De tradities van de mens

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 9 mei 2022 11:27 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door Jerry Bridges
Auteur Index
More Over Heiligmaking en Groei
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: The Traditions of Men

© Ligonier Ministries

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door Jerry Bridges Over Heiligmaking en Groei
Een deel van de Tabletalk-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Elke maatschappelijke structuur heeft regels om te bepalen wat acceptabel en onacceptabel gedrag is voor de leden. Een bedrijf of school kan kledingvoorschriften voeren. Voor atletiekwedstrijden gelden regels. Alle overheidsinstanties hebben verordeningen. Goed functionerende families hebben huishoudelijke regels die mondeling worden overgedragen van ouders op kinderen. Boven alles heeft God regels voor Zijn mensen, die ons gegeven zijn in de Bijbel. In Psalmen 119 worden deze regels genoemd met verschillende namen zoals “wetten”, “richtlijnen”, “regels” en “geboden.”1

Als regels zo alledaags zijn en alle maatschappelijke onderdelen betreffen, waarom is de kwestie ‘Wet’ dan zo vaak emotioneel beladen en controversieel onder christenen? Waarom worden we zo nerveus van huishoudelijke regels voor de familie van God? Een reden is dat we onze regels toevoegen aan die van God. Net zoals de farizeeërs dat in Jezus’ tijd deden, proberen we God te helpen door aan Zijn geboden door de mens gemaakte “gedragsregels” toe te voegen.

En toch, Jezus berispte de farizeeërs streng voor het onderwijzen van de voorschriften der mensen als dé leer (dat wil zeggen, als Gods gezaghebbende wet; Marcus 7:5-8). Zijn kritiek blijft voor ons geldig omdat ook wij vaak geneigd zijn om door mensen bedachte regels te verheffen tot het niveau van de Schrift. Als wij dat doen, maken wij ons schuldig aan geestelijke dwaling naar waar God ons niet zendt. Dat kunnen we praktische legalisme2 noemen.

Waar komen deze door mensen bedachte regels vandaan? Vaak begint het met wat iemand “hekken” heeft genoemd. Een hek is een goed bedoelde inperking om ons te helpen echte zonden te vermijden. Op een avond, alleen op een hotelkamer, zapte ik door de televisiekanalen zoekend naar wat onschuldig vermaak. Dat was natuurlijk geen zonde. Maar ik stopte bij een film die seksueel stimulerend bleek. Dat programma wakkerde mijn zondige natuur aan. Als gevolg van dat incident bouwde ik een persoonlijk “hek”. Ik sprak met mezelf af om de televisie niet aan te doen als ik alleen ben tenzij er voor mij een specifiek programma te zien is.

Ik vermoed dat de meeste christenen zelf diverse hekken hebben geplaatst in verschillende gebieden van het leven. Persoonlijke hekken zijn per stuk en in het algemeen niet slecht. Ze kunnen ons helpen om echte zonde te vermijden. Maar ze kunnen ons brengen tot legalisme als we ze verhogen tot het niveau van Gods wet – dus als we onze persoonlijke inperkingen aan anderen opleggen.

Zo geloof ik bijvoorbeeld dat de Bijbel ons matiging leert in plaats van onthouding met betrekking tot alcoholische dranken. Maar gezien het wijdverbreid alcoholmisbruik in onze maatschappij hebben velen er voor gekozen om onthouding te betrachten. Dat is een hek die we hebben neergezet en dat is geheel OK zolang we het op onszelf toepassen. Maar als we andere christenen die zich matigen in plaats van onthouden, veroordelen, hebben we onze persoonlijke overtuigingen verhoogd tot het niveau van Gods wet. We passen legalisme toe.

De apostel Paulus werd in zijn tijd geconfronteerd met een andere kwestie van praktisch legalisme dat hij “bestrijding van hun opvattingen” noemde (Romeinen 14:1). Kennelijke speelden er toen twee kwesties – het eten van vlees en de inachtneming van bepaalde bijzondere dagen (Romeinen 14:2, 5). Paulus’ reactie was tweeledig. Ten eerste moeten we beseffen dat God ons de vrijheid heeft gegeven om van mening te verschillen over zaken die niet in de Schrift worden genoemd. Ten tweede moeten we degenen die een andere mening hebben, niet veroordelen of verachten.

Om je verre te houden van het veroordelen van anderen die er andere praktijken op nahouden, is voor ons een van de moeilijkere dingen die we moeten doen. We vinden het moeilijk om iets wat we als zonde voor onszelf beschouwen, niet te zien als zonde voor ieder ander. Desondanks schreef Paulus: “Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen” (Romeinen 14:5).

