Hoe een kind van God te worden

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 6 mrt 2023 12:23 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Incarnatie
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: How to Become a Child of God

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Incarnatie
Een deel van de The Word Became Flesh and Dwelt Among Us: Sermons on John 1-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Johannes 1:9-131

Het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

Inhoud

“Hij kwam naar wat van Hem was”

Het ware licht dat op iedereen een onthullend licht schijnt, kwam naar de wereld – de wereld die hij geschapen had. Zoals vers 10 luidt: “Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan.” Minneapolis en St. Paul, alle voorsteden en iedereen daarin – inclusief u en mij – zijn door Hem ontstaan. Zoals vers 3 luidt: “Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat.”

Dus toen hij naar de wereld kwam, kwam hij “naar wat van Hem was”. Dat is wat er in vers 11 staat: “Hij kwam naar wat van Hem was.” Hij kwam naar wat van hem was op basis van het recht van de schepping. Hij kwam naar zijn eigendom, zijn eigen domein, het huis van de mensheid dat hij had gebouwd als woonplaats.

“Wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen”

Maar vers 11 vervolgt: “Wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen.” Hij kwam naar Minneapolis en St. Paul, en ze ontvingen hem niet. Ze wezen hem af in hun winkels met “Winteruitverkoop” in plaats van met “Kerst.” Ze wezen hem af in hun restaurants met “Vrolijke feestdagen” in plaats van “Kerst.” Ze wezen hem af in hun ziekenhuisfoyers met “Noel” in plaats van “Kerst.” Ze wezen hem af met hun wereldse commerciële exploitatie van zijn verjaardag. Ze wezen hem af met duizenden hebbedingetjes en snuisterijen in plaats van een baby in een kribbe. Ze wezen hem af met hun uitgeklede kerstliedjes en nietszeggende deuntjes. Ze wezen hem af in hun algemene scholen met toneelstukjes waarin Christus ontbrak. En ze wezen hem af met hun openbare speeches waarin ze iedereen paaien met inhoudsloze teksten.

Hij kwam naar wat van hem was en wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Zoals Johannes 3:19-20 luidt: “Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden.” Het licht kwam naar wat van hem was, en wie van hem waren hielden meer van de duisternis. En daarom ontvingen ze het licht niet.

“Wie Hem wel ontvingen …”

“Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven”, zo staat in vers 12: “heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.” Dat betekent dat zij die het licht afwijzen niet de kinderen van God zijn. God is niet ieders Vader. Hij schiep een ieder, en ze zijn van hem. Maar Jezus zegt in Johannes 8:42: “Als God uw Vader was zou u Mij liefhebben.” God is niet ieders Vader. En de test wie uw Vader is, is of u al dan niet van de Zoon houdt.

Niet iedereen is een kind van God, ik wel?

Verzen 12 en 13 zijn zeer belangrijk want ze vertellen ons hoe we kinderen van God kunnen worden. Oh, hoe graag wil ik dat u de volgende vraag in uw geheugen prent: “Niet iedereen is een kind van God, ik wel?” Stel die nu aan uzelf, “Niet iedereen is een kind van God. Ik wel?” Het verschil dat het voor u maakt is de volgende: Jezus zei in Johannes 8:34-36: “Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Een slaaf blijft niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft voor eeuwig. Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.”

Met andere woorden, wanneer we geen kinderen worden, zullen we slaven zijn. En de slaaf blijft niet voor eeuwig in huis. De kinderen wel. Wat er op het spel staat om al dan geen kind van God te worden, is het eeuwig leven. Dus stellen we onszelf nogmaals de vraag: “Niet iedereen is een kind van God; ik wel?” En voeg daar nu aan toe: “Niet iedereen zal het eeuwig leven hebben; ik wel?”

Paulus zegt in Romeinen 8:16-17: “De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. En als we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen: erfgenamen van God, samen met Christus. Want wij delen in zijn lijden om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister.”

Anders gezegd, wanneer u een kind van God wordt, wordt u erfgenaam van alles wat van God is. Alles wat God toebehoort, is uw erfenis. Met de opstanding is alles wat bestaat van u. En God zal voor altijd voor u zorgen en u oneindig blij maken in zijn nabijheid.

Maar als u geen kind van God wordt, is er alleen maar veroordeling. Er zullen geen slaven zijn in de tijd die komt, alleen kinderen. De slaven blijven niet voor eeuwig in huis (8:35). Ze ondervinden wat Jezus omschrijft als: “opstaan om veroordeeld te worden” (5:29), en het zal te laat zijn voor een adoptieprocedure.

