Gedachten over Jezus’ oproep om tot inkeer te komen

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Berouw
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Thoughts on Jesus' Demand to Repent

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Berouw
Een deel van de Taste & See-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Brieven uit Cambridge #2

Als onderdeel van mijn sabbatical hier in Cambridge, Engeland, werk ik aan een boek met de voorlopige titel Waartoe Jezus de wereld oproept. In Jezus’ verkondiging is de oproep om tot inkeer te komen zo basaal als het maar kan. Het is net zo basaal als, en bijna synoniem aan, het gebod, “Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden” (Johannes 3:7)a. Waar ik mede voor wil zorgen is het laten zien dat met inkeer zoals dit in Jezus’ verkondiging voorkomt, geen gedrag wordt bedoeld maar de innerlijke verandering die zorgt voor nieuwe op God gericht en Christus-verheerlijkend gedrag. Hier volgen een aantal gedachten die helpen om de betekenis van inkeer te verhelderen.

Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ (Mattheüs 4:17)

Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars. (Lucas 5:32)

Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij waren na de prediking van Jona tot inkeer gekomen, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! (Mattheüs 12:41)

Maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. (Lucas 13:3,5)

De eerste oproep van Jezus’ openbare dienst was, “Kom tot inkeer.” Hij uitte deze oproep zonder onderscheid des persoons richting allen die wilden horen. Het was een oproep voor radicale innerlijke verandering jegens God en de mensheid.

Twee dingen laten ons zien dat inkeer een innerlijke verandering van geest en hart is meer dan louter spijt van zonde of een op zich staande gedragsverbetering. Ten eerste, de betekenis van het Griekse woord achter de Nederlandse “inkeer” (metanoeo) wijst in deze richting. Het bestaat uit twee delen: meta en noeo. Het tweede deel (noeo) verwijst naar de geest met zijn gedachten, visies, karaktertrekken en doeleinden. Het eerste deel (meta) is een voorvoegsel dat doorgaans beweging of verandering betekent.1 Dus de eigenlijke betekenis van inkeer is het ervaren van een verandering in visies, karaktertrekken en doeleinden van de geest.

De andere factor die wijst op deze betekenis van inkeer, is de manier waarop Lucas 3:8 de relatie omschrijft tussen inkeer en nieuw gedrag. Er staat: “Breng vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn.” Daarna geeft het voorbeelden van die vruchten: “Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen” (Lucas 3:11). Dat betekent dat tot inkeer komen dat is wat in ons gebeurt en leidt tot de vruchten van nieuwe gedrag. Inkeer is niet de nieuwe daden maar de innerlijke verandering die de vrucht draagt van nieuwe daden. Jezus roept op om deze innerlijke verandering te ervaren.

Waarom? Zijn antwoord is dat wij zondaars zijn. “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars” (Lucas 5:32). Wat was Jezus’ opvatting van zonde? In de parabel van de verloren zoon beschrijft Jezus de zonden van de zoon als volgt: “Hij leidde een losbandig leven en verkwistte zijn vermogen … hij die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren” (Lucas 15:13, 30). Maar als de spilzuchtige berouwt, zegt hij: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” Dus uw leven vergooien aan losbandigheid en hoeren is niet alleen voor de mens pijnlijk, het is ook een overtreding tegen de hemel – dat wil zeggen tegen God. Dat is in wezen het karakter van zonde. Het is een aanval op God.

We zien dit nogmaals in de manier waarop Jezus zijn discipelen leert hoe je moet bidden. Hij zei dat ze moeten bidden: “Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is” (Lucas 11:4). Anders gezegd, zonden die God vergeeft worden vergeleken met die die de mensen tegen ons begaan, en die worden schulden genoemd. Dus Jezus’ opvatting van zonde was dat zij God onteerde en ons in de schulden stak om de goddelijke eer te herstellen, die we hadden geschonden met onze God-vernederend gedrag of houding. Die schuld is door Jezus zelf betaald. “De Mensenzoon is gekomen om … zijn leven te geven als losgeld voor velen” (Markus 10:45). Maar als wij deze gift willen hebben, zegt hij dat we tot inkeer moeten komen.

