Bestrijden van het ongeloof van de zorgenmakerij
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Vrees en Angst
Een deel van de Battling Unbelief-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Ongeloof als de wortel en essentie van alle zonde
Laat me een brug slaan tussen de tekst van vorige zondag en onze aandacht van vandaag voor het ongeloof van de zorgenmakerij. In Hebreeën 3:12 staat: “Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God.”1 En vers 14 luidt: “Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus.”
Anders gezegd, het bewijs dat je bent gekomen om te delen in Christus – dat je met hem verenigd bent in het reddend geloof – is dat je het vertrouwen resoluut vasthoudt tot het einde. Volharding in het geloof is nodig voor de redding. Als iemand echt bekeerd is, is het hart veranderd zodat het leven nu in het geloof wordt geleefd (Galaten 2:20).
De nieuwe geboorte brengt iemand in een leven vol oorlog. Deze oorlog wordt de “goede strijd” genoemd in 2 Timotheüs 4:7 en 1 Timotheüs 6:12. En hier in Hebreeën 3:12 wordt het een strijd tegen het ongeloof genoemd. “Zie er dus op toe [dat is de waakzaamheid bij een strijd], broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig [daar is de vijand in de oorlog] hart afvallig wordt van de levende God [daar is de waarschuwing voor het niet serieus nemen van de oorlog].”
Anders gezegd, de meest basale strijd in ons leven is de strijd om het geloof in de levende God en er voor te waken dat ons hart een kwaadwillig, ongelovig hart wordt. Want als het ongeloof in de levende God de overhand in ons leven krijgt, kan het resultaat een verharding zijn, die ons onwillig maakt om tot inkeer te komen en ons dus afkapt van de genade van God.
Nu zal dit degenen die echt in Christus zijn niet overkomen. Zij die waarlijk zijn geboren uit God nemen de strijd serieus, putten uit de kracht van God om deze strijd te voeren en winnen met standvastig geloof. Dat is wat God belooft. “Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand” (1 Thessalonicenzen 5:24).
Ongeloof als de wortel van de zorgenmakerij
De tekst van vandaag laat dit zien aan de hand van een bepaalde slechte harttoestand, namelijk het maken van zorgen.
Sta eens even stil en bedenk hoeveel verschillende zondige gedragingen en mentaliteiten zijn voort gekomen uit bezorgdheid. Geldzorgen kunnen aanleiding geven tot gierigheid, hebzucht, oppotten en stelen. Zorgen over slagen in een bepaalde taak kunnen je prikkelbaar, kortaf en nors maken. Zorgen over relaties kunnen maken dat je je terugtrekt, ongevoelig en onverschillig wordt ten aanzien van andere mensen. Zorgen over hoe iemand op je zal reageren, kunnen je bewegen de waarheid te verhullen en te liegen over dingen. Dus als bezorgdheid zou kunnen worden overmeesterd, zouden veel zonden overwonnen zijn.
Maar wat is de wortel van die zorgenmakerij? En hoe kan deze worden afgehakt? Om dit te beantwoorden gaan we naar onze tekst in Mattheüs 6. Vier keer zegt Jezus in deze tekst dat we ons geen zorgen hoeven maken.
- Vers 25: “Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf.”
- Vers 27: “Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?”
- Vers 31: “Vraag je dus niet bezorgd af:”
- Vers 34: “Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen.”
De vers die de wortel van de bezorgdheid expliciet maakt, is vers 30: “Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?” Met andere woorden, Jezus zegt dat de wortel van de zorgenmakerij een tekort aan geloof in onze hemelse Vader is. Als ongeloof de overhand krijgt in onze harten, is een resultaat daarvan bezorgdheid.
Dus als er in Hebreeën staat: “Zie er op toe dat niemand door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt,” bevat het deze betekenis: “Zie er op toe dat niemand door een BEZORGD hart afvallig wordt.” Bezorgdheid is een van de kwade condities van het hart, die het gevolg van ongeloof zijn. Veel bezorgdheid, zegt Jezus, komt van een tekort aan geloof.
Twee soorten verstoorde reacties op deze waarheid
Ik kan me twee verstoorde reacties op deze waarheid voorstellen. Laat me u vertellen welke dat zijn en er dan een Bijbels antwoord op geven voordat we verder gaan naar de strijd tegen het ongeloof van de zorgenmakerij.
1. “Dit is geen goed nieuws!”
