Samen het ongeloof bestrijden

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 26 okt 2021 10:59 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Heiligmaking en Groei
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Battling Unbelief Together

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Heiligmaking en Groei
Een deel van de Battling Unbelief-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Hebreeën 10:19-25; 3:12-141

Inhoud

Hoe ik bloei in het pastoraal werk

Ik overleef en bloei in het pastoraal werk omdat God me omringd heeft met mensen die voor mij bidden en me aansporen om door te zetten in de geloofsstrijd. Als u zich niet zo gesteund voelt in uw geloof en in uw daden, willen wij u helpen om daar verandering in te brengen. De Bijbel leert dat overleven en bloeien in een geloofs- en liefdesleven afhangt van de christelijke en bewuste onderlinge opbouw in geloof en onderlinge aansporing om lief te hebben. Zonder opzettelijk geloofsopbouwend samenzijn verliezen we onze bezieling, de geestdrift van God, verharden we door de misleiding van de zonde, en als iemand ons niet daarvan wegrukt (James 5:19; Judas 23), laten we ons zogenaamd geloof schipbreuk lijden en vergaan we in ongeloof.

Ik kreeg een week of zo geleden van een broeder in het pastoraal werk een briefkaart die mijn geloof versterkte, me hoop en bemoediging gaf om door te gaan. Ze was niet aan mij geadresseerd. Ze was geadresseerd aan Christus. Het was een gebed.

Lieve Heer, vereer uzelf, onze Verlosser, door ons te bewegen om als een familie van gelovigen te bidden als nooit tevoren. Mogen wij vreugde en verrijking vinden in nieuw innigheid in de gesprekken met u. Mogen onze kerken nieuwe gezondheid en vitaliteit ervaren. En gun ons via krachtige, verveelvoudigde bemiddeling de overmeestering der bolwerken van duisternis in ons land en in de hele wereld door meer vrijgave van uw macht. Opdat uw naam overal zal worden gewaardeerd en vereerd. Geef extra hulp aan uw dienaar, John, die moeite heeft met inzicht in belangrijke zaken voor de toekomst van Bethlehem2. Geef hem ook in deze onzekerheid zoveel vertrouwen in uw ultieme leiding dat zijn innerlijke rust onwankelbaar zal zijn. Uw dienaar Bill.

Zoiets kan via de post. God wil dat het veel vaker persoonlijk plaatsvindt. Daar willen we deze morgen naar kijken.

Ongeloof bestrijden en de strijd van het geloof strijden

Vorige week zagen we in Romeinen 4:20 dat geloof – geloof dat God verheerlijkt – toekomstgericht is. Het is vertrouwen in de beloftes van God. Alle beloftes van God zijn gekocht ten gunste van gelovige zondaars via een daad die in het verleden plaatsvond, namelijk, via de dood en wederopstanding van Jezus. Maar Godverheerlijkend GELOOF staart niet puur naar deze daden; het is erop gebaseerd en kijkt dan vooruit naar alle beloftes die Jezus voor ons kocht, vestigt de hoop op deze beloftes, en verhuist dan naar een geloofsleven. Geloof is toekomstgericht. Het is oprechte hoop in de beloftes van God.

Daarna zagen we dat dit soort geloof de wortel is van liefde en rechtvaardigheid. Galaten 5:6: “Onbelangrijk of men wel of niet besneden is. Belangrijk is dat men gelooft en de liefde kent.” De wortel van alle liefde en goedheid is geloof in de beloftes van God.

En we zagen de keerzijde van deze waarheid: dat ONGELOOF de wortel is van alle zonde.

Wat ons bracht bij de conclusie dat het topprioriteit is in het Christelijk leven om te leren ongeloof te bestrijden en de strijd van het geloof te strijden. We moeten af van het idee dat voordat we Christenen waren, we streden voor het geloof en vochten tegen het ongeloof, maar nu we Christenen zijn we kunnen relaxen omdat de oorlog voorbij is; ik ben een gelovige; ik heb de oorlog gewonnen. Dat is een verkeerde instelling. Het maakt je zeer vatbaar voor de finesses van het ongeloof. Aan het einde van zijn leven, keek Paulus terug naar verscheidene decennia waarin hij een Christen was, en zegt hij (in 2 Timotheüs 4:7): “Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden.” Hij heeft de goede strijd gestreden om zijn hele Christelijk leven het geloof te behouden.

De rol van andere gelovigen in de geloofsstrijd

En een van de manieren waarop hij die vocht was door zich te omringen met gelovigen die voor hem baden en hem aanmoedigden. Wist u dat Paulus altijd reisde in een team? Hij was geen einzelgänger. Daar waren Barnabas, Silas, Timotheüs, Lucas, Aristarchus, Markus, Epafras en anderen. Die ene keer dat hij alleen naar Athene moest gaan, was zijn geest bijna gebroken door het overweldigend kwaad aldaar en liet hij onmiddellijk Timotheüs komen om hem bij te staan.

