Beschermd door almachtige genade – voor altijd

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Soevereiniteit van God
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Sustained by Sovereign Grace—Forever

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Soevereiniteit van God

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Jeremia 32:36-411
Maar toch – dit zegt de HEER, de God van Israël, over deze stad, waarover jullie zeggen: “Door het zwaard, de honger en de pest valt ze de koning van Babylonië in handen”: 37 Ik zal de inwoners samenbrengen uit alle landen waarheen Ik ze in mijn grote woede en toorn verdreven heb, Ik zal hen terugbrengen naar deze stad en hen er veilig laten wonen. 38 Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn. 39 Ik zal hen één van hart en één van zin maken, zodat ze altijd ontzag voor Mij zullen hebben en het hun en hun nageslacht goed zal gaan. 40 Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, Ik keer mij nooit meer van hen af en zal hen altijd zegenen. Ik zal hen met ontzag voor Mij vervullen, zodat zij zich nooit meer van Mij zullen afkeren. 41 Ik zal er weer vreugde in vinden hen te zegenen en zal hen voorgoed in dit land planten. Met hart en ziel zal Ik dat doen. 42 Dat zegt de HEER: Zoals Ik over dit volk al dit grote onheil heb gebracht, zo zal Ik het al het goede brengen dat Ik hun beloof.

Inhoud

Wat is beschermende genade?

We vieren 125 jaar Gods beschermende genade. Wat is dat? Wat is beschermende genade? Laat me dat uitdrukken in een vierregelig rijmpje:

Het is niet genade die ongeluk verhindert,
Noch zorgt voor vlucht van alle verdriet, behalve dit:
De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.

Ik benadruk dit want het vieren van een genade die het ongeluk verhindert, en zorgt dat we kunnen vluchten van alle verdriet en ons geen zorgen oplegt, zou Bijbels verkeerd zijn en naar ervaring onrealistisch.

… in een bijna fatale crash

Onze ervaringen en de Bijbel leren ons dat genade geen leed voorkomt maar zorgt voor leed op maat en ons dat oplegt maar in die duisternis aanwezig is om te beschermen. Gisteren bijvoorbeeld sprak Bob Ricker, de voorzitter van de Baptist General Conference, over waardevolle reminders aan Gods beschermende genade. Nog geen tien jaar geleden was de dochter van Bob en Dee betrokken bij een ernstig auto-ongeluk. Ze leeft nu nog vanwege één ding. In de auto achter haar zat een dokter die toevallig een luchtbuis op zak had. Tegen de tijd dat hij bij haar kwam, was ze al blauw aangelopen. Hij duwde de buis in haar hals en redde zo haar leven. Op haar bruiloft een paar jaar later vertelde Bob haar: “die littekens in je gezicht, waarmee je moet leven – dat zijn gedenktekens van beschermende genade”.

Maar Bob Ricker is niet naïef. Hij weet dat als God kan bepalen dat er in de auto erachter een dokter zit, en dat deze dokter een ademapparaat op zak heeft, en dat hij de tegenwoordigheid van geest heeft om dat apparaat levensreddend te gebruiken, deze God volledig in staat is om in eerste instantie dit ongeluk te voorkomen. In feite had Bob eerder al Efeziërs 1:11 geciteerd: “In Hem heeft God, die alles naar zijn wil en besluit tot stand brengt, ons de bestemming toebedeeld, in overeenstemming met zijn voornemen.” En hij benadrukte: “Alles betekent echt alles” – inclusief, neem ik aan, de wegen afgelegd door auto’s, vliegtuigen, pijlen en kogels. Dat was de inspiratie voor mijn gedichtje: “Wat is beschermende genade?”

Het is niet genade die ongeluk verhindert,
Noch zorgt voor vlucht van alle verdriet, behalve dit:
De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.
… Als de auto panne krijgt

Zaterdag, twee weken geleden, reisden Noël, Abraham, Barnabas en Talitha naar Georgia met de auto die stil bleef staan op een eenzame weg ongeveer een uur zuidelijk van Indianapolis. De radiateur had het begeven. Een boer van midden zestig komt naar hen toe en biedt hulp aan. Noël zegt dat ze vermoedelijk een motel nodig hebben en hoopt dat er maandagmorgen een garage open zal zijn om de auto te repareren. De boer zegt: “Willen jullie bij mij en mijn vrouw overnachten?” Noël aarzelt en wil geen onnodig beroep op hen doen. Hij zegt: “De Heer zei wanneer we anderen dienen, is het alsof we Hem dienen.” Zij zegt: “Kunnen we dan in de morgen met u mee naar de kerk?” Hij zegt: “Als u met een baptistenkerk geen probleem heeft.”

