Het gezag en karakter van de profetische gave
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Spirituele Geschenken
Een deel van de Gebeuren er vandaag de dag nog tekenen en wonderen?-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Handelingen 2:14-211
Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren. Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook. De zon verandert in duisternis en de maan in bloed voordat de dag van de Heer komt, groot en ontzagwekkend. Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”’ Vorige week probeerde ik te laten zien dat 1 Korintiërs 13:8-12 ons leert dat de profetische gave ophoudt te bestaan zodra Jezus terugkomt – zoals een wazig spiegelbeeld plaats maakt voor het levensechte gezicht. En ik stelde dat daarom de profetische gave nog steeds bestaat in de kerk van tegenwoordig. Ik beloofde dat we vandaag de volgende vragen gaan behandelen: Wat is de profetische gave, en hoe wordt die ten uitvoer gebracht?
Inhoud
De onherroepelijkheid en volmaaktheid van de Schrift
Laat me beginnen met het bevestigen van de onherroepelijkheid en volmaaktheid van de Schrift, de 66 boeken van de Bijbel. Niets wat ik zeg over de profetieën van tegenwoordig, heeft de betekenis dat ze in onze levens gezag hebben zoals de Schrift dat heeft. Welke profetieën er tegenwoordig ook worden gedaan, ze voegen niets toe aan de Schrift. Ze worden aan de Schrift getoetst. De Schrift is afgerond en definitief, geen werk in uitvoering.
De beste manier om dat te zien, is door te zien hoe de leer van de apostelen het ultieme gezag was in de vroege kerk en hoe andere profetieën dit ultieme gezag niet hadden. Paulus zie, bijvoorbeeld, in 1 Korintiërs 14:37-38: “Wie van u denkt te kunnen profeteren of in het bezit van de Geest te zijn, dient te erkennen dat wat ik u schrijf een bevel van de Heer is. Erkent hij dat niet, dan wordt hij zelf niet erkend.” De conclusie is duidelijk: de leer van de apostelen heeft het ultieme gezag. De kerkelijke beweringen te kunnen voorspellen, toen en nu, hebben niet dit gezag.
U kunt hetzelfde zien in 2 Thessalonicenzen 2:1-3. Paulus zegt hier dat zelfs wanneer iemand beweert u informatie van een ‘geest’ te geven over de tweede komst, geloof hen niet als het afwijkt van mijn leer: “Broeders en zusters, over de komst van onze Heer Jezus Christus, waarbij we met Hem worden verenigd, zeggen we u: verlies niet meteen uw verstand en raak niet in paniek wanneer een profetie, een uitspraak of een brief die door ons zou zijn geschreven, het voorstelt alsof de dag van de Heer al is aangebroken. Laat u door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is…” Met andere woorden, voorspellingen moeten getoetst worden aan het woord van de apostel.
Het gaat om het volgende: Tegenwoordig is het Nieuwe Testament er in de plaats van de apostelen. Hun gezag wordt uitgeoefend via hun geschriften en de geschriften van hun nauwe partners zoals Lucas, Markus en Jakobus (de broer van de Heer). Dus zoals Paulus destijds van de apostolische leer het ultieme gezag maakte, zo maken wij in onze tijd van de apostolische leer het ultieme gezag. Dat betekent dat het Nieuwe Testament ons gezag is. En omdat het Nieuwe Testament het Oude Testament bekrachtigt als Gods geïnspireerd woord, nemen we de hele Bijbel als onze voorschrift en meetlat voor alle lessen en alle profetieën over wat we horen te geloven en hoe we horen te leven.
Wat gebeurde er met Pinksteren
Laten we nu Handelingen 2:16 en verder erbij pakken om te zien wat we kunnen leren over de nieuwtestamentische gave van profetie. De situatie: het is de dag van Pinksteren, 50 dagen na de wederopstanding van Jezus. Er wachten 120 christelijke mannen en vrouwen in Jeruzalem tot ze met de “kracht uit de hemel zijn bekleed” (Lucas 24:49). Volgens Handelingen 2:2 komt de heilige Geest met het geluid van een hevige windvlaag. In vers 4 zegt Lucas: “allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen.” Vers 11 is specifieker over wat ze zeiden. Sommige vreemdelingen die hen hebben gehoord, zeggen: “wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.” Let eens goed op de inhoud van hun woorden. Dat zal van belang zijn om het karakter van de profetische gave te begrijpen.