Dus wenden we ons tot de verzen 12 en 13 voor het allesbepalend antwoord op de vraag: Hoe word je een kind van God? Wat moet er deze morgen gebeuren om van u een kind van God te maken? En als u een kind van God bent, begrijpt u dan hoe u zo iemand werd? Bent u in staat om iemand anders in Vaders familie te brengen?

Twee voorwaarden om een kind van God te worden

Vers 12 zet twee voorwaarden neer: ontvang Jezus en geloof in Jezus: “Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam GELOVEN, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.”

Jezus ontvangen

Jezus ontvangen betekent dat wanneer Jezus zichzelf voor u opoffert, u hem verwelkomt in uw leven zoals hij is.

Jezus ontvangen betekent Jezus in uw leven toelaten zoals hij is. Het betekent niet een soort vredig samenwonen met Christus die niets van u verlangt – alsof hij in het huis mag blijven wonen zolang hij niet zo luid muziek maakt.

Toen Jezus predikte in Nazareth in Lucas 4:16 en verder, ontvingen de mensen hem graag. Er staat in Lucas 4:22: “Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden.” Maar een paar verzen later, in Lucas 4:28, staat: “ontstaken ze in grote woede”, en ze probeerden hem in een afgrond te storten. Ze waren blij om hem te ontvangen toen zijn woorden zoet waren. Maar toen er met de vinger op hun hoogmoed werd gewezen, verwierpen ze hem. Jezus ontvangen betekent niet vredig samenwonen met Christus die niets van u vraagt. Jezus ontvangen betekent dat u hem in uw leven toelaat (in uw huis, uw school, uw werk, uw huwelijk, uw dromen) zoals hij werkelijk is.

Geloven in Zijn naam

Dat is de eerste voorwaarde van vers 12: ontvang Jezus, het licht van de wereld. De tweede voorwaarde is geloven in zijn naam: “Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven [tegenwoordige tijd!], heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.”

Wat betekent het om in de naam van Jezus te geloven? Laten we een kort reisje maken door dit evangelie om dat uit te zoeken. Kijk eerst eens naar Johannes 3:18 om te zien dat geloven in de NAAM van Jezus vrijwel hetzelfde is als geloven in Jezus. “Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.” Hier zijn geloven “in Hem” en geloven “in de naam van Gods eigen Zoon” onderling uitwisselbaar. De “naam” benadrukt eenvoudigweg de volledige status, waardigheid en autoriteit van de persoon.

Kijk daarna eens naar Johannes 5:43-44 waar “accepteren/ontvangen” en “geloven” weer in nauwe relatie met elkaar gebruikt zijn net als in 1:12: “Ik ben gekomen in naam van mijn Vader, maar u accepteert Mij niet, terwijl u iemand die namens zichzelf komt, wel zou accepteren. Hoe zou u ooit tot geloof kunnen komen? Van elkaar wilt u wel eer ontvangen, maar u zoekt niet de eer die de enige God u kan geven.”

Ziet u wat vers 44 betekent voor het geloven? Het betekent dat je niet in Jezus kunt geloven wanneer je houdt van lof en glorie gegeven door de mensen. Dat betekent dat geloven zo in tegenstelling is met hoogmoed en zelfverheerlijking dat het een houding van diepe bescheidenheid inhoudt. Het betekent het opgeven van het verlangen naar menselijk lof en meer geven om lof van God. Geloven is niet slechts een intellectuele instemming met de waarheid dat Jezus de Zoon van God is.

Laten we vervolgens eens kijken naar 6:35: “’Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’” Deze vers leert dat geloven in Jezus betekent verzadigd zijn met Jezus. Het houdt in dat Jezus het voedsel is dat de honger van uw ziel voedt. Geloven is niet slechts een intellectuele instemming met de waarheid dat Jezus de Zoon van God is.

We zouden door kunnen gaan met Johannes 8:42, 12:36 en 12:46-49. Al die teksten, samen met die we gezien hebben, demonstreren dat geloven grondig werk van ons hart is en niet slechts een overeenkomst met dogmatische feiten. Het is inclusief breken met het verlangen naar menselijke lofprijzing en het is inclusief tevredenheid met Jezus als het brood des levens.

