Eet niet het brood waarvoor je je hebt afgetobd

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 25 sep 2024 18:36 van Pcain (Overleg | bijdragen)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Werk en Roeping
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Don't Eat the Bread of Anxious Toil

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Werk en Roeping
Een deel van de Summer Psalms-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).


Zomerpsalmen

Zondagavondbericht

Psalm 127

Overal waar er mensen zijn met harten die niet vol zitten met zorgen, angst of verbitterde woede maar in de plaats daarvan rust in het hart hebben en een soort vredige ongedwongenheid waarbinnen ze aandacht hebben voor de zorgen van anderen in plaats van verstrikt te zijn in hun eigen – overal waar zulke mensen zijn, gaat de wereld rechtop zitten en opletten. En terecht want naar alle waarschijnlijkheid is er iets van buiten deze wereld aan het werk, iets waarnaar mensen waar dan ook hunkeren – zelfs als ze er niet zeker van zijn wat het is. De wereld zit vol angstige mensen: studenten vrezen dat mensen om hun nieuwe schoenen zullen lachen, maken zich zorgen of ze wel goede cijfers krijgen, zijn zenuwachtig als ze een boekrecensie voor de klas moeten geven; volwassenen denken angstvallig na hoe ze indruk op hun baas kunnen maken, zijn bang een klant te verliezen, zijn bezorgd of ze een verslag op tijd klaar hebben, of hoe ze van een domme investering afkomen, of over een vreemde pijn op de borst. Van tijd tot tijd ligt er op iedereen wel een donkere, grijze, zware deken van deprimerende angstvalligheid die op dat moment alles duister laat lijken en die men niet af lijkt te kunnen werpen. Die ervaring is zo algemeen dat zij die in vrede, vrijheid en vreugde leven, schijnen als sterren in de duisternis. Zij die het pad gevonden hebben om Jezus’ gebod op te volgen: “Vrees niets” … zij zijn het zout der aarde en het licht van de wereld. Ze brengen smaak en zonneschijn naar plaatsen waar de lage, dikke mist van angstvalligheid alles smakeloos en duister heeft gemaakt.

Maak je geen zorgen

In het afgelopen jaar heeft voor mij één tekst boven alle andere meer van deze mist weggeblazen dan welke andere ook, en ik heb hem herhaaldelijk gebruikt. Ik kan me herinneren dat ik regelmatig het kantoor uitging om in mijn klassen les te gaan geven over 1 Petrus en Romeinen 9-11, met een stapel boeken en aantekeningen onder mijn arm zeggend: “Vader, tenzij u de klas wat bijbrengt, is mijn hele voorbereiding voor niets.” En ik stelde mijn hart gerust met het goede nieuws dat het uiteindelijk God was die zorgde dat mijn inspanningen succesvol waren of niet.

De tekst is Psalm 127: 1-2. “Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde. Vergeefs is het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood – Hij geeft het zijn lieveling in de slaap.”¹ Ik denk dat het belangrijkste punt van deze drie verzen is: “Eet niet het brood waarvoor je je hebt afgetobd.” Het betekent hetzelfde als wat Jezus bedoelde toen hij zei: “Maak je geen zorgen over wat je zult eten.”² Als we volwassen worden moeten we allemaal werken voor brood op tafel. We kunnen zenuwachtig aan de slag gaan, bezorgd over wat anderen over ons denken – en zo het brood eten van angstvallige arbeid. Of we kunnen werken met een gerust hart, Christus dienend en niet mensen – en zo het brood van de vrede eten. Gods wil voor zijn kinderen, inderdaad het teken of we al dan geen kinderen zijn, is dat we niet het brood van angstvallige arbeid eten.

God heeft geen specifieke regels gegeven over hoe vroeg we moeten opstaan en hoe laat we ’s avonds moeten stoppen. Maar hij geeft het volgende principe voor zijn geliefden aan: Sta niet vroeg op en ga laat rusten uit bezorgdheid, angst of onrust. Als de vreugde van het werken je verleidt 12 uur per dag te werken, dan is dat maar zo. Maar pas op dat u zichzelf niet bedriegt en in feite gedreven wordt door angst of door diens tweelingzus zelfzuchtig streven. Christenen zullen hard werken maar ze zullen meer werken voor de vreugde van al het goede dat hun werk anderen kan brengen dan voor de angst voor wat anderen zullen denken van hun mislukking. Dus

Wees ijverig terwijl God leidt
En eet het brood dat je oogst,
Maar maak je geen zorgen over wat je nodig hebt
En raak niet in de grip van bezorgdheid.

