Kleine Groepen Waarom?/En Dan Nu Het Grote Geheel

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door Dave Harvey
Auteur Index
More Over Kleine Groepen
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Why Small Groups?/And Now for the Big Picture

© Sovereign Grace Ministries

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door Dave Harvey Over Kleine Groepen
Hoofdstuk 9 van het boek Kleine Groepen Waarom?

Vertaling door Emmanuel Oliveiro

De stilte was oorverdovend.

De toekomstige directeur van één van de Fortune 500 bedrijven had Mark zojuist een aanlokkelijk beeld voorgehouden van zijn toekomst. Deze ‘visie’ omvatte onder meer een royaal salaris, niet mis te verstane voordelen en een functie als zijn persoonlijke assistent. Jawel, de kansen klopten zeker aan de deur… meer macht, meer uitdaging en genoeg salaris, slechts een handdruk van hem verwijdert.

De meeste mannen wachten hier hun hele leven op. Maar op dit moment zocht Mark echter naar een tactische manier om “Nee, dank u wel.” te zeggen.

Begrijp me niet verkeerd, Mark had plezier in zijn werk en deed het uitstekend. Maar hij wist dat deze baan stilzwijgende kosten en compromissen met zich meebracht. Lange avonden op kantoor, weekends weg van huis, een leven beheerst door werk - in gedachten liep hij het hele lijstje bij langs, terwijl zijn baas zat te wachten op een antwoord.

Het ging hem niet alleen om ‘gezinswaarden en -normen’ of weinig bij zijn vrouw zijn. Deze ‘kans’ was een bedreiging voor iets dat een deel was gaan uitmaken van Marks 'christen zijn' en dat had bijgedragen aan een belangrijk deel van zijn geestelijke groei. Als door de bliksem getroffen realiseerde Mark zich dat zijn nieuwe baan een compromis zou kunnen zijn met de hogere visie die God gegeven heeft… de visie om toegewijd te zijn aan de plaatselijke gemeente.

Mark heeft bedankt. Vier jaar later heeft hij er nog geen moment spijt van gehad.

Inhoud

UITZOOMEN

Wat brengt een man er toe om zo’n schitterende toekomst weg te gooien? Het antwoord is een voudig, maar ook onthutsend: Mark was gegrepen door de Bijbelse visie op de plaatselijke gemeente – een visie die zich uitte in toewijding, zelfs als die toewijding inhield dat hij persoonlijke offers moest brengen.

In zijn eigen woorden: “God heeft me ervan overtuigd dat er iets is dat belangrijker is in het leven. Daar wil ik bij zijn!

Dat ‘iets’ is de plaatselijke gemeente.

“Misschien is de op één na grootste zwakheid van de moderne christelijke kerk dat miljoenen zogenaamde leden eigenlijk helemaal niet betrokken zijn en wat erger is, ze vinden het niet eens vreemd dat ze niet betrokken zijn.” – Elton Trueblood


Onze reactie op Mark's besluit laat een heleboel zien over onze persoonlijke visie op de plaatselijke gemeente. Ongetwijfeld zouden sommige mensen de promotie zien als een zegen van God, ondanks het feit dat Marks betrokkenheid bij de gemeente ernstig zou verminderen door overuren in het weekend en de extra verantwoordelijkheden. Weer anderen zouden zeggen dat Mark te ‘fanatiek’ was in zijn overtuiging; dat God het meest geëerd wordt door onze gematigde houding tegenover de kerk. Sommigen zullen zelfs denken dat carrière maken belangrijker voor Mark is dan geestelijke groei (met andere woorden: “Zoek eerst je carrière en bijbehorende rijkdommen en al Gods rijkdommen zullen je gegeven worden.”).

Behalve dat deze zienswijze onbijbels is, is het ook nog dom en kortzichtig. De belangrijkste beslissing die iemand kan maken is of hij of zij zich toewijdt aan Jezus Christus. En toewijding aan Jezus gaat niet zonder toewijding aan de plaatselijke gemeente.

Denk na over Mattheüs 6:33 Wat zouden we echt het eerst moeten zoeken? Wat zijn de voordelen voor diegenen die dit doen?


In het hele boek heb je kunnen horen dat kleine groepen geen doel op zichzelf zijn; ze zijn een middel om samen te groeien naar volwassenheid en om elkaar te dienen in de plaatselijke gemeente. Zonder een compleet beeld van de gemeente, zal ons begrip van kleine groepen jammer genoeg incompleet zijn.

VRAAG EN AANBOD

Een paar jaar geleden had Newsweek een coverstory over babyboomers en geloof dat insloeg als een bom in de evangelische wereld. Met ontstellende nauwkeurigheid concludeerde het stuk dat “enkele van de kerken met de minste eisen, nu het grootste gebrek hebben.”

Dit kan wel waar zijn, maar het is niet gezond, en zeker niet Bijbels. Zoiets zou nooit gezegd kunnen worden over de gemeente die beschreven wordt in Handelingen.

Hier zien we ‘toegewijde’ mensen die bereid zijn om de wereld te verloochenen en om vol enthousiasme deelgenoot te worden van God’s huisgezin:

Voor verdere studie: Jezus wond er geen doekjes om als het ging over wat het je kost om een discipel te zijn van Hem. Ben je bereid om alles op te geven zoals Hij zegt in Lucas 9:57-62?


“Ook op nog andere wijze legde hij (Petrus) getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: “Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!” Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.” (Handelingen 2:40-42)

Dit gedeelte laat in drie stappen een natuurlijke ontwikkeling zien die christenen in onze dagen als voorbeeld zouden moeten nemen: 1) kom uit de wereld, 2) kom in de kerk en 3) richt je aandacht op goddelijke zaken. Deze drie belangrijke stappen - achterlaten, toevoeging en toewijding - vatten samen wat het is om werkelijk toegewijd te zijn aan de plaatselijke gemeente.

1 Wat heb je duidelijk moeten leren opgeven toen je net christen was geworden?





De ‘minst eisende kerken’ mogen er dan in slagen om mensen te verzamelen die bereid zijn de wereld achter zich te laten, maar ze zullen er niet in slagen om met deze mensen een toegewijde gemeenschap te bouwen. Om dat te bereiken is er toevoeging en toewijding nodig.

GEROEPEN UIT, TOEGEVOEGD AAN

Toegevoegd worden aan de gemeente is meer dan geestelijk deel worden van het universele lichaam van Christus. Het houdt ook in dat je praktisch deel wordt van en je toewijdt aan één plaatselijke gemeente. Dit wordt duidelijk gemaakt in het Nieuwe Testament. Hoe zou Petrus er anders bij de oudsten op kunnen aandringen om goed te zorgen voor de kudde “waarvoor u de verantwoordelijkheid hebten “die aan u toevertrouwd is” (1 Pet. 5:2-3)? Jezus gaat uit van dezelfde aanname over de kerk als Hij vertelt hoe je moet handelen als iemand tegen je gezondigd heeft (Mat. 18:17).