Berouwen betekent dat je een geestelijke omwenteling moet ervaren zodat die geest God ziet als oprecht, schitterend en waardig voor al onze lof en al onze gehoorzaamheid. Deze omwenteling van geest omvat op die manier ook Jezus. Dat weten we omdat Jezus zei: “Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben, want Ik ben bij God vandaan gekomen.”b God zien met een nieuwe geest is inclusief Jezus zien met een nieuwe geest.

Niemand is uitgezonderd van Jezus’ oproep om tot inkeer te komen. Dat maakte hij duidelijk toen een groep mensen tot hem kwam met nieuws over twee rampen. Onschuldige mensen waren gedood door Pilatus’ bloedbad en door de instorting van de toren van Siloam (Lucas 13:1-4). Jezus maakte van de gelegenheid gebruik om zelfs de brengers van het nieuws te waarschuwen: “Als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij” (Lucas 13:5). Anders gezegd, je moet niet denken dat rampen betekenen dat sommige mensen zondaars zijn, die tot inkeer moeten komen en anderen dat niet zijn. Iedereen moet tot inkeer komen. Net zo goed als iedereen herboren moet worden want “wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk” (Johannes 3:6), dus moet iedereen tot inkeer komen want iedereen is een zondaar.

Toen Jezus zei: “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars” (Lucas 5:32) bedoelde hij niet dat sommige mensen zo goed zijn dat ze niet tot inkeer hoeven te komen. Hij bedoelde dat sommigen vinden dat ze dat zijn (Lucas 18:9), en anderen al tot inkeer zijn gekomen en in het reine zijn met God. Bijvoorbeeld, de rijke jonge wetgeleerde probeerde “zijn gelijk” te halen (Lucas 10:29) maar “de tollenaar … sloeg zich berouwvol op de borst en zei: ‘God, wees mij zondaar genadig’ … hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God” (Lucas 18:13-14).

Dus niemand is uitgesloten. Iedereen heeft inkeer nodig. En de behoefte is dringend. Jezus zei: “Maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen.” Wat bedoelde hij met omkomen? Hij bedoelde dat het Laatste Oordeel geveld zal worden voor zij die niet tot inkeer komen. “Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij waren na de prediking van Jona tot inkeer gekomen, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!” (Mattheüs 12:41). Jezus, de Zoon van God, waarschuwt mensen voor het oordeel dat komen gaat, en biedt ontsnapping als we tot inkeer komen. Als we niet tot inkeer komen, heeft Jezus een woord voor ons, “Wee u” (Mattheüs 11:21).

Om deze reden is zijn oproep om tot inkeer te komen, onderdeel van zijn centrale verkondiging dat het koninkrijk van God nabij is. “De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws” (Marcus 1:15). Het evangelie – het goede nieuws – is dat de heerschappij van God is gekomen in de vorm van Jezus om zondaars te redden voordat zij nogmaals komt om te oordelen. Dus de oproep om tot inkeer te komen is gebaseerd op de genadegift die er is om te vergeven, en op de genadevolle waarschuwing dat zij die het offer weigeren, op een dag zullen omkomen onder Gods veroordeling.

Nadat hij uit de dood is opgestaan, zorgde Jezus ervoor dat zijn apostelen de oproep om tot inkeer te komen, wereldwijd zouden blijven verspreiden. Hij zei: “Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem” (Lucas 24:46-48). Dus de oproep van Jezus om tot inkeer te komen gaat uit aan alle volkeren. Het komt tot ons, wie we ook zijn en waar we ook zijn, en legt ons een eis op. Dat is de oproep van Jezus aan elke ziel: komt tot inkeer. Weest diep van binnen verandert. Vervang alle Godonterende, Christus-vernederende visies, karaktereigenschappen en doeleinden door God-koesterende en Christus-verheerlijkende alternatieven.

Voor Christus en zijn koninkrijk,

Predikant John

1 Bijvoorbeeld: meta wordt gebruikt als een voorvoegsel in het woord metabaino (overplaatsing of verandering van de ene naar de andere plaats), metaballo (omdenken, verandering van denkwijze), metago (beweging van de ene naar de andere plaats), metatithemi (verplaatsen, op een andere plek brengen), metamorphoo (op een voor anderen zichtbare wijze veranderen), metastrepho (wijzigen, veranderen, wijziging veroorzaken in de staat of toestand), metaschematizo (transformeren, de vorm van iets veranderen), enz.


Noot van de vertaler

a Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)

b Johannes 8:42