naar buiten.
We vergeten dat kleine groepen bedoeld zijn de intenties van de plaatselijke gemeente te dienen en dat zij geen doel zijn op zichzelf. Er zijn hogere doelstellingen dan eenvoudigweg ‘onze groep’.
Een kleinegroepleider in onze kerk ontdekte de grenzen van spontaniteit toen hij op een avond, tijdens de aanbidding, aankondigde dat het avondmaal zou worden gevierd. In het huis waar ze samenkwamen was niets aanwezig dat leek op de rode wijn die normaal gebruikt wordt. Maar dat weerhield de leider er niet van om het avondmaal te vieren. Hij bedacht een creatieve vervanging. Toen de ‘beker’ langskwam hadden de groepleden een unieke sacramentele ervaring – koude oplosthee met citroen.
– Frank Ecelbarger (Burke, VA)
De benadering in het vormen van kleine groepen
in onze gemeente is door de jaren heen gegroeid
en veranderd. Sommige van deze veranderingen
vragen van
ons om datgene op te
geven waar wij aan gewend
zijn. Zelfs eenvoudige
dingen, zoals
een nieuwe nadruk op
evangelisatie, de toevoeging
van nieuwe
mensen, veranderingen
in leiderschap of
een verandering in lidmaatschap,
zijn soms
moeilijk te accepteren.
Als de roeping van de
plaatselijke gemeente
niet in het oog wordt
gehouden, kunnen
kleine groepen geïsoleerd
raken en naar
binnen gericht zijn.
MAAK PLAATS VOOR NIEUWE MENSEN!
Kleine groepen kunnen heel effectief zijn in het
geven van zorg aan en warme omgang met elkaar.
Vaak zien we hechte vriendschappen ontstaan
binnen kleine groepen, vooral als de groepen
streven naar omgang met elkaar op Bijbelse
gronden. Is er iets mis met zoiets goeds en Bijbels?
Kan er ook iets teveel van het goede zijn?
Soms is dit inderdaad het geval. Zelfs vriendschappen
op Bijbelse gronden, als deze uit verkeerde
motieven worden gesloten, kunnen leiden
tot het stellen van verkeerde prioriteiten.
Mijn buurman vond onlangs overal termieten in het vloerkleed van zijn woonkamer en ook zwermen in zijn tuin (de tuin direct naast die van mij!). Ik hoop dat het gebruik van verdelgingsmiddelen voorgoed het probleem hebben opgelost. Maar hoe afschuwelijk het zien van een zwerm termieten ook is, deze schadelijke dieren zijn veel gevaarlijker als ze niet te zien zijn. Een huis dat vol zit met termieten kan er van buitenaf heel normaal uitzien, terwijl de bouwconstructie van het huis al die tijd steeds zwakker wordt.
Iets soortgelijks kan er gebeuren met kleine
groepen. Evenals huiseigenaren moeten letten op
termieten, zo moeten leden
van de kleine groep op hun
hoede zijn voor koinonitis,
de dodelijke vijand van gezonde
groepen en gezonde
kerken. Dit vreemde woord
is een grappige uitbreiding
van de term koinonia, het
Griekse woord in het Nieuwe
Testament voor Bijbelse
gemeenschap.
‘Koinonitis’ is een soort ‘ziekte’ die we oplopen als we teveel gaan houden van koinonia - bijvoorbeeld ten nadele van evangelisatie - en zodoende egoïstisch en naar binnen gericht worden. We moeten echt oppassen voor deze zondige neiging. In ons hart moet er altijd ruimte zijn voor diegenen die God bij ons voegt, zonder dat wij ons bedreigd of ongemakkelijk voelen. Kleine groepen zijn uitermate geschikt om de verlorenen te bereiken en om van nieuwe gelovigen discipelen te maken.
In de kleine groep. In onze gemeente (om de redenen die we genoemd hebben in hoofdstuk 1) vragen we dat onze leden deelnemen aan een kleine groep. We roepen hiertoe op in onze literatuur, onze preken, onze cursussen voor nieuwe leden en elders. Daarom proberen we het gemakkelijk te maken voor nieuwe mensen om betrokken te raken bij dit onderdeel van het gemeenteleven. Maar er zijn wel enkele obstakels.