Historisch gezien is toewijding aan één gemeente altijd al een kenmerk geweest van het geloof – iets waar niet over te onderhandelen valt voor alle gelovigen. Deze toewijding heeft zich vertaald naar het gebruik van het voorrecht van het lidmaatschap. Door de eeuwen heen heeft het lidmaatschap gediend als een praktische manier voor voorgangers als omheining van de kudde, zodat ze er voor kunnen zorgen en beschermen.

In de vroege kerk werd het lidmaatschap vaak formeel gemaakt door het ‘sponsor systeem’. Elk toekomstig nieuw lid moest een getuige meebrengen om zijn toewijding te bevestigen. Lidmaatschap werd zelfs zo belangrijk gevonden, dat de instructie voor nieuwe leden soms wel drie jaar kon duren! Doordat ze de gemeente zo hoog achtten en een Bijbelse visie op het gemeenteleven hadden, hadden deze vroege gelovigen er geen moeite mee om hun hartstocht voor de lokale gemeente door te geven van generatie op generatie. Helaas heeft deze hartstocht onze generatie nooit bereikt, of zoals dr. Martyn Lloyd-Jones constateert:

“Veel kerken hebben niet de lessen geleerd waar veel ouders vroeg of laat over struikelen. Kerken denken dat, hoe minder ze vragen of verwachten van hun leden, hoe populairder ze zullen worden en hoe tevredener de aanbidders zullen zijn. Het omgekeerde is waar. De kerken die weinig vragen, merken dat het weinige dat ze vragen teveel is en dat niemand zal helpen; de kerken die veel vragen, merken dat er veel gegeven wordt en dat ze worden versterkt door de giften. Want alleen als mensen elkaar ontmoeten in zelfopoffering, dan zal de kerk zijn eigen cultuur ontwikkelen en alleen in deze context zal God een levensechte realiteit zijn en zal de kerk levend gehouden worden.” – David Wells


“Het ontbreekt ons als christenen te begrijpen wat het lidmaatschap van een gemeente inhoudt - de waardigheid, het voorrecht en de verantwoordelijkheid - dat is de oorzaak van het merendeel van onze problemen. Onze grootste behoefte is om het onderwijs van het Nieuwe Testament over de gemeente toe te passen in deze tijd.”

God heeft ons niet uit dit ‘verdorven geslacht’ geroepen zodat we doelloos over het christelijke landschap kunnen staren – een samenkomstje hier, een Bijbelstudietje daar en af en toe een beetje betrokkenheid, gewoon voor de afwisseling. We zijn ergens uit geroepen om ergens ander ingevoegd te worden! Alle gelovigen zouden toegewijd moeten zijn aan een plaatselijke gemeente die over hun ziel waakt, die ze toerust voor de bediening en waarin ze dienen tot opbouw.

De gemeente kan niet slechts een bijkomstigheid zijn. We moeten toegevoegd worden.

Zelf spreekt mij Eugene Petersons vertaling (The Message) van Handelingen 2:41 erg aan: “Op die dag geloofden ongeveer 3000 mensen wat hij [Petrus] zei, ze lieten zich dopen en schreven zich in.” ‘Inschrijven’ is een prachtige manier om toevoegen te beschrijven, iets wat van levensbelang is, maar het is slechts een begin. Volgens Handelingen 2 wil God iedereen voorbij het punt van toevoeging brengen, naar toewijding.

PLAATS EN DOEL VOOR TOEWIJDING

Ik houd van onze ‘Toewijdingszondagen’! In deze diensten heet onze kerk de mensen die God aan ons toegevoegd heeft officieel welkom. Elk toekomstig lid heeft van tevoren een lidmaatschapcursus van 12 weken gedaan, zich toegewijd aan een kleine groep en een gesprek gehad met een van de voorgangers om eventuele vragen en zorgen te bespreken. De reden waarom deze diensten zo inspirerend zijn is dat we in getuigenissen vaak horen hoe God een nieuwe passie voor de plaatselijke gemeente heeft opgewekt. Stu en Lisa deelden hun odyssee met ons:

“Een van de dingen die Lisa en ik hadden besloten te doen als we op zoek zouden naar een nieuwe gemeente, was om eerst een kleine groep te bezoeken in plaats van een zondagsdienst. We wisten dat dit de plek was waar we konden zien hoe de kerk echt was. We bezochten de dichtstbijzijnde kleine groep drie keer en in onze beleving kwam dit het dichtste bij het Nieuwe Testament 'christen zijn' dat we sinds jaren hadden gezien. Zo zie je dat we al besloten hadden om deel van deze kerk uit te maken voordat we ook maar ooit een zondagsdienst hadden bezocht.”
Denk na over Efeziërs 2:19-22 Als een ervaren metselaar heeft God jou ingemetseld in de kerk met de bedoeling om daar te blijven!


Stu en Lisa waren er niet op uit om kerkje te spelen. Ze wilden zichzelf verbinden aan ‘toegewijde’ mensen – en ze wisten ook dat toewijding die alleen maar theoretisch of in gedachten bestaat helemaal geen toewijding is, maar slechts dagdromen (‘virtuele toewijding’ bestaat niet).

Realistisch gesproken zijn er een duidelijk doel en een context nodig waarin toewijding tot uiting kan komen. De nieuwtestamentische gemeente was niet willekeurig toegewijd aan elk doel, hartstocht of structuur; ze waren eerder strategisch toegewijd met een doel. De mensen gaven uiting aan hun toewijding door naar de tempel en huissamenkomsten te gaan en door hun gastvrijheid, om maar iets te noemen. Stu en Lisa ontdekten een soortgelijke dynamiek. Toen ze hun kleine groep bezochten, wisten ze dat ze een strategie en een context hadden gevonden waarin ze ongehinderd hun toewijding aan Jezus Christus en Zijn gemeente konden uiten.

Hoe zit het met jou? Waar laat jij je toewijding zien? John Stott heeft eens gezegd: “Kleine groepen zijn onmisbaar om geestelijk volwassen te worden.” Zijn ze onmisbaar geworden in jouw leven?

“Hoewel een kleine groep een deel van de kerk is, komt deze niet in de plaats van de kerk.” – Douglas Wilson

Sta me toe één ding op te helderen, voordat we Stu en Lisa verlaten. Hoeveel ze ook van hun kleine groep houden, hun primaire toewijding ligt bij de gemeente. Ze zijn toegewijd aan hun groep, omdat het een strategisch verlengstuk is van het gemeenteleven.