Dus ik zou vers 12 als volgt willen parafraseren: “Wie Hem in hun leven wel ontvingen zoals hij echt is, en wie zich voeden met hem als het allesbevredigend brood des levens, aan hen gaf hij het voorrecht om kinderen van God te worden.”

Twee belangrijke verschillen tussen vers 12 en 13

Kijk eens naar de twee belangrijke verschillen tussen vers 12 en 13. Vers 13 zegt over de kinderen van God: “Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.” Merk op: in vers 12 is het licht Jezus degene die handelt – “Wie Hem wel ontvingen, heeft Hij [Jezus] het voorrecht gegeven.” Maar in vers 13 is God degene die handelt – “Zij zijn … geboren … uit God.”

Het ander verschil is dat in vers 13 God kinderen verwekt of schept, en dus zijn ze zijn kinderen op grond van het feit dat hij de verwekkende Vader is. Maar in vers 12 zegt Johannes dat mensen het voorrecht moeten krijgen om kinderen van God te worden. Maar waarom moeten kinderen die God voortbracht, het voorrecht van Jezus krijgen om kinderen van God te worden? Wat is dit voorrecht of deze autorisatie waarover vers 12 gaat? Als we voortgebracht zijn door God, zijn we dan niet Gods kinderen? Waarom hebben we dan het voorrecht van Jezus nodig?

Hier is het antwoord zoals ik het zie. Voordat God ervoor zorgt dat we herboren kunnen worden, zijn wij allen slechts vlees. In ons is geen spiritueel leven. Johannes 3:6: “Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.” Met andere woorden, we zijn spiritueel dood voordat een nieuwe geboorte plaatsvindt. Wij zijn zondaars, een ieder van ons. En dat betekent dat we twee dingen nodig hebben om te zorgen dat we het eeuwig leven erven als kinderen van God.

De noodzaak om geboren te worden en de noodzaak van een voorrecht/autorisatie

We moeten geboren worden. We moeten een spiritueel leven hebben. Dat is wat God doet volgens Johannes 1:13 zonder enige hulp van ons – “niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.” Wij zijn geboren uit God door een vrije daad van soevereine genade. Hij koos ons voordat wij hem kozen.

Maar wanneer God dat doet, hebben we een herboren zondaar. Het spiritueel leven is aanwezig evenals de zonde en een hele geschiedenis vol zonden! In deze toestand zouden we geen recht hebben op een plek in het huis van God – geen voorrecht, geen bekrachtiging. Behalve één ding. God zorgde niet alleen voor de regeneratie waardoor we herboren zijn maar ook voor het voorrecht waarmee we als kinderen onze erfenis mogen claimen ook al zijn we zondaars.

En precies daar komt Jezus in het spel. Het moment waarop u gaat geloven in Jezus, het moment waarop u hem ontvangt voor wat hij waarlijk is, op dat moment geeft hij u geen nieuwe geboorte maar het voorrecht en de autorisatie om als zondaar uw erfenis als kind van God te kunnen claimen – zodat u als het ware met volle recht (met het juiste voorrecht) wordt wat u bent op grond van de hergeboorte – want u bent geboren “uit God.”

Twee grote obstakels voor het eeuwig leven

Tussen ons en het eeuwig leven liggen twee grote obstakels. De ene is dat we spiritueel levenloos en dood zijn. De ander is dat we zondig, corrupt en schuldig zijn. We kunnen niet het leven als kinderen van God erven als we dood en schuldig zijn. Maar God hield zoveel van ons dat hij twee dingen deed.

Hij zond zijn Geest om te zorgen dat we herboren kunnen worden, om ons tot leven te wekken en ons over te laten gaan van de dood naar het leven. En zo overwon hij het eerste obstakel.

Maar in perfecte harmonie met het werk van zijn Geest, zond God zijn Zoon om te sterven voor onze zonden (Johannes 1:29) en om de schuld van allen die in hem geloven, weg te nemen. Dus het moment waarop we in hem geloven, ook al zijn we zondaars, zijn we door hem bevoorrecht om beslag te leggen op de erfenis van de kinderen van God. Op die manier wordt dus het tweede obstakel weggenomen.

Dat is een grote redding voor zondaars als u en mij. Het is volledig en gratis, en is exact in overeenstemming met onze behoefte en toestand. Ik bied het u deze morgen aan in de naam van Jezus. Ontvang hem zoals hij waarlijk is. Geloof in hem als het allesbevredigende einde van uw zoektocht naar vrede.


Aanvullende notities bij deze tekst

Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)