Zendingen: De strijdkreet van Christelijk Hedonisme

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Versie op 2 feb 2021 20:26 van Pcain (Overleg | bijdragen)
(wijz) ←Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie→ (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Christian Hedonism
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Missions: The Battle Cry of Christian Hedonism

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Christian Hedonism
Een deel van de Desiring God-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Marcus 10:17-311

Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19 U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20 Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21 Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.’ 22 Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 24 De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: 25 het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 26 Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27 Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ 28 Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om u te volgen!’ 29 Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, 30 zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. 31 Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’

Tegenwoordig geloven de meeste mensen niet in het nut van zending naar het buitenland. Walbert Buhlmann, een katholieke zendingssecretaris in Rome, spreekt voor vele reguliere confessionele leiders als hij zegt: “In het verleden hadden we het zogenaamde motief van zieltjes redden. We waren ervan overtuigd dat als ze niet gedoopt waren, mensen massaal naar de hel zouden gaan. Tegenwoordig, God zij dank, geloven we dat alle mensen en alle religies nu al leven in de goedheid en liefde van God en gered zullen worden door Gods genade.” (Time, 27 december 1982, p. 52). Zuster Emmanuelle uit Caïro, Egypte, zegt: “Vandaag de dag praten we niet meer over bekering. We praten over vrienden zijn. Mijn opdracht is het om aan te tonen dat God liefde is en om deze mensen moed te geven” (Time, p. 56). De meeste mensen, zoals deze twee missionarissen, onderwerpen zich niet aan de autoriteit van God in de Bijbel maar creëren in de plaats daarvan hun eigen God afhankelijk van wat ze willen dat hij zegt. En aangezien ze hem willen laten zeggen dat alle mensen gered zijn, of ze de evangelie van Christus wel of niet gehoord hebben, is dat het type God dat ze creëren.

Inhoud

Eeuwig leven staat centraal in Gods opdracht

Maar belangrijke lessen uit de Heilige Schrift moeten aan de kant worden geschoven om het mogelijk te maken dat in zo’n God gelooft kan worden. Luister naar de woorden van de Zoon van God die hij uitsprak toen hij apostel Paulus opnam voor zijn zendingswerk:

Maar kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzend om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk. (Handelingen 26:16-18)

Dat is een betekenisloze en lege opdracht die de Heer gaf aan Paulus als in feite de ogen der volkeren niet geopend hoeven te worden en ze niet van de duisternis naar het licht hoeven te keren en ze niet hoeven ontkomen aan de macht van Satan om tot God te komen en geen vergeving hoeven te ontvangen voor hun zonden wat ze krijgen door het geloof in Christus over wie de ambassadeurs van de Heer verkondigen. Paulus wijdde zijn leven als zendeling naar Asia en Macedonia en Griekenland en Rome en Spanje niet aan mensen informeren dat ze al gered waren maar om te verkondigen dat redding bereikt is door Jezus Christus voor allen die berouw tonen en hem gehoorzaamheid in het geloof bewijzen. En dus toen zijn boodschap over Christus werd afgewezen (bijvoorbeeld in Antiochië door de Joden), zei hij: “De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de Heidenen wenden” (Handelingen 13:46). Waar het om gaat bij de missionaire uitstrekking naar niet bereikte mensen is eeuwig leven. Bekering tot Christus vanuit elke en alle andere trouwheidsrelaties is precies het doel. “Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt” (Handelingen 4:12).

Redding komt alleen via het evangelie

God is niet onrechtvaardig. Niemand zal veroordeeld worden voor het niet geloven in een boodschap die men nooit gehoord heeft. Zij die nog nooit het evangelie gehoord hebben, zullen worden veroordeeld voor hun tekortkoming in het erkennen van het licht van Gods goedheid en kracht in de natuur en in hun eigen bewustzijn. Want in Romeinen 1:20, 21 staat: “Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping in de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen.” Zonder de speciale, reddende genade van God zijn de mensen dood door hun zonden, heerst in hun geest duisternis, zijn ze vervreemd van het leven met God en zijn hun harten gesloten (Efeziërs 2:1 en 4:18). En het middel dat God heeft voorgeschreven om deze speciale, reddende genade toe te dienen is verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. “Ik sta ten dienste van alle volken: van beschaafde en niet beschaafde, geletterde en ongeletterde, en daarom is het mijn wens het evangelie ook aan u in Rome te verkondigen. Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven” (Romeinen 1:14-16).

