Ruth: Het beste moet nog komen

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 22 jun 2023 19:05 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Hope
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Ruth: The Best Is Yet to Come

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Hope
Een deel van de Ruth: Sweet & Bitter Providence-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Ruth 41

Nu we zijn aangekomen bij het slot van onze serie over het boek Ruth is de belangrijkste vraag die we zouden moeten stellen: Wat leren we van dit boek? Welke kernboodschap wil de auteur ons na het lezen van dit verhaal meegeven?

Inhoud

De les uit het boek Ruth

Hier volgt wat ik zou willen opperen als de belangrijkste les: Het leven van gelovigen is geen rechte lijn naar glorie maar daar komen ze uiteindelijk wel. Het leven van gelovigen is geen internationale autosnelweg door Nebraska maar een provinciale weg door de Blue Ridge Mountains van Tennessee. Er zijn steenlawines, afgronden, dikke nevelen, beren, gladde bochten en haarspeldbochten die ervoor zorgen dat je terug gaat om te zorgen dat je verder komt. Maar langs deze gevaarlijke, kronkelige weg waarop je niet ver vooruit kunt kijken, staan regelmatig borden waarop staat: “Het beste moet nog komen.” En in de rechterhoek onderaan staan in een onmiskenbaar handschrift deze woorden geschreven: “Zowaar ik leef, zegt de Heer!”

Het boek Ruth is een van deze borden die u moet lezen. Het is geschreven en het is gepredikt om u middenin deze zomer bemoediging en hoop te geven dat alle verwarrende wendingen van de laatste tijd in uw leven geen doodlopende wegen zijn. In alle tegenslagen in uw leven als gelovige treft God voorbereidingen voor uw vreugde.

Tegenslagen, hoop en strategieën voor rechtschapenheid

Het verhaal van Ruth bestaat uit een reeks tegenslagen. In hoofdstuk 1 waren Naomi, haar man en twee zonen gedwongen om hun moederland Juda te verlaten vanwege een hongersnood. Dan overlijdt Naomi’s man. Haar zonen trouwen met Moabitische vrouwen en tien jaar lang blijven de vrouwen vruchteloos. En dan overlijden haar zonen die twee weduwen achterlaten in het huis van Naomi. Ook al blijft Ruth steevast bij Naomi, hoofdstuk 1 eindigt met Naomi’s bittere jammerklacht: ‘Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen … nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan.’

In hoofdstuk 2 is Naomi vol nieuwe hoop omdat Boaz op het toneel verschijnt als eventuele man voor Ruth. Maar hij doet Ruth geen aanzoek. Hij onderneemt niets. Tenminste, zo lijkt het op het eerste gezicht. Dus sluit het hoofdstuk vol met enthousiaste hoop maar ook met grote spanning en onzekerheid over hoe dit allemaal uit zal pakken.

In hoofdstuk 3 maken Naomi en Ruth midden in de nacht een riskante manoeuvre. Ruth gaat naar Boaz op de dorsvloer en zegt feitelijk: “Ik wil dat u als mijn echtgenoot uw vleugel over me spreidt.” Maar net als de tragedie van Ruth’s weduwschap op lijkt te gaan in een prachtig liefdesverhaal, rolt er een rotsblok van de Blue Ridge Mountains op de provinciale weg van Ruth’s leven. Er is een andere man die volgens Hebreeuws gebruik het voorrecht heeft om met Ruth te trouwen. De 100% eerlijke Boaz zal niet verder gaan zonder deze man zijn rechtmatige gelegenheid gegeven te hebben. Dus eindigt hoofdstuk 3 met de spanning van een andere tegenslag.

(Hoofdstuk 4)

