De heiligheid van God
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door R.C. Sproul
Over Glorie van God
Een deel van de 2007 Desiring God Conference for Pastors-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Dit zijn notities gemaakt tijdens de bijeenkomst.
Jesaja 6:1-81
In het sterfjaar van koning Uzzia…
Uzzia’s verhaal staat in 2 Kronieken 26. Hij behoorde tot die handvol goede koningen tussen de vele slechte koningen waarover we lezen in de historie van Israël. Hij was tweedes na David in zijn prestaties op het slagveld. Hij deed wat goed was maar tegen het einde werd hij hoogmoedig en eindigde zijn leven als die van een tragische, Shakespeareaanse held. In zijn hoogmoed mat hij zich de rol van een priester aan, en op dat moment trof God hem met lepra. Zijn 52-jarige regeerperiode eindigde in schade en schande. …
Zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon…
Maar Israëls troon was niet onbezet. De Heer zat daar.
Heer wordt op twee manieren in uw Bijbel gebruikt.
Heer niet helemaal in hoofdletters is een soort adonai. Dit is de meest verheven titel die in het Oude Testament aan God wordt gegeven en weerspiegelt absolute almacht.
HEER, helemaal in hoofdletters, is Yahweh. Dit is de sacrale, onuitsprekelijk naam van God.
Heer is Gods eretitel en HEER is zijn naam
De kleine, Heer, die is weggelegd voor God in het Oude Testament, is gegeven aan Christus in het Nieuwe Testament. Dus toen van Jezus werd gezegd dat zijn naam boven alle andere namen staat, was dat niet “Jezus” waarover Paulus het had – het is curios, adonai. …
De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel…
De zoom van een mantel is bij een heerser een statussymbool. Hij wordt beoordeeld naar stof en samenstelling van zijn kleding. Gods mantel hangt over de rand van zijn troon en in zijn heiligdom en vult de tempel waarin hij zit.
Boven Hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels…
Gods schepselen zijn aangepast aan hun omgeving. Vogels hebben vleugels en lichte skeletstructuren omdat de lucht hun leefruimte is. Vissen hebben kieuwen, schubben en staarten voor onder water. En serafs hebben een anatomie die functioneel is voor hun natuurlijke leefomgeving – de nabijheid van God.
De serafs hebben anatomische organen nodig:
…twee om het gezicht … te bedekken…
Mozes vroeg de Heer ooit om hem zijn gezicht te tonen. Maar God zei dat hij niet begreep waar hij om vroeg. God liet hem een glimp van zijn rug zien maar liet hem niet zijn gezicht zien. Anders zou hij zijn gestorven.
Het probleem zit niet in de ogen – het zit ‘m in de ziel. Wie ziet God in de zaligsprekingen? – zij die puur van hart zijn.
Schepselen geschapen om te leven in het aangezicht van God, moeten zo zijn ontworpen dat ze dit verduren.
…twee om het onderlichaam te bedekken…
Onderlichamen zijn kenmerken van schepselen. Mozes werd verteld, door de stem in de brandende doornstruik, om zijn schoenen uit te doen want de grond was heilig. Wat maakte het heilig? Niet Mozes. Het was God die nabij was. Mozes’ voeten symboliseerden dat hij van stof was. Zelfs de onderlichamen van engelen representeren dat ze schepselen zijn.
…en twee om mee te vliegen…
…Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’
De boodschap van de serafs bestaat uit het verkondigen van Gods glorie – zijn zwaarwichtigheid – zijn wezen – zijn majesteit. Het is deze glorie die de engelen aanzet om heilig te zingen.
Waarom 3 keer heilig?
Net zoals wij vetgedrukt, schuin gedrukt of onderstreept gebruiken, is een Hebreeuwse benadrukking de herhaling. Paulus schrijft twee keer in Galaten 1:8-9 dat zij die een andere evangelie preken, vervloekt zouden moeten worden. En Jezus gebruikte nooit vage taal, dus is het logisch dat hij zijn woorden inleidt met amen, amen - of waarlijk, waarlijk. Hij zegt in feite: “Luister eens. Dit is van ernstig belang!”
Dus de engelen zijn niet tevreden met “Heilig!” En ze zijn zelfs niet tevreden met de benadrukking: “Heilig!, heilig!” Ze moeten het drie keer zeggen – “heilig!, heilig!, heilig!” Ze tillen het naar het derde niveau – de overtreffende trap. Geen ander eigenschap van God wordt op zo’n manier geprezen. Liefde noch genade noch gerechtigheid of almacht. Puur Heilig.
…Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook…
Als Gods heiligheid niets met u doet, heeft u geen aan-knop. Zelfs domme constructies van hout of steen hebben de juiste neiging om in Gods nabijheid te schudden.
Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik ben verloren, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten gezien.’
Jesaja was een stabiele man en toch brengt een glimp van Gods heiligheid hem van zijn stuk. Zolang onze blik gericht is op het horizontaal vlak van deze aarde hebben we met onszelf geen probleem. Maar zodra we onze blik naar de hemel richten en nadenken wie God is, zullen we gebroken zijn. Zelfverzekerdheden en zelfgenoegzaamheden zijn dan weggevaagd. Heilige mensen zijn gereduceerd tot bibberaars als ze ook maar een glimp van God hebben gezien.
Als Jesaja ontdekt wie God is, roept hij een oordeel van verdoemenis over zichzelf uit – een vloek. De eerste keer dat hij zag wie God is, was de eerste keer dat hij zag wie hijzelf was. Hij erkende dat hij een onreine mond had en dat zijn onreinheid epidemisch, pandemisch, was.
…Toen nam een van de serafs met een tang een gloeiend kooltje van het altaar en vloog daarmee op mij af. Hij raakte mijn mond ermee aan en zei: ‘Dit heeft je lippen aangeraakt; je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan.’
God stond zijn onderdaan niet toe om in het stof te kruipen. Hij handelde in genade. Sterke genade. Hij raakte zijn lippen aan met een gloeiend kooltje. Je kunt de huid horen sissen en verbranden, de gedempte schreeuw van Jesaja. Zijn zonden waren tenietgedaan, er was boete voor gedaan. Heb het bij Jesaja nooit over goedkope genade. Er zit een pijnlijk element aan gratis genade. Het punt was niet om Jesaja te martelen maar om hem te reinigen. Hij schroeide de lippen van zijn dienaar. En vergaf zijn zonden.
Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: ‘Wie zal Ik sturen? Wie kan namens ons gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, stuur mij.’
Ik weet niet hoe Jesaja kon spreken maar als God vraagt wie hij zou sturen, zegt Jesaja: ‘Hier ben ik, stuur mij.’
Ieder van ons die bestemd is voor de dienst van Christus, heeft die roeping. Kijk eens naar toen uw inwijding plaatsvond. Duizenden laten de evangelische dienst links liggen als ze zien dat er geen glamour te vinden is. Maar blijf terugkomen naar degene die u dient. Het enige wat ons kwalificeert om de evangelische dienst te verrichten, is de kennis over onze vergeving. En dat we de zoetheid en majesteit kennen van de God die onze lippen heeft gereinigd.
Noot van de vertaler
1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
Bijbelse Boeken en Preken