ZO ZIET TOEWIJDING ER UIT

Een groot gedeelte van het gezonde gemeenteleven vindt plaats in de kleine groepen. Waar kleine groepen zijn is toewijding essentieel en kan het herkend worden aan de volgende drie dingen:

Voor verdere studie: waar komen gemeenten samen in Romeinen 16:5, 1 Korinthiërs 16:19 en Kolossenzen 4:15?


Aanwezig zijn. Het is nogal lastig om toegewijd te zijn ‘in absentia’. Je zult merken dat jou toewijding veel meer betekenis heeft en herkenbaarder is als je ook daadwerkelijk aanwezig bent! Een klein puntje maar – één van die details.

Deelname. Wat kleine groepen betreft klopt het oude gezegde: “Je haalt eruit, wat je erin stopt.” Om effectief deel te nemen moet jij je goed voorbereiden. Zo is het bijvoorbeeld nodig dat je de opdrachten helemaal maakt en nadenkt over de te bespreken onderwerpen.

Maar nog meer houdt het in, dat jij je voorbereid hebt met gebed om het (bijbel)onderwerp in je leven toe te passen. Het houdt ook in, dat jij je open en eerlijk deelt met de andere leden. Dit betekent dat je jezelf openstelt in plaats van geïsoleerd in een hoekje te zitten. Het betekent dat je het voorbeeld van Jezus toepast.

Zoals het volgende vers laat zien, openbaarde Jezus zich op een unieke manier: “Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.” (Joh.1:8, de nadruk is van mij) Het Griekse werkwoord voor het onderstreepte stukje is exegeomai, wat betekent ‘verklaren’ of ‘openbaren’. (Hier hebben we het woord ‘exegese’ van, het interpreteren - of openbaren - van de waarheid van de Bijbel.) Snap je wat Johannes hier bedoelt? Als het op zelfopenbaring aankomt, neemt God het initiatief! Hij heeft zichzelf geopenbaard door Zijn Zoon naar de aarde te sturen. Jezus ‘exegeerde’ God – Hij maakte Hem bekend – door Zijn hart, Zijn doel en Zijn leven te delen.

Net zoals God zichzelf door Jezus bekend heeft gemaakt, moeten ook wij ons aan elkaar bekend maken. Onze trots verleidt ons ertoe om het tegenovergestelde te doen – om onze ware identiteit te verhullen, om ons te verbergen achter een masker. Waarom? Omdat het gemakkelijk is om er in het donker goed uit te zien.

Denk na over Psalm 141:5 Als je David's karakter had, zou je het dan gemakkelijker vinden om jezelf bloot te geven aan anderen?


Die beschamende ontdekking deed ik zelf op een ochtend in mijn kantoor. Ik moest extra vroeg op mijn werk zijn, dus in plaats van mijn gezin wakker te maken, besloot ik me in het donker aan te kleden. Terwijl ik mezelf feliciteerde met mijn onzichtbaarheid, glipte ik het huis uit en reed naar mijn goed verlichte kantoor – om erachter te komen dat mijn sokken niet helemaal bij elkaar pasten. En om het nog erger te maken, op kantoor verbaasde niemand zich over mij! (Ze waren lang geleden al tot de conclusie gekomen dat ik nogal ‘modebewust’ was... en enkele denken nog steeds dat het een bewuste keuze was, die dag!)

2 Zijn er nog ‘lijken in jouw kleklerenkast’ –onbeleden zonden of verkeerde gewoontes – die je niet graag zou willen delen met iemand in je kleine groep? Lees Jakobus 5:16… en vraag daarna aan God hoe je zou moeten antwoorden.





In het donker ziet iedereen er goed uit. Het donker maakt ons onzichtbaar, verduistert ons hart en verbergt onze bedoelingen. Maar zelfopenbaring werpt licht op de zaak. Het laat zien wie we werkelijk zijn, inclusief onze lelijke kanten. Zonder eerlijk en open te zijn, zullen we nooit echte gemeenschap ervaren.

“Je zult niet geestelijk groeien en volwassen worden als je geen relaties hebt binnen een gemeente… binnen relaties krijgen we nauwkeurige evaluaties van onszelf, die niet te positief, maar ook niet te negatief zijn. Binnen relaties ervaren we een door God ingestelde manier waarop we geestelijk, intellectueel en emotioneel kunnen bijtanken.” – C.J. Mahaney


Het eerder aangehaalde vers (Joh. 1:18) heeft serieuze gevolgen voor kleine groepen. Het doet ons beseffen dat ons succes als groep afhangt van de mate van onze zelfopenbaring. Om volledig deel te nemen moeten we ons hart openen en verantwoording afleggen over ons (dagelijks) handelen. Zelf maak ik deel uit van een kleine groep waar ik dit van dichtbij kan meemaken. Onlangs zijn we als mannen en vrouwen apart gaan zitten en hebben we de volgende vraag beantwoord: “Van welke zonde weet je dat je die in de afgelopen week begaan hebt?

We hadden een hele goede tijd samen terwijl we ons ‘blootgaven’. Er is geen twijfel mogelijk... de kwaliteit van onze tijd samen hangt af van onze betrokkenheid en onze openheid, ook als het niet erg comfortabel is.

Dienstbaarheid. Maar al te vaak ontstaan er groepen vanwege een aantal geconstateerde (en vaak zelfzuchtige of oppervlakkige) noden. Vooral ‘zorg-groepen’ hebben deze neiging. Maar tenzij dergelijke groepen zich richten op onze diepste nood - de zonde in ons en de gevolgen ervan - zijn ze van weinig nut.

Kleine groepen zijn primair een middel om te groeien. Dat wil niet zeggen dat ze niet voorzien in onze behoeften, want dat doen ze in de regel wel. Kleine groepen bieden enorm veel bemoediging. Maar veel meer vinden de deelnemers antwoorden op hun eigen problemen doordat ze elkaar dienen. We zouden naar onze kleine groep moeten gaan, klaar om te geven en niet alleen om te ontvangen.

Denk na over Galaten 5:13 Hoe zouden we de vrijheid die we in Christus hebben moeten gebruiken?


Heb je goed gekeken naar de ‘elkaar’-lijst in hoofdstuk 2? Dit is een indrukwekkende lijst waaraan slechts voldaan kan worden als we binnen de gemeente door relaties met elkaar verbonden zijn. Kleine groepen helpen ons om deze broodnodige relaties te ontwikkelen en ze zetten ons op een plek waar het mogelijk is om op een praktische manier gehoorzaam te zijn aan de opdracht ‘er voor elkaar te zijn’.