Het besef dat mensen gered zijn zonder van het evangelie gehoord te hebben, heeft schade veroorzaakt aan de zendingsinspanningen van liberaal georiënteerde geloofsgemeenschappen. Tussen 1953 en 1980 nam de groep overzeese zendelingen van reguliere protestantse kerken af van 9.844 naar 2.813 terwijl het aantal zendelingen van de evangelisch-protestanten die de Bijbel serieuzer nemen, toenam met meer dan 200%. De Christelijke Missionaire Alliantie, met haar 200.000 leden, ondersteunt 40% meer zendingen dan de Verenigde Methodistenkerk, die 9,5 miljoen leden telt. Er is verbazingwekkende zendingskracht door te geloven in het Woord van God.

Twee onweerstaanbare aansporingen voor het zendingswerk aan het front

Velen van u staan op het punt om zich anders te gaan wijden aan het zendingswerk: sommigen gaan naar volkeren die het evangelie nog niet kennen, anderen beginnen aan een opleiding, anderen gaan hun roeping anders inzetten in culturen waar de kerk minder aanwezig is, anderen beginnen aan een nieuwe levensstijl en een nieuwe patroon van geven en bidden en lezen. Ik wil u voorbij dat punt brengen deze morgen. Ik wil het doel van zending zo aantrekkelijk maken dat u niet langer in staat bent om deze aantrekking te weerstaan.

Voor de ware Christelijke Hedonist bevat onze tekst ten minste twee onweerstaanbare prikkels om van huis te gaan in het belang van Christus en zijn evangelie.

1. Alles is mogelijk bij God

Kijk eerst eens naar Marcus 10:25-27, “Jezus zegt: ‘Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’” Dit is een van de meest bemoedigende zendingsgesprekken in de Bijbel. Welke zendeling heeft niet naar zijn eigen werk gekeken en gezegd: “Dat is onmogelijk”? Waar Jezus mee instemt: “Ja, bij mensen is dat onmogelijk.” Geen mens kan in z’n eentje een ander mens bevrijden van de verslavende kracht van de liefde voor geld. De rijke, jonge heerser ging terneergeslagen weg omdat de gehechtheid aan dingen niet doorbroken kan worden door een mens. Bij mensen is dat onmogelijk. En daarom is zendingswerk, dat eenvoudigweg de bevrijding is van het menselijk hart van gebondenheid anders dan aan Christus, onmogelijk – bij mensen! “Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.” En daarin ligt een onvergelijkbare aansporing voor het zendingswerk besloten.

Noël en ik gingen naar Urbana ’67. Ik herinner me hoe John Alexander, hoofd van Inter-Varsity, zei dat toen hij jong was hij dacht: “Als voorbestemming bestaat, zal ik nooit een zendeling worden.” Maar dan voegt hij hieraan toe: “Maar nu, na vele jaren in het veld, zeg ik: ’Als voorbestemming niet bestond, zou ik nooit een zendeling zijn geworden.’” Als God in deze zaak niet heerste en het bij mensen onmogelijke had gedaan, zou het zendingswerk hopeloos zijn. Wie buiten God kan de spirituele doden doen verrijzen en hen een oor geven voor het evangelie (Handelingen 16:14)? De grote Bijbelse doctrines van onvoorwaardelijke verkiezing, en van de voorbestemming om Gods kinderen te zijn, en van de onweerstaanbare liefde in de verkondiging van Christus, zijn krachtige prikkels om door te dringen in een moslim of een hindoe of een boeddhist of een tribale cultuur waar mensen spijkerhard lijken te zijn ten aanzien van de verkondiging van het evangelie.

Jezus zei: “Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit de schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren” (Johannes 10:16). Dus als Paulus stad na stad bezoekt tijdens zijn zendingsreizen, is zijn doel helder – de schapen bijeen drijven. De Heer zei in een visioen tegen Paulus toen die Korinthe binnenging (Handelingen 18:9-10): “Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet! … want veel mensen in deze stad behoren mij toe.” En als Paulus zijn preken beëindigt in de stad Antiochië, beschrijft Lucas het resultaat als volgt: “Allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof” (Handelingen 13:48). De zendeling die gewapend gaat met de grote waarheid van de voorbestemming en onweerstaanbare liefde, gaat met het vertrouwen dat God vandaag voor anderen zal doen wat hij deed voor Lydia – “De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus” (Handelingen 16:14). Als het gaat om het koninkrijk binnen te komen, gelden er twee waarheden. Dit is er een: “Bij mensen is dat onmogelijk,” en niemand zal gered worden. Dit is de andere: “Bij God is alles mogelijk,” en dus, zullen zij die bestemd zijn voor het eeuwige leven, luisteren naar het evangelie en het geloof aanvaarden en gered worden. David Brainerd2, wiens zendingsverslag en –dagboek waarschijnlijk net zoveel gedaan hebben om het vuurtje voor zendingen op te stoken als alle andere boeken samen behalve de Bijbel, zei dat hij voor twee dingen leefde: “mijn eigen heiliging en de inzameling van Gods verkorenen.”

