Eerste stap in de voorbereiding van het lijden

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Geluidstranscriptie

Maandag keken we naar het vraagstuk lijden – in het bijzonder naar het goddelijk plan achter het lijden. Wat is God in ons aan het doen wanneer beproevingen toeslaan? Dat was Ask Pastor John 1852. God is de grandioze dokter, en hij weet hoe pijn in onze levens toe te passen om in ons de zonde te doden die ons berooft van de grootste vreugde - namelijk het beleven van Christus als onze grootste schat. Die Maandag-aflevering was een diepe verkenning van waarom lijden niet paradoxaal is aan het vreugdestreven van de christelijke hedonist.

Ter aanvulling op die aflevering wil ik vandaag een volgens mij uitblinkende opname van een preek afspelen. In deze opname legt predikant John uit hoe je op het lijden voor te bereiden. Welke voorbereidingen moeten in ons eerst plaats vinden voor een goed verloop van ons lijden? Dat is een kritiek punt dat je kunt maken met principes gehaald uit Paulus’ eigen getuigenis in Filippenzen 3:1-11. Hier is predikant John met de uitleg.

U kent deze opsomming toch? Hij somt zijn eigenschappen op waar hij, als een ongelovige, echt trots op was: “Ik werd besneden toen ik acht dagen oud was en behoor tot het volk van Israël, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren Hebreeër” (Filippenzen 3:5)¹. Dat is in de Joodse cultuur nogal een stamboom van jewelste.

En als je een goede stamboom hebt, laat je dat graag zien. Je krijgt de waardering en je koestert het genot van de bewondering voor het zijn van een man met een stamboom. “Dat voelt heerlijk,” zegt de man. “Dat geeft tevredenheid. Ik heb een stamboom, en de mensen weten dat.” Dat is de tevredenheid van de ongelovige. Dat is de oude Paulus.

Onberispelijk en blind

En dan voegt hij aan het eind van Filippenzen 3:5 toe: “Ik heb drie andere dingen die mijn leven glorieus maken. Ten eerste ben ik een farizeeër. Niemand kent de wet beter en houdt zich beter aan de wet dan farizeeërs. En ik blink daarin uit.” Of zoals Paulus zegt in Galaten 1:14: “Ik leefde de Joodse wetten heel wat strikter na dan velen van mijn generatie en maakte me sterk voor de tradities van ons voorgeslacht.” Oh, hij had vrij veel dat sprak voor zijn reputatie.

Paulus gaat verder en zegt in Filippenzen 3:6: “Ik heb de gemeente fanatiek vervolgd², deze afvallige sekte die ondermijnt waarvoor ik leef en die een gekruisigde crimineel ‘de Messias’ noemt. Wat een godslastering! En ik pak ze aan stad na stad en richt hen te gronde. Zo ben ik. Dat is mijn identiteit. Is er iemand met bezieling? Ik heb bezieling. De rest van jullie stelletje lafaards zijn te bang om deze sekte aan te pakken. Ik pak ze wel aan.” Oh, wat had zijn leven veel zin, betekenis en een doel.

En ten slotte zegt hij: “Ten aanzien van de rechtvaardigheid die de wet voorschrijft was er op mij niets aan te merken” (Filippenzen 3:6). Vanwege deze vers denk ik dat Paulus nauwelijks last had van zijn geweten. Ik ken veel mensen die dingen proberen te zeggen als: “Zijn geweten drukte de hele tijd zwaar op hem vanwege dit of dat.” Daar ben ik niet van overtuigd omdat Paulus gewoon zei: “Er was op mij niets aan te merken.” Hij was blind maar in zijn ogen was hij onberispelijk.

Wanneer verlies winst wordt

Dan ontmoet hij Christus in Handelingen 9 op de weg naar Damascus en stort opeens zijn wereld in. Hij putte zijn zingeving uit zijn bezieling voor de wet, een loyaliteit aan de wet zoals hij die interpreteerde. Een passie voor God zoals hij die interpreteerde. En in de kern daarvan zat het tegendeel: Jezus, gekruisigde schijnheilige, terecht geëxecuteerde crimineel – en mensen zeggen: “Hij is de Messias.”

