Kleine Groepen Waarom?/En Dan Nu Het Grote Geheel
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door Dave Harvey
Over Kleine Groepen
Hoofdstuk 9 van het boek Kleine Groepen Waarom?
Vertaling door Emmanuel Oliveiro
De stilte was oorverdovend.
De toekomstige directeur van één van de Fortune 500 bedrijven had Mark zojuist een aanlokkelijk beeld voorgehouden van zijn toekomst. Deze ‘visie’ omvatte onder meer een royaal salaris, niet mis te verstane voordelen en een functie als zijn persoonlijke assistent. Jawel, de kansen klopten zeker aan de deur… meer macht, meer uitdaging en genoeg salaris, slechts een handdruk van hem verwijdert.
De meeste mannen wachten hier hun hele leven op. Maar op dit moment zocht Mark echter naar een tactische manier om “Nee, dank u wel.” te zeggen.
Begrijp me niet verkeerd, Mark had plezier in zijn werk en deed het uitstekend. Maar hij wist dat deze baan stilzwijgende kosten en compromissen met zich meebracht. Lange avonden op kantoor, weekends weg van huis, een leven beheerst door werk - in gedachten liep hij het hele lijstje bij langs, terwijl zijn baas zat te wachten op een antwoord.
Het ging hem niet alleen om ‘gezinswaarden en -normen’ of weinig bij zijn vrouw zijn. Deze ‘kans’ was een bedreiging voor iets dat een deel was gaan uitmaken van Marks 'christen zijn' en dat had bijgedragen aan een belangrijk deel van zijn geestelijke groei. Als door de bliksem getroffen realiseerde Mark zich dat zijn nieuwe baan een compromis zou kunnen zijn met de hogere visie die God gegeven heeft… de visie om toegewijd te zijn aan de plaatselijke gemeente.
Mark heeft bedankt. Vier jaar later heeft hij er nog geen moment spijt van gehad.
Inhoud |
UITZOOMEN
Wat brengt een man er toe om zo’n schitterende toekomst weg te gooien? Het antwoord is een voudig, maar ook onthutsend: Mark was gegrepen door de Bijbelse visie op de plaatselijke gemeente – een visie die zich uitte in toewijding, zelfs als die toewijding inhield dat hij persoonlijke offers moest brengen.
In zijn eigen woorden: “God heeft me ervan overtuigd dat er iets is dat belangrijker is in het leven. Daar wil ik bij zijn!”
Dat ‘iets’ is de plaatselijke gemeente.
Onze reactie op Mark's besluit laat een heleboel
zien over onze persoonlijke visie op de
plaatselijke gemeente. Ongetwijfeld
zouden sommige
mensen de promotie zien als
een zegen van God, ondanks
het feit dat Marks betrokkenheid
bij de gemeente ernstig
zou verminderen door overuren
in het weekend en de
extra verantwoordelijkheden.
Weer anderen zouden zeggen
dat Mark te ‘fanatiek’ was in zijn overtuiging;
dat God het meest geëerd wordt door onze gematigde
houding tegenover de kerk. Sommigen
zullen zelfs denken dat carrière maken belangrijker
voor Mark is dan geestelijke groei (met andere
woorden: “Zoek eerst je carrière en bijbehorende rijkdommen en al Gods rijkdommen zullen je gegeven worden.”).
Behalve dat deze zienswijze onbijbels is, is het ook nog dom en kortzichtig. De belangrijkste beslissing die iemand kan maken is of hij of zij zich toewijdt aan Jezus Christus. En toewijding aan Jezus gaat niet zonder toewijding aan de plaatselijke gemeente.
In het hele boek heb je kunnen horen dat kleine
groepen geen doel op zichzelf zijn; ze zijn een
middel om samen te groeien naar volwassenheid
en om elkaar te dienen in de plaatselijke gemeente.
Zonder een compleet beeld van de gemeente,
zal ons begrip van kleine groepen jammer
genoeg incompleet zijn.
VRAAG EN AANBOD
Een paar jaar geleden had Newsweek een coverstory over babyboomers en geloof dat insloeg als een bom in de evangelische wereld. Met ontstellende nauwkeurigheid concludeerde het stuk dat “enkele van de kerken met de minste eisen, nu het grootste gebrek hebben.”
