Hervormende liefde
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door Jerry Bridges
Over Liefde van God
Een deel van de Article-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Een uiterst verontruste vader zat twee weken achtereen op een pediatrische IC-afdeling terwijl hij toekeek hoe zijn driejarige zoon langzaam stierf. Tijdens die twee weken las hij tot mijn verrassing een boek der Evangeliën. Later schreef hij mij: “Ik zeg u dat de Evangeliën echt voor het echte leven zijn.”
Deze bewering riep bij mij vragen op. Hoe stond een boek der Evangeliën deze vader bij in zijn uur van diepe tragedie? Ik heb er wel eens aan gedacht dat een boek over vertrouwen op God handig kan zijn in tijden van tegenspoed. Maar een boek der Evangeliën? Hoe zou dat kunnen helpen in zo’n tijd? Ik broedde wekenlang op deze vraag. Op een dag toen ik een boodschap over de liefde van God voorbereidde, kwam het antwoord me tegemoet. In de Evangeliën zag deze vader de liefde van God.
De apostel Johannes schreef: “En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden” (1 Johannes 4:9-10)1.
Vaak zeg ik: “Als je de liefde van God wilt zien, kijk dan eerst naar het Kruis,” want dat is het uitzonderlijk toonbeeld van Zijn liefde. Naar het kruis zond God zijn enige Zoon om het zoenoffer voor onze zonden te zijn. Zoenoffer, hoewel het een goed Bijbels woord is, wordt het zelden begrepen door de hedendaagse christenen. Misschien is de beste manier om het je voor te stellen, de daad van Jezus die aan het kruis de gehele last draagt van de gerechtige en heilige toorn van God, die wij hadden moeten dragen.
Een ieder van ons verdient de toorn van God vanwege onze zonden – niet alleen de zonden uit de dagen dat we nog ongelovigen waren maar ook de zonden die we dagelijks begaan als gelovigen. Maar als we op Christus vertrouwen, hoeven we nooit één druppel te drinken uit de beker van Gods toorn. Jezus dronk de beker als vervanger in onze plaats. En Johannes vertelt ons dat God, in al Zijn liefde, Jezus zond om dat voor ons te doen.
Er bestaan in hoofdzaak twee situaties waarin toegewijde christenen de neiging hebben om aan Gods liefde te twijfelen. De meest voorkomende is wanneer we, om de een of andere reden, ten diepste bewust zijn van onze zondigheid. Mogelijk is het een hardnekkig terugkerende zonde in ons leven of misschien de hele zondigheid van ons bestaan. Op zulke momenten zijn we geneigd te denken: “Hoe kan God van iemand houden die zo zondig is als ik?”
In elke geval moeten we dan weer naar het Kruis kijken en zien we Jezus die zonden dragen, die ons zo schuldig laten voelen. En dan moeten we ons herinneren aan het volgende: “Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden” (2 Korintiërs 5:21). God nam onze zonden – zelfs die per direct leed opleveren – en belastte Christus ermee, en Hij nam Zijn perfecte rechtvaardigheid en rekende die ons toe. God deed dat niet omdat we het waard zijn om van te houden maar vanuit Zijn zelf-opgewekte liefde. Zoals Johannes zei in bovenstaande tekst, het was “niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad.”
De tweede veel voorkomende situatie die ons doet neigen om Gods liefde te betwijfelen is in tijden van tegenspoed. We kunnen dan denken: “Als God echt van me hield, dan zou Hij niet toestaan dat dit me overkomt.” Op zulke momenten van twijfel moeten we weer naar het Kruis kijken en zien dat God Zijn Zoon opgeeft om in onze plaats te sterven (Romeinen 8:32). Per slot van rekening was het in die context waarin Paulus deze vraag stelde: “Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus?” En een paar zinnen later beantwoordt hij zijn eigen vraag met een daverende bevestiging dat “dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer” (Romeinen 8:35-39).
De grote Puritein John Owen schreef ooit: “De grootste zorg en last die je op de Vader kunt leggen, de grootste gemeenheid die je Hem aan kunt doen is niet geloven dat Hij van je houdt.” We hadden misschien verwacht dat Owen gezegd zou hebben dat het grootste leed dat je de Vader aan zou kunnen doen, een of ander schandalige zonde die Zijn naam onteert, zou zijn. Uiteraard maakt zondigen God bedroefd maar Owen vertelt ons dat het betwijfelen van Zijn liefde Hem nog verdrietiger maakt.
Dus wanneer u geneigd bent om vraagtekens te zetten bij Gods liefde ofwel vanwege uw zonden ofwel uw moeilijke omstandigheden, kijk dan naar het Kruis en herinner u dat aan het Kruis God Zijn liefde voor u bewees buiten elke twijfel. Eigenlijk hoeft u die moeilijke tijden niet af te wachten. Kijk elke dag eens goed naar het Kruis om uzelf te sterken voor de tijden van twijfel en moedeloosheid.