En daar stond hij voor Paulus, springlevend met een glorie zo schitterend, een grootsheid van zo’n allure dat hij Paulus verblindde. Alles wat Paulus kon doen was luisteren toen Jezus zei: “Waarom vervolg je Mij?” (Handelingen 9:4). En Paulus’ leven was voorbij.

Hoe, op dat keerpunt, bereidde hij zich voor op het lijden? Kijk naar Filippenzen 3:7. Hij zei: “Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen.” Dat is wat hij deed. Hij keek naar zijn leven en die hele opsomming – zijn stamboom, zijn prestaties, zijn reputatie – en hij zei: “Ik zal dat nu als verlies beschouwen. Ik zal het als verlies beschouwen.” Met andere woorden: “Ik heb nu bewust mijn waardestelsel omgekeerd, op de kop gezet.” Zo bereid je je voor op het lijden: je zet je waardestelsel op de kop.

Voordat hij een christen was, voer hij een boekhouding. Hij had een kolom met verliezen en een kolom met winsten, een staat van verdiensten. Daar, in de staat van winsten of verdiensten, stond: “Hebreeër of Hebreeuws” (respectabele stamboom), “Farizeeër”, “bezieling”, “onberispelijk” (Filippenzen 3:5-6). Met daverend succes – wat een staat van verdiensten had hij. En aan deze kant, in de staat van verliezen stond die verschrikkelijke tegenstander: Christus Jezus.

En de mogelijkheid dat Christus Jezus misschien wel de Messias is – nou, dat zal niet gebeuren, denkt Paulus. Maar dan ontmoet hij Jezus. En wat doet hij? Hij pakt een groot, rood potlood en bovenaan de kolom met winsten schrijft hij V-E-R-L-I-E-S - en boven de Jezus-kolom W-I-N-S-T. En alles is omgekeerd in zijn leven.

Voorbereiden op het lijden

Is u dat ook overkomen? Dat is wat het betekent om een christen te worden, of niet dan? In de kortste vergelijking, Mattheüs 13:44, staat het als volgt: “Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde verkocht hij alles wat hij had en kocht die akker.” De mens rekent alles wat hij heeft als verlies opdat hij de schat kan verkrijgen.

Voorheen was het gewoon een akker – lekker wandelend door het veld op weg naar zijn schat. Dan struikelt hij over Koning Jezus in alle glorie en beseft hij dat die akker vol met diamanten zit. Het zit vol goud en vol zilver. Zijn ogen werden door God geopend en nu is al het andere allemaal verlies.

Op het moment dat uw ogen geopend zijn, ondergaat ook uw geest deze transitie. Uw geest beschouwt alles in uw leven aldus: “Het is allemaal verlies.” Zo bereidt u zichzelf op het lijden voor. U staat op in de morgen en u ziet uw leven op die manier. Zo zegt Paulus het in Filippenzen 3:7: “Ik beschouw het, ik zie het, met mijn volle bewustzijn kijk ik mentaal naar alle goede dingen in mijn leven en beschouw die, in vergelijking met Jezus, als verlies. Ze staan in de staat van verliezen en Jezus staat in de staat van winsten.”

En mocht u denken: “Nou, dat was alleen maar Paulus,” hij zegt in Filippenzen 3:17: “Volg mij na, broeders en zusters, en kijk naar hen die leven volgens het voorbeeld dat wij u gegeven hebben.” Dat is het normale christendom. Jezus zei: “Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn” (Lucas 14:33). Punt uit.

Wel, u draagt kleren. Waarschijnlijk staat uw auto op de besneeuwde parkeerplaats. U heeft misschien een appartement of een huis en andere bezittingen. U heeft waarschijnlijk een iPhone of een computer. Dus u bezit spullen. En deze tekst luidt: “U kunt geen volger van Jezus zijn als u die dingen niet afzweert.” U kunt verschillende vertalingen raadplegen met het oog op die term afstand doen in Lucas 14:33. Zou dat niet hetzelfde zijn als wat Paulus in Filippenzen 3:7 noemt: “als verlies beschouwen”?

Dus deze jas die ik draag – dit is mijn jas. Het is van mij. Het is mijn predikantenjas. En ik zou deze jas als verlies moeten beschouwen vanwege de overtreffende waarde van het kennen van Jezus.

---

Noot van de vertaler

¹Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
²Tot hier de letterlijke Bijbeltekst, de rest binnen de quotes is een vrije interpretatie