Dus de eerste stimulans om in zendingsdienst te gaan is de grote aanmoediging dat als we van huis gaan voor Christus en het evangelie, de bekeringen die we zoeken het werk van God zullen zijn in overeenstemming met zijn eeuwig plan. Men plant, men begiet maar God alleen doet groeien (1 Korintiërs 3:6, 7). Wat bij ons onmogelijk is, is bij God niet onmogelijk en hij zal het doen. Wat spannend om met God een niet bereikte stad in te gaan, die overheerst wordt door zonde en Satan, en om God dan te horen zeggen: “Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet! … want veel mensen in deze stad behoren mij toe. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren.”

2. Christus zelf compenseert elk verlies

De tweede stimulans om een zendeling te worden, zien we in Marcus 10:28-30. “Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om u te volgen!’ Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven.’” Deze tekst betekent niet dat u materieel rijk wordt door een zendeling te worden – tenminste niet in de zin van dat uw eigen privébezittingen toenemen. Het betekent dat als u geen contact met uw aardse familie hebt omdat u in dienst bent van Christus, dat honderdvoudig gecompenseerd wordt in uw spirituele familie, de kerk. Maar zelfs dat kan te beperkt zijn. Want hoe zit het met die eenzame zendelingen die jarenlang werken zonder omringd te zijn door honderden broers en zusters, moeders en kinderen in het geloof? Is de belofte voor hen dan niet waar? Voorzeker is het dat.

Ongetwijfeld is wat Christus bedoelt, dat hij elk verlies goed maakt. Als u moeders nabije liefde en zorg opgeeft, krijgt u honderdvoudig de liefde en zorg terug van de altijd aanwezige Christus. Als u de warme kameraadschap van een broer opgeeft, krijgt u honderdvoudig de warmte en kameraadschap van Christus terug. Als u het gevoel van thuis zijn, dat u had in uw huis, opgeeft, krijgt u honderdvoudig het comfort en de zekerheid dat uw Heer eigenaar is van elk huis en land en beek en boom op aarde, terug. Is wat Jezus zegt tegen toekomstige zendelingen niet slechts het volgende: ik beloof voor u zoveel te werken en er zo vaak voor u te zijn dat u niet kunt zeggen dat u iets opgeofferd heeft. Zo vatte Hudson Taylor3 het op want aan het einde van zijn ruim 50 jaar zendingswerk in China zei hij: “Ik heb nooit iets opgeofferd.”

Christus streeft ernaar om vereerd te worden in de grote zendingsonderneming. Daarom wil hij weldoener blijven en wil hij dat wij de begunstigden blijven. Zelfs als het onze roeping is om zendeling te worden, blijven we gebrekkigen in Christus’ sanatorium. We hebben nog steeds een goede arts nodig. We zijn nog steeds behoeftigen die verlet hebben van zijn rijkdom en welzijn. Dus als hij ons uitzendt naar Liberia of Kameroen of Brazilië of Japan of India of China, zendt hij ons daarheen als onderdeel van onze therapie. Hij zegt: “Ja ik weet dat er enkele nadelige bijwerkingen voor deze voorgeschreven therapie zijn, bijvoorbeeld vervolgingen, maar ik beloof u als uw dokter dat als u deze missionaire voorschriften ter genezing volgt, uw toestand honderd keer meer verbetert dan als u het afwijst.” Zendelingen zijn geen helden die kunnen opscheppen grote offers te hebben gebracht voor God. Zij zijn de ware Christelijke Hedonisten. Zij zijn degenen die weten dat de strijdkreet van Christelijk Hedonisme zendingen zijn, en zij hebben ontdekt dat er honderd keer zoveel vreugde en bevrediging is in een leven gewijd aan Christus en het evangelie dan in een leven gewijd aan lichtzinnig gemak en pleziertjes en wereldlijke ontwikkelingen. Zoals Ralph Winter zegt in het laatste deel van zijn boekje “Zeg ja tegen zendingen,” “Jezus, ‘denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, laat hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis …’ Hem volgen is uw keus. U bent gewaarschuwd! Maar vergeet de vreugde niet.” Of zoals I. Cambell White zei in 1909 toen de Leken Missionaire Beweging op z’n hoogtepunt was: “Roem, plezier, rijkdom zijn schillen en as in tegenstelling tot de onbegrensde en blijvende vreugde van het werken met God voor de volbrenging van zijn eeuwige plannen.”