In mijn gemeente bijvoorbeeld, is het de gewoonte om nieuwe moeders te voorzien van warme maaltijden, tot één of twee weken na de komst van een nieuwe baby. Aan financiële noden wordt vaak tegemoet gekomen door een financieel ondersteuningsprogramma in de kleine groepen. Legitieme financiële noden worden hier geïdentificeerd en er wordt aan tegemoet gekomen door het gulle geven van de leden van de kleine groep. De oudsten kunnen vervolgens instemmen met een extra bijdrage uit de gemeentekas. Dit systeem vervangt de ‘welvaartsstijl van geven’, dat geen onderscheid maakt, door de Bijbelse visie voor medeleven om tegemoet te komen aan noden vanuit een netwerk van bestaande relaties. En belangrijker nog, het biedt een praktische manier om op een praktische manier “elkanders lasten te dragen” (Galaten 6:2).

TE MOE EN TE LUI

Een getuigenis

Toen mijn vrouw en ik vier jaar geleden de ‘Solid Rock Church’ bezochten, zag ik direct dat hun aanbidding compleet anders was dan alles wat ik tot dan toe had meegemaakt. Ik dacht: “Deze mensen zijn toegewijd aan wat ze doen!”

Het raakte me, maar het veranderde me niet. Ik had geen motivatie om mezelf toe te wijden aan de kerk. Ik geloofde in God maar ik had geen relatie met Hem. Vaak ontmoette ik een kleinegroepleider in de kerk die me hielp om te beseffen wat Jezus echt voor mij gedaan heeft. (Ik zou niet weten waar ik zou zijn zonder Zijn warme, liefdevolle leiderschap.) Terwijl ik regelmatig naar de kerk ging had ik nog steeds niet door hoe belangrijk het was om lid te zijn van een kleine groep. Er waren veel donderdagavonden wanneer ik ‘te moe’ of ‘te druk’ was. Mijn vrouw ging vaak zonder mij. Drie jaar lang bedacht ik redenen waarom ik niet zou hoeven te gaan. Ik wist dat ik lui was, maar ik was nog niet klaar om te veranderen.

Het afgelopen jaar was de ommekeer: ik ervaarde het transformerende werk van de Heilige Geest. Ik raakte ervan overtuigd dat ik een bijdrage moest leveren aan deze kerk en aan het lichaam van Christus en dat ik niet goed bezig was. Het was een ongelofelijke ontdekking voor me om te realiseren dat er een groter geheel is waar ik deel van uit mag maken!

- Brian Schwatka (College Park, MD)


Zoek, naast het dienen van de mensen in je kleine groep, ook naar mogelijkheden om in jouw lokale omgeving te dienen. Om je hierin te bemoedigen wil ik een opmerkelijke en unieke strategie met je delen die onze kerk in de afgelopen tien jaar met vallen en opstaan heeft vervolmaakt: gewoon dienen!

In het afgelopen najaar besloot een van onze kleine groepen om Gods liefde in de buurt te laten zien door blad te gaan harken. De tactiek was eenvoudig: 1) klop bij de buren aan, 2) zorg dat je toestemming krijgt om blad te harken en 3) blad harken. Simpel, hè? En ja hoor, iemand was zo ontroerd door deze kleine daad van vriendelijkheid, dat ze in huilen uitbarstte. Hoewel alle eer naar God gaat, laat het een glimp zien van de impact die een toegewijde groep mensen kan hebben wanneer ze de visie begrijpen van het dienen van Jezus, Zijn mensen en de wereld. Zon groep van twaalf mensen, ook wel bekend als de discipelen - het dreamteam voor alle kleine groepen - veranderde de loop van de geschiedenis voorgoed.

BEN JE BESMET?

Als ieder gemeentelid zo'n toewijding in de kleine groep liet zien, zou dit boek niet nodig zijn. Maar er is iets veranderd in de afgelopen 1900 jaar. De kerk is behoorlijk afgedwaald van het prikkelende beeld dat we in Handelingen zien. Deze eerste christenen waren volkomen toegewijd. Ze genoten van God en van elkaar en ondertussen hadden ze een geweldige invloed op de wereld om hen heen. Ze waren toegewijd, ze dienden, ze evangeliseerden.

Maar ja, vandaag de dag is het een beetje anders.

Chuck Colson, iemand die de waarheid nooit verhult, ziet het contrast en maakt deze ontnuchterende opmerking: “Hoewel het lijkt alsof de kerk een periode van groei en voorspoed doormaakt, verzuimt ze om mensen aan te zetten tot toewijding en het brengen van offers.” Er zou geen grotere aanklacht tegen ons gedaan kunnen worden. Toewijding en offeren waren in het hart van de eerste nieuwtestamentische gemeente. De gemeente bloeit wanneer ze aanwezig zijn. Als ze ontbreken wordt de kerk afgeleid, gedesillusioneerd en uiteindelijk onteerd.

Wat brengt een hele generatie gelovigen ertoe om zo'n doffe weerspiegeling van onze tegenhangers uit de eerste eeuw te tolereren? Is ons zicht verduisterd? Hebben onopgemerkte invloeden onze verwachtingen voor de gemeente geleidelijk aan in gevaar gebracht en verbasterd? Om dit punt te verhelderen, moet ik een geheimpje met jullie delen: computers hebben een hekel aan mij. Misschien voelen ze zich gebruikt, omdat ik veel tijd met ze doorbreng, maar geen persoonlijke interesse toon. Maar een ding is zeker: ze hebben een hekel aan mij. Dat ik dit zeker weet komt omdat ze gewoontegetrouw bestanden verliezen of bevriezen, terwijl ik mijn werk af probeer te krijgen. Vervolgens zitten ze daar maar, levenloos, mij stilzwijgend bespottend, terwijl de zonde die ‘in mij woont’ ondertussen ‘buiten mij gaat wonen’.

“Het is schandalig dat zoveel gelovigen zo’n slecht beeld hebben van de kerk. Ze zien hun christelijke levens als een eenzame oefening – Jezus en ik – of ze

beschouwen de kerk als een gebouw of een sociale bezigheid. Ze hoppen van denominatie naar denominatie – of ze gaan helemaal niet naar de kerk. Dat de kerk zo laag wordt gewaardeerd laat niet alleen zien hoe weinig we weten van de Bijbel, maar laat vooral zien hoe we zijn bezweken onder de invloed van het individualisme van de moderne cultuur.”

