Vaders die hoop geven

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 11 jul 2025 20:18 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Ouderschap
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Fathers Who Give Hope

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Ouderschap
Een deel van de Hope in God!-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Vaderdag

Colossenzen 3:211

Vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste, want dat maakt ze moedeloos.

Deze morgen is onze tekst eenvoudig en recht toe recht aan: “Vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste, want dat maakt ze moedeloos.” Hij is van zichzelf opgedeeld in drie delen:

  1. Eerst begint het met het aanspreken, “Vaders.”
  2. Als tweede is er de opdracht, “Drijf uw kinderen niet tot het uiterste.”
  3. Als derde is er het doel van de opdracht, “Want dat maakt ze moedeloos.”

We zullen naar deze drie tekstdelen kijken, stuk voor stuk in omgekeerde volgorde. Eerst zullen we onze aandacht vestigen op het doel van christelijke vaders, namelijk het opvoeden van kinderen die niet moedeloos zijn. Als tweede zullen we kijken naar de plicht van christelijke vaders, namelijk niet die dingen doen die kinderen ontmoedigen. En ten slotte zullen we ons concentreren op de leider in christelijk ouderschap, namelijk op vaders.

Maar eerst iets over het vaderschap van God.

Inhoud

Het vaderschap van God

In het Onze Vader leerde Jezus zijn leerlingen om God Vader te noemen. “Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd.” Hij bracht bij dat God niet de Vader van iedereen is. In Johannes 8:42, 44 zei hij tegen zij die weigerden om hem te volgen: “Als God uw Vader was, …. zou u Mij liefhebben, want Ik ben bij God vandaan gekomen toen Ik hiernaartoe kwam. … Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil.”

God is alleen de Vader van zij die geleid worden door de Geest van zijn Zoon. In Romeinen 8:9, 14-16 zegt Paulus:

U daarentegen wordt beheerst door de Geest, want de Geest van God woont in u … Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.

Niet iedereen kan beweren het voorrecht te genieten van het kennen van God als Vader. Alleen zij die zijn geboren uit God (Johannes 1:13), die Christus ontvangen (Johannes 1:12), en die door de Geest worden geleid (Romeinen 8:14) hebben het recht om de erfenis van de kinderen te ontvangen – beloften zoals Mattheüs 7:11: “Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan niet het goede geven aan wie Hem daarom vragen!” Het voorrecht van het gebed en de belofte dat God alles ten gunst van u zal bewegen, dat zijn onderdelen van de erfenis aan zijn kinderen. Dat betekent het om God als uw Vader te hebben.

Om twee redenen begin ik met deze woorden over het vaderschap van God. De eerste is dat ik geloof dat al het menselijk vaderschap moet zijn gebaseerd op het goddelijk vaderschap. De overkoepelende leidraad voor elke vader is om zodanig te leven dat zijn kinderen zien hoe God de Vader is. Ze moeten in hun menselijke vader een weerspiegeling zien – hoewel imperfect – van de hemelse Vader in zijn kracht en tederheid, in zijn boosheid en genade, in zijn verering en neerbuigendheid, in zijn overdracht van wijsheid en geduldige begeleiding. De taak van elke menselijke vader is om voor zijn kinderen een beeltenis te zijn van de Vader in de hemel.

De andere reden waarom ik begin met het vaderschap van God is om de boodschap van belang te maken voor iedere aanwezige hier ongeacht of u een vader bent of niet, en ongeacht of u een christelijke vader had of niet. Ik wil vanaf het begin duidelijk maken dat de bedroefdheid die velen zouden kunnen voelen omdat ze nooit een vader hadden zoals de vader die ik zal beschrijven, en de bedroefdheid die anderen zouden kunnen voelen omdat ze nooit een vader waren zoals de vader die ik zal beschrijven – die bedroefdheid kan deze morgen ingeslikt en overwonnen worden met vreugde want God biedt zijn vaderschap aan aan iedereen die het geschenk van adoptie accepteert door Christus te vertrouwen en zich over te geven aan de leiding van de Heilige Geest.