Vier manieren om zinloos te werken

Dat is het belangrijkste punt, volgens mij: Gods lievelingen behoren hun werk niet met angst uit te voeren. Dan zie ik naast dit hoofdpunt nog twee redenen gegeven waarom het zinloos, onnodig en verkeerd is dat Gods lievelingen het brood eten waarvoor ze zich hebben afgetobd. De eerste reden wordt gegeven in vers 1: “Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde.” Wat wordt er bedoeld met vergeefs bouwen en vergeefs de stad bewaken? Hoe kunnen de inspanningen van iemand om voor zichzelf een huis te bouwen, zinloos, leeg en vergeefs zijn? Daar kan ik vier situaties voor bedenken:

1) Als God niet achter je staat

Ten eerste, als God hem niet steunt bij het bouwen, kan het zijn dat hij het niet voor elkaar krijgt. U herinnert zich natuurlijk de bouwers van de toren van Babel in Genesis 11. Ze bouwden maar God deed niet mee, en dus bouwden ze vergeefs – hij stond hen niet toe het werk af te ronden. Dat is de eerste situatie waarin ons werk vergeefs blijkt te zijn als God er niet achter staat.

2) Als het gebouw binnen een jaar instort

De tweede situatie is dat het gebouw in Gods voorzienigheid klaar komt en dan later instort vanwege een slechte fundering. “De dwaze man bouwde zijn huis op zand, en toen de regen neerstroomde en de beken buiten hun oevers traden, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen een ruïne over.”³ God moge ons bewaren en ons toestaan te bouwen zonder dat we bewust zijn van zijn geheime ondersteuning; en wanneer onze buikknopen op barsten staan en onze neus in de lucht is, brokkelt het zand af en vallen we om, en hopelijk leren we ervan, voordat het te laat is, dat we vergeefs zwoegen tenzij we bij het bouwen op de Heer vertrouwen.

3) Wanneer je sterft voordat je het in gebruik neemt

Maar er is een derde situatie waarin mijn werk zinloos kan zijn. Het project is zonder incidenten tot een goed einde gekomen, het resultaat is degelijk en duurzaam. Maar op de dag van ingebruikname, val ik dood neer vanwege een hartaanval. Salomo was zich zeer bewust van wat hij schreef in Prediker 2:20 en verder:

Vertwijfeling beving me over alles wat ik had verworven en waarvoor ik had gezwoegd onder de zon. Ook al is een mens bij alles wat hij heeft bereikt bekwaam te werk gegaan, met wijsheid en kennis van zaken, hij moet het nalaten aan iemand die er niets voor heeft gedaan. Ook dat is niets dan leegte en een uiterst kwade zaak.

Leven en dood liggen in de hand van de Heer, en niemand van ons kan onze levens ook maar met één el na de ons toegewezen tijd verlengen.

Maar iemand kan opperen dat volgens de psalm ons werk alleen zinloos is als de Heer niet achter ons werk staat maar aan de andere kant er mensen sterven zelfs wanneer de Heer wel achter hun werk staat. Kan het zijn dat die dan ook vergeefs hebben gewerkt, zelfs als ze op de Heer vertrouwden voor steun tijdens het bouwen? Mijn antwoord is natuurlijk Nee want de dood is niet het einde voor Gods geliefden. Wanneer die sterven is het zeker dat ze hun huis, bedrijf of familie niet meenemen maar al hun gezwoeg binnen het vertrouwen op de Heer komt met hen mee en getuigt van hun geloof als ze voor God staan. Zoals Openbaring 14:13 luidt: “Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu sterven in verbondenheid met de Heer.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’” En zoals Paulus schreef in 1 Korintiërs 15:58: “Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat de inspanningen die u voor de Heer verricht, nooit vergeefs zijn.”

Maar voor zij die in dit leven zwoegen zonder op de Heer te vertrouwen, is de derde situatie waarin te zien is dat dit tevergeefs is, dat wanneer de prestatie compleet is en gebruiksklaar, ze kunnen sterven en er niet van kunnen genieten.