– Charles Colson


Onze beheerder heeft onlangs nog geprobeerd om mij op dit vlak bij te schaven. Volgens hem hadden computers geen hekel aan mij (hij heeft duidelijk geen onderscheidingsvermogen) en hadden ze waarschijnlijk ook geen demonen (een mogelijkheid die ik heel even open heb gehouden, tijdens een paar verschrikkelijke voorvallen). Een virus was een logischere verklaring. Hij legde uit hoe een virus ongemerkt een computer binnen kan sluipen en zichzelf verstopt in de computer. Van daaruit richt het dan ravage aan door bijvoorbeeld het geheugen te wissen, programma's in te war te schoppen, of zelfs een heel systeem te verzwakken.

De analogie met een computervirus kan ons helpen om te begrijpen waarom de kerken van tegenwoordig zo vaak ‘verzuimen om mensen aan te zetten tot toewijding en het brengen van offers’. Laten we eens kijken naar vijf veelvoorkomende ‘virussen’ die onze toewijding aan de gemeente en de kleine groep kunnen uitschakelen.

HET ‘KERK-LIGHT’ VIRUS

Maar weinig christenen hebben onderzocht wat de Bijbel zegt over de kerk. De gevolgen zijn rampzalig. In plaats van gegrepen te zijn door een Bijbels beeld van de eerste gemeente en van de uiteindelijke Gemeente, nemen we genoegen met een zwakke, cultureel geïnfecteerde imitatie... je weet wel, kerk-light: vol van smaak, weinig vulling!

Voor verdere studie: het Bijbelboek Efeziërs biedt een uitstekende krachtproef voor de kerk. Lees de volgende teksten maar eens: Efeziërs 1:22, 2:20-21 en 5:25-32.


Waar weinig theologische overtuiging is, verdwijnt de visie. Maar wanneer de Bijbelse overtuiging sterker wordt, wordt het gevoel voor noodzaak ook groter. Ben je een ‘ouder’ die de zondagsdiensten maar sporadisch bezoekt? Het Woord van God zal je helpen om opnieuw een verlangen voor de gemeente te krijgen en om het op je kinderen over te dragen. Ben je een ‘single’ die zelden tijd vindt om een avond met de kleine groep door te brengen? Het Woord biedt een hogere visie, van toewijding aan Bijbelse gemeenschap. Waarom zou iemand van ons genoegen nemen met minder als Gods Woord zoveel meer te bieden heeft?

HET ‘GEVOEL’ VIRUS

Degenen die met dit virus zijn besmet, zijn sterk afhankelijk van subjectieve indrukken. Om een heleboel redenen hebben ze gewoon niet het ‘gevoel’ dat God wil dat ze op dit moment bij een bepaalde gemeente betrokken zijn. Dit is vaker wel dan niet een uiting van een zondig verlangen naar onafhankelijkheid in plaats van een hogere vorm van spiritualiteit.

Het gevaar van het ‘gevoel’ virus zit in subtiel onderscheid. Mensen kunnen er best plezier aan beleven om een gemeente te bezoeken en toch besluiten om zich niet aan te sluiten, omdat de kerk verkeerd ‘voelt’ - te groot, te klein, te formeel of te gewoon. Omdat ze geremd worden door zulke subjectieve indrukken, vinden velen nooit een kerk die gewoon goed ‘voelt’.

Gelukkig hebben we geen subjectief ‘zintuig’ nodig voor iets dat objectief duidelijk is in het Woord. Het Nieuwe Testament roept ons herhaaldelijk op om als leden te functioneren in een plaatselijke gemeente. We raken niet betrokken door ons betrokken te ‘voelen’, maar door God te gehoorzamen. Als we onze handelingen op één lijn met Gods Woord krijgen, volgen de gevoelens vaak ook.

Denk na over Hebreeën 10:25 Wat is de duidelijke boodschap van deze tekst? Maakt het uit of we zin hebben om samen te komen?


HET ‘AMBITIE’ VIRUS

Chester was de aangewezen persoon om te bellen als er een computersysteem gecrasht was en dat deden veel bedrijven dan ook. Hij kon elk moment worden opgeroepen om ergens een technologische ramp te verhelpen. Deze klusjes leverden hem veel geld op. We hebben het hier echt over VEEL GELD! Terwijl zijn gemeenteleven afbrokkelde, groeide zijn bankrekening en zijn zakelijke reputatie. En zo vloog hij van de ene bestemming naar de andere, door het hele land, terwijl hij zijn twijfels en onzekerheden verlichtte door zichzelf de beloning voor ogen te houden.

“Ik ben ervan overtuigd dat als we Gods perspectief zouden hebben, ook al was het maar voor een seconde en we zouden kijken naar de manier waarop we door het leven gaan - verzamelend, hamsterend en pronkend met spullen, dan zouden we dezelfde gevoelens van afschuw en medelijden hebben die elk gezond mens heeft, wanneer hij mensen in het gesticht ziet die eindeloos met hun hoofden tegen de muren bonken.” – Randy Alcorn


Chester was ten prooi gevallen aan een virus dat veel gelovigen aantast. Hoewel ze burgers van het hemels koninkrijk zijn geworden, definiëren ze succes nog steeds aan de hand van wereldse maatstaven. Inkomen, opleiding en vooruitgang gaan voor karakter, dienstbaarheid en toewijding aan de gemeente. Dit resulteert vaak in een complete uitverkoop van het eeuwige in ruil voor het tijdelijke – het koninkrijk in ruil voor cultuur. In zo'n atmosfeer lijkt zelfs de grootste ambitie een nobel iets.

Maar in Zijn genade zocht God Chester. Hij vertelt: “Ik ging onder het mes van de Heilige Geest.” Hij begon in te zien dat zijn zucht naar rijkdom hem eigenlijk een slechte investeerder maakte. Zeker, hij investeerde zijn geld op een goede manier, maar zijn leven en tijd werden verkwist. Hij zocht zekerheid en betekenis in rijkdom in plaats van in het gehoorzaam zijn aan Gods gebod om “eerst het koninkrijk en Zijn gerechtigheid te zoeken.” (Mattheüs 6:33)

Er moesten dingen veranderen. En dat gebeurde ook.

Het begon allemaal met berouw. Chester benoemde de zondige oorsprong van zijn ambities en deed een grondige belijdenis. Vervolgens realiseerde hij zich de noodzaak van het toegewijd zijn aan zijn gemeente en de kleine groep. Het aanbrengen van veranderingen was niet eenvoudig, maar hij had zijn ambities al lang genoeg gediend.

Voor verdere studie: lees Mattheüs 19:27-29. Wat belooft Jezus degenen die ongelofelijk veel opofferen om Hem te volgen?


