De verkoop van Jozef en de Zoon van God
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Geschiedenis van de Verlossing
Een deel van de Spectacular Sins and Their Global Purpose in the Glory of Christ-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Genesis 37:1-36
Verbazingwekkende woorden gericht aan Abram
Voordat we het verhaal reconstrueren over Jozef, de spectaculaire zonde van zijn broers en het algemeen doel ervan voor de glorie van Jezus Christus, laten we terug gaan naar Genesis 12. God heeft uit vrije wil Abram gekozen uit alle mensen van de wereld maar niet dankzij Abram zelf. In Genesis 12:2-3 doet God hem een belofte: “Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.”1 Dit is het begin van het volk Israël waardoor Jezus Christus, de Messias, de Zoon van God op aarde zal komen om ons van onze zonden te bevrijden.
Dan, in hoofdstuk 15, sluit God een formeel verbond met Abram. Hij gebruikt een opvallende symbolische handeling en enkele verbazingwekkende woorden. Hij zei tegen Abram in Genesis 15:13-16: “Besef goed dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is, en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden, vierhonderd jaar lang. Maar Ik zal het volk dat hen als slaaf laat werken ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen….Pas de vierde generatie zal hierheen terugkeren, want pas dan hebben de Amorieten zo veel misdaden bedreven dat de maat vol is.”
Vierhonderd jaar!
Dus helemaal aan het begin van deze verbondsrelatie met zijn gekozen volk, voorspelt God een verblijf van 400 jaar in Egypte plus de terugkeer naar het beloofde land. “Ze zullen onderdrukt worden, vierhonderd jaar lang.” Hij heeft zijn wonderlijke reden waarom ze, stel je dat eens voor, vier eeuwen weg moeten blijven en niet meteen het land erven, namelijk, vers 15: “pas dan hebben de Amorieten zo veel misdaden bedreven dat de maat vol is.” Als na 400 jaar de Israëlieten onder leiding van Jozua terugkomen, zullen ze deze volkeren vernietigen. Hoe moeten we dat opvatten? Deuteronomium 9:5 geeft Gods antwoord: “Niet uw eigen rechtvaardigheid of uw zuivere geweten geeft u toegang tot hun land. De HEER, uw God, verdrijft die volken voor u omdat ze slecht zijn, en omdat Hij zich wil houden aan de eed die Hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob heeft gezworen.” De verovering van het beloofde land is de straf van God voor de overvloed aan eeuwenlange verdorvenheid.
Gods volk ondervindt veel onderdrukking
Ondertussen zegt God dat zijn volk vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet de hunne is, en daar 400 jaar onderdrukt zullen worden, namelijk in Egypte. Dat is dus Gods plan voor zijn pelgrimerend volk – een soort symboliek van úw leven op aarde tot in de hemel. Als God 400 jaar onderdrukking voor zijn volk plant (Genesis 15:13) voordat het beloofde land wordt bereikt, moeten we niet verbaasd zijn dat hij tegen ons zegt: “dat wij pas na veel beproevingen het koninkrijk van God binnen kunnen gaan” (Handelingen 14:22).
Voorspelling komt uit dankzij een spectaculaire zonde
De vraag voor ons is vandaag: Hoe kon het gebeuren dat Gods mensen in Egypte belandden? En wat wil God zeggen over zijn methodes en over zijn Zoon met dit verblijf in den Egyptische vreemde? Het antwoord is dat God zijn voorspelling vervult met behulp van een spectaculaire zonde. En via deze zonde, houdt hij niet alleen zijn Israëlitische bondgenoten in leven maar ook de lijn waaruit de Leeuw van Juda zou voortkomen om de mensen te redden en te leiden. Dergelijke grote dingen staan op het spel in het verhaal over Jozef.
Abraham, Isaak en Jakob
Terug naar Abram, laten we het verhaal tot en met Jozef vertellen. Abram heeft een zoon, Isaak. Isaak heeft een zoon, Jakob (wiens andere naam Israël is), en Jakob heeft twaalf zonen die de vaders van de twaalf stammen van Israël worden. Een van Jakobs twaalf zonen, Jozef, heeft twee dromen. In beide buigen de elf broers en zijn ouders zich voor hem. In Genesis 37:8 staat dat zijn broers hem om deze dromen haten. En volgens vers 11 waren ze jaloers.