Stel je voor dat je voor de eerste keer naar een bijeenkomst gaat van een kleine groep en je kent niemand, of misschien een of twee mensen. De meeste mensen vinden het eng om naar binnen te gaan in een huis vol vreemden. Gasten weten niet altijd wat hen te wachten staat of wat van hen wordt verwacht. Ik ken iemand die dacht dat van hem verwacht werd dat hij netjes gekleed naar een kleine groep moest gaan en dus trok hij zijn mooiste kleren aan. Hij voelde zich niet op zijn gemak toen hij zag dat de andere leden van de groep gewoon gekleed waren.
Als de leden van een groep langere tijd samen zijn gekomen, ontwikkelen ze een eigen cultuur (soms nogal bizar) – een ‘eigen dialect’, bepaalde eetgewoonten, specifieke grapjes, zo mogelijk zelfs een eigen begrip van tijd (bijvoorbeeld: officieel begint de avond om zeven uur, maar in de praktijk komt iedereen pas om twintig over zeven)!
Daardoor kan het zijn dat mensen die voor de eerste keer komen zich niet op hun gemak voelen. Daarnaast hebben we een druk leven. We ontwikkelen sociale patronen die voor nieuwkomers in de kleine groep weinig ruimte overlaten – regelmatig een tijd samen met alle gezinnen, sportactiviteiten, met de kinderen leuke dingen doen, samen koffie drinken. Dit zijn goede en waardevolle dingen, maar we moeten oppassen voor kliekvorming of voor de buitensluiting van mensen door ons gedrag en onze houding. Dit is een zonde en mag niet voorkomen in onze kleine groepen.
Daarom moeten wij allen de egoïstische neiging afleggen om alleen aandacht te schenken aan diegenen in onze groep die we het beste kennen… bij dezelfde mensen te zitten en te praten over onze gemeenschappelijke interesses – sport, hobby’s, onze kinderen en wat al niet meer. Zonder dat we het merken, gaan we alleen om met mensen bij wie we ons op ons gemak voelen en kunnen we ons zelfs ergeren aan een nieuwkomer, of aan wie dan ook in de groep die onze routine in de war stuurt. Het is een feit dat we gelovige nieuwkomers in de gemeente kunnen behandelen alsof ze onze aandacht niet waard zijn. Deze neiging komt voort uit egoïsme – en toch leert de Bijbel ons om anderen hoger te achten dan onszelf (Fil. 2:3).
Een gemeente moet geen gesloten cultuur zijn,
maar een plaats van leven en hoop voor degenen
die wanhopen. Als gemeente zijn we geroepen
om de volken tot discipelen te maken en om een
ieder die wil binnenkomen welkom te heten. Wat
zou je - persoonlijk - kunnen doen om gasten
zich welkom te laten voelen tijdens de bijeenkomsten?
Is alleen de leider van de groep verantwoordelijkheid voor de gasten, of ligt hier voor
jou ook een taak, wat ook je plaats is in de
groep? (Is er sprake van koinonitis?) Hier volgen
een paar suggesties:
- Groet gasten en betrek hen bij je gesprek door hen voor te stellen aan anderen in de groep. “Henk, heb je al kennis gemaakt met Rob? Hij is hier voor het eerst.”
- Denk er over na hoe je de gasten kunt betrekken in je activiteiten door de week. “Zeg, Kees, morgen gaan we met een groep naar een voetbalwedstrijd kijken bij mij
thuis. Heb je zin om ook te komen?”
- Toon persoonlijke belangstelling en zorg. Probeer iets over hun leven te weten te komen, of ze gebed nodig hebben, of praktische hulp, of bemoediging.
Stel jezelf vervolgens deze vragen over je vriendschappen:
- Hoe lang is het geleden dat ik een nieuwe persoon in mijn gewone activiteiten heb betrokken?
- Voelen anderen zich op hun gemak bij mijn gesprekken en activiteiten?