Dit kan wel waar zijn, maar het is niet gezond, en zeker niet Bijbels. Zoiets zou nooit gezegd kunnen worden over de gemeente die beschreven wordt in Handelingen.
Hier zien we ‘toegewijde’ mensen die bereid zijn om de wereld te verloochenen en om vol enthousiasme deelgenoot te worden van God’s huisgezin:
“Ook op nog andere wijze legde hij (Petrus) getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: “Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!” Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.” (Handelingen 2:40-42)
Dit gedeelte laat in drie stappen een natuurlijke ontwikkeling zien die christenen in onze dagen als voorbeeld zouden moeten nemen: 1) kom uit de wereld, 2) kom in de kerk en 3) richt je aandacht op goddelijke zaken. Deze drie belangrijke stappen - achterlaten, toevoeging en toewijding - vatten samen wat het is om werkelijk toegewijd te zijn aan de plaatselijke gemeente.
De ‘minst eisende kerken’ mogen
er dan in slagen om mensen
te verzamelen die bereid zijn de
wereld achter zich te laten, maar
ze zullen er niet in slagen om met
deze mensen een toegewijde gemeenschap
te bouwen. Om dat te
bereiken is er toevoeging en toewijding
nodig.
GEROEPEN UIT, TOEGEVOEGD AAN
Toegevoegd worden aan de gemeente is meer dan geestelijk deel worden van het universele lichaam van Christus. Het houdt ook in dat je praktisch deel wordt van en je toewijdt aan één plaatselijke gemeente. Dit wordt duidelijk gemaakt in het Nieuwe Testament. Hoe zou Petrus er anders bij de oudsten op kunnen aandringen om goed te zorgen voor de kudde “waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt” en “die aan u toevertrouwd is” (1 Pet. 5:2-3)? Jezus gaat uit van dezelfde aanname over de kerk als Hij vertelt hoe je moet handelen als iemand tegen je gezondigd heeft (Mat. 18:17).
Historisch gezien is toewijding aan één gemeente altijd al een kenmerk geweest van het geloof – iets waar niet over te onderhandelen valt voor alle gelovigen. Deze toewijding heeft zich vertaald naar het gebruik van het voorrecht van het lidmaatschap. Door de eeuwen heen heeft het lidmaatschap gediend als een praktische manier voor voorgangers als omheining van de kudde, zodat ze er voor kunnen zorgen en beschermen.
In de vroege kerk werd het lidmaatschap vaak formeel gemaakt door het ‘sponsor systeem’. Elk toekomstig nieuw lid moest een getuige meebrengen om zijn toewijding te bevestigen. Lidmaatschap werd zelfs zo belangrijk gevonden, dat de instructie voor nieuwe leden soms wel drie jaar kon duren! Doordat ze de gemeente zo hoog achtten en een Bijbelse visie op het gemeenteleven hadden, hadden deze vroege gelovigen er geen moeite mee om hun hartstocht voor de lokale gemeente door te geven van generatie op generatie. Helaas heeft deze hartstocht onze generatie nooit bereikt, of zoals dr. Martyn Lloyd-Jones constateert:
“Het ontbreekt ons als christenen te begrijpen wat het lidmaatschap van een gemeente inhoudt - de waardigheid, het voorrecht en de verantwoordelijkheid - dat is de oorzaak van het merendeel van onze problemen. Onze grootste behoefte is om het onderwijs van het Nieuwe Testament over de gemeente toe te passen in deze tijd.”
God heeft ons niet uit dit ‘verdorven geslacht’ geroepen zodat we doelloos over het christelijke landschap kunnen staren – een samenkomstje hier, een Bijbelstudietje daar en af en toe een beetje betrokkenheid, gewoon voor de afwisseling. We zijn ergens uit geroepen om ergens ander ingevoegd te worden! Alle gelovigen zouden toegewijd moeten zijn aan een plaatselijke gemeente die over hun ziel waakt, die ze toerust voor de bediening en waarin ze dienen tot opbouw.
De gemeente kan niet slechts een bijkomstigheid zijn. We moeten toegevoegd worden.
Zelf spreekt mij Eugene Petersons vertaling (The Message) van Handelingen 2:41 erg aan: “Op die dag geloofden ongeveer 3000 mensen wat hij [Petrus] zei, ze lieten zich dopen en schreven zich in.” ‘Inschrijven’ is een prachtige manier om toevoegen te beschrijven, iets wat van levensbelang is, maar het is slechts een begin. Volgens Handelingen 2 wil God iedereen voorbij het punt van toevoeging brengen, naar toewijding.