De vervulling van Joëls voorspelling
In vers 16 legt Petrus uit wat er gebeurt. Hij zegt dat dit is wat door de profeet Joël gezegd is. Dit is het begin van de vervulling van Joël 3:12. Dan citeert hij Joël in de verzen 17-18: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren.”
Joël had gezegd dat er in de laatste dagen een grote wereldwijde (“al wat leeft”) uitgieting van de Geest zal zijn, en het doel van deze uitgieting zou wijdverspreid profeteren zijn: mannen en vrouwen, oud en jong, lage klasse en hoge klasse. Joël zegt dat dit zal gebeuren aan het “einde der tijden.” Wanneer is dat? Petrus zegt dat het op dat moment plaatsvindt. “Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël.” Maar als het einde der tijden toen begon, waar staan wij dan?
Het einde der tijden
Het brengt ons in het einde der tijden. Sinds de komst van Jezus, leven we in het einde der tijden. In Hebreeën 1:2 staat: “Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten; nu, aan het einde van de tijd, heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon …” Sinds de komst van de Zoon, leven we ”nu, aan het einde van de tijd.”
Dit bevestigt wat we vorige week zagen, dat voorspellingen iets zijn wat we vandaag de dag kunnen verwachten. Mannen en vrouwen, jong en oud, hoge en lage klasse zullen profeteren aan het einde van de tijd (onze tijd), en dat zal een wereldwijd fenomeen zijn want, zoals in vers 17 staat, God zal zijn Geest uitgieten over AL WAT LEEFT – niet alleen Joden. Petrus’ preek eindigt in Handelingen 2:39: “Want voor u geldt deze belofte (van de Geest in vers 38), evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.” Dat is inclusief ons, niet-Joden die door God zijn geroepen. Niet allen die berouw hebben en geloven, zullen profeteren (1 Korintiërs 12:29). Maar allen die berouw hebben en geloven, zullen de heilige Geest ontvangen (v. 38). En een verschijnsel van de Geest aan het einde van de tijd zal een verbazingwekkend wijde verspreiding van de profetische gave zijn (verzen 17-18): “Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren.”
Door de Geest ingegeven maar toch geen wezenlijk goddelijk gezag
Stel uzelf nu deze vraag: Dachten Joël, Petrus en Lucas dat alle mannen en vrouwen – oud en jong, dienaren en dienaressen – profeten zouden worden zoals Mozes, Jesaja en Jeremia profeten waren, wat wil zeggen, mensen die met verbale inspiratie en met het gezag van God spraken, en die in staat waren om feilloze Schriften te schrijven? Is het profeteren in Handelingen 2:17 deze vorm van profetie? Of is er een verschil?
Ik denk dat er een verschil is. Ik denk niet dat de profetische gave van tegenwoordig het gezag als dat van de oudtestamentische profeten heeft of het gezag van Jezus en de apostelen. Of, om het positief te stellen, deze vorm van profetie is ingegeven en wordt in stand gehouden door de Geest maar heeft in wezen geen goddelijk gezag.
Een van de redenen waarom deze soort profetie tegenwoordig zo moeilijk te bevatten is, is dat de meesten van ons geen indeling in hun denkwijze hebben voor een door de Geest ingegeven uitspraak zonder wezenlijk goddelijk gezag. Dat klinkt als een tegenstelling. We vallen over een uitingssoort die ingegeven is en onderhouden wordt door de heilige Geest maar toch feilbaar is. Maar ik zal proberen u deze morgen en avond te laten zien dat dit de profetische gave van het Nieuwe Testament en van vandaag de dag is. Het is een door de Geest ingegeven, door de Geest in stand gehouden uiting die in wezen geen goddelijk gezag heeft en fouten kan bevatten.
Als dit nu de profetische gave onbeduidend en ontluisterend laat lijken, denk dan eens aan de analogie met de gave van onderwijs.
De analogie met de gave van onderwijs
Zou u niet zeggen dat wanneer de spirituele gave van onderwijs uitgeoefend wordt, het onderwijzen ingegeven en onderhouden wordt door de Geest, en geworteld is in een onfeilbare, goddelijke openbaring, namelijk de Bijbel? De gave van onderwijs is de door de Geest ingegeven en door de Geest onderhouden handeling bestaande uit het uitleggen van de Bijbelse waarheid ter vorming van de kerk. En een ieder van ons zal zeggen dat het enorm waardevol is in het kerkelijk leven. Maar zou iemand van ons beweren dat de uitlatingen van een meester bij de uitoefening van de gave van onderwijs, onfeilbaar zijn? Nee. Zouden wij beweren dat het goddelijk gezag heeft? Alleen in de indirecte zin zouden we dat zo zeggen. Niet op zichzelf, niet wezenlijk maar vanuit de bron, de Bijbel.
