Aan hem komt de eer toe, tot in eeuwigheid
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Glorie van God
Een deel van de Romans: The Greatest Letter Ever Written-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Romeinen 16:25-271
Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen – aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.
Vorige week spraken we vooral over de wijsheid van God omdat Paulus in vers 27 zegt: “Aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.” Deze week gaan we het hebben over de eer van God omdat in de laatste woorden van deze brief Paulus als het ware zijn hoofd buigt en zijn handen heft, niet onderwijzend, verdedigend, verklarend of bevestigend; hij aanbidt alleen nog maar. “Aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.”
Ons aandachtspunt: De eer van God
We zullen ons vandaag dus richten op de eer van God. Het volgende is de bedoeling: Eerst zal ik proberen het onmogelijke te doen door het ondefinieerbare, de eer van God, te definiëren; ten tweede zullen we kijken naar de woorden “aan hem komt de eer toe” in Romeinen 16:27 en vragen wat het betekent als je zegt dat “de eer aan iets toekomt.” En ten derde, in plaats van een systematische behandeling van Paulus’ opvatting van de eer van God, zullen we beginnen met hoofdstuk één, dan door het hele boek gaan en de rol van de eer van God in het boek Romeinen in z’n geheel bekijken. Ik bid dat u de eer van God zoals deze echt is, ziet en ervan zult houden.
De eer van God definiëren
Eerst een poging in het onmogelijke – een definitie van de eer van God. Waarom ik zeg dat het onmogelijk is, is dat eer meer lijkt op een woord als schoonheid dan op een woord als basketbal. Je kunt een basketbal definiëren door te zeggen dat die rond is, opgeblazen, ongeveer 23 of 24 centimeter in doorsnee; die wordt gebruikt in een spel om te stuiteren en door een hoepel te gooien. Maar je kunt niet hetzelfde doen met het woord schoonheid. We weten allemaal dat het bestaat maar we kunnen erover praten omdat we het gezien hebben, niet omdat we kunnen zeggen wat het is.
Wat kan helpen om een definitie van de eer van God te krijgen, is het vergelijken met de heiligheid van God. God is heilig betekent dat God een klasse van perfectie, grootheid en waarde op zichzelf is. Hij is ongeëvenaard. Zijn heiligheid is zijn uiterst unieke en perfect, goddelijke wezen. Het bepaalt alles wat hij is en doet, en is bepaald door niemand en niets buiten hemzelf. Zijn heiligheid is wat hij is als God, wat niemand anders is of ooit zal zijn, en het wijst op zijn intrinsieke, oneindige waarde.
Dan horen we de engelen in Jesaja 6:3 zeggen: “Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.” De eer van God is de openbaring van zijn heiligheid. Gods heiligheid is de onvergelijkbare perfectie en grootheid van zijn hemelse natuur; zijn eer is de weergave van zijn heiligheid. Zijn eer is de openbare onthulling van het geheim van zijn heiligheid. In Leviticus 10:3 zegt God: “Door degenen die in mijn nabijheid verkeren, toon Ik mijn heiligheid. Het hele volk maak Ik getuige van mijn majesteit.” Als God laat zien dat hij heilig is, is wat we zien zijn eer – de schoonheid van heiligheid. De heiligheid van God is zijn verborgen eer. De eer van God is zijn onthulde heiligheid.
Hier is dan mijn poging om te komen tot een definitie: De eer van God is de oneindige schoonheid en grootheid van zijn veelzijdige perfecties.
Aan God de eer
Ten tweede, wat bedoelen we, bijvoorbeeld, in vers 27, wanneer we zeggen: “Aan God komt de eer toe”? Zoals Paulus het schreef, is er helemaal geen werkwoord. Letterlijk vertaald staat er alleen maar: “Aan Hem, eer!” Ik denk dat de totale afwezigheid van een werkwoord de betekenis mogelijk maakt voor zowel een feitelijke bewering over aanbidding als een uitdrukking van hunkering naar aanbidding. De feitelijke bewering zou zijn: “Aan Hem behoort de eer toe!” Met andere woorden, we verkondigen met het aanbidden de waarheid. God is eervol! Ongeacht of u of ik het al dan niet zien, God heeft het en laat het zien.
Aan de andere kant, zou de uitdrukking van hunkering zijn: “Moge eer hem gegeven worden!” Dat wil zeggen, mogen de mensen hem zien als glorieus en hem prijzen als glorieus. “Geef hem de eer,” niet in de zin van iets aan zijn glorie toevoegen maar het erkennen en het waarderen. Dus toen Paulus het werkwoord wegliet en gewoon zei: “Aan de enige, alwijze God, de eer,” denk ik dat hij deze beide varianten in gedachten had. God is eervol! En de hunkering, het gebed: Moge alle volkeren het zien, het erkennen en waarderen als hun grootste schat!