PLAATS EN DOEL VOOR TOEWIJDING
Ik houd van onze ‘Toewijdingszondagen’! In deze diensten heet onze kerk de mensen die God aan ons toegevoegd heeft officieel welkom. Elk toekomstig lid heeft van tevoren een lidmaatschapcursus van 12 weken gedaan, zich toegewijd aan een kleine groep en een gesprek gehad met een van de voorgangers om eventuele vragen en zorgen te bespreken. De reden waarom deze diensten zo inspirerend zijn is dat we in getuigenissen vaak horen hoe God een nieuwe passie voor de plaatselijke gemeente heeft opgewekt. Stu en Lisa deelden hun odyssee met ons:
“Een van de dingen die Lisa en ik hadden besloten te doen als we op zoek zouden naar een nieuwe gemeente, was om eerst een kleine groep te bezoeken in plaats van een zondagsdienst. We wisten dat dit de plek was waar we konden zien hoe de kerk echt was. We bezochten de dichtstbijzijnde kleine groep drie keer en in onze beleving kwam dit het dichtste bij het Nieuwe Testament 'christen zijn' dat we sinds jaren hadden gezien. Zo zie je dat we al besloten hadden om deel van deze kerk uit te maken voordat we ook maar ooit een zondagsdienst hadden bezocht.”
Stu en Lisa waren er niet op uit om kerkje te
spelen. Ze wilden zichzelf verbinden aan
‘toegewijde’ mensen – en ze wisten ook dat toewijding
die alleen maar theoretisch of in gedachten
bestaat helemaal geen toewijding is, maar
slechts dagdromen (‘virtuele toewijding’ bestaat
niet).
Realistisch gesproken zijn er een duidelijk doel en een context nodig waarin toewijding tot uiting kan komen. De nieuwtestamentische gemeente was niet willekeurig toegewijd aan elk doel, hartstocht of structuur; ze waren eerder strategisch toegewijd met een doel. De mensen gaven uiting aan hun toewijding door naar de tempel en huissamenkomsten te gaan en door hun gastvrijheid, om maar iets te noemen. Stu en Lisa ontdekten een soortgelijke dynamiek. Toen ze hun kleine groep bezochten, wisten ze dat ze een strategie en een context hadden gevonden waarin ze ongehinderd hun toewijding aan Jezus Christus en Zijn gemeente konden uiten.
Hoe zit het met jou? Waar laat jij je toewijding zien? John Stott heeft eens gezegd: “Kleine groepen zijn onmisbaar om geestelijk volwassen te worden.” Zijn ze onmisbaar geworden in jouw leven?
Sta me toe één ding op te helderen, voordat we Stu en Lisa verlaten. Hoeveel ze ook van hun kleine groep houden, hun primaire toewijding ligt bij de gemeente. Ze zijn toegewijd aan hun groep, omdat het een strategisch verlengstuk is van het gemeenteleven.
ZO ZIET TOEWIJDING ER UIT
Een groot gedeelte van het gezonde gemeenteleven vindt plaats in de kleine groepen. Waar kleine groepen zijn is toewijding essentieel en kan het herkend worden aan de volgende drie dingen:
Aanwezig zijn. Het is nogal lastig om toegewijd
te zijn ‘in absentia’. Je zult merken dat jou
toewijding veel meer betekenis heeft en herkenbaarder
is als je ook daadwerkelijk aanwezig bent! Een klein puntje maar – één van die details.
Deelname. Wat kleine groepen betreft klopt het oude gezegde: “Je haalt eruit, wat je erin stopt.” Om effectief deel te nemen moet jij je goed voorbereiden. Zo is het bijvoorbeeld nodig dat je de opdrachten helemaal maakt en nadenkt over de te bespreken onderwerpen.
Maar nog meer houdt het in, dat jij je voorbereid hebt met gebed om het (bijbel)onderwerp in je leven toe te passen. Het houdt ook in, dat jij je open en eerlijk deelt met de andere leden. Dit betekent dat je jezelf openstelt in plaats van geïsoleerd in een hoekje te zitten. Het betekent dat je het voorbeeld van Jezus toepast.
