Ik zal door niets tot slaaf gemaakt worden

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 22 sep 2022 20:07 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Heiligmaking en Groei
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: I Will Not Be Enslaved by Anything

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Heiligmaking en Groei

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



1 Corinthiërs 6:12-201

U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen. U zegt: ‘Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel, en God zal aan beide een einde maken.’ Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam. God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal Hij ook ons opwekken. Weet u niet dat uw lichaam een deel is van het lichaam van Christus? Zouden we dan van de delen van zijn lichaam de lichaamsdelen van een hoer maken? Dat nooit! Of weet u niet dat wie zich met een hoer verenigt samen met haar één lichaam wordt? Want de Schrift zegt: ‘Zij zullen één lichaam zijn.’ Maar wie zich met de Heer verenigt wordt met Hem één geest. Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam. Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God? Weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.

Vrijdagmorgen keek ik uit het slaapkamerraam terwijl ik mijn overhemd vastknoopte, en zag ik een gelijkenis met het modern Amerikaans leven. Een man van middelbare leeftijd in een groen driedelig pak liep westelijk richting ons huis op de noordzijde van de 18de straat. Hij had iets geels in zijn rechterhand, misschien een bananenschil of een chipszak, dat kon ik niet goed zien. Terwijl hij voorbij liep, keek hij links de straat over. Daarna draaide hij zich om en keek hij achter zich. En toen gooide hij het gele ding over het hek bij de snelweg.

Inhoud

Twee kenmerken van het seculier Amerikaans leven

In deze korte anekdote staan minstens twee kenmerken van het seculier Amerikaans leven. Eentje is praktisch atheïsme. En de ander is fysiek hedonisme.

1. Praktisch atheïsme

De snelwegafrastering was aan zijn rechterkant en verborg hem achter de bosjes. Hij kon naar voren kijken tijdens het wandelen. De grond bevond zich onder hem. En hij dekte zichzelf af door snel naar links en achter zich te kijken. Waarom keek hij niet omhoog? Omdat hij op dat moment een praktische atheïst was. Er had links of achter hem iemand kunnen zijn van wie hij zich iets zou hebben aangetrokken. Maar er was niemand in de hemel die ertoe deed. Het Amerikaans leven is grotendeels atheïstisch als het gaat om bananen en chips. Wat mensen zeggen laat hun praktisch atheïsme niet zien. Maar wel of ze al dan niet omhoog kijken wanneer ze denken alleen te zijn.

2. Fysiek hedonisme

Het ander kenmerk van het Amerikaans leven dat ik zag was fysiek hedonisme. Waarom wou deze kerel het gele ding wegwerpen in plaats van het naar een afvalbak te brengen? Omdat het onaangenaam was om mee te nemen. Het was storend, vervelend.

Maar waarom keek hij over zijn schouder voordat hij het wegwierp? Omdat zijn geweten hem duidelijk maakte dat het niet goed is en dat mensen het zouden afkeuren. Dus speelde er zich een kleine schermutseling af in zijn ziel. Het duurde zo’n vijf seconden. “Zal ik kiezen voor het gemak om dit ding niet verder te hoeven dragen? Of zal ik kiezen voor het genot van een zuiver geweten?” Het was duidelijk niet een grote strijd. Het fysiek gemak overwon. En dat is een ander kenmerk van onze cultuur. Fysiek hedonisme. Als het lichamelijk goed voelt, waarom zul je je er dan nog van onthouden? De vloek van onze cultuur is dat lichamelijk plezier veel meer gewild is dan spirituele vreugde.

En natuurlijk gaan die twee dingen samen: praktisch atheïsme en fysiek hedonisme. Als God eenmaal buiten beeld is, dan heeft mijn geweten uiteindelijk geen belang als onderdeel van Gods evenbeeld, en dus “Laat ons eten, drinken en afval op de snelweg gooien want morgen sterven we – en dat was het dan.” Als je God weg kunt houden van de bananen en chips van uw leven dan kun je gewoon doorgaan met je mateloosheid.

Het doel van dit bericht

Het punt van deze anekdote is eenvoudigweg u helpen zich te herinneren wat ik met deze tekst wil laten zien – dat we geen atheïsten zijn maar gelovigen in Jezus Christus, en dat we geen slaven zullen zijn van lichamelijk genot. Als de strijd in onze eigen ziel begint, zullen we omhoog kijken, en met de kracht van de Geest van God zullen we vrij van lichamelijke verlangens zijn. We zullen niet door iets beheerst worden.

Het doel van dit bericht is de vervulling van 1 Corinthiërs 6:20 in uw levens. “U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.” 1 Corinthiërs 10:31 luidt: “Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God.” We hebben het al duizenden keren gezegd maar gaan we aan tafel zitten voor ons eten en drinken en dan doen wat het woord zegt? Eten we ter ere van God? Drinken we ter ere van God? Hoe doe je dat?