Dus als we gaan naar hoofdstuk één en onze reis door Romeinen, heb dit dan in het achterhoofd. Paulus’ laatste woorden in Romeinen (vlak voor “door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.”) is zijn toejuiching van het grootste feit ooit: God is eervol! En zijn streven voor alle volkeren: Moge u het zien en koesteren boven alle dingen!
De eer van God in Romeinen
Ik denk dat we moeten beginnen met Romeinen 1:5 – ook al komt daarin het woord eer niet voor – want de inhoud staat er als het ontzettend duidelijke doel van Paulus’ leven en zijn evangelische dienst – en van ons! “Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van zijn naam aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen.” Omwille van zijn naam aan alle volken betekent dat het Paulus’ doel is dat de naam van Christus gezien wordt als oneindige eervol boven alle andere namen, alle andere personen, alle andere ideeën, alle andere bezittingen en alle andere mogelijke dromen. Met andere woorden, zijn streven is dat de eer van Christus in heel de wereld bekend en gewaardeerd wordt boven alle andere dingen.
Ruilen van de eer van God
Maar de aanwezigheid van Jezus Christus veronderstelt de behoefte aan een Redder. Paulus bekrachtigt dit en verklaart waarom er een algehele behoefte is aan een Redder. Eerst benoemt hij de toestand van de volken buiten Israël en zegt in Romeinen 1:21: “Want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer (het woord is “verheerlijken” doxasan) en de dank gebracht die Hem toekomen.” Op welke wijze verheerlijkten ze hem niet? Wat hebben menselijke wezens gedaan? Vers 23 geeft het antwoord: Ze hebben “de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden.” En, natuurlijk, het beeld dat toen en heden het meest voorkwam, is niet het beeld dat we in hout of steen kerven maar dat we zien in de spiegel. (Daarom is het evangelie, zoals we vorige week zagen, ontworpen met de wijsheid van God om ons te ontdoen van alle redenen om met onszelf te pochen en de Heer te maken tot enige voorwerp van onze verheerlijking – dit is de alomvattende behoefte van de volken die de eer van God hebben ingeruild.)
Minachten van de eer van God
Dan wendt Paulus zich tot zijn eigen Joodse mensen en laat hij zien dat zij zich in een vergelijkbare situatie bevinden en een Redder nodig hebben. Zo zegt hij bijvoorbeeld, na allerlei beschuldigingen, in Romeinen 2:24: “Want er staat geschreven: ‘Door uw toedoen wordt de naam van God onder de volken gelasterd.’” Met andere woorden, u verheerlijk Gods naam niet; u brengt die te schande.
Gebrek aan de eer van God
Paulus vat de toestand van alle mensen samen in Romeinen 3:23 met deze praktische definitie van zonde: “Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert [of letterlijk: heeft een gebrek aan] de nabijheid van God.” Dat verwijst terug naar Romeinen 1:23. Wij allemaal hebben de eer van God ingewisseld voor andere dingen. Daarom “ontberen” we of hebben we een “gebrek” aan Gods nabijheid en dat is de kern van zonde. Wij zijn geschapen om de eer van God te waarderen boven alle dingen, en niemand van ons doet dat. Wat betekent dat we een schandalige misdaad begaan hebben tegen God. Veel ernstiger dan moord, verkrachting, diefstal of liegen. Daarom hangt de toorn van God boven ons en hebben we een Redder nodig.
Geloof vereert God
Het is nu verleidelijk om meteen naar Romeinen 3:24 (en de verzen erna) te gaan en het erover te hebben hoe Jezus ons door zijn dood redt maar ik zal dat bewaren voor onze afsluitende boodschap over Romeinen volgende week. Laten we op het spoor van de eer blijven en verder gaan. De redding van zonde, dood en veroordeling, die door Christus wordt gebracht, wordt ontvangen via het geloof. Paulus verheldert dit geloof met de situatie van Abraham in Romeinen 4:20 en laat zien hoe dat in verband staat met de eer van God: “Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God [letterlijk: gaf eer aan God].” Anders gezegd, een reden dat geloof de weg is waarop God ons redt, is dat geloof eer geeft aan God. Dat wil zeggen, geloof geeft aandacht aan en intensiveert de eer van God. Geloof brengt ons in de positie van zwak en afhankelijk, en plaatst God in de positie van sterk, onafhankelijk en genadig. Dus het geloof is van belang om de eer van God weer te geven.