Daarop blijven ze bij de boer die ook vliegtuigmonteur is, het probleem vaststelt, op maandagmorgen naar de stad rijdt en een nieuwe radiateur koopt, terugkomt, deze gratis in de auto monteert en zo de familie weer op weg helpt. Ondertussen had Barnabas zijn vishengel uit de auto gehaald en een meerval van bijna een halve meter gevangen – als kers op de taart.

De God die ervoor kan zorgen dat een boer stopt om Noël te helpen en die ervoor zorgt dat hij een christen is (een baptist notabene!), en dat hij en zijn vrouw verblijfsruimte hebben voor de familie, en dat hij een monteur is, en dat hij meteen een radiateur vindt op maandagmorgen, en dat hij bereid is om de tijd te nemen, en dat hij een vijver met meervallen heeft – deze God is perfect in staat om te voorkomen dat een radiateur open barst midden in Indiana.

… Wanneer er geen genezing komt

Maar in deze gevallen wereld van zinloosheid is dat niet alles wat beschermende genade doet.

Het is niet genade die ongeluk verhindert,
Noch zorgt voor vlucht van alle verdriet, behalve dit:
De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.

Een van de jongeren in onze kerk gaat op dit moment door een diep dal waarmee zijn geloof bijna tot het uiterste op de proef wordt gesteld. Pas geleden zei hij tegen me: “het zou gemakkelijker zijn als Jezus niet genas maar in de plaats daarvan steun had gegeven om het uitblijven van een genezing vol te houden.” Een van de dingen die ik tegen hem zei was het volgende: “Dat is precies wat Jezus deed – en juist daarom – in 2 Korintiërs 12:9-10.” Gods genade bestemt dat Paulus een doorn in zijn vlees heeft omwille van zijn bescheidenheid en het dan niet wil verwijderen als er om gebeden wordt. Maar hij zegt:

Je hebt genoeg aan mijn [beschermende] genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is.

Waarop Paulus reageert:

Dus laat ik me veel liever voorstaan op mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom schep ik vreugde in mijn zwakheden, in beledigingen, nood, vervolging en ellende die ik onderga omwille van Christus. In mijn zwakheid ben ik sterk.
Het is niet genade die ongeluk verhindert,
Noch zorgt voor vlucht van alle verdriet, behalve dit:
De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.
… Als de kerk afbrandt

Op maandag 16 maart 1885, toen Bethlehem Baptist Church2 14 jaar bestond en gesitueerd was op de hoek van de 12e Avenue en 6e Street (waar nu Douglas Company staat), kwam de kerk in brand te staan. Ze werd totaal verwoest. Maar in die duisternis was er een bewondering voor Gods genade. Het stuk dak waaronder de brandweerlieden stonden, was het enige gedeelte dat niet ingestort was. En binnen zeven weken had de kerk het gebouw van de Second Congregational Church gekocht, waar we 106 jaar lang dienst hielden totdat het huidig gebouw in 1991 werd opgeleverd.

Die God nu, die brandweerlieden kan sparen door een deel van een verzwakt dak rechtopstaand te houden, en die kan zorgen voor een nieuw en beter gebouw binnen zeven weken, had in de eerste plaats de brand kunnen verhinderen.

Ik hoop dat het punt duidelijk is: Wij vieren beschermende genade.

De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.

God behoedt ons niet altijd voor rampen

Onze tekst in Jeremia 32 gaat over deze soort beschermende genade, en bevat de sleutel naar de reden waarom Bethlehem Baptist Church tegenwoordig springlevend is in de stad na 125 jaar beproevingen. Jeruzalem en Gods uitverkoren mensen bevinden zich in duisternis en nood. En het is God zelf die dat zo bestemd heeft. Kijk naar vers 36: “Maar toch – dit zegt de HEER, de God van Israël, over deze stad, waarover jullie zeggen: ‘Door het zwaard, de honger en de pest valt ze de koning van Babylonië in handen.’” Dat is wat ze erover zeggen. En het is waar. Genade heeft hen deze rampspoed niet bespaard. Noch zal de genade van God u besparen voor de voor u bestemde rampspoed.

Maar wat ze zeggen over Gods uitverkoren mensen is niet het laatste woord. God heeft het laatste woord. En dat is een genadevol woord. Vers 37: “Ik zal de inwoners samenbrengen uit alle landen waarheen Ik ze in mijn grote woede en toorn verdreven heb, Ik zal hen terugbrengen naar deze stad en hen er veilig laten wonen.” Dus God verkondigt dat hij zorgen en leed heeft voorbestemd. “Waarheen ik ze … verdreven heb”, naar het buitenland. En hij verkondigt dat hijzelf hen zal sparen en zal terugbrengen naar hemzelf en hun land. Met andere woorden, almachtige genade zal uiteindelijk zegevieren over rampspoed.

Hoe kunnen we zeker zijn van de genadevolle overwinning?