U kunt op twee manieren naar de boodschap van deze morgen luisteren. De ene is om het te zien als een eenvoudige aanmoediging vanuit het Woord van God aan vaders over hoe kinderen op te voeden. De andere is door het te zien als een vergelijking met de manier waarop de Vader in de hemel houdt van zij die zijn Zoon geloven en volgen. Eerlijk gezegd hoop ik dat u allen het op beide manieren beluistert.

1. “Want dat maakt ze moedeloos”

Laten we de tekst erbij pakken en naar de laatste zin van Colossenzen 3:21 gaan: “Vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste, want dat maakt ze moedeloos.”

Het doel van een goede vader is om kinderen groot te brengen zonder dat ze moedeloos worden. Het woord betekent de moed verliezen, er geen zin meer in hebben, ongeïnteresseerd, humeurig en nors zijn met een soort onbestemde levensmoeheid. Wees niet zo’n vader die zo’n kind groot brengt. Ontwikkel in de plaats daarvan een vaderschapsstijl die zorgt voor het tegendeel van moedeloosheid.

Het tegendeel van moedeloosheid

Maar wat is dat? Ik vat het samen in drie eigenschappen.

  1. Het tegendeel van moedeloosheid is hoopvol zijn.
  2. Het tegendeel van moedeloosheid is blij zijn.
  3. Het tegendeel van moedeloosheid is vertrouwensvol en dapper zijn.

Dus ik zou zo zeggen dat de negatieve vorm van vers 21 in werkelijkheid ook op een positieve opdracht duidt. Er staat: “Vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste, want dat maakt ze moedeloos.” Maar het betekent niet alleen dat u een bepaald soort vaderschap moet vermijden, het betekent ook dat u een andere soort moet nastreven namelijk het soort vaderschap dat hoop geeft in plaats van moedeloosheid; en blijheid geeft in plaats van moedeloosheid; en vertrouwen en moed geeft.

Specifieke christelijke leer

Als we precies hier zouden stoppen, zouden we niets specifiek christelijks hebben gezegd. Er is geen enkele ouder onder tienduizenden die denkt dat het doel van ouderschap het ontmoedigen van kinderen hoort te zijn. Maar de apostel Paulus zou verdrietig zijn wanneer alles wat ik zou doen bestaat uit het gebruiken van zijn woorden om een alledaagse wijsheid te vertellen of iets wat we van nature toch al weten. Hij was niet geïnspireerd door de Heilige Geest om de inzichten van Dr. Spock te bevestigen. Hij was geïnspireerd om ouders dingen te leren, die geen fysiek oog heeft gezien en geen fysiek oor heeft gehoord (1 Korintiërs 2:9-13).

Hier volgt wat ik bedoel. Paulus’ leer maakt het duidelijk dat als hij zegt dat we vaders horen te zijn die hoop geven in plaats van ontmoediging, hij hoop in GOD bedoelt, niet hoop in geld of hoop in roem of hoop in onderwijs of hoop in een echtgenoot of hoop in professioneel succes. Als u Paulus had gevraagd, of Jezus: “Wat voor afwezigheid van ontmoediging wilt u dat onze kinderen hebben?” zou hij niet hebben gezegd: “Ik wil dat uw kinderen geen ontmoediging ervaren doordat ze vol zijn van de hoop dat ze rijk zullen worden … of beroemd, of intellectueel, of getrouwd, of succesvol.” We weten, dat is niet wat hij bedoelt. Hij bedoelt, wees het soort vader dat niet zijn kinderen ontmoedigt maar juist vult met de hoop in God.

Vreugde die doodt en vreugde in God

En als we vreugde zien als het tegendeel van ontmoediging, zou Paulus niet tevreden zijn als een vader zijn kind zich goed laat voelen door het gewoon alles te geven wat het wil. Er bestaat een vreugde die doodt. Over sommige soorten vreugde meldt de Schrift: “Weeklaag, wees treurig en laat uw tranen vloeien. Laat uw lachen veranderen in droefheid en uw vreugde in somberheid” (Jacobus 4:9). Er bestaat een vreugde die niets te maken heeft met God en daarom geen waarde heeft in Gods ogen. Het komt alleen maar van de schepping en niet van de Schepper. Dat is niet wat Paulus wil dat vaders in de plaats van moedeloosheid stellen.