Een reactie zou zo kunnen luiden: Dat is geen goed nieuws! In feite is het erg ontmoedigend om te leren dat wat ik dacht dat een gewone worsteling is met een toestand van bezorgdheid, eigenlijk een veel diepere worsteling is of ik al dan niet geloof in God.
Mijn reacties hierop is nu er mee in te stemmen maar er vervolgens mee oneens te zijn. Stel dat u pijn in uw maag heeft en u allerlei medicijnen en diëten hebt geprobeerd zonder er baat bij te hebben. En stel dan dat uw dokter u na een regulier consult vertelt dat u kanker in de dunne darm heeft. Zou dat goed nieuws zijn? U zegt, uitdrukkelijk niet! En daar ben ik het mee eens.
Maar laat me de vraag eens anders stellen: Bent u blij dat de dokter de kanker heeft ontdekt nu het nog behandelbaar is, en dat het met veel succes behandeld kan worden? U zegt, ja, ik ben zeer blij dat de dokter het echte probleem heeft gevonden. Ook daar ben ik het mee eens.
Dus het nieuws dat u kanker heeft, wordt niet gezien als goed nieuws omdat kanker hebben goed zou zijn. Het is goed nieuws omdat weten wat er echt mis is, goed nieuws is, helemaal als het met succes behandeld kan worden.
Dat is wat het is om te leren dat het echte probleem achter de bezorgdheid, het ongeloof in de beloftes van God is. Het is geen goed nieuws omdat de kanker van het ongeloof goed zou zijn. Het is goed omdat WETEN WAT ER ECHT MIS IS goed is vooral omdat ongeloof zeer succesvol behandeld kan worden door onze grote arts.
Ik wil dus benadrukken dat het ontdekken van de relatie tussen onze bezorgdheid en ons ongeloof in feite goed nieuws is omdat dat de enige manier is om de strijd tegen de ware oorzaak van onze zonden te beginnen en om de overwinning te krijgen die God ons kan geven met de therapie van zijn Woord en zijn Geest.
2. “Hoe kan ik überhaupt zekerheid krijgen?”
Er is een andere reactie mogelijk op de waarheid dat onze bezorgdheid geworteld is in ons ongeloof in Gods beloftes. Deze luidt als volgt: Ik heb bijna dagelijks te maken met gevoelens van bezorgdheid dus heb ik het gevoel dat mijn geloof in God ontoereikend moet zijn. Ik vraag me dus af of ik ook maar enige zekerheid kan hebben dat ik gered ben.
Ontrouw zijn vs. aangevallen worden om je geloof
Mijn antwoord op deze zorg is de volgende: Stel u neemt deel aan een autorace en uw vijand die niet wil dat u de race uitrijdt, gooit modder op uw voorruit. Het feit dat u tijdelijk uw zicht op uw doel kwijt bent en begint te zwabberen, betekent niet dat u de race gaat staken. En het betekent zeker niet dat u op de verkeerde racebaan bent. Anders zou u zich totaal niet aan de vijand storen. Wat het betekent is dat u uw ruitenwissers aan moet zetten en ruitensproeiervloeistof moet gebruiken.
De getuigenis van de Schrift
Psalm 56:3 zegt: “Mijn tegenstanders bedreigen mij, heel de dag, en bestrijden mij vanuit hun hoge vesting.” Let op: er staat niet: “Ik heb nooit met angsten te kampen.” Angst slaat toe en de strijd begint. Dus de Bijbel beweert niet dat ware gelovigen nooit zorgen hebben. In de plaats daarvan staat er in de Bijbel hoe te vechten als ze toeslaan.
Bijvoorbeeld, in 1 Petrus 5:7 staat: “U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan het hart.” Er staat NIET, u zult nooit zorgen hebben, die u op God kunt afwentelen. Er staat dat wanneer de modder op uw voorruit kletst, u tijdelijk het zicht verliest en u begint te zwabberen in uw zorgen, doe dan uw ruitenwissers aan en spuit met ruitensproeiervloeistof.
Aan degene die dagelijks met zorgen kampt
Dus mijn reactie richting degene die elke dag met gevoelens van zorg te maken heeft, is: dat is min of meer normaal. De kneep zit ‘m in hoe je er mee om gaat.
En het antwoord daarop is: je pakt zorgen aan door het bestrijden van ongeloof. En ongeloof pak je aan door bezinning op Gods Woord en door de hulp van de Geest te vragen. De ruitenwissers zijn de beloftes van God die de modder van het ongeloof verwijderen. En de ruitensproeiervloeistof is de hulp van de Heilige Geest.