1Boaz was intussen naar de poort gegaan en daar gaan zitten. Toen kwam de man voorbij over wie hij gesproken had – zijn naam is niet van belang – en hij zie: ‘Kom hier even bij me zitten.’ De man deed wat hem gevraagd werd. 2Ook vroeg Boaz tien stadsoudsten plaats te nemen, en ook zij gingen zitten. 3Toen zei hij tegen de man die ook als losser kon optreden: ‘Het stuk land van onze broeder Elimelech wordt door Naomi, die teruggekeerd is uit Moab, verkocht. 4Ik meen dan ook u het volgende te moeten meedelen: U kunt het stuk land kopen ten overstaan van de hier aanwezigen en ten overstaan van de oudsten van het volk. Als u van plan bent uw rechten als losser te doen gelden kunt u dat doen, zo niet, dan moet u mij dat laten weten. U bent de eerste die hiervoor in aanmerking komt, en ik kom na u.’ ‘Ik zal mijn rechten doen gelden,’ zei de man. 5Daarop zei Boaz: ‘Wanneer u het stuk land koopt van Naomi, koopt u het ook van Ruth, de weduwe uit Moab, en zal de naam van haar overleden man voortleven op zijn land.’ 6Toen zei de man: ‘Dan kan ik mijn rechten niet doen gelden, want dat zou ten koste gaan van mijn eigen familiebezit. Neemt u het maar van mij over, want ik kan me dat niet veroorloven. 7-8Koopt u het land maar!’ en hij trok zijn sandaal uit. (Als vroeger een dergelijke koop of ruil rechtsgeldig gemaakt moest worden, bestond er in Israël het gebruik dat men zijn sandaal uittrok en die aan de ander gaf. Zo werd een dergelijke zaak in Israël bekrachtigd.) 9Daarop sprak Boaz tot de oudsten en alle anderen die daar waren: ‘U bent er vandaag getuige van dat ik van Naomi het gehele bezit van Elimelech en dat van Kiljon en Machlon koop. 10Daarmee neem ik ook Ruth tot vrouw, de Moabitische, de vrouw van Machlon, om de naam van haar overleden man te laten voortleven op zijn land. Zo zal zijn naam niet verloren gaan bij zijn verwanten en de inwoners van de stad. U bent daar vandaag getuige van.’ 11’Ja,’ zeiden de oudsten en allen die bij de poort aanwezig waren, ‘daarvan zijn wij getuige. De HEER geve dat de vrouw die in uw huis komt, zal zijn als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël groot hebben gemaakt, zodat ook u groot zult zijn in Efrata en uw naam in Betlehem zal voortbestaan. 12Moge uw huis worden als het huis van Peres, de zoon van Tamar en Juda, en wel door de kinderen die de HEER u bij deze jonge vrouw zal geven.’ 13Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon. 14De vrouwen zeiden tegen Naomi: ‘Geprezen zij de HEER, die jou vandaag iemand gegeven heeft die voor je zorgen zal. Moge zijn naam in Israël blijven voorbestaan! 15Hij zal je je levensvreugde teruggeven en je onderhouden als je oud bent, want je schoondochter, die je liefheeft en die meer waard is dan zeven zonen, heeft hem gebaard.’ 16Naomi nam de jongen op haar schoot en bleef hem vanaf dat moment verzorgen. 17De buurvrouwen gaven hem zijn naam. ‘Naomi heeft een zoon gekregen,’ zeiden ze, en ze noemden hem Obed. Hij is de vader van Isaï, die de vader is van David. 18Dit zijn de nakomelingen van Peres: Peres verwekte Chesron, 19Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, 20Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 21Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, 22Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David.

Meer tegenslagen op het pad naar glorie

Na het rendez-vous middenin de nacht in hoofdstuk 3, gaat Boaz naar de stadspoort waar officiële zaken worden gedaan. De nauwere verwante komt voorbij en Boaz legt hem de situatie voor. Naomi geeft het weinige landgoed dat ze heeft, op en de plicht van de nauwere verwante is om het te kopen zodat het erfgoed in de familie blijft. Tot onze ontsteltenis zegt deze verwante aan het einde van vers 4: “Ik zal mijn rechten doen gelden.” We willen niet dat hij zijn rechten doet gelden. We willen dat Boaz dat doet. Er lijkt dus weer sprake van tegenslag. En het ironische aan deze tegenslag is dat het komt door rechtschapenheid. Die kerel doet gewoon zijn plicht. Soms is de Blue Ridge-weg verstopt, niet met rotsblokken of beren, maar met welwillende arbeiders die hun plicht doen. Onze frustraties worden niet alleen veroorzaakt door zonde maar ook door (schijnbaar!) ongelegen komende rechtschapenheid.

Net als we zeggen willen: “Oh, nee! Stop het verhaal! Laat die andere niet Ruth nemen!” zegt Boaz tegen de nauwere verwante: “U weet, neem ik aan, dat Naomi een schoondochter heeft. Dus wanneer u uw plicht als verwante losser waarneemt, moet u haar ook als uw vrouw nemen en nageslacht groot brengen in de naam van haar man Machlon?” Dan, tot onze grote opluchting, zegt de verwante in vers 6 dat hij dat niet kan doen. Mogelijk is hij al getrouwd. Wat de reden ook is, wij juichen op de achtergrond wanneer Boaz door het oog van de naald gaat op de Blue Ridge en met hoge snelheid naar het bruiloftsfeest ijlt met de jonge Ruth op de arm.