Het was nodig dat Chester God op andere wijze ging geloven. Zijn overtuigingen werden op de proef gesteld toen zijn inkomen verminderde en zijn bedrijf onderging een verandering. Maar zoals zo vaak het geval is wanneer we geroepen worden om te wandelen in geloof, overtrof de beloning vele malen de kosten.

Chester houdt meer dan ooit van God. Zijn relatie met zijn vrouw is nog nooit zo sterk en bevredigend geweest. Ze hadden zelfs tijd voor een kind, iets wat daarvoor onmogelijk leek. Op een dag zal dat meisje zich verheugen in het feit dat haar vader een passie voor de plaatselijke gemeente vond.

<big3</big> Bestudeer de volgende lijst goed. Is er iets waar je meer naar verlangt dan naar het dienen van God?
  • Promoveren
  • Een goede carrière
  • Een partner of kinderen
  • Goedkeuring/respect van anderen
  • Je favoriete chocolade
  • Een hoger salaris
  • De Nobelprijs
  • Een nieuw huis
  • Een eigen bedrijf
  • Iets anders…


HET ‘ALTERNATIEVE KERK' VIRUS

In mijn deel van de wereld - en wellicht ook in jouw deel - hadden we ooit een zin die, zoals alle goede zinnen, uiteindelijk te veel gebruikt werd. Sindsdien is hij ten ruste gelegd om verder te leven in de vocabulaire hemel, samen met andere zinnen, zoals “Als je haar maar goed zit” en “Altijd blijven lachen.” De bewuste zin was “Wat ik niet zeg, bedoel ik ook niet.” Ik blaas deze zin nu nieuw leven in door een beroep te doen op zorgvuldig luisteren, terwijl we onze aandacht richten op het onderwerp van para-kerkelijke organisaties.

Zoals ik al eerder vermeldde, zijn er vandaag de dag maar weinig christenen die een volledig en helder begrip hebben van wat het Woord leert over de gemeente. Het meest wijdverbreide en verwarrende gevolg van onze onwetendheid is het fenomeen van de para-kerkelijke beweging: de snelle opkomst van bedieningen, genootschappen en andere organisaties waar christelijke bedieningen welig tieren, totaal gescheiden van de plaatselijke gemeente. Sommige groeperingen geloven zelfs dat ze gescheiden moeten blijven van de gemeente om effectief te blijven. Behalve dat dit niet te begrijpen is, is het ten diepste verwarrend voor de christen die Bijbels wil leven.

Denk na over Efeziërs 3:8-11 Door wat voor instituut laat God Zijn volmaakte wijsheid zien?


Vandaag de dag worden nieuwe christenen geconfronteerd met een prioriteiten-crisis. In welke context moeten ze hun toewijding aan God uiten? Wie voorziet er in zorg voor hun ziel en richting voor hun ijver? Waarschijnlijk denken ze dat het ‘christen zijn’ iets is als een groot warenhuis. Emotionele problemen worden afgehandeld door de afdeling voor christelijke therapie. Zendingskriebels worden gekriebeld door de sectie voor evangelisatie. Op de elektronica-afdeling kun je door de onderwijsbediening zappen (radio, tv... de keuze is aan jou!). En gemeenschap kun je vinden in een van de vele gespecialiseerde gemeenschapgroepen op de derde verdieping.

Is dit werkelijk volgens het nieuwtestamentische patroon?

Onthoud alsjeblieft goed die ene zin: “Wat ik niet zeg, bedoel ik ook niet!”

“Meta- en para-christelijke organisaties dienen vaak op terreinen waar hulp goed kan worden gebruikt. Het kader of het doel van deze organisaties valt vaak niet binnen het bereik van een gemeente. Naar mijn mening zijn er een aantal diverse geschikte doelen waarvoor deze organisaties zich goed in kunnen zetten buiten de normale ‘werkomgeving’ van de gemeente: onderwijs, publicaties en andere massamedia, samenwerkingsverbanden om in bepaalde noden te voorzien (probleem-zwangerschappen, huwelijksverbetering, de gevangenis, de

campus, de militaire kapel, etc.), ziekenhuizen, internationale en regionale bedieningen en op de bres gaan staan voor bepaalde misstanden binnen het kader van alle christelijke aandachtsgebieden. Zulke organisaties moeten wel goed bedenken dat ze ‘nauwelijks wettig’ zijn. Op het moment dat een gemeente volwassen wordt en de dingen waar de organisatie mee bezig is kan overnemen, moet de organisatie bereid zijn om direct op te houden te bestaan.”

– David Powlison


Het werk van de para-kerkelijke beweging is rechtmatig en hulpvol wanneer het zich richt op die gebieden die overduidelijk buiten het bereik van de plaatselijke gemeentes in een bepaald geografisch gebied liggen (Wycliffe Bijbelvertaling is een goed voorbeeld). Ook Sovereign Grace Ministries heeft voordeel bij en ondersteunt een aantal para-kerkelijke organisaties en we danken God hiervoor. Zelfs wanneer de activiteiten van de para-kerkelijke beweging ‘kerkachtig’ zijn (en dus minder Bijbels), is er geen twijfel over de goed bedoelde inspanning van de para-kerkelijke leiders of over de vrucht die deze bedieningen voortbrengen (mijn eerste ervaring van gemeenschap als nieuwe christen was bij een van deze para-kerkelijke organisaties, één die tegenwoordig nog steeds actief is). Het is echter absoluut belangrijk om ons te realiseren dat deze bedieningen veelal bestaan omdat de plaatselijke gemeente tekort geschoten is in het uitvoeren van haar Bijbelse opdracht. Para-kerkelijke organisaties zijn hét bewijs van de niet ingeloste schuld van de plaatselijke gemeente.

Onbedoeld hebben veel van deze bedieningen het nieuwtestamentische patroon ontkend en zijn ze een ‘alternatief’ geworden voor de plaatselijke gemeente. Wanneer dat het geval is, is een bediening een gevaarlijk virus geworden, ongeacht de intentie of zelfs het succes. Ons respect voor deze bedieningen mag ons er niet van weerhouden om ze verantwoording te laten afleggen over Bijbelse criteria. Er zijn vier gebieden in het bijzonder waar de para-kerkelijke beweging, de rol die God aan de lokale kerk heeft gegeven, zich onrechtmatig kan toe-eigenen.

Ze kunnen een alternatieve autoriteit vormen. Op het moment dat zich persoonlijke problemen voordoen in het leven van een gelovige, is er géén vervanging voor de gezalfde en onderscheidende zorg van een oudste aan wie deze ziel is toevertrouwd (1 Pet. 5:2-3). Echter, in een wereld van tv-bedieningen, christelijk pastoraatcentra en zendingsorganisaties kunnen we gemakkelijk vergeten dat God oudsten geroepen heeft om de primaire bron van geestelijk overwicht te zijn.