Hoe kan het dat een gave die door de Geest is ingegeven, door de Geest wordt onderhouden, en geworteld is in een onfeilbare openbaring (de Bijbel), toch feilbaar is, vol met imperfecties, en alleen via een omweg, afgeleid gezag heeft? Het antwoord is als volgt: Het zicht van een meester op de Bijbelse waarheid is feilbaar; zijn analyse van de Bijbelse waarheid is feilbaar; zijn uitleg van de Bijbelse waarheid is feilbaar. Er is geen garantie dat het verband tussen de onfeilbare Bijbel en de kerk een onfeilbaar verband is. De gave van onderwijs garandeert geen onfeilbaar onderwijs.
Maar toch, ook al is de gave van onderwijs feilbaar en heeft het een tekort aan wezenlijk goddelijk gezag, we weten dat het immens waardevol is voor de kerk. We zijn allemaal gevormd en opgebouwd door begaafde meesters. God is erbij betrokken. Hij maakt er gebruik van. Het is een spirituele gave.
Vergelijk dit nu met de profetische gave. Het is ingegeven door de Geest, wordt onderhouden door de Geest en is gebaseerd op de openbaring afkomstig van God. God openbaart iets in het hoofd van de profeet (op een bepaalde manier buiten de zintuigelijke waarneming), en omdat God nooit een fout maakt, weten we dat deze openbaring klopt. Het bevat geen enkele fout. Maar de profetische gave garandeert niet de onfeilbare overdracht van die openbaring. De profeet kan deze openbaring op imperfecte wijze waarnemen, hij kan het op imperfecte wijze interpreteren, en hij kan het op imperfecte wijze doorgeven. Daarom zegt Paulus dat we in een wazige spiegel kijken (1 Korintiërs 13:12). De profetische gave geeft feilbare voorspellingen evenals de gave van onderwijs resulteert in feilbaar onderwijs. Daarom wil ik de vraag opwerpen: “Als onderwijs goed kan zijn voor de vorming van de kerk, kan dan profetie niet ook goed zijn voor die vorming, zoals Paulus dat beweert (1 Korintiërs 14:3, 12, 26) – hoewel ze allebei feilbaar zijn, doorspekt met menselijke onvolkomenheden, en met de noodzaak tot toetsing?”
Aanmaak van een nieuwe indeling in ons denken
Het punt van wat ik heb gezegd is het volgende: we moeten zorgen voor een nieuwe indeling in ons denken voor een soort uiting die spiritueel ingegeven is, spiritueel onderhouden wordt, gebaseerd is op de openbaring en toch getest en gezeefd moet worden. We moeten een andere soort profeet plaatsen tussen aan de ene kant de ware profeet die sprak met onfeilbare, verbale inspiratie (de profetische Bijbelse auteurs, Jezus en de apostelen), en aan de andere kant de valse profeet die veroordeeld wordt in Deuteronomium 13:3; 18:20 (vergelijk Jeremia 23:16). De leer die we in de Bijbel vinden omtrent profetie is gewoonweg niet compleet met alleen deze twee soorten. We hebben een derde soort nodig voor de “spirituele profetische gave” – door de Geest ingegeven, door de Geest in stand gehouden, geworteld in de openbaring maar vermengt met menselijke imperfectie en feilbaarheid en dus met de noodzaak tot uitzeven.
Ik zeg uitzeven omdat dit precies is wat er in 1 Thessalonicenzen 5:19-22 gebeurt. Het is niet de profeet die getoetst wordt als waar of vals. Het zijn de profetieën die gezeefd worden op goed of fout. “Doof de Geest niet uit en heb geen minachting voor profetieën. Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd alle kwaad, in welke vorm dan ook.” Dit is niet een of/of-situatie waarin je of een ware, onfeilbare profeet hebt of een valse, zich op vermoedens baserende profeet. Het is een situatie waarin sommige profetieën goed zijn en sommige niet.
Paulus zegt dat als we ze minachten vanwege deze imperfectie, we de Geest doven. Ik hoop dat u dat met heel uw hart wilt vermijden. Hoe zullen we dat doen? Er is zoveel meer over te vertellen. Dat zal ik hier vanavond oppakken, aanvullende redenen geven evenals praktische betekenis. Moge de Heer zelf ons deze middag nog inzicht geven.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 In sommige andere Bijbelvertalingen Joël 2:28