U kunt nu het idee krijgen dat Paulus’ geloof (en het geloof van andere predikanten) nooit menselijke versterking nodig had. Maar luister eens naar 2 Korintiërs 7:5-7:

Toen we in Macedonië kwamen, vonden we geen rust maar werden we van alle kanten belaagd: van buitenaf door vijanden, van binnenuit door zorgen. Maar God geeft moed aan wie terneergeslagen is, en door de komst van Titus heeft hij ook ons moed gegeven. En niet alleen daardoor, ook door diens bericht over de manier waarop u hem bemoedigd hebt. Hij heeft ons vertelt hoe graag u ons weer wilt zien.

Paulus had de partnerschap van hechte vrienden nodig, die zijn geloof konden versterken wanneer angst de overhand dreigde te krijgen in zijn leven. Wij hebben die partnerschap ook nodig. Dat zit er achter de 20:20 Visie.

Vijf punten over Hebreeën 10:24-25

Laten we eens kijken naar onze tekst in Hebreeën 10:24-25

Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.

1. Samenkomen

Het is ons opgedragen samen te komen.

De soort samenkomst die wordt beoogd, blijkt die te zijn waarin we elkaar kunnen bemoedigen en aansporen. Er wordt niet gesproken over stilletjes een grote kerk ingaan en deze in alle stilte weer verlaten. Er wordt gesproken over het soort samenkomst waarin je iets tegen anderen zegt wat hen helpt om liefdevoller te zijn en waarin iemand iets tegen je kan zeggen, wat jou helpt om liefdevoller te zijn en wat je helpt om kracht voor meer goede daden te krijgen.

Daarom geloven wij zo sterk in een evangelische dienst voor kleine groepen in de kerk. Er is dat “met elkaar”-principe dat persoonlijke interactie vereist met mensen op een betekenisvol niveau. Verschijnen bij de eredienst op zondagmorgen – hoe belangrijk dat ook is – is niet genoeg. Gods bedoeling met ons is dat we elkaar aankijken zodat we elkaar kunnen aansporen en bemoedigen om te volharden.

Het eerste punt is dus, KOM SAMEN in kleine groepjes.

2. Voorkom de gewoonte om niet samen te komen

Het tweede punt is het niet vervallen in de gewoonte om niet samen te komen.

Dit is vrijwel hetzelfde punt als punt 1 maar vers 25 lijkt er specifiek de nadruk op te leggen. Dat wil ik dus ook. Er staat: “In plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen.” Deze waarschuwing wil zeggen dat het niet ontmoeten van andere Christenen op deze manier tot een gewoonte kan worden. Stel uzelf nu de vraag: Heeft u de gewoonte om alleen naar min of meer grote, anonieme kerkbijeenkomsten te gaan waar niet veel persoonlijke interactie of verantwoording nodig is? Voelt dat levenspatroon momenteel comfortabel aan?

Velen van jullie zouden hier met ‘ja’ moeten antwoorden. Waarom? Omdat het nu een gewoonte is. Het is waarbij u zich op uw gemak voelt. In feite is het zozeer uw normale manier waarop u tegen het Christelijk leven aankijkt, dat wat ik hier zeg bedreigend op u overkomt. U wilt niet gezegd krijgen dat de Bijbel het benadrukt dat u buiten Gods wil bent als u opzettelijk geen ontmoetingen heeft in de een of andere kleinere kring die bedoeld is om u te bemoedigen in lief hebben en goed doen.

Dus mijn tweede punt is: Verval niet in de gewoonte om op deze wijze niet samen te komen. Mocht u nu toch deze gewoonte hebben, besluit om er dit jaar mee te breken. Wij willen u daarbij helpen met de 20:20 Visie.

3. Verhoging van regelmaat en de mate van ernst

Het derde punt is dat frequentie en ernst van uw bijeenkomsten zouden moeten toenemen naarmate de Dag des Oordeels dichterbij komt.

Aan het einde van vers 25 staat: “…en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.” Dat is de Dag van Christus’ komst en het einde der tijden. De spanningen, problemen en gevaren zullen toenemen als de historie haar einde nadert. Er zullen meer satanische activiteiten zijn, toenemend kwaad, grotere bedreigingen voor uw geloof en liefde.

Jezus zei in Mattheüs 24:11-12: “Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal hij velen de liefde bekoelen.” Daarom kunnen we beter het woord uit Hebreeën 10:25 zeer serieus nemen in onze tijd. Als uw liefde de aanval van Satan en het kwaad moet overleven, moet u anderen ontmoeten, die u bemoedigen in uw liefde en goede daden. Wee degene die meent een eenling als Christen te kunnen blijven wanneer de Dag nadert.