Maar er is een andere vreugde die tot uitdrukking komt, bijvoorbeeld, in Psalm 4:8-9:

In U vindt mijn hart meer vreugde
         dan zij in hun koren en wijn.
In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in,
         want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.

Vaders, ontmoedig uw kinderen niet maar laat hen vol vreugde in God zijn! Leer ze al vroeg – en laat hen nog eerder zien – dat ze pas na veel beproevingen het koninkrijk van God binnen kunnen gaan (Handelingen 14:22) maar dat ze hun vreugde terug kunnen vinden in de beproevingen wetende dat “ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop” - IN GOD (Romeinen 5:3-4). Ontmoedig hen niet. Maak ze blij in God door hen te helpen te hopen op God.

Vertrouwen in zichzelf en vertrouwen in God

En als we vertrouwen zien als het tegendeel van ontmoediging, neemt de boodschap van de Schrift een dramatische wending, weg van het boerenverstand en de natuurlijke wijsheid van de wereld.

De wereld zegt: Ontmoedig een kind niet, geef het zelfvertrouwen. De Schrift zegt: Ontmoedig een kind niet, geef het vertrouwen in God. Eigenlijk is de Schrift nog preciezer dan dat; het leert ons: Ontmoedig een kind niet maar doe uw best om de basis van diens zelfvertrouwen weg te nemen en te vervangen door het vertrouwen in God. En wanneer het ons bijbrengt om zelfvertrouwen met wortel en tak te verwijderen, betekent dat het uitbannen van de wens om zelfverzekerd te zijn en te lijken.

De Schrift weet dat de meeste mensen er niet in slagen zelfverzekerd te zijn. De meeste mensen zijn nogal ontevreden over hun onvermogen om zelfbewust, zelfverzekerd, cool en beheerst over te komen. Dus wanneer de Schrift ons leert om zelfvertrouwen uit te bannen, houdt dat in dat u het bij de wortels moet aanpakken, niet bij de deels verwelkte takken. Kuur op de WENS om zelfverzekerd te zijn, niet op de slappe vertoning ervan zoals die doorsijpelt in de daden van de mensen.

Zelfvertrouwen verbannen uit Paulus

Een levendig voorbeeld hoe Paulus’ hemelse Vader geduldig bezig was om Paulus’ zelfvertrouwen te verbannen, is gegeven in 2 Korintiërs 1:8-9. Hier wordt beschreven hoe God de Vader werkte aan Paulus, twintig jaar na zijn bekering, wat betekent dat dit een zeer diep gewortelde zonde in ons allen is. Hij schrijft:

U moet weten, broeders en zusters, dat de tegenspoed die we in Asia hebben moeten doorstaan, uitzonderlijk groot was. We hadden het zo zwaar te verduren dat het onze krachten te boven ging. We vreesden ernstig voor ons leven, we waren er zelfs zeker van dat het doodvonnis al over ons was uitgesproken. Maar juist dat liet ons beseffen dat we niet op onszelf moeten vertrouwen, maar alleen op de God die de doden opwekt.

Met andere woorden, het hemels doel van Paulus’ beproeving was (wat het doel is van alle goede vaderlijke discipline) de rest van het zelfvertrouwen uit Paulus’ hart verbannen en hem exclusief overgeven aan God. Waarom? Omdat God niet wou dat hij vol vertrouwen was? Omdat hij wou dat hij onverschillig, futloos, humeurig, nors, zwak en angstig zou zijn? Nee! Het was God die tot Paulus in Korinthe kwam en zei: “Wees NIET bang, maar blijf spreken en zwijg niet! Ik sta je bij.”² Dus het vertrouwen dat we onze kinderen mee moeten geven is niet zelfvertrouwen maar vertrouwen in de genade en kracht van God. “Wees niet bang … IK STA JE BIJ.”

Het doel van Bijbelse vaders

Andrew Bonar, de 19e-eeuwse Schotse predikant, zei over de opvoeding van kinderen: “We zeggen tegen hen: ‘Jullie zijn zondaars, blootgesteld aan Gods toorn en vloek, en jullie kunnen jezelf niet redden; maar Gods eigen Zoon kan je redden door Persoonlijk die toorn en vloek te dragen.’” Anders gezegd, u leert uw kind om niet te hopen op al z’n zelfvertrouwen maar zijn verlangen naar vertrouwen te richten op de genade van God. Het doel van Bijbelse vaders is om kinderen te hebben die zeggen (overeenkomstig Psalm 60:13-14):

Sta ons bij tegen de vijand,
de hulp van mensen is vergeefs.
Met God zullen wij triomferen,
Hij zal onze vijanden vertrappen.