Maar er hangt een wolk in de lucht. Ruth is onvruchtbaar. Tenminste, dat lijkt ze te zijn. In 1:4 werd ons verteld dat ze tien jaar met Machlon getrouwd was en er geen kinderen waren. Dus zelfs nu is de spanning niet uit de lucht. Kunt u zien waarom ik zei dat de les uit het boek Ruth is dat het leven van de gelovigen geen rechte lijn naar glorie is? Het leven is de ene bocht na de andere. En we weten nooit wat er op ons af komt. Maar het punt van het verhaal is dat het beste nog moet komen. Ongeacht waar u bent, of u van God houdt, het beste moet nog komen.

Waarom ligt de nadruk op Naomi?

De wolk boven de hoofden van Ruth en Boaz zit vol genade en breekt open met zegeningen over hun hoofden in vers 13. “Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon.” Maar kijk eens hoe de nadruk in de verzen 14-17 helemaal niet op Ruth noch op Boaz wordt gelegd. De nadruk ligt op Naomi en het kind. Waarom?

We hadden een paar jaar geleden een onfris ogende kerel die het kantoor van onze kerk inkwam voor hulp. Ik vroeg hem hoe hij heette, en hij zei: “Zwaretijden, dat is mijn naam, Zwaretijden.” Wel, Naomi’s naam in het begin van dit boek was Zwaretijden … Zwartetijden Naomi. Zo wou de auteur van dit boek dat we haar leren kennen. Want het punt van dit boek is dat het leven van gelovigen geen rechte lijn naar glorie is maar ze daar uiteindelijk wel komen. Het verhaal begon met Naomi’s verlies. Het eindigt met Naomi’s winst. Het begon met dood en eindigt met geboorte. Een zoon – voor wie? Vers 17 is de grote bestemming van Naomi’s lange en kronkelige weg. “De buurvrouwen gaven hem zijn naam. ‘Naomi heeft een zoon gekregen,’ zeiden ze.” Niet Ruth! Maar Naomi! Waarom? Om te laten zien dat het niet waar is wat Naomi zei in 1:21, dat de Heer haar met lege handen uit Moab had laten terugkomen. En als we gewoon konden leren om te wachten en op God te vertrouwen, zouden al onze klachten jegens God onwaar blijken te zijn.

Wegwijzers van Gods genadig werk in bittere tegenslagen

Ruth is geschreven om ons te helpen de wegwijzers van de genade van God te zien in onze levens, en om ons te helpen op zijn genade te vertrouwen zelfs wanneer de wolken zo dik zijn dat we de weg niet meer kunnen zien laat staan de borden aan de kant van de weg. Laten we even een stapje terug doen en ons herinneren dat het God was die er voor zorgde dat iedere tegenslag omgezet wordt in een opstapje naar vreugde, en dat het God is die in al onze bittere voorzorg het goede voor ons beraamt.

Ruth als geschenk

Ten eerste, toen Naomi’s hele leven leek in te storten terwijl ze in Moab verbleef, was het God die Ruth aan Naomi gaf. Dat weten we dankzij twee verzen. In 1:16 leren we dat de wortel van Ruths toewijding aan Naomi, Ruths toewijding aan Naomi’s God is: “Uw God is mijn God.” God had Ruths trouw gewonnen in Moab en dus was het dankzij God dat Naomi die verbazingwekkende liefde van haar schoondochter kreeg. Ook staat er in 2:12 dat toen Ruth met Naomi naar Juda kwam, ze was gekomen om te schuilen onder de vleugels van God. Dus is het aan God te danken dat Ruth haar geboorteland en familie verliet om Naomi te volgen en te dienen. Al die tijd was het God die Naomi’s tegenslag omzette in vreugde – zelfs toen ze zijn genade was vergeten.

De reservering van Boaz

Ten tweede, Naomi geeft in hoofdstuk 1 de indruk dat er geen hoop is dat Ruth zou kunnen trouwen en kinderen zou kunnen grootbrengen om de lijn van de familie voor te zetten (1:12). Maar al die tijd houdt God een rijk en vrome man met de naam Boaz achter de hand om precies dat te doen. De ons bekende reden dat God dat deed is dat Naomi dit zelf bekende in 2:20. Ze erkent dat er achter de “toevallige” ontmoeting tussen Ruth en Boaz, de HEER stak, die “trouw [heeft] bewezen aan de levenden en aan de doden.” Met elk verlies die de gelovigen moeten verduren, plant God al hun winst.