Hoe kunnen we zeker zijn van deze genadevolle overwinning? Als God een God van de rechtvaardigheid is, die Israël in een verschrikkelijke ballingschap kan drijven, waarbij velen verloren gaan vanwege hun zonde en ongehoorzaamheid, hoe kunnen we er dan vertrouwen in hebben dat dit niet Gods huidige uitverkoren mensen zal overkomen – de kerk, de bruid van Christus, het ware Israël, u en mij, die geroepen zijn naar het verbond van zijn Zoon? Een vraag om te stellen is: waarom heeft Bethlehem 125 jaar doorstaan? Maar een meer dringende vraag is: hoe kunnen we er zeken van zijn dat de genade in de toekomst zal overwinnen voor Bethlehem en in onze eigen levens? Hoe kunt u er zeker van zijn dat de genade u tot het einde zal behouden in het geloof en de heiligheid die u veilig naar de hemel brengen?

Daarover gaat de rest van deze tekst. Het antwoord is: beschermende genade voor Gods uitverkoren volk is onaantastbare genade. Dat wil zeggen, beschermende genade is almachtige genade. Het is genade die alle obstakels overwint, en het geloof en de heiligheid die ons thuis brengen in de hemel, beschermt. Dat is onze enige rotsvaste zekerheid voor de toekomst. U en ik zijn in wezen uiterst wisselvallig en onbetrouwbaar. Als we wat betreft de volharding aan onze eigen kracht zouden zijn overgelaten, zouden we ons geloof schipbreuk laten lijden, dat is zeker. Dat is waarom de heiligen eeuwenlang gebeden hebben:

O genade, wat een geweldige schuldenaar
Dagelijks word ik ingeperkt!
Laat uw goedheid als een boei
Mijn dolend hart aan u ketenen:
Geneigd tot dwalen, Heer dat voel ik,
Geneigd tot verlaten van de God van wie ik houd;
Hier is mijn hart, o, neem en verzegel het;
Verzegel het voor uw hof daarboven.3

Is dit de manier waarop heiligen zouden moeten bidden? Moet er zo gebeden worden voor uw toekomst en voor de toekomst van Bethlehem? Is dat een Bijbelse manier van bidden? Laat uw goedheid als een boei – een ketting – mijn dolend hart aan u ketenen. Verzegel mijn hart met een onbreekbare bond voor de gerechtshoven van de hemel. Met andere woorden: Houd me! Bewaar me! Versla elke opkomende opstandigheid! Overwin elke pietluttige twijfel! Bevrijd van elk verwoestend verlangen! Maak elke fatale verlokking ongedaan! Breng al het demonisch bedrog aan het daglicht! Breek elk arrogant argument af! Vorm me! Verbuig me! Houd me vast! Overmeester me! Doe wat u moet doen om u te blijven vertrouwen en te vrezen totdat Jezus komt of roept. Moeten we – horen we – op die manier te bidden en te zingen?

Het antwoord in deze tekst is ja. Deze manier van zingen en bidden is geworteld in de belofte van de almachtige, beschermende genade van het nieuwe verbond. Laten we dat lezen. Onthoud dat dit een van de vele oudtestamentische beloftes van het nieuwe verbond is, waarvan Jezus gezegd heeft dat hij die verzegelt met zijn eigen bloed ten behoeve van allen die in hem zijn. Het is niet alleen voor Joden maar voor zij die ware Joden zijn dankzij de vereniging met Jezus, het zaad van Abraham (Galaten 3:7, 16). In Jeremia 32:38-41 staat:

Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn. 39 Ik zal hun één hart en één weg geven om Mij te vrezen, alle dagen, hun ten goede, en hun kinderen na hen. 40 Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij van achter hen niet zal afwenden, opdat Ik hun goeddoe. En Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, zodat zij niet van Mij afwijken. 41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel.4

Vier beloftes van almachtige, beschermende genade

Kijk eens naar vier beloftes van almachtige, beschermende genade.

1. God zal onze God zijn

God belooft onze God te zijn. Vers 38: “Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn.” Alle beloftes aan zijn volk zijn hierin samengevat: “Ik zal hun tot een God zijn.” Dat wil zeggen, ik zal alles wat ik als God ben aanwenden – heel mijn wijsheid, al mijn krachten, en heel mijn liefde – om ervoor te zorgen dat jullie mijn volk blijven. Alles wat ik als God ben, zal ik inzetten voor uw bestwil.