Maar hoe glorieus de waarheid over Gods liefde voor ons ook is, Johannes laat ons niet slechts voor ons eigen plezier genieten van deze liefde. Hij geeft er daarentegen nog een scherpzinnige toepassing bij: “Als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben” (1 Johannes 4:11). De consequentie is dat we niet alleen maar van elkaar moeten houden omdat God van ons hield, maar ook dat we van anderen zouden moeten houden op dezelfde wijze als God van ons houdt. Dat wil zeggen, omdat God van ons houdt ondanks onze zonden en allerlei onaardigheden, zouden wij van elkaar moeten houden – met al onze gebreken. Dat betekent niet dat we andermans zonden moeten negeren maar het betekent dat wanneer deze zonde op ons gericht is, wij vergeven zoals God in Christus ons vergaf (Efeziërs 4:32).
Ik geloof dat je je liefde voor de medemens het best kunt laten zien met de bereidheid om elkaar te vergeven op basis van Gods vergevingsgezindheid voor ons. Jezus’ gelijkenis van de ondankbare schuldenaar (Mattheüs 18:21-35) is zeer leerrijk wat dit onderwerp betreft. De eerste dienaar was zijn meester 10.000 talent schuldig – het equivalent van 200.000 jaar loon van een gewone arbeider – een onmogelijk bedrag om terug te betalen. De tweede dienaar was de eerste dienaar 100 denarie schuldig – vergelijkbaar met een derde van een jaarloon. Dat was op zich geen onbeduidend bedrag. Niet velen onder ons zouden een schuld gelijk aan een derde jaarloon hebben kwijtgescholden maar in vergelijking met 200.000 jaar is een derde jaar wel onbeduidend.
Het punt van de gelijkenis is dat ieder van ons de eerste dienaar voorstelt. Onze schuld aan God, vanwege onze eigen zonden, is duizelingwekkend – een onmogelijk bedrag om terug te betalen. Daarentegen is wat een ander mij schuldig is, hoewel op zichzelf behoorlijk veel, niets in vergelijking tot mijn schuld aan God. Dus als iemand tegen mij zondigt, feitelijk of door mij vermeend zondigt, probeer ik te reageren: “Maar Vader, ik ben de dienaar die 10.000 talent schuldig is.” Dat helpt me om de zonde van die andere persoon in een juist perspectief te zien en het maakt het me mogelijk om vrijwillig te vergeven zoals God mij vergeven heeft.
Iedere lezer van Tabletalk is min of meer bekend met 1 Korintiërs 13 – de klassieke passage over de liefde. Maar is u ooit opgevallen hoeveel beschrijvingen van de liefde in de verzen 4-7 te maken hebben met vergeving en verdraagzaamheid? Liefde is in de eerste plaats geduldig wat tot uitdrukking komt in verdraagzaamheid en vergeving (zie Colossenzen 3:12-13). Het is niet humeurig of haatdragend. Dus liefde verdraagt en verduurt alles. Dat zijn verschillende manieren om dezelfde gedachte uit te drukken – vergeving en verdraagzaamheid. En wij moeten vergeven zoals God in Christus ons vergaf.
Natuurlijk is er betreffende de liefde – of het nou Gods liefde of die van ons is – meer dan vergeving. God heeft beloofd ons nooit in de steek te zullen laten (Hebreeën 13:5), ons te voorzien in alles wat we nodig hebben (Filippenzen 4:19), en om te zorgen dat alles in het werk wordt gesteld ten gunste van ons (Romeinen 8:28). Hij heeft zelfs gezegd dat de tucht die Hij ons van tijd tot tijd oplegt, een teken van Zijn liefde is want het is bedoeld om ons meer en meer te laten delen in Zijn heiligheid (Hebreeën 12:5-11).
Op vergelijkbare wijze moeten wij elkaar liefhebben in het Lichaam van Christus met de innige liefde van broeders en zusters (Romeinen 12:10). Dat betekent dat we om elkaar geven, elkaar aanmoedigen, voor elkaar bidden en zoals het hoort, elkaar materieel ondersteunen (1 Johannes 3:16-18).
Vanzelfsprekend kunnen we nooit van elkaar houden op dezelfde wijze of in dezelfde mate als God van ons houdt. We kunnen vergeven maar we kunnen nooit boete doen voor elkaars zonden. En God is almachtig in Zijn liefde. Hij heeft de macht om Zijn liefde uit te drukken in de volle omvang van wat Zijn doel is. Wij kunnen dat niet. Ons verlangen overschrijdt vaak de mogelijkheid om onze liefde op een concrete manier tot uitdrukking te brengen. Maar we moeten nooit Zijn liefde voor ons uit het oog verliezen als ofwel onze basis voor onze relatie met Hem ofwel onze basis voor elkaar. Johannes zegt: “Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19). Merk op dat het doel van onze liefde ongedefinieerd is. Bedoelt Johannes dat we God liefhebben of elkaar liefhebben? De context duidt op elkaar. Maar ik vind het waarschijnlijk dat de Heilige Geest ervoor zorgde dat Johannes het doel dubbelzinnig liet omdat beide waar zijn. We kunnen God alleen liefhebben als we Zijn liefde voor ons koesteren. En we kunnen elkaar alleen liefhebben als we continu Gods oneindige liefde voor ons overdenken. Geliefden, laten we elkaar liefhebben want de liefde komt van God.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)