Vernietiging van de dromer
De dag kwam dat ze hun woede tegen hun broer lucht konden geven. Zijn vader zendt hem om te kijken of alles in orde is met zijn broers (Genesis 37:14). Ze zien hem aankomen en zeggen in de verzen 19:20: “’Kijk daar eens,’ zeiden ze tegen elkaar, ‘daar komt die meesterdromer aan’. Dit is onze kans! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien. We zeggen gewoon dat hij door een roofdier is verslonden, Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen uitkomt.” Ruben probeert Jozef te redden maar zijn poging heeft slechts gedeeltelijk succes wanneer zijn broers Jozef als slaaf verkopen aan een Ismaëlitische karavaan die onderweg is naar Egypte (vers 25). Ze behouden zijn veelkleurig gewaad, drenken het in dierenbloed, en zijn vader neemt aan dat hij verslonden is door wilde dieren. De broers denken dat het hiermee eindigt.
Een onzichtbare hand aan het werk
Maar ze hebben geen idee wat er gebeurt. Ze zijn zich helemaal niet bewust van Gods onzichtbare hand in hun daden. Ze weten niet dat met hun poging om de dromer te vernietigen, ze juist Jozefs droom vervullen. Oh, hoe vaak gaat God niet op deze wijze te werk! Hij neemt de zonden van de vernietigers en maakt er de middelen van voor de verlossing van deze vernietigers.
Potifar, gevangenis en voorzienigheid
In Egypte wordt Jozef verkocht aan Potifar, een hoveling van de farao en commandant van de lijfwacht (Genesis 37:36). Daar onderwerpt Jozef zich aan Gods eigenaardige voorzienigheid en dient hij Potifar getrouw. Hij wint vertrouwen en invloed in Potifars huishouding. En je zou denken dat het de rechtvaardigen voorspoedig vergaat. Maar het lijkt omgekeerd. Potifars vrouw probeert Jozef te verleiden. Hij vermijdt overspel. En de afgewezen vrouw is vals en liegt over Jozef. En ondanks zijn rechtschapenheid, wordt hij in de gevangenis gegooid.
Alweer in de gevangenis, totaal onwetend over wat God doet in al deze ellende, dient hij de gevangenbewaarder getrouw en krijgt hij vertrouwen en verantwoordelijkheid. Via de duiding van twee dromen van farao’s wijnschenker en bakker, wordt Jozef uit de gevangenis gehaald om een van farao’s dromen uit te leggen. Zijn duiding blijkt waar te zijn en zijn wijsheid lijkt de farao te boeien, Jozef wordt bevordert tot commandant in Egypte. “U vertrouw ik het bestuur van mijn paleis toe, en heel mijn volk zal doen wat u beveelt. Alleen door de troon zal ik boven u staan” (Genesis 41:40).
De dromen in vervulling
Zeven jaren van overvloed worden gevolgd door zeven jaren hongersnood die het land teistert, precies zoals Jozef zei dat zou gebeuren. Jozef voorkomt honger in Egypte door grote graanvoorraden aan te leggen tijdens de zeven goede jaren. Uiteindelijk horen Jozefs broers dat er graan in Egypte is, en gaan ze op weg voor hulp. Ze herkennen hun broer niet op slag maar op den duur maakt hij zich aan hen bekend. Hij was zeventien jaar oud toen ze hem als slaaf verkochten (37:2) en nu, als hij hen vertelt wie hij is, is hij negenendertig jaar oud (41:46, 53; 45:6). Tweeëntwintig jaren zijn verstreken. Ze staan paf. Ze hadden geprobeerd om van de dromer af te komen, en door dat te doen, vervullenden ze zijn dromen. De broers buigen alsnog voor Jozef.
Uiteindelijk nodigt hij hen uit om in Egypte te gaan wonen zodat ze overleven, en de vervulling van de oude voorspelling dat Abrahams zaad 400 jaar in Egypte zou verblijven, begint. Dus vragen we nogmaals: Hoe kon het gebeuren dat Gods mensen in Egypte belandden? En wat wil God zeggen over zijn methodes en over zijn Zoon met dit verblijf in den Egyptische vreemde?
Twee Bijbelse omschrijvingen van deze vervulling
Het antwoord op hoe het volk in Egypte verzeild raakte, is op een bepaald niveau duidelijk: Ze kwamen daar via de spectaculaire zonde bestaande uit een poging tot moord, gretige slavenhandel, en harteloos bedrog van een oude man met een gebroken hart. Maar hoe beschrijft de Bijbel deze vervulling van Gods voorspelling? Op twee manieren.
1) God zond Jozef om leven te beschermen
Ten eerste, in Genesis 45:5 zegt Jozef tegen zijn broers die bang voor hem zijn: “Maar blijf kalm en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie levens te redden.” De eerste manier waarop de Bijbel deze spectaculaire zonde van de broers beschrijft, is dat het Gods manier was om Jozef naar Egypte te sturen met de bedoeling de levens te redden van uitgerekend hen die hem wouden vermoorden. “God heeft mij voor jullie uit gestuurd.”