2. God belooft om onze harten te veranderen

God belooft om onze harten te veranderen en om ervoor te zorgen dat we van hem houden en hem vrezen. Vers 39: “Ik zal hun één hart en één weg geven om Mij te vrezen, … (v. 40b) En Ik zal Mijn vreze in hun hart geven.” Met andere woorden, God zal er niet simpel bij staan om te zien of we met onze eigen krachten hem zullen vrezen; hij zal onaantastbaar, in de hoogste graad, genadevol ons het hart geven, dat we nodig hebben, en ons het vertrouwen in en het ontzag voor God geven, dat ons thuis brengt in de hemel. Dat is almachtige, beschermende genade. (Zie Deuteronomium 30:6; Ezechiël 11:19-20; 36:27.)

3. God belooft dat we ons niet van hem zullen afkeren

God belooft dat hij zich niet van ons zal afkeren en dat wij ons niet van hem zullen afkeren. Vers 40: “Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij van achter hen niet zal afwenden, opdat Ik hun goeddoe. En Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, zodat zij niet van Mij afwijken.” Anders gezegd, hij werkt zo hard aan onze harten dat hij garandeert dat we ons niet van hem zullen afkeren. Dat is het nieuwe aan het nieuwe verbond: God belooft om met zijn krachten te zorgen voor de voorwaarden waaraan we moeten voldoen. We moeten hem vrezen en van hem houden en hem vertrouwen. En hij zegt daar voor te zorgen. Ik zal “Mijn vreze in hun hart geven” – niet om te zien wat ze ermee zullen doen maar op zo’n manier dat ze “niet van Mij afwijken.” Dat is almachtige, beschermende genade.

4. God belooft dit te doen met oneindige intensiteit

Ten slotte, God belooft dit te doen met de grootst voorstelbare intensiteit. Hij drukt dat op twee manieren uit, een aan het begin en een aan het einde van vers 41: “Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel.” Eerst zegt hij dat hij deze almachtige, beschermende genade met blijheid zal toepassen: “Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen.” Dan zegt hij (aan het einde van vers 41) dat hij deze almachtige, beschermende genade “met heel [Zijn] hart en heel [Zijn] ziel” zal uitoefenen.

Hoe groot is Gods verlangen om u te zegenen?

Hij vindt er weer vreugde in om u te beschermen en hij verheugt zich met heel zijn hart en heel zijn ziel. Nu vraag ik u, niet met preekkundige overdrijving of een retorische stijlfiguur of met welke vorm van overdrijving dan ook – ik vraag u, ik daag u uit, kunt u zich een grotere mate van verlangen voorstellen dan die van het verlangen versterkt met “heel Gods hart en heel Gods ziel”? Stel u neemt al het verlangen naar eten, seks, geld, roem, macht, vrienden, veiligheid, dat zich bevindt in de harten en zielen van alle mensen op aarde – zeg zo’n zes miljard – en u stopt al die verlangens, vermenigvuldigd met die zes miljard harten en zielen, in een container. Hoe zou dat in verhouding staan tot het verlangen van God om u te zegenen zoals voortvloeit uit de woorden “met heel Zijn hart en heel Zijn ziel”? Het zou zijn als een vingerhoedje vergleken bij de Pacifische Oceaan. Want het hart en de ziel van God zijn oneindig. En de harten en zielen van de mens zijn eindig. Er is geen grotere intensiteit dan de intensiteit van “heel Gods hart en heel Gods ziel.”

En dat is de intensiteit van de vreugde die hij heeft in het beschermen van u met almachtige genade. “Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen … met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel.” Mogelijk proeven deze morgen sommigen van jullie de zoetheid van deze genade voor de eerste keer. Dat is het werk van de Heilige Geest in uw leven, en ik dring er bij u op aan zich daaraan over te geven en overmeesterd te worden door almachtige, beschermende genade.

Anderen onder u hebben al decennia geleefd met deze zoete zekerheid en zijn deze morgen bij mij om te genieten van deze glorieuze aanwezigheid in onze levens. Ik nodig u allen uit om met mij te zingen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te eren vanwege de almachtige, beschermende genade die ons als kerk 125 jaar behield en Gods uitverkorenen in het geloof zal behouden totdat Jezus komt of Jezus roept.

Het is niet genade die ongeluk verhindert,
Noch zorgt voor vlucht van alle verdriet, behalve dit:
De genade die ons zorgen en pijn oplegt,
En dan, in de duisternis, er is om te beschermen.

Laten we samen de Heer prijzen met hymne #9 “Zing de Vader lof toe”5 – en als we bij vers 3 zijn aangekomen geniet dan met mij van de waarheid dat de Geest verkwikt, verleidt, onderwerpt, verzegelt en ons als onberispelijk aan God presenteert.


Noot van de vertaler
1 Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Een kerk in Minneapolis, Minnesota, VS
3 Tekst van Robert Robinson, Britse baptist (27 september 1735 – 9 juni 1790)
4 Herziene Statenvertaling (HSV)
5 Originele titel ‘Sing Praise to the Father’, geschreven door Margaret Clarkson, gecomponeerd door William H. Duane