- Wat heb ik gedaan om een nieuwe persoon bij de dingen die ik doe te betrekken?
- Ben ik bereid om mijn vriendenkring uit te breiden?
- Zo niet, waarom niet?
Paulus zegt ons dat we niet alleen op onszelf moeten letten, maar ook de belangen van anderen moeten behartigen (Fil. 2:4). Willen we onze vrienden en onszelf delen met nieuwe mensen? (Of is hier nog sprake van koinonitis?)
De dienst op zondag. Mensen die voor de eerste keer een gemeente bezoeken, kunnen obstakels tegenkomen die even moeilijk zijn als die voor nieuwe leden in een kleine groep. Zullen de voorganger en de preek toepasselijk en eenvoudig te begrijpen zijn? Wat voor soort aanbiddingsmuziek zal er gespeeld worden? Wat is er voor de kinderen en de tieners georganiseerd? Hoe het ook zij, gemeenten geven bijna onmiddellijk antwoord op één kritische vraag: “Is hier plaats voor mij?” Denk na over de volgende vragen.
- Hoe worden gasten welkom geheten als ze zich hebben voorgesteld?
- Is er iemand die moeite doet hen hartelijk te begroeten?
- Is er iemand die hen helpt de weg te vinden in het gebouw?
- Is er iemand die helpt om relaties te leggen door een uitnodiging voor een etentje, een bezoekje, of een telefoontje?
U moet deze vragen niet overhaast beantwoorden.
Stel deze vragen opnieuw - en stel ze aan
jezelf, niet alleen aan je gemeente. Hoe staat het
met jou wat deze vragen betreft? Wanneer heb jij
voor het laatst het initiatief genomen om een
gast te benaderen?
Alle gemeenteleden zijn er verantwoordelijk voor om nieuwe mensen welkom te heten. Door onze houding en onze daden, kunnen we mensen ‘zeggen’ dat onze gemeente eenvoudig geen plaats voor hen heeft. Als we dit doen dan zullen nieuwe mensen ergens anders naar toe gaan, of ze gaan misschien helemaal niet meer naar een gemeente. We moeten persoonlijk en actief plaats maken voor nieuwe mensen. Een groot percentage van diegenen die besluiten in een gemeente te blijven, doen dit omdat iemand persoonlijke belangstelling voor hen had en initiatieven ondernam. Voel jij je persoonlijk verantwoordelijk om gasten te verwelkomen en bij het gemeenteleven te betrekken? (Bedenk nog eens: zijn er misschien toch tekenen van koinonitis te bespeuren?)
- er onaantrekkelijk uitzien ipv aantrekkelijk
- teruggetrokken zijn ipv openhartig
- uit een ander land komen dan jouw land
- verdrietig zijn ipv vrolijk
- van jouw leeftijd zijn ipv veel ouder of jonger
- een duidelijk andere leef- dan die jij gewend bent en/of kledingstijl hebben in je omgeving
VELE HANDEN MAKEN LICHT WERK
De leider van kleine groepen is beperkt in zijn mogelijkheden om op de juiste manier voor iedereen zorg te dragen. Onlangs had ik een gesprek met de vrouw van een leider van een kleine groep, die heel treffend zei: “Het is zo vermoeiend als je de enige bent die steeds de helpende hand moet reiken.”
Gelukkig waren deze woorden nu niet meer van toepassing. Een aantal leden van verschillende kleine groepen hadden hun best gedaan om een buitenlandse student te verwelkomen. De student keerde terug naar zijn thuisland en vond een uitdaging in het evangelie en de liefde die hij gevoeld had van veel mensen in onze gemeente. Maar ik weet bijna zeker dat veel leiders van kleine groepen uit frustratie dezelfde woorden hebben gesproken: “Het is zo vermoeiend om de enige te zijn…”
Geen behoefte aan helden. Als je iemand te hulp schiet, hoe ervaar je dat dan? Als iedereen met de juiste houding meedoet, kan een groep van enorme invloed zijn. Laat dit je doel zijn. Laat dit je status-quo zijn in je groep.