Voor verdere studie: lees Efeziërs 4:11-13. Wie heeft God toegerust om christenen te leiden naar eenheid en volwassenheid?


Wanneer een para-kerkelijke organisatie nalaat om de voorrang van de plaatselijke gemeente te erkennen, verkleint het daardoor het belang van de herderlijke zorg en autoriteit. Een voorganger die ik ken kwam in een benarde positie terecht nadat hij een gemeentelid had begeleid. Terwijl hij deze persoon had aangemoedigd om een groeispurt te maken door mogelijkheden om te dienen aan te grijpen, had een christelijke counselor het advies van de voorganger naast zich neergelegd en haar op het hart gedrukt om vooral niet te dienen. Zulke botsingen zijn onvermijdelijk wanneer de nadruk op de lokale gemeente wordt verschoven en haar gezag verkleind wordt door alternatieven.

Ze kunnen alternatieve structuren creëren. De plaatselijke gemeente is de nieuwtestamentische structuur voor zorg, discipelschap en zending. Er is niets dat dit kan vervangen. Het is een mysterieuze instelling, door God ingesteld als een middel van genade voor onze groei. Waar ze hooggeacht en gebouwd wordt, zullen mensen groeien en in staat zijn om nieuwtestamentisch christendom te ervaren. Waar ze over het hoofd gezien en gemarginaliseerd wordt, zul je waarschijnlijk onvolwassen en niet-verbonden christenen vinden met een bekrompen begrip van het evangelie.

Denk na over Mattheüs 16:18. Wat is Jezus vastbesloten te bouwen?


Ik kan geen nieuwtestamentisch voorbeeld vinden van een bediening die onafhankelijk van de plaatselijke gemeentes functioneert. Conferenties, radioprogramma's en online gemeenschap kunnen zeker iets toevoegen aan de gemeente, maar ze zijn het meest effectief wanneer ze werken onder de leiding en de verantwoordelijkheid van een gemeente.

In zijn kernachtige kritiek op het hedendaagse evangelicalisme ziet David Wells de explosieve groei van de para-kerkelijke beweging als nog een aanwijzing van hoe “de consumptiecultuur is binnengedrongen in de evangelische kerk van tegenwoordig.” Hij merkt op dat het effect het grootst is op de “structuur van evangelicalisme” en hij zegt dat het “een opmerkelijke verandering en decentralisatie van de evangelische wereld weergeeft sinds de jaren direct na de oorlog.

Waar heeft de ‘consumptiecultuur’ - die je in vele para-kerkelijke organisaties terugvindt - ons van gedecentraliseerd? Niets minder dan van de voorrang van de gezonde Bijbelse leer en van het centraal stellen van de plaatselijke gemeente. Als één van deze twee dingen wegvalt, is het zeker dat het andere volgt, waardoor er een heleboel ‘goede’ alternatieven ontstaan, die in feite met het beste van God concurreren.

Ze kunnen een alternatief getuigenis vormen. De lokale gemeente is een waanzinnig concept. Het verwart de experts door de mogelijkheid om mensen die lijnrecht tegenover elkaar staan in hun verlangens, voorkeuren en culturen met elkaar te verenigen, om zo een schitterende uiting te zijn van eenheid in verscheidenheid. Op de één of andere manier geeft onze ‘verenigde verscheidenheid’ Gods ‘verenigde verscheidenheid’ weer, waardoor we een getuigenis worden van de kracht van God voor onze maatschappij.

Geeft het werk van de para-kerkelijke beweging dezelfde getuigenis? Meestal niet. Het sterke punt van dergelijke bedieningen - hun primaire focus op specifieke noden - is tegelijk ook de grootste zwakte. Specialisatie verhindert ze om de prachtige verscheidenheid te beleven die kenmerkend kan zijn voor een plaatselijke gemeente.

Voor verdere studie: lees 1 Korinthiërs 12:17-20. Is verscheidenheid goed of slecht voor je lichaam? Hoe zit het met Christus’ lichaam?


Voor Paulus was verscheidenheid een kracht. Laat het een gave of een functie zijn, een voorkeur of verlangen, Paulus leerde dat verscheidenheid onderlinge afhankelijkheid creëert – een behoefte aan elkaar's verschillen (1 Kor. 12:12-26). Het zou ondenkbaar zijn voor Paulus om welke groep dan ook, of het nu zakenmensen of motorrijders zijn, aan te moedigen om een identiteit onafhankelijk van de lokale gemeente te vestigen. 'Christen zijn' is nooit bedoeld om op te splitsten in ‘onderwijs-bedieningen’, ‘gaarkeukens’ of ‘speciale interesse-groepjes’. Wij zijn de plaatselijke gemeente, prachtig in verscheidenheid en met krachtige doeltreffendheid.

Ze kunnen een alternatieve voorraadkamer worden. Als je ooit een campagne van Billy Graham hebt bezocht, zul je waarschijnlijk het volgende gehoord hebben toen de collecte werd opgehaald: “Geef alsjeblieft niets van je tienden aan deze organisatie. Die behoren toe aan de plaatselijke gemeente.” Wat is de motivatie achter deze navolgenswaardige en zeldzame praktijk? Een bewustzijn dat de plaatselijke gemeente – en niet een para-kerkelijke organisatie – door God is aangewezen als ‘voorraadkamer’(Maleachi 3:10).

Ik heb geen bezwaar tegen het sponsoren van een kind in nood of een collecte voor een hongersnood. Het programma van de para-kerk zorgt er echter regelmatig voor dat middelen (zowel tienden als tijd) bij de plaatselijke kerk weggehouden worden. Dergelijke aanspraken missen Bijbelse onderbouwing. Het is interessant om op te merken dat op het moment dat de kerk in Jeruzalem in nood was, Paulus de andere kerken verzamelde om een offer te brengen. Hij richtte niet een onafhankelijke christelijke hulporganisatie op. Door het hele nieuwe testament horen we het principe van het ‘doorstromen’ van middelen door de lokale gemeente weerklinken.

“Als de kerk centraal staat in Gods doel, zoals we kunnen zien in de geschiedenis en in het evangelie, dan moet het natuurlijk ook centraal staan in onze levens. Hoe kunnen we zo onverschillig omgaan met wat God zo serieus neemt?” – John Stott


Door de jaren heen hebben para-kerkelijke organisaties veel belangrijke doelen gediend. Onze gemeente heeft van ze geleerd en geprofiteerd. Maar hun effectiviteit moet ons er niet van weerhouden om een aantal vragen te stellen. Moeten we enthousiast geven aan organisaties die geen precedent hebben in het Woord? Is het nieuwtestamentisch patroon, met nadruk op de gemeente, niet meer toereikend? Moeten we maar aannemen dat de effectiviteit van para-kerkelijke organisaties in het verleden hun toekomstige bestaan geldig maakt? Als we deze vragen Bijbels beantwoorden in plaats van sentimenteel of pragmatisch, zullen de conclusies ons wellicht verbazen.