De tekst achterstevoren lezen

Laten we onze aandacht richten op 1 Corinthiërs 6:12-14.

12. U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen. 13. U zegt: ‘Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel, en God zal aan beide een einde maken.’ Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam. 14. God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal Hij ook ons opwekken.

Om deze verzen te begrijpen, moeten we ze in omgekeerde volgorde lezen – neem eerst het laatste woord. Aan het einde van vers 13 zegt Paulus: “Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam. God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal Hij ook ons opwekken.”

Het lichaam is er voor de Heer

Het lichaam is er voor de Heer! Uw lichaam is aan u geschonken om één reden: om een instrument te zijn ter verering van Christus (6:20). De manier waarop u uw lichaam gebruikt en de manier waarop u zorgt voor uw lichaam moet uitdragen dat de glorie van Christus allesbevredigend is.

De Heer is er voor het lichaam

Dan zegt hij dat niet alleen het lichaam er voor de Heer is, “De Heer is er voor het lichaam.” Dat wil zeggen dat Christus niet onverschillig is over het lichaam. Hij geeft erom. Hij stelt een beloning in het vooruitzicht voor de manier waarop we er gebruik van maken. Hij maakt het lichaam tot zijn tempel (6:19). Hij is er “voor het lichaam” – niet er tegen en er niet onverschillig over.

God zal onze lichamen opwekken

Tot slot zegt Paulus (in vers 14): “God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal Hij ook ons opwekken.” Met andere woorden, het lichaam zal nooit aan belang verliezen. Het mag een poos in het graf vergaan. Maar het zal worden opgewekt en hersteld. God gaf Jezus een herrezen lichaam en God zal ons een herrezen lichaam geven. De herrijzenis is Gods ultieme verklaring dat hij er voor onze lichamen is.

“Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel”

Wat moeten we dan met het eerste deel van vers 13? “Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel, en God zal aan beide een einde maken.” Dat klinkt als een standpunt dat precies het tegendeel is van wat we zojuist beschreven hebben. Het klinkt als een argument dat luidt: “het lichaam zal uiteindelijk toch in de grond vergaan, dus is het niet van moreel belang, het is er alleen maar om voedsel een poosje te verteren en daarna is het weg.”

Ik denk dat dit precies de betekenis had in de monden van sommige Corinthiërs. Het was waarschijnlijk een leus: “Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel!” – geef de aardappelen door. Waarschijnlijk gebruikten ze deze leus ook voor seks en drank. “Seks voor het lichaam en het lichaam voor seks!” Wellicht dat Paulus daarom overging van voedsel naar seksuele immoraliteit in het tweede deel van vers 13 (waar hij zegt: “Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen”).

Sommige Corinthiërs hadden een opvatting van het lichaam, die ervoor zorgde dat wat ze er mee deden moreel niet uitmaakte. In 1 Corinthiërs 5:2 waren ze zelfs trots op een incestzaak in de kerk. In 11:21 werden sommigen van hen notabene dronken tijdens de maaltijd van de Heer. Ze redeneerden: het lichaam, eten, drank en seks zullen uiteindelijk ten onder gaan. Er zullen alleen nog vrije geesten zijn. Dus doet het lichaam er niet toe. Je kunt eten, drinken en seks hebben hoe je maar wilt want het lichaam telt moreel niet mee. Wat telt is wat je weet en denkt (8:1-3).

Paulus ging met al zijn kracht in tegen deze opvatting. Hij gaf hen een nieuwe en compleet andere leus: “Het lichaam is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam.” Het lichaam zal niet gewoon vergaan; het zal worden herrezen. Het lichaam is niet moreel onbetekenend. Het is ter ere van God.

Dus wat je hebt in de verzen 13 en 14 is een Korintische leus die immoraliteit, dronkenschap en vreetpartijen rechtvaardigt, en vervolgens Paulus’ reactie daarop.

“Alles is mij toegestaan”

Dat zien we ook in vers 12: een leus en Paulus’ reactie daarop.

“Alles is mij toegestaan,”
Maar niet alles is goed voor u.
“Zeker, alles is mij toegestaan,”
maar ik mag me door niets laten beheersen.

Het is goed mogelijk dat de woorden “Alles is mij toegestaan,” afkomstig zijn uit Paulus’ eigen leer want hij ontkent die waarheid niet. Hij zegt niet: “Nee, NIET alles is mij toegestaan.” Eigenlijk denk ik dat hij instemt met die leus. Maar hij bedoelt er iets totaal anders mee dan de losbandige mensen in Korinthe.