Vandaag de dag is het normaal dat mensen dagelijkse kleding dragen als ze naar de kerk gaan. Maar ik groeide op in een tijd dat mensen hun “zondagse kleren” droegen tijdens de aanbidding. Als gevolg daarvan hield ik een lange tijd een afkeurende houding aan jegens hen die in hun dagelijkse kloffie naar de kerk kwamen. Ik beschouwde dat als een tekort aan eerbied voor God. Maar uiteindelijk moest ik concluderen dat deze kwestie niet in de Schrift wordt behandeld en ik anderen de vrijheid moet gunnen, die God hen heeft gegeven. Anders drijf ik af richting legalisme.

Sommige meningsverschillen, zoals die over kleding, lijken te bestaan tussen generaties. Andere zijn geografisch. Ik groeide op in een kerk waar tienerjongens en –meisjes niet samen mochten zwemmen. Daarentegen was het heel normaal dat vrouwen make-up droegen. Later, als jong volwassene, bezocht ik een kerk aan de Westkust, die in alles net zo conservatief was als die waarin ik was opgegroeid. Daar gingen jonge mensen regelmatig samen naar het strand als onderdeel van hun jeugdactiviteiten. Maar vrouwen die make-up droegen werden gezien als “werelds”. Ik ben er zeker van dat er ergens in het verleden, toen de leiders van beide kerken deze inperkingen oplegden, ze het gevoel hadden dit te doen om goede redenen. Maar eigenlijk hadden ze hun regels gelijk gesteld aan Gods geboden.

Ik neem aan dat de kerkleiders die besloten dat het voor tienerjongens en –meisjes een zonde was om samen te zwemmen, bezorgd waren over de gevaren van wellustige blikken. Dat is inderdaad een zonde waarvoor Jezus speciaal had gewaarschuwd in Mattheüs 5:27-28. Maar de regel betreffende het samen zwemmen ging niet over het veel gevaarlijker gebruik van tieners die in geparkeerde auto’s zitten en elkaar zoenen en strelen.

Dat brengt een ander probleem van door mensen bedachte regels naar voren. Ter aanvulling op onze geestelijke dwaling naar waar God ons niet zendt, schieten ze tekort in het benoemen van de onderliggende kwestie. Regels kunnen gewoonweg niet elke situatie afdekken. Jongeren kunnen een dozijn andere plekken dan het zwembad vinden, waar ze zich kunnen uitleven met hun wulpse blikken, om niet te noemen het probleem van de geparkeerde auto’s. Dus in de plaats van het bepalen van een regel over het zwemmen met de andere sekse, moeten we jongeren helpen om Bijbelse overtuigingen over seksuele reinheid te ontwikkelen. We kunnen hen wijzen op Schriftpassages zoals 2 Timotheüs 2:22 – “Mijd de begeerten van de jeugd” – en hen helpen om situaties te herkennen, die ze zouden moeten mijden. Als we dat doen, helpen we hen om elke situatie waarin hun seksuele lust gestimuleerd kan worden, te herkennen en te vermijden.

De oplossing tegen alle praktisch legalisme van door mensen bedachte regels is het ontwikkelen en onderwijzen van op de Bijbel gebaseerde overtuigingen. Als de Bijbel een gebruik niet verbiedt, zouden wij dat ook niet moeten doen. Tegelijkertijd zouden wij ons moeten richten op wat de Bijbel wel doceert. De Bijbel benadrukt bijvoorbeeld het belang van zelfcontrole. Hij leert ons dat of we nu eten of drinken, we dat moeten doen ter ere van God (1 Korintiërs 10:31). Degene die zijn glas wijn drinkt, zou dat moeten doen ter ere van God, en de mens die zijn steak eet, zou dat moeten doen ter ere van God.

Dus of je nu een televisieprogramma kijkt, zwemt met het andere geslacht of make-up draagt, we kunnen altijd deze Bijbelse regel toepassen: Kan ik dit doen ter ere van God? En dan moeten we het feit accepteren dat, volgens Paulus in Romeinen 14, het antwoord op deze vraag kan verschillen voor verschillende mensen. Dat is de manier waarop we het praktisch legalisme van door mensen bedachte regels kunnen vermijden.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)

2 systeem van regels en voorschriften voor het bereiken van zowel redding als geestelijke groei