De opening van Ruths baarmoeder

Ten derde, wie gaf de onvruchtbare baarmoeder van Ruth het kind zodat buurvrouwen konden zeggen: “Naomi heeft een zoon gekregen”? God gaf het kind. Kijk naar 4:11. De stadsmensen bidden voor Boaz en Ruth. Ze weten dat Ruth tien jaar lang kinderloos getrouwd was. Dat herinnert hen aan Rachel wiens baarmoeder lang geleden door de Heer is geopend. En ze bidden dat God Ruth als Rachel en Lea laat zijn. De auteur maakt dus in vers 13 heel duidelijk wie er voor zorgde dat dit kind werd verwekt. “Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon.”

Dus in dit boek was steeds weer God aan het werk in de bittere tegenslagen van Naomi. Toen ze haar man en zonen verloor, gaf God haar Ruth. Toen zij geen verwante kon bedenken die namens de familie zou kunnen zorgen voor nageslacht, gaf God haar Boaz. Toen de vruchteloze Ruth met Boaz trouwde, gaf God het kind. Het punt van het verhaal wordt gemaakt in het leven van Naomi. Het leven van de gelovigen is geen rechte lijn naar glorie maar God zorgt ervoor dat ze er komen.

Is “glorie” een te krachtig woord?

Misschien denkt u dat het woord glorie een beetje overdreven is. Per slot van rekening gaat het slechts om een kind. Een grootmoeder die een klein kind heeft na een lang, hard leven vol met hartzeer. Ah, maar dat is niet het einde van het verhaal.

Onze ogen opslaan naar het bos en de eeuwige sneeuw

In 1912 gaf John Henry Jowett, destijds dominee aan de Fifth Presbyterian Church in New York City, de Yale-lezingen over preken. Er is een passage in een van zijn lezingen waarin het grote preken beschreven wordt en dat ons een beeld geeft van wat de auteur van het boek Ruth deed toen hij het verhaal beëindigde.

Jowett beschreef een groot predikant als iemand die

naar de horizon lijkt te kijken meer dan naar een afgebakend veld of een lokaal landschap. Hij heeft een wonderbaarlijke manier om elk thema te knopen aan het eeuwig verleden en aan de eeuwigheid die voor ons ligt … Het is alsof je kijkt naar een stuk gesneden hout in een Zwitsers dorpsraam en je dan de ogen opslaat en het bos ziet waar het hout z’n oorsprong heeft, en nog hoger, de eeuwige sneeuw! Ja, dat was Binneys manier, Dale’s manier, de methode van Bushnell, Newman en Spurgeon – zij waren altijd bereid om stil te staan bij het dorpsraam maar ze verbonden de straten altijd met de hoogtes, en zonden jullie zielen op een zwerftocht door de eeuwige heuvels van God. (De predikant: Zijn leven en werk, pagina 95)2

Als dit verhaal over Ruth gewoon zou eindigen in een klein dorpje in Juda met een oude grootmoeder die met een pasgeboren kleinzoon knuffelt, zou glorie een te groot woord zijn. Maar de auteur laat het niet daarbij. Hij slaat zijn ogen op naar de bossen en het sneeuw in de bergen van de heilgeschiedenis. In vers 17 zegt hij eenvoudigweg dat zijn kind Obed de vader was van Jesse en Jesse de vader van David. Opeens beseffen we dat er de hele tijd iets groters in het verschiet lag dan we ons voor konden stellen. God beraamde niet alleen de tijdige zegeningen van een paar Joden in Bethlehem. Hij bereidde de komst voor van de grootste koning die Israël zou hebben, David. En de naam van David draagt de hoop op de Messias met zich mee, het nieuwe tijdperk, vrede, gerechtigheid, bevrijding van pijn, verdriet, smart en schuld. Dit eenvoudig verhaal mondt uit als een stroom in een grote rivier vol hoop.