En mochten we denken dat dit een zijdelingse opmerking met weinig betekenis was, in Psalm 105:16-17 lezen we precies hetzelfde – alleen is het belang daar nog een stuk groter. Niet alleen stuurde God de acties van deze broers aan om Jozef in Egypte te krijgen, maar God zat ook achter de hongersnood: “Hij riep een hongersnood over het land af en vernietigde elke voorraad brood. Hij stuurde een van hen vooruit: Jozef, die als slaaf werd verkocht.” Dus zet de gedachte uit je hoofd dat God voorzag dat er zomaar een hongersnood ontstond of dat Satan er voor zorgde. God zelf riep de hongersnood af. En God nam voorbereidingen voor de verlossing.
2) Wat de mens met kwade bedoelingen ontwikkelde, ontwikkelde God voor het goede
Dus de eerste manier waarop de Bijbel de vervulling beschrijft van Gods voorspelling dat zijn volk naar Egypte zou gaan, is door te stellen dat God Jozef vooruit had gestuurd. De tweede manier waarop de Bijbel deze voorspelling beschrijft is nog indringender en ingrijpender. De broers staan weer voor Jozef, dit keer na de dood van hun vader, en weer vrezen ze dat hij wraak op hen zal nemen. In Genesis 50:19-20 zegt Jozef: “Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft.”
De tweede manier waarom de Bijbel beschrijft hoe God zijn voorspelling vervult is: De broers hadden de verkoop van Jozef kwaad bedoeld, maar God bedoelt het voor het goede. Merk op dat er niet staat dat God hun kwaad voor het goede inzette nadat ze het kwaad bedoeld hadden. Er staat dat uitgerekend in de slechte daad twee verschillende plannen staken: Met de zondige daad, planden zij het kwaad, en met diezelfde zondige daad, plande God het goede.
Aanwijzingen, levensreddende zonde
Dit is wat we hebben gezien en keer op keer zullen zien: Wat mensen ontwikkelen – of de duivel ontwikkelt – met kwade bedoelingen, plant God voor iets geweldig goeds. Het geweldig goeds dat in Genesis 45:5 wordt genoemd, is “levens redden.” En het geweldig goeds genoemd in Genesis 50:20 is “om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft.” Maar in die woorden, en het hele verhaal hoe God zijn volk redt, zitten aanwijzingen richting het algemeen doel van deze zonde – deze levensreddende zonde – voor de glorie van Jezus Christus.
Drie aanwijzingen richting de glorie van Jezus
Laten we kijken naar drie dingen in dit verhaal, die ons voorbereiden op het zien van de glorie van Jezus en wie hij echt is.
1) Redding komt door zonde en lijden
Ten eerste, zien we het algemeen patroon dat keer op keer naar boven komt in de Bijbel, namelijk dat Gods reddende overwinning voor zijn volk vaak komt door zonde en lijden. Jozefs broers zondigden tegen hem, en hij leed daarom. En in dit geheel is God aan het werk om zijn volk te redden – inclusief zij die proberen de redder te vernietigen. Het feit dat Jezus op die manier kwam, zou voor veel mensen niet zo verrassend hoeven te zijn als het voor hen wel was. Dat er tegen hem werd gezondigd en hij leed tijdens de redding van zijn volk, is wat we verwachten op basis van dit patroon dat keer op keer opduikt.
Dus met het verhaal over Jozef en de spectaculaire zonde van zijn broers, worden we voorbereid om de glorie van Christus te zien – zijn geduld, bescheidenheid en dienstbaarheid, terwijl hij ondertussen juist hen redde die probeerden van hem af te komen.
Stierf Hij voor mij, die veroorzaakte Zijn pijn –
voor mij, die Hem de dood in joeg?
Verbluffende liefde! Hoe kan het zijn
dat U, mijn God, moest sterven voor mij?2
2) Die ene die lijdt is rechtschapen
Ten tweede, het verhaal over Jozef en de spectaculaire zonde van zijn broers, bereidt ons erop voor om Jezus te zien, niet alleen vanwege het algemeen patroon dat Gods reddende overwinning voor zijn mensen vaak komt via lijden en zonde, maar specifieker, in dit geval, omdat degene die lijdt en tegen wie gezondigd wordt, uiterst rechtvaardig is. Jozef valt in dit verhaal op vanwege zijn verbazingwekkende standvastigheid en trouw in elke relatie. Zelfs in onverdiende ballingschap is hij trouw aan Potifar en is hij trouw aan de gevangenbewaarder. Genesis 39:22: “Deze [de gevangenbewaarder] gaf Jozef de verantwoordelijkheid voor alle gevangenen; er gebeurde niets buiten hem om.”