4) Als het een huis vol leed wordt

De vierde situatie waarin ons werk tevergeefs kan zijn als God er niet achter staat: de woning kan vlot gebouwd zijn; het kan goed zijn en lang meegaan en wij mogen het in Gods’ plan in gebruik nemen en erin wonen om dan te ontdekken dat het huis alleen maar ellende voortbrengt – een gebroken huwelijk, opstandige kinderen, middenin een overvloed aan prullaria op marmeren planken. Leegheid, zinloosheid, ijdelheid omdat God het huis niet heeft gebouwd.

Het lijkt me dat het punt van vers 1 is dat hoe hard je ook werkt om iets te bereiken, de verwerkelijking en de voldoening die het geeft, doorslaggevend afhangt van God. Als we met heel ons hart geen vertrouwen in God hebben maar in de plaats daarvan afgaan op eigen inzicht, dan kunnen we, als hij dat wil, een monument oprichten maar uiteindelijk zal dat een monument van de zinloosheid worden.

Ik zei dat vers 1 de eerste van twee redenen is waarom Gods geliefden zich geen zorgen hoeven te maken tijdens hun werk. Hoe brengt het dan ons over onze bezorgdheid heen? Het werkte als volgt voor mij. Toen ik het kantoor uitliep richting de klas, redeneerde ik dat als mijn grootste inspanningen alleen tevergeefs zijn zonder Gods speciale hulp, dan ligt het succes of falen van deze klas uiteindelijk bij hem en niet bij mij. En daarmee viel er van m’n schouders een last waarvoor ik niet was geschapen om die te dragen, namelijk de eindverantwoordelijkheid voor het succes of falen van wat ik ook maar onderneem. Soms borrelt de waarheid daarvan zo in mij omhoog dat ik me zo licht als een vlinder voel. Ik kan de last of deze klas me vandaag wel mag, niet dragen Heer. Ik kan de last of ze me vragen stellen boven mijn vermogen, niet dragen Heer. Ik kan de last van het openen van hun harten voor de leer van uw heerschappij, niet dragen Heer. Die lasten zijn te zwaar! Die zijn voor u! En ik heb ontdekt dat God niet alleen wil maar erop bestaat om de last op zich te nemen, de last van de eindverantwoordelijkheid of al dan niet het huis wordt gebouw en de stad wordt beschermd. En dat is voor mij een belangrijke reden om tijdens mijn werk niet bezorgd te zijn.

God geeft het zijn lieveling in de slaap

De tweede reden wordt gegeven in vers 2: Vergeefs is het dat je … je aftobt voor wat brood want “Hij geeft het zijn lieveling in de slaap.” In sommige vertalingen staat: “Hij geeft zijn lieveling slaap.” Beide zijn mogelijke vertalingen uit het Hebreeuws. De ene houdt in dat God iemand nachtrust geeft, de andere houdt in dat terwijl iemand rust, God in de wereld bezig is om hem te zegenen. Welke past het beste in de context?

De eerste helft van vers 2 zegt dat het vergeefs is om vroeg op te staan en laat te ruste te gaan, maar hoe moet een eenvoudige bewering dat God slaap verleent iemand ontmoedigen om vroeg op te staan en laat naar bed te gaan? Hij is niet geïnteresseerd in zijn slaap; hij maakt zich zorgen over zijn werk. Maar als Salomo bedoelt, wat ik denk dat hij bedoelt: “God geeft het zijn lieveling in de slaap,” dan is er een enorm sterke prikkel om op te houden met bezorgd zijn en met weinig slapen. Dit is die stimulatie: God kan meer goed doen voor degenen die hem vertrouwen terwijl ze slapen dan dat ze voor zichzelf kunnen doen met angstvallig werk als ze wakker zijn. Kunt u zich een betere reden voorstellen om niet vroeg op te staan, laat naar bed te gaan en het brood te eten waarvoor je je hebt afgetobd?