Ik heb een vriend die officier was in het leger, bij de landingstroepen van de infanterie. Hoewel hij reeds officier was bij de infanterie toen hij solliciteerde bij de opleiding voor de luchtmacht, besloot hij dat hij geen gewoon soldaat wilde zijn… dat de opleiding tot officier bij de luchtmacht de moeite van het proberen waard was… dat het springen uit een vliegtuig het mooiste was… dat betrokken te raken in de gevaarlijkste gevechtssituaties niet alleen een baan was, maar een avontuur!
Maar al te vaak beschouw ik mezelf als een soldaat bij de ‘Bijzondere Troepen’, een ‘apart ras’ vanwege een kleine dienst die ik iemand op een eenvoudige manier bewees! We kunnen ons allemaal zó goed voelen na het dienen van anderen. Maar dat is alleen maar trots, omdat het dienen van anderen bij het normale nieuwtestamentische christendom hoort en niet een heldhaftig werk is dat slechts voor enkelen is weggelegd.
vermoeidheid weerhielden Hem er niet van om Zichzelf te vergeten.”
– Charles Bridges
Persoonlijke groei door zorg. Wanneer je
nieuwe mensen leert kennen in je kleine groep,
zul je hun ongetwijfeld iets vertellen van jouw
ervaringen en inzichten betreffende het christelijke
leven. Zo gaat dat vaak. Maar zelfs op zulke
informele momenten kunnen er moeilijke vragen
komen waarop je niet zo gemakkelijk antwoord
kunt geven. Dat is niet erg. God maakt het ons
niet altijd even gemakkelijk. Noden van anderen
in de kleine groep leren ons om onze liefde om te
zetten in daden. Paulus zegt dat we “geroepen
zijn om vrij te zijn. Gebruik je vrijheid niet om
jezelf te behagen, maar dien elkaar in liefde.”
(Gal. 5:13)
Het is duidelijk dat niet iedereen kan omgaan met alle situaties. Maar als nieuwe mensen met hun noden komen, dan zien we aan onze houding wat onze hartsgesteldheid is. Zijn we bereid ongemakken te aanvaarden om de ander te dienen? Mensen die geconfronteerd worden met praktische noden of die proberen hun inzichten te delen in een moeilijke kwestie, groeien als ze zichzelf hiervoor beschikbaar stellen. Horen we bij een kleine groep omdat we als lid gezegend en gediend worden, of omdat we Gods stem horen om anderen te dienen? Als we het accent leggen op de tweede reden, dan zal de eerste reden vanzelf aan bod komen.
mogelijkheden zien om te dienen, is omdat we continu bezig zijn met het denken aan onszelf in plaats van aan anderen.”
– Jerry Bridges
Als de verantwoordelijkheid voor
de zorg voor nieuwe mensen verdeeld wordt over
de groep, dan kunnen leden die uiteindelijk een
taak krijgen om te dienen, grote persoonlijke
groei ervaren want ze zijn getoetst en uitgedaagd.
Egoïsme kan dan aan het licht komen en
als het goed is, doet men daar wat aan. Het eigen
gemak staat niet meer op de voorgrond,
maar de geestelijke groei. Het dienen van anderen,
op welke wijze dan ook, maakt dat wij
steeds meer op Christus gaan lijken!
Een paar jaar geleden raakte een gezin in onze
gemeente betrokken bij een vreselijk autoongeluk.
De man, zijn vrouw (zeven maanden
zwanger) en hun twee jonge zonen waren gewond.
Het echtpaar verloor hun baby en de
vrouw leed gedurende een langdurige herstelperiode
onder haar verwondingen. Hun kleine groep,
samen met de gemeente, reageerde onzelfzuchtig
en hielp met praktische noden, gebed en zorg.
Dit echtpaar kreeg niet alleen effectieve zorg,
maar daarnaast waren ouders van de vrouw diep
onder de indruk door dit voorbeeld van ‘christen
zijn’. Hun reactie was: “Hier zijn mensen in de kerk die liefdevol en zorgzaam zijn.”