De ziekte van onbeduidendheid

Een van de grootste ziektes van tegenwoordig is onbeduidendheid. De dingen waaraan de meeste mensen de meeste tijd besteden, zijn totaal niet van belang. En wat dit tot een ziekte maakt is dat wij, die zijn geschapen naar het evenbeeld van God, zijn bedoeld om te leven voor grote dingen. Niemand van ons is echt tevreden met het najagen van de onbeduidende dingen van de wereld. Onze zielen zullen niet tevreden zijn met niemendalletjes. Waarom is er een heel katern van de krant gewijd aan sport en bijna niets over het grootste verhaal van het universum – de groei en verspreiding van de kerk van Jezus Christus? Het is waanzin, pure waanzin, dat onbelangrijke spelletjes zo’n centrale rol in onze cultuur innemen. Het is gewoon een van de vele tekens dat we verslaafd zijn aan onbeduidendheden. We leven in het Zwitsers dorp starend naar de houten figuurtjes en slaan onze ogen zelden op naar de bossen en het eeuwige sneeuw. We leven in een eindeloze en hopeloze worsteling om onze verlangens te bevredigen met kleinigheden. Daardoor verschrompelen onze zielen. Onze levens zijn onbeduidend. En ons vermogen om intensief te aanbidden sterft af.

Het glorieus werk van God in het verleden

Het boek Ruth wil ons leren dat Gods doel voor het leven van zijn mensen bestaat uit de verbinding van ons met iets wat groter is dan onszelf. God wil dat we weten dat wanneer we hem volgen, onze levens altijd meer betekenen dan wat we denken dat ze doen. Voor de Christenen is er altijd een verband tussen de gewone levensgebeurtenissen en het ontzagwekkend werk van God in het verleden. Alles wat we doen in gehoorzaamheid aan God, ongeacht hoe nietig, is van belang. Het maakt deel uit van een kosmisch mozaïek dat God schildert om de grootsheid van zijn macht en wijsheid te tonen aan de wereld en aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen (Efeziërs 3:10). De diepe tevredenheid van het christelijk leven bestaat eruit dat het niet is overgegeven aan onbeduidendheden. Een tot weduwe geworden schoonmoeder dienen, aren lezen op een akker, verliefd worden, een kind krijgen – voor Christenen zijn al deze dingen verbonden met de eeuwigheid. Ze maken deel uit van iets zoveel groters dan het lijkt.

Dus het woord glorie is niet te sterk. Het leven van de gelovigen is geen rechte lijn naar glorie maar daar komen ze uiteindelijk wel – God zorgt daarvoor. Er is hoop voor ons voorbij die schattige baby en de dolblije grootmoeder. Als dat er niet was, zouden wij van alle mensen de betreurenswaardigste zijn. Het verhaal verwijst vooruit naar David. David verwijst vooruit naar Jezus. En Jezus verwijst vooruit naar de wederopstanding van onze sterflijke lichamen (Romeinen 8:23) wanneer “Er geen dood meer zal zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij” (Openbaring 21:4).

Het beste moet nog komen. Dat is de rotsvaste waarheid over het leven van de vrouw en de man die Christus volgen in de gehoorzaamheid van het geloof. Ik zeg dat tegen de jongeren die sterk en vol hoop zijn, en ik zeg dat tegen de ouderen bij wie de uiterlijke natuur snel vervalt. Het beste moet nog komen.

Een vergelijking van Gods liefde van het verbond

Ik zag dat vrijdag in een vergelijking. Ik bezocht enkele oudere mensen in het Caroline Center en belandde in de lift met een vrouw in een rolstoel, die oud, misvormd en in de war was. Ze schudde betekenisloos haar hoofd, prevelde zinloze geluiden en liet haar mond open hangen. Toen ontdekte ik dat een goed geklede man, waarschijnlijk midden 60, haar stoel voortduwde. Ik vroeg me af wie hij was. Toen we allemaal uit de lift gingen, hoorde ik hem zeggen: “Pas op je voeten, schatje.”

Schatje. Toen ik naar de auto liep, dacht ik … als een huwelijksverbond tussen een man en een vrouw onder zulke omstandigheden voor zo’n trouw, betrokkenheid en hartstocht kan zorgen, dan is het zeker dat onder de grote en genadige voorwaarden van het nieuwe verbond in Christus, God geen moeite heeft om Odette McAviney, Harold Holmgren en Mary Agnes Danielson, en u en mij (hoe ziek we ook zijn!), “schatje” te noemen. En als hij dat doet, is er in de hele wereld geen waarheid onomstotelijker dan deze: Voor hen en voor ons moet het beste nog komen. Amen.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Originele titel: The Preacher: His Life and Work