De hoop op de eer
Dan, in de hoofdstukken vijf en acht, laat Paulus zien dat onze redding door Christus ons de hoop op de eer van God verzekert. Dit is het ultieme geschenk van het evangelie. Maar deze hoop komt tot ons op twee verschillende manieren: We zien en ervaren de eer van God in volle vertoning in plaats van in een wazige spiegel, en we worden er zelf door veranderd in prachtige, God-weerspiegelende wezens.
Ten eerste, kijk eens naar Romeinen 5:1-2: “Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. Dankzij Hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en mogen we ons laten voorstaan op de hoop om in zijn luister te delen.” Nu zijn wij door het geloof vrijgesproken. Wij zijn nu rechtvaardig verklaard. Dat levert ons ongeëvenaarde vrede met God op – als gegeven en als gevoel. Maar in dit leven zijn er veel harde dingen zowel emotioneel, fysiek als relationeel. Zonder hoop op iets extra’s zouden wij van alle mensen het meest meelijwekkend zijn. En er is meer. En het allerbeste waarop christenen hopen is de prachtigste schoonheid van het universum zien en meemaken – de grootste goedheid, de grootste macht en de grootste gerechtigheid en genade, namelijk, de eer van God – het prachtig geheel van Gods oneindige en veelvoudige perfecties. Vers 2: “Dankzij Hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en mogen we ons laten voorstaan op de hoop om in zijn luister te delen.”
De eer die ons zal worden geopenbaard
In Romeinen 8:18 zegt Paulus dat deze hoop al het lijden dat we ervaren in dit leven, waard is: “Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.” De eer van God zal zo overweldigend tevredenstellen dat de verschrikkingen van een langdurige ziekte en een pijnlijke dood daarmee vergeleken niets voorstellen. “En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben [dit hele moeizame leven wordt gezien als tijdelijk!], brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft” (2 Corinthiërs 4:17).
De eer van de kinderen van God
Dan spreekt hij in Romeinen 8:21 en 8:30 erover dat wij delen in die eer zodat we eervol worden, God-weerspiegelende mensen. Vers 21: “Omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.” Ten eerste zijn we eervol geworden bij de wederopstanding; dan wordt de hele schepping een geschikte woonplaats voor de eervolle kinderen van God. Dan staat er in vers 30 dat dit zo zeker is dat Paulus kan spreken van praktisch voltooid: “Wie Hij hiertoe heeft bestemd, heeft Hij ook geroepen; en wie Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken; en wie Hij heeft vrijgesproken, heeft Hij ook laten delen in zijn luister.” Dus de eer van God is onze allerhoogste hoop, zowel in de zin van zien als zijn – we zien het en al onze verlangens naar pracht zijn vervuld, en we worden er anders van en al onze verlangens om prachtig te zijn, onbevlekte weerkaatsers van Gods eer, zijn vervuld. Waarnemend en wordend.
Om de rijkdom van zijn eer bekend te maken
Dan begint Paulus in hoofdstuk negen met de behandeling van de vraag over Gods trouw aan zijn verbond met Israël, en in vers 14 komt de hieraan verbonden vraag op over Gods gerechtigheid gezien zijn almacht over zoveel verlies en zoveel kwaad. In de verzen 22-23 geeft Paulus zijn definitieve en laatste antwoord op die vraag, en hij doet dat met een blik op de eer van God. Hij zegt: “Maar ook al wil God zijn macht tonen en zijn toorn laten gelden, toch heeft Hij degenen die het voorwerp zijn van zijn toorn en bestemd zijn voor de ondergang, met veel geduld verdragen. Waarom anders dan om zijn overweldigende majesteit te tonen jegens degenen die het voorwerp zijn van zijn barmhartigheid en die Hij tevoren bestemd heeft om in zijn majesteit te delen?” Met andere woorden, het uiteindelijk argument voor de gerechtigheid van God in een wereld met zoveel kwaad en verwoesting, is dat dit kwaad dient voor de openbaring van Gods eer. Dat wil zeggen, Gods rechtvaardige vonnis hierover en Gods genadevolle redding ervan laten de eer van God des te voller naar voren komen vergeleken bij de situatie waarin er geen kwaad was.