Laten we onze ontmoetingen voor gebed en bemoediging frequenter, serieuzer en belangrijker maken met het oog op de zich samenballende storm vol beproevingen en kwaad.

4. Kracht geven om lief te hebben

Maak van uw samenkomst met gelovigen een samenkomst specifiek ter versterking om lief te kunnen hebben. Versterking voor de liefde.

Wees niet doelloos wanneer jullie samenkomen. Zeg niet zonder erbij na te denken dat Christelijk samenzijn goed is, dus komen we bij elkaar en praten. Het is weliswaar goed. En praten is prachtig. Maar de lat ligt tegenwoordig te hoog om nonchalant en laconiek te zijn wat uw samenzijn betreft.

Vers 24 luidt: “Laten we elkaar gadeslaan om te prikkelen tot liefde en goede werken” (Naardense Bijbel). Er is een helder doel. We komen samen zodat wanneer we weggaan, we meer kracht hebben om lief te kunnen hebben, meer bronnen om lief te kunnen hebben, meer motivatie om lief te kunnen hebben, meer wijsheid om lief te kunnen hebben en goede werken te doen, zodat de mensen onze goede daden zullen zien, zoals Jezus zei, en eer zullen geven aan onze Vader in de hemel. De zichtbare verheerlijking van God staat op het spel.

Er is niet alleen een helder doel, er is ook een belangrijke bedoeling. Het woord “gadeslaan” duidt erop dat we moeten kijken hoe we specifiek andere mensen kunnen helpen om de kracht voor het liefhebben op te brengen. We raken niet zomaar verzeild in een 20:20-samenkomst denkend aan allerlei wereldlijke dingen. We komen met een missie. We komen “gadeslaan”, opmerkzaam blijven, kijken en luisteren. Wat heeft David vanavond nodig? Wat zou Noël vanavond helpen om sterker te zijn?

Dus het vierde punt is: wees doelgericht in uw samenkomst. Richt u op onderlinge krachtverlening om lief te kunnen hebben en goede werken te kunnen doen.

5. Versterking van het geloof in de beloftes van God

Het laatste punt in reactie op de vraag: Hoe verleen je iemand anders kracht om lief te hebben en goede werken te doen? Wat is de wortel van liefde? Wat is de wortel van alle rechtvaardigheid en echte goede daden? Het antwoord is het geloof in de beloftes van God. Dus het vijfde punt luidt: Maak het tot belangrijkste hoofddoel van elke kleine groep om het geloof in de beloftes van God te versterken.

Dat komt voort uit vers 23: “Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want hij die de belofte heeft gedaan is trouw. Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben …” Dus deze twee dingen liggen dicht bij elkaar: elkaar aansporen om lief te hebben, en elkaar helpen de hoop in de beloftes van God vast te houden.

Hoe sterkt u iemand om lief te hebben en goede daden te doen ondanks alle obstakels die ze thuis en op het werk moeten nemen? Antwoord: bouw hun hoop in de beloftes van God op. Liefde gedijt op de penwortel van GELOOF in de beloftes van God.

Het doel van onze terechtwijzing

Kijk tot slot naar 3:12-13.

Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart [letterlijk: “een kwaad hart van het ongeloof”] afvallig wordt van de levende God, maar wijs elkaar terecht, elke dag dat dit ‘vandaag’ nog geldt, opdat niemand van u halsstarrig wordt omdat hij door zonde verleid werd.

Let hier eens goed op: het doel van de onderlinge terechtwijzing is tweeledig. Ten eerste, in vers 12 is het dat kwaadwillig, ongelovig hart. We zouden alles moeten doen om elkaar te helpen om ongeloof in het hart te bestrijden. Het is kwaadaardig en kan ons van de levende God doen afkeren. Ten tweede, in vers 13 is het doelwit van onze terechtwijzing de misleiding van de zonde: “… opdat niemand van u halsstarrig wordt omdat hij door zonde verleid werd.”

Het verband tussen die twee is duidelijk. Een hart vol ongeloof geeft aanleiding tot zonde. En zonde is het tegendeel van liefde. Dus onze hoofdagenda in kleine groepen is helder. We moeten elkaar helpen om ONGELOOF TE BESTRIJDEN. We moeten elkaar helpen om de strijd van het geloof te strijden. Niemand van ons staat boven deze behoefte. Ik heb het zeker nodig.

En ik vraag u om nu uw hoofd te buigen en de Heer te vragen om ook aan u uw behoefte eraan te laten zien, en hoe u zou moeten handelen om aan deze behoefte tegemoet te komen.


Noot van de vertaler

1 Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004

2 Bethlehem Baptist Church in Minnesota