Zoals het volgende vers laat zien, openbaarde Jezus zich op een unieke manier: “Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.” (Joh.1:8, de nadruk is van mij) Het Griekse werkwoord voor het onderstreepte stukje is exegeomai, wat betekent ‘verklaren’ of ‘openbaren’. (Hier hebben we het woord ‘exegese’ van, het interpreteren - of openbaren - van de waarheid van de Bijbel.) Snap je wat Johannes hier bedoelt? Als het op zelfopenbaring aankomt, neemt God het initiatief! Hij heeft zichzelf geopenbaard door Zijn Zoon naar de aarde te sturen. Jezus ‘exegeerde’ God – Hij maakte Hem bekend – door Zijn hart, Zijn doel en Zijn leven te delen.
Net zoals God zichzelf door Jezus bekend heeft gemaakt, moeten ook wij ons aan elkaar bekend maken. Onze trots verleidt ons ertoe om het tegenovergestelde te doen – om onze ware identiteit te verhullen, om ons te verbergen achter een masker. Waarom? Omdat het gemakkelijk is om er in het donker goed uit te zien.
Die beschamende ontdekking deed ik zelf op
een ochtend in mijn kantoor. Ik moest extra
vroeg op mijn werk zijn, dus in plaats van mijn
gezin wakker te maken, besloot ik me in het donker
aan te kleden. Terwijl ik mezelf feliciteerde
met mijn onzichtbaarheid, glipte ik het huis uit en
reed naar mijn goed verlichte kantoor – om erachter
te komen dat mijn sokken niet helemaal
bij elkaar pasten. En om het nog erger te maken,
op kantoor verbaasde niemand zich
over mij! (Ze waren lang geleden al
tot de conclusie gekomen dat ik nogal
‘modebewust’ was... en enkele
denken nog steeds dat het een bewuste
keuze was, die dag!)
In het donker ziet iedereen er
goed uit. Het donker maakt ons onzichtbaar,
verduistert ons hart en
verbergt onze bedoelingen. Maar
zelfopenbaring werpt licht op de
zaak. Het laat zien wie we werkelijk
zijn, inclusief onze lelijke kanten.
Zonder eerlijk en open te zijn, zullen we nooit
echte gemeenschap ervaren.
Het eerder aangehaalde vers (Joh. 1:18) heeft
serieuze gevolgen voor kleine groepen. Het doet
ons beseffen dat ons succes
als groep afhangt van
de mate van onze zelfopenbaring.
Om volledig
deel te nemen moeten we
ons hart openen en verantwoording
afleggen over
ons (dagelijks) handelen.
Zelf maak ik deel uit van
een kleine groep waar ik
dit van dichtbij kan meemaken.
Onlangs zijn we
als mannen en vrouwen
apart gaan zitten en hebben
we de volgende vraag beantwoord: “Van welke zonde weet je dat je die in de afgelopen week begaan hebt?”
We hadden een hele goede tijd samen terwijl we ons ‘blootgaven’. Er is geen twijfel mogelijk... de kwaliteit van onze tijd samen hangt af van onze betrokkenheid en onze openheid, ook als het niet erg comfortabel is.
Dienstbaarheid. Maar al te vaak ontstaan er groepen vanwege een aantal geconstateerde (en vaak zelfzuchtige of oppervlakkige) noden. Vooral ‘zorg-groepen’ hebben deze neiging. Maar tenzij dergelijke groepen zich richten op onze diepste
nood - de zonde in ons en de gevolgen ervan -
zijn ze van weinig nut.
Kleine groepen zijn primair een middel om te groeien. Dat wil niet zeggen dat ze niet voorzien in onze behoeften, want dat doen ze in de regel wel. Kleine groepen bieden enorm veel bemoediging. Maar veel meer vinden de deelnemers antwoorden op hun eigen problemen doordat ze elkaar dienen. We zouden naar onze kleine groep moeten gaan, klaar om te geven en niet alleen om te ontvangen.
Heb je goed gekeken naar de ‘elkaar’-lijst in
hoofdstuk 2? Dit is een indrukwekkende lijst
waaraan slechts voldaan kan worden als we binnen
de gemeente door relaties met elkaar verbonden
zijn. Kleine groepen helpen ons om deze
broodnodige relaties te ontwikkelen en ze zetten
ons op een plek waar het mogelijk is om op een
praktische manier gehoorzaam te zijn aan de opdracht
‘er voor elkaar te zijn’.