Een goede vader zal zich afvragen: Hoe kan ik zijn als mijn eigen hemelse Vader? Hoe kan ik zelfvertrouwen verbannen uit het hart van mijn kinderen en die vullen met vertrouwen, moed, ijver en dapperheid die geworteld zijn in de genade en kracht van God en niet in henzelf? Hoe kan ik het soort vader zijn van wie de kinderen niet de moed verliezen of futloos, onverschillig, chagrijnig of ongemotiveerd worden maar zijn vervult van hoop in God en vreugde in God en vertrouwen in God en moed om grote dingen te proberen voor de glorie van God?

Die vraag zorgt ervoor dat we ons nu richten op het tweede deel van onze tekst namelijk de plicht van christelijke ouders om hun kinderen niet tot het uiterste te drijven.

2. “Drijf uw kinderen niet tot het uiterste”

“Vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste, want dat maakt ze moedeloos.” Nogmaals valt het ons op dat het gebod negatief is – iets wat vermeden moet worden. Het is een waarschuwing voor het misbruiken van bevoegd gezag. Paulus zei nog maar net in vers 20: “Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles, want dat is de wil van de Heer.” Dat geeft ouders enorme autoriteit en verantwoordelijkheid onder God. Kinderen horen te doen wat de ouders zeggen.

Bederven van het vertrouwen van een kind in God

Nu maant hij in vers 21 vaders deze door God gegeven autoriteit niet te misbruiken. Het misbruik dat hij in gedachten heeft, is dat vaders op zo’n manier met hun kinderen omgaan dat hun geest gebroken wordt en ze hopeloos ontmoedigd raken. Paulus noemt dat misbruik: “tot het uiterste drijven”: “Drijf uw kinderen niet tot het uiterste.”

In Efeziërs 6:4 worden andere woorden gebruikt die specifiek luiden: “Maar uw kinderen niet verbitterd.” Maar de woorden hier in Colossenzen 3:21 zijn zeer algemeen. Ze kunnen zelfs positief gebruikt worden in 2 Korintiërs 9:2 waar staat dat de Christenen in Achaje de Christenen in Macedonië prikkelden tot meer generositeit. Anders gezegd, ze “spoorden hen aan” of “motiveerden” hen.

Door te kiezen voor een algemene bewoording zou Paulus, volgens mij, willen dat we ouders leren om alles te vermijden dat het vertrouwen dat het kind in God heeft bederft en het hopeloos en ontmoedigd achter zou laten. Dit vraagt enorm veel wijsheid van vaders omdat niet alle instant ontmoedigingen leiden tot hopeloosheid op de lange termijn. In tegendeel, onze hemelse Vader brengt op korte termijn frustraties en ontmoedigingen in onze levens juist om ons op een nieuwe geloofspositie te brengen. Grote wijsheid is hier nodig.

Laten we dus de vraag stellen: Wat doen vaders om hun kinderen te drijven tot ontmoediging en hopeloosheid op de lange termijn? Ik zal twee dingen benoemen.

Falen om vreugdevol en hoopvol in God te zijn

Ten eerste, sommige vaders schieten tekort om in God vreugdevol, hoopvol en vol vertrouwen te ZIJN. Vaders, wat u BENT in de relatie met God is veel belangrijker dan welke specifieke opvoedtechniek die u probeert dan ook. Zullen uw kinderen hopen op God als u hoopt op geld? Zullen uw kinderen vreugde vinden in God als ze zien dat gaan vissen voor u een leukere ervaring is dan het aanbidden van God? Zullen uw kinderen vertrouwen op God als uw hele gedrag de wens uitstraalt om zelfverzekerd over te komen?

De belangrijkste mijlpaal die een vader kan halen in het belang van zijn kinderen is om bekeerd te zijn. De belangrijkste strategie voor het opvoeden van kinderen is een nieuwe man in Christus worden – wiens hoop, vreugde en vertrouwen in God zijn en niet in hemzelf.