Hij bedoelt dat wanneer je ophoudt te leven volgens leefregels die zeggen wat wel en niet te doen, je moet beginnen met leven volgens christelijke liefde en christelijke vrijheid. Ja, de oude wet in de brief, die het vlees dwingt met behulp van dreigementen, moet plaats maken. We staan niet onder de wet (Romeinen 6:14). We staan onder de heerschappij van de genade. Wat nu?

Twee richtlijnen voor het leven

Paulus antwoordt in vers 12 met twee richtlijnen die hij de wet van de liefde en de wet van de vrijheid noemt.

1. De wet van de liefde

Eerst zeg hij: “OK, alles is mij in zekere zin toegestaan maar we zouden niet moeten leven onder externe, wettelijke verplichtingen, MAAR NIET ALLES IS GOED VOOR U.” Anders gezegd, vraag niet “Wat MOET IK doen?” Vraag in de plaats daarvan: “Wat is GOED om te doen?”

Dit noem ik de wet van de liefde want het is de liefde die goed voor anderen wil zijn. Paulus legt de verbinding tussen goedheid en liefde op een indirecte wijze. Kijk maar eens hoe in 1 Corinthiërs 10:23 goed zijn wordt uitgelegd als het opbouwen van anderen: “‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is GOED. Alles is toestaan, maar niet alles is OPBOUWEND.” Goede dingen zijn dingen die anderen in hun geloof opbouwen.

Maar dan valt me in 1 Corinthiërs 8:1 op hoe Paulus die liefdadigheid koppelt aan de daad om anderen op te bouwen. “Kennis maakt verwaand; alleen de LIEFDE BOUWT OP.” Dus als het de liefde is, die opbouwt, en als opbouwen is wat Paulus bedoelt met het goede doen, dan is het punt van 6:12 (wanneer er staat: “niet alles is goed voor u”) dat wij onze levens moeten laten leiden door de wet van de liefde.

Vast en zeker is dat de “wet” die Paulus in gedachten had in Galaten 6:2 toen hij zie: “Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling.” En in 1 Corinthiërs 9:21 toen hij zie: “En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus.” Wij staan niet onder de wet als een louter externe verplichting. We staan onder genade die zorgt voor een interne verplichting aan de liefde, wat inhoudt dat we goed moeten zijn en anderen in het geloof moeten opbouwen.

2. De wet van de vrijheid

Ten tweede, Paulus zegt in 6:12: “Alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.” Anders gezegd, laat uw daden niet alleen leiden door de wet van de liefde maar laat ze ook leiden door de wet van de vrijheid. Vraag niet: “Heb ik als christen toestemming om dit te doen?” Vraag in de plaats daarvan: “Ben ik verslaafd aan deze handeling? Is dit voedsel of werk dan wel deze drank, seks of hobby mijn meester geworden in plaats van mijn dienaar?”

Wat is de WET VAN DE VRIJHEID? Dat is gewoon de interne controle van de Heilige Geest. Paulus zegt in Romeinen 8:2: “De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u immers bevrijd van de wet van de zonde en de dood.” Anders gezegd, het werk van de Geest is een WET VAN DE VRIJHEID. Het bevrijdt van de macht van de zonde en de dood. “Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid!” (2 Corinthiërs 3:17; zie Jakobus 1:25; 2:12).

Er zijn dus twee wetten die het gedrag en de gewoonten van christenen regelen: de wet van de liefde (“Zal dit goed doen, zal dit opbouwen?”), en de wet van de vrijheid (“Is dit verslavend, zal het mij beheersen?”).

Hoe deze twee wetten in relatie tot elkaar staan

Als we vragen hoe deze twee wetten in relatie tot elkaar staan, geeft Galaten 5:13 het antwoord: “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde.” Vrijheid is fundamenteler dan liefde. Innerlijke vrijheid is de bron; liefde is het water dat eruit stroomt in de vorm van “dienstbaarheid” aan anderen. Het innerlijk werk van de Heilige Geest, ons bevrijdend van de verslaving aan alles behalve aan God, is de bron van liefde.

Dus de fundamenteelste uitdaging die 1 Corinthiërs 6:12-14 te bieden heeft is: behoed uw vrijheid in Christus! Kunt u net als Paulus beweren: “ik mag me door niets laten beheersen!”?

Twee Bijbelse redenen om in vrijheid te leven

Ik sluit af met twee Bijbelse redenen waarom u zou moeten streven naar uw bevrijding van alle verslavingen, of dat nu eten, drank, wellust, luiheid of werk is. Ten eerste omdat een verslaving ontzettend gevaarlijk is. En ten tweede omdat vrijheid iets geweldigs is.