Als we kijken naar Romeinen 9:23, is het zeer moeilijk om de centrale en ultieme rol van de eer van God te overdrijven. Het hoogste, diepste en meest ultieme antwoord op waarom de wereld is zoals ze is als God almachtig is, is dat in zijn oneindige wijsheid deze wereld de volheid van zijn eer openbaart – inclusief de eer van de toorn en de macht (v. 22) evenals die van de genade. Als u begrijpt dat de Bijbelse visie op God en zijn eer de hoogste waarde van het universum is, zult u op aarde een sterk, genadevol en nuttig mens worden – voor de eer van God.
Aan hem komt de eer toe, tot in eeuwigheid
Dan, als Paulus in Romeinen 9-11 klaar is met zijn beschrijving van de ondoorgrondelijke methodes van God in het omgaan met Israël en de volken, sluit hij af met die uitdrukking van eer voor God, waarop we ons de laatste tijd hadden gericht: “Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen” (Romeinen 11:36). God is het uiterste begin, de ultieme, behoudende macht, en het einddoel van alle dingen. Daarom, aan hem, eer! Aan hem behoort de eer toe. En moge alle lofprijzingen naar hem opstijgen!
Vereer eenstemmig Jezus’ Vader
Dan, in Romeinen 15, wanneer Paulus zijn handeling afrondt over hoe zwak en sterk Christenen zich tot elkaar in de kerk moeten verhouden, vertelt hij hen het doel van de kerk en hoe Christus een model neerzet voor het opzetten van een kerk. Het doel van de kerk staat in de verzen 5-6: “Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. Dan zult u eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus.” Daarom kocht en bouwde Christus de kerk. Niet slechts geïsoleerde, individuele aanbidding maar vereende stemmen, sprekend of zingend, die God vereren. De eer van God laten zien, is het doel van de kerk.
Verwelkom elkaar voor de eer van God
Daarna, in vers 7, laat Paulus Christus als voorbeeld zien voor het bouwen van een kerk. Hij zegt: “Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard.” Christus doet alles wat hij doet – inclusief u verwelkomen in zijn familie en het bouwen van de kerk – “ter ere van God.” U bent gered door Christus voor de eer van God. U bent verwelkomd in zijn vriendschap voor de eer van God. Dat maakt nederig want wij zijn nooit de uiteindelijke reden voor iets; God is dat. En dat is glorieus goed nieuws want we zouden het niet anders willen. God krijgt de eer; wij krijgen de vreugde.
God vereren vanwege zijn genade
En vervolgens, in de verzen 8-9, benadrukt Paulus Christus’ toonbeeld voor het bouwen van de kerk door te laten zien dat dit de eigenlijke reden is waarom hij tot de volken kwam: “Ik zeg u dat Christus een dienaar van de Joden is geworden om te tonen dat God trouw is en om de beloften aan hun voorouders waar te maken, en dat Christus, om te tonen dat God barmhartig is, ook gekomen is om de andere volken in staat te stellen God te loven.” Christus kwam om te bewijzen dat God trouw is aan zijn beloftes en om door de volken vereerd te worden. Dat is waarom evangelisatie, zendingen, oprichting van kerken, Treasuring Christ Together2 en Bethlehem3 bestaan.
De eer van God in het evangelie
Wat ons uiteindelijk terugbrengt bij waarmee we begonnen in deze afsluitende eerbetoon aan God in Romeinen 16:27: “Aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.”
Is dat uw hartenwens? Houdt u van de eer van God? God roept u dagelijks op om uw aandacht en waardering te geven want in Psalm 19:2 staat: “De hemel verhaalt van Gods majesteit.” En in Jesaja 6:3 staat: “Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.” God roept naar u: Aanschouw mijn eer! En volgende week zullen we zien dat het evangelie zelf – het evangelie over de gekruisigde en opgestane Christus – met de eer van God afstraalt van het gezicht van Jezus Christus (2 Corinthiërs 4:6).
Ziet u dat en houdt u ervan? Hiervoor bent u gemaakt. Iets diep in uw ziel zegt tegen u: Hiervoor ben ik gemaakt – om de eer van God te aanschouwen en om een glorieuze, God-weerspiegelend mens te worden. Ontvang de Heer Jezus Christus en u zult een kind van God worden (Johannes 1:12), en als u een kind van God wordt, zult u hem zien, van hem houden en opgroeien – tot helemaal bovenaan – om als hem te worden. Ongeëvenaard glorieus.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Treasuring Christ Together (TCT) is een beweging van kerkgemeenten, campussen en kerken met een gezamenlijke missie, Bijbels leven en Bijbelse leer
3 Bethlehem Baptist Church, een baptistengemeente in Minnesota, VS