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom God ons zo geschapen heeft dat we een derde van ons leven moeten slapen? God had een menselijk wezen kunnen scheppen die altijd fris en uitgerust is en nooit slaap nodig heeft. Waarom heeft hij opgelegd dat slaap onderdeel is van de menselijke beleving? Ik geef u mijn mening. Hij wou de mensheid een algemene waarschuwing geven dat we slechts kinderen zijn en dat we dit moeten erkennen. We zijn zo teer dat we elke dag hulpeloos, buiten bewustzijn, blind en zwak moeten zijn om te kunnen leven. Slaap is een zeer verdeemoedigende ervaring. We zijn nooit zwakker, nooit kinderlijker dan wanneer we slapen vol vertrouwen. En heeft god niet gezegd: “Mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is”!4 en: “Als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.”5

Als Gods kracht perfect wordt in onze zwakheid dan mogen we ongetwijfeld deze psalm geloven dat als we onze zorgen aan God overhandigen en onze hoofden vreedzaam te ruste leggen, God ’s nachts met heel zijn kracht bezig is in ons voordeel.

De grootste geloofstest is te geloven dat als we alleen maar het sombere resultaat van een situatie zien en geen licht aan het eind van de tunnel, de almachtige God toch als het ware uit het niets kan en zal zorgen voor verandering van gebeurtenissen of gedrag wat voor een grote zegen zorgt. En dat kan hij doen terwijl we slapen! Pas op dat u zijn werk niet te kort door de bocht interpreteert. Het kan zijn dat het niet is wat u verwacht en mogelijk is hij nog niet klaar. William Cowper6 schreef een groot loflied dat me veel geholpen heeft op dit punt.

Beoordeel de Heer niet vanuit de onderbuik

Maar vertrouw Hem om Zijn genade,
<p>Achter een fronsende voorzienigheid
<p>Verbergt hij een lachend gezicht.
<p>Zijn doelen zullen snel rijpen
<p>Onthuld elk uur.
<p>De knop mag dan een bittere smaak hebben,
<p>Maar de bloem zal zoet zijn. Blind ongeloof zal vast en zeker gaan dwalen
En zijn werk vergeefs onderzoeken.
God is zijn eigen vertolker
En hij zal dat duidelijk maken.</blockquote> <p>Ik sluit af met een persoonlijke ervaring. Ik herinner me de tijd een paar jaar geleden waarin ik enkele weken niet in staat was te slapen. Zelfs mijn argumentatie dat het geen zin heeft je zorgen te maken, hield me wakker. De oplossing kwam ten slotte in de vorm van een situatie die ik me elke avond voorstelde.

Ik zat in een boot op een ruwe zee en de bemanning werkt als bezeten om de boeg in de wind te houden en alle vracht aan boord te zekeren. Wanneer ik naar beneden het kleine ruim van de boot in klim, slaapt daar Jezus in de kooi. Er lag geen spanning op z’n gezicht en zijn hoofd schudde naar voren en achteren met de deining mee. Ik liep naar hem toe en trok aan zijn schouder: “Jezus, ik kan niet slapen - help me alstublieft.” Langzaam stond hij op, liep naar het einde van de kooi en ging zitten. Hij gebaarde me om te gaan liggen en mijn hoofd in zijn schoot te leggen. Toen zei hij met z’n hand op mijn schouder: “Ik zal vannacht voor je zorgen, wees niet bezorgd. Ik weet zeker dat je klaar bent voor de klas van morgen.”

Ik kan u niet vertellen hoeveel nachten ik in slaap ben gevallen in die houding. Maar dat waren er veel. En ik doe dat nog steeds als de slaap niet wil komen. Want hij geeft het zijn lieveling in de slaap.

Dus eet niet het brood waarvoor je je hebt afgetobd want ongeacht hoe hard je werkt om iets te bereiken, God heeft je schouders bevrijd van de eindverantwoordelijkheid voor het succes, en God kan meer goede dingen doen voor zij die hem vertrouwen terwijl ze slapen dan dat ze kunnen doen met angstvallig werk als ze wakker zijn.

Aanvullende teksten:

1 Kor. 3:7; 15:10; Filippenzen 2:13; 1 Pet. 5:7; 4:19

Wie is die “lieveling”? Vergelijk Psalm 146:8 (Psalm 32:8, 11); Joh. 16:27

1 Koningen 3:3-15 – Salomo’s acceptatie van de belofte in zijn slaap

Jes. 43:13 – Wat Ik tot stand breng, wie maakt het ongedaan?

Psalm 60:11; 108:12 – de hulp van de mens is ijdel

Jer. 46:11 – tevergeefs gebruikte u medicatie


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)

2 Mattheüs 6:25

3 Mattheüs 7:26-27

4 2 Korintiërs 12:9

5 Mattheüs 18:3

6 Britse dichter (1731 – 1800)