Ik doe geen beroep op u om uw moed op te geven en offers te brengen aan Christus. Ik doe een beroep op u om alles wat u heeft op te geven om de parel der paarlen te verkrijgen. Ik doe een beroep op u om alles als afval te beschouwen ten opzichte van de overtreffende waarde van het ten dienste staan van de Koning der Koningen. Ik doe een beroep op u om de in winkels gekochte vodden uit te trekken en de gewaden van Gods ambassadeurs aan te doen. Ik beloof u vervolgingen en ontberingen, maar “vergeet de vreugde niet”: “Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel” (Mattheus 5:10).

Twee aansporingen om een zendeling te worden – rechtstreeks uit de mond van Jezus Christus: 1) elke onmogelijkheid bij mensen is een peulenschil voor God - de bekering van geharde zondaars zal het werk van God zijn en zal in overeenstemming zijn met zijn soeverein plan. Wij moeten niet bang zijn voor of piekeren over onze tekortkomingen. De strijd is des Heeren en hij zal ons de overwinning geven. 2) Christus belooft zo hard voor ons te werken en er voor ons te zijn dat als ons zendingsleven erop zit, we niet kunnen zeggen dat we iets hebben opgeofferd. Als we ons houden aan zijn missionaire voorschrift, ontdekken we dat zelfs met de nadelige bijwerkingen de verbetering van onze toestand – onze groei, onze spirituele gezondheid, onze vreugde – honderdvoudig verbetert.

Twee redenen waarom God aan het werk is in Bethlehem4

Nu wil ik twee aanvullende redenen geven waarom ik denk dat God verbazingwekkend werk in Bethlehem gaat verrichten in de nabije toekomst als het gaat om zendingen.

1. Nieuwe aansporingen door de Geest

Een reden is dat de taken van zijn Geest al worden opgepakt. Hij riep onze medewerker Glenn Ogren terug in het zendingswerk. Vanavond zullen we opdrachten meegeven aan David en Faith Jaeger die dinsdag vertrekken naar Liberia – de eerste nieuwe zendelingen om vanuit Bethlehem uitgezonden te worden, sinds Steve Nelson tien jaar geleden. De Frontmissie Gebeds- en Studiegroep en het Toshavim Missionair Pastoraal Team bestuderen en bidden en dromen over hoe we een wereldkerk voor elkaar kunnen krijgen. De vrouwenzendingskringen blijven een stevige basis van gebed en opleiding. Tom Steller overweegt de mogelijkheid om komende zomer een team mensen te brengen naar het V.S. Centrum voor Wereldmissie5 om een studie te volgen in het Instituut voor Internationale Studies. En Ralph Winter, oprichter van de V.S.C.W.M. en missionair man van dienst, gaat ermee akkoord om onze hoofdspreker te worden tijdens de zendingsconferentie volgend jaar. Deze ontwikkelingen te Bethlehem zijn niet georganiseerd door iemand – het zijn bewijzen dat er iets nieuws van Gods Geest rond gaat. Velen van u hebben gebeden tot de Heer van de oogst – en de eerste vruchten van zijn antwoorden zijn al zichtbaar.