En wat is Jozefs beloning? Er wordt over hem gelogen door Potifars vrouw, en de ondankbare schenker van de farao, wiens droom Jozef had geduid, vergat hem in de gevangenis twee jaar lang na de dromen. Dus het punt in dit geheel is niet dat er zonde en lijden is, en dat God ermee werkt om zijn volk te redden. Het punt is dat de rechtvaardige persoon, ook al is hij lange tijd slecht behandeld, uiteindelijk door God gerehabiliteerd wordt. Ook al hebben anderen deze rechtvaardige steen afgekeurd, God maakt hem tot hoeksteen (Mattheüs 21:42). Zijn rehabilitatie wordt hét verlosmiddel voor zijn vervolgers.
Jezus Christus is de laatste, ultieme en perfecte rechtvaardige (Handelingen 7:52). Het scheen voor anderen dat zijn leven zo slecht verliep dat hij wel een zondaar moest zijn. Maar uiteindelijk leidt alle zonde tegen hem en al het lijden dat hij doorstond in perfecte rechtschapenheid, tot zijn rehabilitatie en daardoor tot onze redding. Als Jozef bewonderingswaardig is in zijn standvastigheid, is Jezus tienduizend keer meer bewonderingswaardig want hij onderging tienduizend keer meer lijden en verdiende het tienduizend keer minder, en was de hele tijd perfect in standvastigheid, trouw, en rechtschapenheid.
3) De scepter zal Juda niet verlaten
Er staan in dit verhaal meer overeenkomsten tussen Jozef en Jezus maar we gaan nu naar het belangrijkste over Jezus in dit verhaal en dat is géén overeenkomst met Jozef. Het is een voorspelling over de komst van Jezus die niet zou hebben plaats gevonden wanneer de zondige zonen van Jakob door de hongersnood zouden zijn gestorven. De spectaculaire zonde van deze broers was Gods methode om het leven van de stam van Juda te redden van de uitsterving zodat de Leeuw van Juda, Jezus Christus, geboren kon worden, en sterven, herrijzen en regeren over alle mensen van de wereld.
Dat zien we het duidelijkst in Genesis 49:8-10. Jakob, de vader, ligt op sterven en voordat hij sterft, spreekt hij een profetische zegen uit over al zijn zonen. Hier volgt wat hij zegt over zijn zoon Juda:
Juda, jou zullen je broers bejubelen, voor jou buigt de vijand de nek, voor jou zullen mijn zonen zich buigen. Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug. Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken? In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf totdat hij komt die er recht op heeft; hem zullen de volken gehoorzaam zijn.
Hier staat de voorspelling van de aanstaande definitieve koning van Israël, de Leeuw van Juda, de Messias. Merk op dat in vers 10 de scepter – de staf van de vorst, het teken van de koning – in de lijn van Juda zal blijven totdat er iemand komt die geen gewone koning is want alle mensen, niet alleen Israël, zullen hem gehoorzamen. Vers 10b: “Hem zullen de volken gehoorzaam zijn.”
Dit wordt vervult met Jezus. Luister hoe Johannes de rol van Jezus in de hemel beschrijft na zijn kruisiging en wederopstanding: “Huil niet. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen … En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want U bent geslacht en met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’” (Openbaring 5:5, 9-10).
De Leeuw van Juda is het Lam dat geslacht werd
Het prachtigste over de Leeuw van de stam Juda in zijn vervulling van Jakobs voorspelling is dat hij de gehoorzaamheid van alle mensen van de wereld opeist, niet door onze schuld uit te buiten en ons ermee te verpletteren de onderdrukking in, maar door onze schuld te dragen en ons te bevrijden opdat we vreugdevol voor altijd van hem houden, hem vereren en hem gehoorzamen. De Leeuw van Juda is het Lam dat geslacht werd. Hij wint onze gehoorzaamheid door onze zonden te vergeven en zijn eigen gehoorzaamheid, zijn eigen perfectie als de rechtvaardige, te maken tot basis voor onze acceptatie door God. En in deze positie van onmetelijke veiligheid en vreugde – allemaal te danken aan zijn lijden, rechtschapenheid, dood en wederopstanding – wint hij onze vrijwillige en vreugdevolle gehoorzaamheid.
Het verhaal over Jozef is het verhaal over een rechtvaardig persoon tegen wie is gezondigd en die lijdt opdat de stam Juda behouden zou blijven en er een Leeuw uit voort zou komen, en zich zou bewijzen als een Lam-achtige Leeuw, en door zijn lijden en dood, vreugdevolle gehoorzaamheid van alle volken zou kopen en bekrachtigen – zelfs van hen die hem ter dood hadden gebracht.
Heeft hij de uwe?
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Hymne: ‘And can it be that I should gain’ - tekst van Charles Wesley (1707 – 1788)