We weten op basis van de Schrift dat dit waar is want daar wordt ons geleerd de hemelse Vader te imiteren. Er wordt ons verteld dat we heilig moeten zijn want hij IS heilig (1 Petrus 1:16). Er wordt ons verteld dat we barmhartig moeten zijn want hij IS barmhartig (Lucas 6:36). Een goed kind doet zijn vader na. Het eert zijn vader door hem te imiteren, en ons wordt opgelegd onze vaders te eren. Dus de belangrijkste vraag die een vader kan stellen, is niet wat kan ik mijn kinderen leren maar eerder wie ben ik tegenover de levende God en tegenover mijn kinderen?

Dat is het eerste wat vaders kunnen doen om hun kinderen te drijven tot ontmoediging en hopeloosheid op de lange termijn – ze kunnen falen om hoopvol, vreugdvol en vol vertrouwen in God te ZIJN.

Discipline bijbrengen op een impulsieve, grillige en tegenstrijdige manier

Het tweede wat vaders doen om hun kinderen te drijven tot ontmoediging en hopeloosheid op de lange termijn, is hen disciplineren op een impulsieve, grillige en tegenstrijdige manier.

Onvoorspelbare, impulsieve, agressieve opvoeding maakt kinderen angstig, verbitterd, leugenachtig en ontmoedigd. Ze weten niet wanneer of waarom de volgende explosie komt. Ze zeggen tegen zichzelf: “Wat maakt het nog uit! Hoe kan ik nog hopen dat goed zijn beter is dan slecht zijn?” En zo wordt de geest van morele hoop gebroken, en ervoor in de plaats komt berekend, misleidend, ontmoedigd manoeuvreren.

Aan de andere kant, als de opvoeding thuis gecontroleerd, naar behoren en consistent is met een basis van duidelijke regels en principes van rechtvaardigheid, dan is er voor een atmosfeer gezorgd waarin kinderen kunnen gedijen in vrijheid. Ze kennen de grenzen en ze voelen zich veilig en vrij om te dromen, te spelen, plannen te maken en te werken binnen deze rechtvaardige grenzen.

Ze krijgen het vertrouwen dat dit is hoe God is. Hij is geen wispelturige God. Hij is niet impulsief of onvoorspelbaar of inconsequent. Er is orde en rust. Er is gerechtigheid die met genade wordt gematigd. Er is hoop en aansporing. Daardoor kan ik zelfs in staat zijn om te zorgen voor iets van waarde of zelfs voor iets groots als ik binnen deze orde pas en me afhankelijk opstel van de goedheid van de Vader die op deze manier van me houdt.

Dus vaders, drijf uw kinderen niet tot het uiterste door impulsief, wispelturig of inconsequent te zijn in uw opvoedstijl. Wees als uw Vader in de hemel zodat uw kinderen hem kunnen kennen en hoopvol, vreugdevol en vol vertrouwen in hem worden.

Nog veel meer zou kunnen worden gezegd over de soorten dingen die op de lange termijn bij kinderen zorgen voor ontmoediging en hopeloosheid. Maar de tijd is om.

3. “Vaders …”

We kunnen slechts kort ingaan op het derde deel van de tekst namelijk de aanspreking: “Vaders …” In vers 20 staat: “Kinderen, gehoorzaam je ouders.” Dat leert ons duidelijk dat zowel moeders als vaders gehoorzaamd moeten worden. Moeders en vaders hebben een gedeelde autoriteit over de kinderen. Maar in vers 21 worden vaders specifiek aangesproken.

Waarom dat zo is, daarover zullen we het vanavond hebben. Er is een aparte rol die de Schrift geeft aan echtgenoten en vaders. Vaders dragen een speciale verantwoordelijkheid voor het morele leven van het gezin. Dus dring ik er bij u, vaders, op aan om die verantwoordelijkheid te nemen en het soort man te zijn die hoop, vreugde en vertrouwen aan uw kinderen geeft omdat uzelf uw hoop, uw vreugde en uw vertrouwen hebt gevonden in God.


Noot van de vertaler

  1. Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
  2. Handelingen 18:9 en 10a