Overal waar capabele gemeenten bestaan of ontstaan zouden para-kerkelijke organisaties de Bijbelse rechtmatigheid en voorrang van de kerk moeten erkennen. Nadat ze getracht hebben om de plaatselijke gemeente toe te rusten, zouden ze zich langzamerhand moeten herpositioneren om te functioneren onder het gezag van het leiderschap van de gemeente. Voor velen zal dit een radicaal voorstel zijn. Maar als het eenvoudige patroon van de Bijbel al radicaal aandoet, weten we zeker dat de kerk afgedwaald is.

Denk na over 1 Timotheüs 3:15 Wat een krachtige beschrijving van de kerk!


Wat zou er gebeuren als God de heldhaftige ijver van para-kerkelijke organisaties samen smeedde met een Bijbelse overtuiging voor de plaatselijke gemeente? Dat zou een revolutie in de kerk zijn... en de wereld zou er nooit meer hetzelfde uitzien!

HET ‘VRIJE TIJD’ VIRUS

Sasha houdt van de gemeente - zolang het haar vrije tijd niet in de weg staat. Hoewel ze net 40 is geworden, is haar honger naar plezier evenredig gegroeid met haar inkomen en kan het gemakkelijk concurreren met die van vrouwen die half zo oud zijn als zij. Reizen, sport, theater, film, 500 kabelzenders... er is zoveel te doen en zo weinig tijd. Met de hoge druk van haar baan, gelooft ze gewoon dat ze deze afleidingen nodig heeft om haar uitgeputte ziel te verfrissen.

“De achteruitgang van de kerk is meer te wijten aan luiheid dan aan goddeloosheid.” – Johannes Calvijn


Het is geen verrassing dat Sasha's streven weinig tijd overlaten voor God of voor Zijn gemeente. In de zondagsdienst (als ze al komt) blijft ze aan de kant staan kijken, waar ze meestal de dienst bekritiseert en zorgvuldig iedereen ontwijkt die vragen stelt over de keuzes voor haar manier van leven. Haar kleine groep-bezoek is nogal grillig. Met alle druk op haar, heeft ze weinig behoefte aan een van die ‘wettische’ praatjes over toewijding. Ze is per slot van rekening lid geworden, toch? En waarom zou God haar met al deze mogelijkheden zegenen als Hij niet wilde dat ze er van zou genieten?

Voor verdere studie: als we van de wereld en zijn vermaak houden, hoe voelen we ons dan naar God toe? (lees 1 Johannes 2:15)


Sasha heeft het ‘vrije tijd' virus (de Bijbel zou het hoogstwaarschijnlijk een afgod noemen). Ze verleidt christenen om te feesten aan haar tafel en beloont hun gulzigheid met jaren geestelijke onvruchtbaarheid. Vermaak verleidt ons op subtiele wijze om onze tijd te investeren, niet per sé in kwaad, maar in irrelevantie.

De valkuil van vermaak is niet de noodzaak, maar de bevrediging. Het is net als een van de ‘Magic Fingers’ trillende bedden die je in sommige oude motels vindt. Het kost je veel geld en je voelt je maar heel even goed. Maar al snel zijn die tijd en het geld verdwenen en zijn wij nog steeds op dezelfde plek.

Waar kritiekloos van vrije tijd genoten wordt, zal de kerk langzamerhand van profetisch naar passief veranderen, terwijl ze met mooie woorden haar achteruitgang verdedigt. Vraag maar aan Sasha.

WAT LAAT JIJ ACHTER?

In de klassieker ‘Drum Major Instinct’ beschrijft Martin Luther King zijn hoop voor leven en dood:

Ik laat geen geld achter, ik zal ook geen mooie, luxe spullen uit het leven achterlaten. Het enige dat ik achter wil laten, is een toegewijd leven. En dat is alles wat ik wilde zeggen...

Terwijl je het boek uitleest vertrouwen wij er op, dat je er nieuwe inzichten en ideeën aan overhoudt om je kleine groep nog beter te maken. Ons doel met dit boek gaat echter veel verder. We hebben getracht om voorbij het doel van de kleine groepen te schrijven, vanwege het doel waarvoor ze bestaan - de glorierijke bruid van Christus, de gemeente.

Hou van je gemeente. Leg je leven af voor je gemeente. Giet je verlangens en energie uit om Gods plan voor de kerk te vervullen. Je kleine groep heeft een enorm potentieel - bewapen het voor het welzijn van je gemeente. Omdat God je daar geroepen heeft. Daar is het waar Hij je verandert. Dit is waar Hij wil dat je een toegewijd leven achterlaat.

En dat is alles wat ik wilde zeggen.


GROEPSDISCUSSIE

  1. Waar heb je zo'n sterke mening over dat je in een gesprek ‘met de vuist op tafel zou slaan’? (bijvoorbeeld: politiek, milieu, cavia’s fokken...)
  2. Is het werkelijk van essentieel belang om als christen lid van een gemeente te zijn?
  3. Wat verwacht je kerk van jou?
  4. Hoe goed dient jouw kleine groep elkaar? En de lokale kerk? En de gemeenschap? Moet er iets veranderen?
  5. Lees hardop Efeze 3:10-11. Wat zeggen deze verzen ons over het belang van de kerk?
  6. Zijn er op dit moment ook carrière-doelen of hobby's die je toewijding en bijdrage aan de gemeente in gevaar brengen?
  7. Wat is de belangrijkste reden voor de auteur om vragen te stellen bij de para-kerkelijke beweging?
  8. Ben jij onderworpen aan de geestelijke autoriteit van je oudsten? Stemmen anderen in met jouw beoordeling?
  9. Steek jij je tijd en energie in iets wat op de schaal van de eeuwigheid geen nut heeft?
  10. Leef je voor de kerk of is de kerk slechts een bijzaak in je leven?


AANBEVOLEN LITERATUUR

The body, Charles Colson en Ellen Santilly Vaughn (Dallas, TX: Word Publishing, 1992)

The church, Edmund Clowney (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1995)

Life in the Father’s house, Wayne Mack en David Swavely (Phillipsburg, PA: P&R Publishing, 1996)

Spiritial disciplines within the church, Donald Whitney (Chicago, IL: Moody Press, 1996)