Zonder de verzachtende werking van de Heilige Geest zullen de wissers van het Woord alleen maar over de verblindende kluiten van het ongeloof schrapen. Beide zijn nodig – de Geest en het Woord. We lezen de beloftes van God en we bidden om de hulp van zijn Geest. Terwijl de voorruit schoon wordt, zien we de hoopvolle toekomst die God voor ons heeft gepland (Jeremia 29:11), wordt ons geloof sterker en het bezorgde zwabberen zwakt af.
Zorgen overwinnen door het ongeloof te bestrijden
Laat me afsluiten door te schetsen hoe de bestrijding van het ongeloof de bezorgdheid overwint.
Het gedragspatroon van Jezus en Paulus
Hier in onze tekst hebben we het voorbeeld van zorgen over eten en kleding. Zelfs in ons land met zijn uitgebreid stelsel van welvaart, kunnen zorgen over geld en onderdak zeer intens zijn. Maar Jezus zei in vers 30 dat dit komt door ongeloof: “Kleingelovigen.” Dit artikel bevat minstens een half dozijn beloftes voor de strijd tegen dat ongeloof.
Bijvoorbeeld aan het slot van vers 32 zegt hij: “Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.” Dat is een spectaculaire belofte. In alles wat u thuis en op uw werk doet, stel Gods plan voorop, en hij zal u voorzien met alles wat u nodig heeft om te leven voor zijn glorie. Geloof in deze belofte en geldproblemen zullen verdampen in de warmte van Gods zorg.
Op die manier paste Paulus de belofte ten aanzien van zorgen toe in Filippenzen. In 4:6 zegt hij net als Jezus: “Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden.” Vervolgens, in 4:19, doet hij de belofte net als Jezus: “Mijn God zal uit de overvloed van zijn majesteit elk tekort van u aanvullen, door Christus Jezus.”
Zorgen die we zouden kunnen hebben
Dus volgen we vandaag het gedragspatroon van Jezus en Paulus. We strijden tegen het ongeloof van de zorgenmakerij met de beloftes van God.
- Als ik me zorgen maak over een riskante, nieuwe onderneming of ontmoeting, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand” (Jesaja 41:10).
- Als ik me zorgen maak of mijn predikantschap nutteloos en leeg is, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerste te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied” (Jesaja 55:11).
- Als ik me zorgen maak of ik te zwak ben om mijn werk te doen, bestrijd ik het ongeloof met de belofte van Christus: “Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid” (2 Korintiërs 12:9), en “Niets zal hem deren zolang hij leeft” (Deuteronomium 33:25).
- Als ik me zorgen maak over beslissingen die ik moet maken voor de toekomst, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog” (Psalm 32:8).
- Als ik me zorgen maak om tegenover mijn tegenstanders te staan, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?” (Romeinen 8:31).
- Als ik me zorgen maak over ziek zijn, bestrijd ik het ongeloof met de belofte dat “ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. Deze hoop zal niet worden beschaamd” (Romeinen 5:3-5).
- Als ik me zorgen maak over het ouder worden, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Tot in je ouderdom blijf ik dezelfde, tot in je grijsheid zal ik je steunen. Wat ik gedaan heb, zal ik blijven doen, ik zal je steunen en beschermen” (Jesaja 46:4).
- Als ik me zorgen maak over dood gaan, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. Want Christus is gestorven en weer tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden” (Romeinen 14:7-9).
- Als ik me zorgen maak dat ik mijn geloof op de klippen laat lopen en me afkeer van God, bestrijd ik het ongeloof met de belofte: “Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus” (Filippenzen 1:6). “Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand” (1 Thessalonicenzen 5:24). “Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten” (Hebreeën 8:25).
En gisteren, toen Rob en Gail gingen trouwen, printten ze de beloftes van God uit voor de trouwmap. Zorgen over al het onbekende in het huwelijk hebben ze daarmee bestreden en zullen ze nog bestrijden: “De HEER zelf gaat voor je uit, hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen” (Deuteronomium 31:8).
Daarom dring ik er bij u in uw strijd op aan om dat boek van God te pakken, de Heilige Geest om hulp te vragen, de beloftes in uw hart te grieven, en door te gaan met de strijd. Vergeet de belofte van Spreuken 21:31 niet: “Het paard wordt gereedgemaakt voor de strijd, de overwinning hangt af van de HEER.”
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)