1. Het gevaar van slavernij

Ten eerste, verslaving is ontzettend gevaarlijk. Dit is wat ik ermee bedoel. De hardnekkige weigering om nee te zeggen tegen een verslavende gewoonte (zoals overmatig eten) leidt tot het risico van afstomping van het geweten zodat je je niet langer schuldig voelt voor die zucht. En dan wordt het eenvoudiger om anderen te veroordelen en al snel kan het gebeuren dat het hele Bijbels concept van spirituele strijd, waakzaamheid, zelfonthouding en zelfbeheersing geen plaats meer in je leven heeft.

“Laat daarom iedereen die denkt dat hij stevig overeind staat, oppassen dat hij niet valt.”2 Denkt u dat u geen kans meer maakt om uw geloof schipbreuk te laten lijden? Waar denkt u dat recidivisten en afvalligen vandaan komen? Die komen van mensen die de stem van God in hun geweten beetje bij beetje negeren met dingen die schijnbaar onbelangrijk zijn. “Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel – beide zullen op een dag vergaan in het graf; het doet er niet toe hoe ik eet of drink.”

Waarom nam God voor ons in Hebreeën 12:16-17 de tragedie van Esau op met de woorden: “En dat niemand ontucht pleegt of het heilige zozeer minacht als Esau, die voor één enkel bord eten zijn eerstgeboorterecht verkocht. U weet immers dat hij daarna, toen hij alsnog de zegen wilde verkrijgen, afgewezen werd; hij kon het niet meer ongedaan maken, ook al smeekte hij er in tranen om.”

Hoe zijn Hymeneüs en Alexander van de Heer afgevallen? In 1 Timotheüs 1:19 staat: “Doordat sommigen hun geweten hebben verloochend, heeft hun geloof schipbreuk geleden. Onder hen bevinden zich Hymeneüs en Alexander.” Wat denkt u dat de spirituele gevolgen zijn als u dag na dag de stem van het geweten negeert en zwicht voor de zucht naar eten, drank of wellust?

Wat bedoelde Paulus toen hij de Filippenzen schreef: “Ik heb u al vaak gezegd, en zeg nu zelfs met tranen in mijn ogen: Velen leven als vijand van het kruis van Christus en gaan hun ondergang tegemoet. Hun god is hun buik” (Filippenzen 3:18-19)?

Waarom beval Paulus de Corinthiërs: “Ren als de atleet die wint. Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. Daarom ren ik niet als iemand die geen doel heeft, vecht ik niet als een vuistvechter die in de lucht slaat. Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd” (1 Corinthiërs 9:25-27)?

Waarom, in zijn eerste en mogelijk enige preek aan gouverneur Felix, koos de apostel Paulus voor deze uiteenzetting: “Gerechtigheid en ZELFBEHEERSING en over het komend oordeel van God” (Handelingen 24:25)? Als je één preek mocht richten tot de directeur van de gevangenis, zou je tweede onderwerp dan zelfbeheersing zijn?

Waarom zei Jezus: “Als je rechteroog je ten val brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna3 geworpen wordt”?4

God heeft deze dingen allemaal gezegd in ons belang! Ze zijn opgeschreven opdat we beseffen dat controle over het lichaam krijgen geen klein bier is! “Alles is mij toegestaan, MAAR IK MAG ME DOOR NIETS LATEN BEHEERSEN!” Verwijder de ketenen van uw lichaam. U bent er niet voor bestemd om als een hond aan de lijn van wellust of honger te lopen.

2. Het wonder van de vrijheid

De tweede reden waarom we zouden moeten streven om onszelf te ontdoen van verslavingen is dat vrijheid iets prachtigs is.

Toen de man in het driedelig pak koos voor het plezier van een zwaaiende lege hand aan zijn zijde boven het plezier van een rein geweten, koos hij toen voor VREUGDE?!!! “Gelukkig is wie zich geen verwijten hoeft te maken over wat hij besluit te doen,” zegt de apostel Paulus (Romeinen 14:22). Aanhoudend zwichten voor buitensporige, lichamelijke verlangens tegen de stem van het geweten in is een leven vol ellende!

Maar wenden en het tegendeel doen: zelf profiteren van de wet van de Geest van het innerlijk leven en voelen dat je de vruchten van zelfbeheersing draagt en het rebels lichaam harden in onderwerping totdat het geen meester maar een dienaar is – dat is overwinning en dat is vreugde!

Broeders en zusters, u bent gekocht tegen een prijs. Uw lichamen doen ertoe. Ze zijn tempels van de Heilige Geest. Eer God met uw lichamen: ontvang zijn vreugdevolle geschenken met dankbaarheid en onthoud u van alle excessen met behulp van de bevrijdende verslaving aan zijn glorie.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 1 Corinthiërs 10:12
3 Synoniem voor de hel
4 Mattheüs 5:29