Als God almachtig is, waarom dan nog bidden? (deel 4)
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door R.C. Sproul
Over Gebed
Hoofdstuk 0 van het boek Als God almachtig is, waarom dan nog bidden? (deel 4)
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Gebeden als middel voor Gods doelen
Jakobus geeft een stelling die essentieel is voor ons praktisch begrip van de relatie tussen Gods almacht en bidden. Het is een stelling die me achtervolgt als ik deze vraag overdenk. Hij zei: “U krijgt niets omdat u niet bidt” (4:2)1. We moeten de werkelijkheid niet zien als God die alleen aan het werk is, als God die midden op het toneel staat terwijl wij niet meer zijn dan marionetten die geen actieve betrokkenheid hebben in het verlossingsplan. Zo is het christendom of het calvinisme niet. Het is een valse voorstelling. God zorgt ervoor dat Zijn onafhankelijke doelen worden bereikt door middel van aardse en menselijke middelen. Dit is het theologisch idee van samenwerking, en die werkt op het gebied van het bidden evenals op andere gebieden die we hebben overdacht.
Wat zou je zeggen van een boer die, als de lente komt, op zijn veranda zit in zijn schommelstoel, de handen gevouwen, en zegt: “Wel, ik hoop zeer dat we dit jaar een grote oogst zullen hebben, ik hoop dat het Gods plan is om ons een overvloedige oogst te geven”? Hij ploegt het veld niet. Hij zaait het land niet in. Hij ontdoet de voren niet van onkruid. Hij zit daar en wacht tot God hem een oogst uit de hemel geeft. Zo gaat een boer niet te werk. Als een boer op zo’n manier zou “boeren” denk ik dat duidelijk is wat er gebeurt – zijn profijt uit Gods helpende hand zou nul zijn. We zijn geroepen om onze velden te ploegen. Wij zijn geroepen om te zaaien en te bewateren. En deze roep is van toepassing op onze gebeden.
Het is al duizend keer geciteerd dat volgens de Bijbel: “God hen helpt die zichzelf helpen.” Natuurlijk staat dat niet in de Bijbel. Maar in zeker zin klopt die gedachte. God roept ons op om te werken, te ploegen, te zaaien, te lezen, te studeren, voor te bereiden. Al die dingen doen wij, maar Hij zorgt voor de groei. Wat zegt Paulus? “Ik heb geplant, Apollos heeft water gegeven, maar God heeft doen groeien” (1 Korintiërs 3:6).
Op een bepaalde manier zijn voorbeden en smeekbeden handelingen. Natuurlijk is het prettig om te doen maar het vraagt energie en tijd. God weet wat we nodig hebben voordat we het Hem vragen maar Hij eist dat je handelt. Hij weet dat we brood nodig hebben voordat we Hem erom vragen maar Hij verlangt van ons te zorgen voor de productie van het materiaal via welke het brood ons gegeven wordt. Als we het voordeel van Gods helpende hand in ons leven missen, kan dat zijn omdat we er niet om gevraagd hebben; we hebben er niet voor gezorgd dat Hij er in gebeden om werd verzocht.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)