De vraag

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door Jonathan Parnell
Auteur Index
More Over Heiligmaking en Groei
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: The Question

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door Jonathan Parnell Over Heiligmaking en Groei

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Elke Christen verricht evangelisch werk. Of dat nu groot- of kleinschalig is, vanuit ervaring of beginnend, vanuit een roeping of niet – elke Christen heeft de een of andere evangelische taak gekregen van God.

We hebben allemaal een roeping in ons leven, op verschillende gebieden, om te getuigen van Jezus’ genade en om zijn voorbeeld te volgen in de dienstbaarheid aan anderen (Johannes 13:15). Sommigen zijn niet zeker over de details; anderen weten het zonder twijfel. Sommigen komen erbij om Gods sturing te ontdekken; anderen bereiden zich voor om de volgende grote stap te nemen. En waar we ons ook bevinden tussen de “sommigen” en “anderen”, er is één vraag die we boven de rest uit moeten horen.

Voorbij onze moderne wijsheid

Toegegeven, er zijn veel vragen. Er zijn oneindig veel details over onze gaven en vaardigheden, en of we geschikt zijn voor deze of voor die rol, of de Strengths Finders-assessmentuitslag aansluit op de voorliggende functieomschrijving. Er bestaan hele bedrijfstakken om ons te helpen welke vragen we moeten stellen en welke kwaliteiten te evalueren maar geen daarvan is het belangrijkst.

Voor die belangrijkste vraag moeten we voorbij onze moderne wijsheid kijken naar de oude wereld, voorbij de strategieën van goeroes naar het Meer van Galilea – naar de kust van Tiberias waar ooit een leider zat enkele dagen voor diens deelname aan de lancering van de grootste evangelische dienst van de wereldgeschiedenis.

Pinksteren lag om de hoek. Het zou een dag zijn waarop de Geest neerdaalde en een imperfect man, door deze Geest, opstond (Handelingen 2:14; 1:15). Het was een strompelende zondaar die verscheen als een onvervaarde heilige op wie de kerk gebouwd werd (Mattheüs 16:18).

Maar eerst, de vraag.

Hoe bereidt hij zich voor?

Terug naar die kust, de discipelen zaten bijeen rond een ochtendvuur – nog een houtskoolvuur – het ontbijt genietend samen met de opgestane Christus (Johannes 21). Zouden wij uit deze bijeengekomen groep hebben geraden dat Petrus de hoofdkandidaat wordt voor het apostolisch woordvoerderschap? Zouden we ooit zijn rol in Handelingen gekozen hebben gezien zijn staat van dienst in de Evangeliën?

Ik bedoel, dit is Petrus. Dit is de arbeider, flapuit Petrus – Petrus die teveel praat, die daarmee moet stoppen en moet luisteren.

In tegenstelling tot wat we denken, waarschijnlijk zonder Meyers-Briggs1 erbij te halen, wist geen van de deelnemers aan dit ontbijt (behalve Jezus) dat Petrus naar voren zou komen als leider van deze kersverse missie ter verspreiding van het evangelie. Hij heeft zijn zwaarste dagen voor zich – confrontaties waarover hij nog niet eens gedroomd had, strijd die hij absoluut niet wenste, resultaat dat hij niet kon peilen. Hoe moest hij zich voorbereiden? Hij weet niet wat er om de hoek komt kijken. Wat zorgt ervoor dat hij er klaar voor is?

Het antwoord is de vraag.

Veel meer centraal

Het is geen vraag over zijn doelen over vijf jaar, hoewel zulke doelen goed zijn. Het is niet een vraag over zijn financieringsstrategie of over zijn reisverwachtingen of over het budget voor zijn uren in een normale werkweek – hoe handig die ook zijn. Het is geen vraag over managementervaring hoewel ik er zeker van ben dat de vishandel zorgde voor behoorlijk wat inzicht. Het is geen test van communicatieve vaardigheden hoewel hij veel zal spreken. Het is geen korte voorlichting over de naderende uitdagingen hoewel hij zijn portie daarvan zal krijgen.

De vraag staat veel meer centraal. Het is het soort dat dingen verandert, dat soort die het landschap van het hart op z’n best als een ruïne achterlaat. Het is een zacht briesje met een hunkerende nasleep, een vraag die structuren omver werpt en de wortels van onze menselijke aannames blootlegt. Het is de vraag zonder welke, zelfs als we al het andere op de planeet zouden hebben, alles verloren zou zijn. Zelfs als we onze taken met excellente vaardigheden zouden uitvoeren, we het respect van de hele wereld zouden oogsten, we de positiefste resultaten zouden behalen, zou het weglaten van deze vraag ervoor zorgen dat alles voor niets was.

Het is de vraag waarvan iedereen weet dat die ertoe doet maar die toch in de marge belandt. Het is zo van belang dat het in feite achteloos gezien kan worden als onvoorwaardelijke toestemming-om-te-spelen. Natuurlijk, tuurlijk is het van belang maar laten we verder gaan. Maar nee, dat kunnen we niet. Dat horen we niet te doen. Als de vraag opzij is geduwd, daalt het belang ervan tijdens onze voorbereiding. Het bestaan ervan wordt voor vanzelfsprekend aangenomen en we ontdekken andere dingen die onze tijd in beslag nemen. Maar niets zou onze tijd meer in beslag moeten nemen dan deze vraag; niets zou meer moeten betekenen dan leven naar het bestaan ervan, delen in het wonder ervan.

God heeft ons opgeroepen tot iets – tot een rol, een evangelische dienst, een werk – en dit is de vraag die we moeten horen, die ene die we boven alle andere uit moeten horen, die ene waaromheen ons hele leven zich moet draaien, ongeacht wat we onderweg ook ondernemen. Dit is de vraag om keer op keer te laten horen, en die er is voor de opschoning van de moeilijkheden in onze levens. Het is de vraag waarmee we nooit zonder kunnen, die ene als deze niet meer van toepassing is – als het ons niet langer motiveert – het zekerste teken van spiritueel schipbreuk is. Het is de vraag waar het diep in onze ziel over moet gaan, die scherp in ons denken aanwezig moet zijn, onze neigingen voorgehouden moet worden. Het is de vraag waarvan we de woorden als nieuw onze harten binnenlaten alsof wijzelf ze hoorden van de stem van Jezus persoonlijk, alsof we ook aanwezig waren aan die kust, alsof toen Jezus Petrus vroeg, hij ons ook vroeg.

“Hou je van me?”


Noot van de vertaler

1 Bepaald psychometrisch instrument voor persoonlijke ontwikkeling, team- en organisatieontwikkeling