2. Nieuwe inzichten in werelds overweldigende nood

De andere reden dat ik geloof dat God in Bethlehem verbazingwekkend werk omtrent zendingen gaat verrichten, is dat de uitzonderlijke nood in de wereld in toenemende mate zichtbaar wordt en wij zijn niet het soort mensen dat zoiets kan negeren. Satans grote leugen bij de vorige generatie was dat de Grote Opdracht vervuld zou zijn, en dus kon de kerk de strijdvaardige mentaliteit opgeven. Mensen verwarden de “volken” van Mattheus 28:19 (“Maak alle volken tot mijn leerlingen”) met politieke volken van tegenwoordig en concludeerden dat er al leerlingen in alle volkeren zijn, dus kan het einde komen. Maar ze vergeten het lied van de hemel in Openbaringen 5:9 waarin Christus wordt vereerd: “U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.” Toen Jezus zijn kerk opdroeg om de mensen tot leerlingen te maken, had hij niet slechts politieke grenzen in gedachten. Hij dacht aan verschillende groepen op afstand inclusief landen en tongen en mensen. En momenteel zitten er meer dan 16.000 van zulke groepen zonder leerling. Als elke Christen ter wereld al zijn buren voor Christus zou kunnen winnen, zou de halve wereld niet geëvangeliseerd zijn want twee miljard mensen vormen cultureel afwijkende groepen die geen eigen getuige hebben. Dat zijn de “verborgen mensen,” de “frontmissies” van vandaag de dag. De enige manier waarop ze kunnen worden bereikt, is door interculturele zendingen. Het tijdperk van buitenlandse zendingen is niet voorbij. Integendeel, we staan op de drempel van een nieuwe beweging bij de westelijke en derde-wereld-kerken om dit laatste grensgebied binnen te dringen.

Honderdvijftig protestantse zendelingen uit Noord-Amerika dienen tussen 733 miljoen moslims in 4.000 islamitische groeperingen; 100 zendelingen tussen 537 miljoen Hindoes in 3.000 Hindoe-groeperingen; 200 zendelingen tussen 405 miljoen Han-Chinezen, en 200 zendelingen tussen 255 miljoen boeddhisten, geeft een totaal van 650 protestante Noord-Amerikaanse zendelingen tussen net iets minder dan de halve wereldbevolking die in feite niet bereikt is (1.930.000.000). En als we nu even naar Amerika kijken. Er staan meer kerken in de Zustersteden6 dan er zendelingen zijn op bijna twee miljard islamitische, hindoeïstische, Chinese en boeddhistische mensen. Is dat gehoorzaamheid? Amerikanen geven $ 700 miljoen dollar per jaar uit aan zendingsorganisaties – hetzelfde bedrag dat ze uitgeven aan kauwgum. Om de 52 dagen geven Amerikanen evenveel uit aan huisdierenvoeding als ze jaarlijkse geven voor buitenlands zendingswerk. En de reden voor deze dingen is niet dat we voor de lol leven maar dat we Jezus niet geloven als hij zegt dat we honderd keer meer plezier kunnen hebben als we alles loslaten voor hem en voor het evangelie.

Een wereldkerk bouwen

Ik kreeg vrijdagochtend een telefoontje van een seminarie uit een ander deel van het land, die mij vroeg of ik mijn naam wou laten plaatsen op een kandidatenlijst voor een nieuwtestamentisch professoraat. Ik had nog geen vijf seconden nodig om deze vraag te beantwoorden. Ik zei nee. Ik heb een geweldige kerk. God begint er beweging in te brengen. Voeg mijn naam niet toe op uw lijst. Ik wil in Bethlehem een wereldkerk met u bouwen. Ik wil elk jaar nieuwe zendelingen zien vertrekken vanuit deze organisatie. Ik wil hier zijn om David en Faith welkom te heten op hun eerste reces. Ik wil naar enkele van onze gebieden reizen en onze zendelingen bijstaan en terugkomen met verslagen over wat God doet. Ik wil preken en schrijven op zo’n manier dat jong en oud, mannen en vrouwen niet door kunnen gaan met de normale gang van zaken terwijl er meer kerken in de Zustersteden staan dan er zendelingen zijn in half de wereld. De uitdaging is groot. God is groter. De beloningen zijn honderd keer beter dan wat de wereld kan geven. De strijdkreet van Christelijk Hedonisme luidt: Ga! Verdubbel je vreugde in God door deze te delen in de frontgebieden.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)

2 Amerikaanse zendeling (20 april 1718 – 9 oktober 1747)
3 Britse protestants-christelijke zendeling en arts, oprichter van de Chinese Binnenlandmissie (21 mei 1832 – 3 juni 1905)
4 Bethlehem Baptist Church, Minnesota, VS
5 U.S. Center for World Mission (U.S.C.W.M.) opgericht door Ralph en Roberta Winter in 1976 te Pasadena, Californië, VS