Hoe de Geroepenen de Eeuwige Erfenis Ontvangen

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over The Covenants
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: How the Called Receive an Eternal Inheritance

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over The Covenants
Een deel van de Hebrews-serie

Vertaling door Andreas Murre

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).


15 En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen. 16 Immers, waar een testament is, daar is het noodzakelijk dat de dood van de maker van het testament vastgesteld wordt. 17 Want een testament is bindend na iemands dood. Het wordt immers nooit van kracht zolang de maker van het testament nog leeft. 18 Daarom is ook het eerste niet zonder bloed ingewijd. 19 Want nadat elk gebod overeenkomstig de wet aan heel het volk door Mozes meegedeeld was, nam hij het bloed van de kalveren en van de bokken met water en scharlakenrode wol en hysop, en besprenkelde het boek zelf en heel het volk, 20 terwijl hij zei: Dit is het bloed van het verbond dat God u bevolen heeft te houden.21 Ook de tabernakel en ook al de voorwerpen voor de eredienst besprenkelde hij op dezelfde manier met het bloed. 22 En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats. (Hebreeën 9:15-22)

Je zou denken dat God wat voorzichtiger zou zijn in de vergelijkingen en analogieën die Hij gebruikt om Zijn werk uit te leggen. Hij is behoorlijk gewaagd in de manier waarop Hij de menselijke taal en beelden gebruikt. Bijvoorbeeld, Hij zegt dat de wederkomst van Jezus zal komen als een dief in de nacht; zo durft Hij de perfecte Zoon linken aan een dief. En zo zijn er nog meer van zulke vergelijkingen in de Bijbel. Ergens anders vergelijkt Hij zijn toorn met een man die wordt wakker geschud uit de roes die hij uit slaapt. Waarom doet God dat? Waarom gebruikt Hij zulke vergelijkingen die ook misleidend kunnen zijn?

Het antwoord is dat elke vergelijking misleidend kan zijn als het werk van God wordt vergeleken met het werk van een mens. God is uniek. Er is geen menselijke ervaring die perfect past bij de manier waarop Hij handelt of is. Maar als God met ons wil communiceren, wat Hij doet, Hij hoeft geen andere taal te gebruiken dan de taal die wij begrijpen, een menselijke taal die gebouwd is rond de menselijke ervaring.

Bijvoorbeeld, als we spreken over dienstbaarheid gebruiken we menselijke taal die gebaseerd is op de basis van onze ervaringen als dienaren of verschillende menselijke diensten. Dus, als God wat wil zeggen over zijn eigen bediening van ons, of onze bediening van Hem, Hij zal deze taal gebruiken. Maar, omdat Hij God is en op veel manieren volledig in tegenstelling is tot ons zal deze taal van dienstbaarheid gedeeltelijk misleidend zijn. We moeten ons dan afvragen, „Welk deel van deze vergelijking is waar bij God, en wat deel van deze vergelijking is niet waar bij God?” Als we dienaren zijn van God, betekend het dan dat we geen kinderen zijn van God? Betekend het dat we geen erfgenamen zijn van God? Betekend het dat we in het huis voor de dienaren leven en geen plaats hebben aan de tafel van de Vader? Wat wil God dat we begrijpen als Hij ons dienaren noemt? Dat is nog maar een afbeelding.

Alle vergelijkingen van de manier waarop God betrekking op ons heeft en de manier waarop wij betrekking hebben op elkaar zijn hieraan gelijk. Je moet je afvragen welk deel van de vergelijking of analogie leidt tot de diepe waarheid van wat God over Zichzelf wil onthullen, en welke delen leiden naar de doodlopende weg van misvatting.

Goed, in de tekst van vandaag introduceert de schrijver de vergelijking tussen het Nieuwe Verbond en een testament wat door iemand wordt opgesteld om zijn laatste wil vast te leggen. Ook hier moeten we voorzichtig zijn om vast te stellen welke delen in deze vergelijking te gebruiken zijn en welke misleidend zijn.

De Natuur van het Nieuwe Verbond

Laten we het nieuwe verbond eerst even bezien om te kijken of we nog weten wat het inhoud, en hoe het anders is dan het „eerste verbond” waar Paulus in de verzen 15 en 18 naar verwijst. Het nieuwe verbond is de overeenkomst met Zijn volk wat God in Jeremia 31:31 beloofd heeft. Het boek Hebreeën haalt de voorwaarden voor deze overeenkomst aan in Hebreeën 8:10-12. Hier staat, „Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn… 12 Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en aan hun zonden en hun wetteloos gedrag beslist niet meer denken.”

Dus in deze overeenkomst schrijft God zijn wil niet langer meer op stenen tafelen buitenom de harten; Hij verplaatst ze, door Zijn Geest, in de harten en Hij laat Zijn wil deel uit maken van wat we liefhebben. Hij veranderd ons van binnenuit zodat we Zijn wil gaan liefhebben. En dat niet alleen, Hij zegt dat Hij ons in het nieuwe verbond wat onze ongerechtigheden betreft genadig zal zijn en dat Hij aan ons wetteloze gedrag beslist niet meer zal denken. In het oude verbond was geen offer geweest wat werkelijk de menselijke zonde weg kon nemen. Het waren dierenoffers, maar Hebreeën 10:4 zegt het duidelijk, „Want het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt.” Dus het nieuwe verbond belooft dat deze zonden weg genomen zullen worden wat betekend dat het fundament voor het nieuwe verbond een beter offer is, namelijk, het offer van Gods eigen Zoon.

Dus het nieuwe verbond gaat dus over hoe God met zonden omgaat om ons weer recht met Hem te krijgen. Hoe Hij omgaat met de schuld en veroordeling door Zijn Zoon te zenden om te sterven voor zondaren en zo onze schuld te dragen zodat er vergeving, afwassing en een goed geweten voor God kunnen overblijven. Ook zien we hoe God omgaat met de kracht van de zonde door Zijn wet op onze harten te schrijven zodat we de zonde van binnenuit gaan haten, Gods wil gaan liefhebben, vrij in zijn inzettingen zullen wandelen en niet meer door externe juridische dwang. Dat is het nieuwe verbond. Dat is het Christendom. En de dood van Christus, het vergieten van Zijn bloed is de hier de basis voor. Door Zijn bloedvergieten kocht hij onze rechtvaardigheid en heiligmaking. Hij nam onze schuld weg en neemt onze verdorvenheid weg.

Een Beter zicht op het Nieuwe Verbond

In Hebreeën 9:15-22 geeft de schrijver een nieuwe invalshoek op het nieuwe verbond. Hij vergelijkt het met een testament waarin de laatste wil van een mens wordt vastgelegd. Kijk naar de verzen 15 en 16. In vers 15 noemt hij Christus de „Middelaar van het nieuwe verbond” Hij verwijst hiermee naar de dood van Christus die ons verlost van onze zonden die het oude verbond niet weg kon nemen. En hij zegt dat dit nieuwe verbond, gebaseerd op deze dood van Christus, gebeurde zodat iedereen die geroepen zijn de „eeuwige erfenis” zullen ontvangen.

Dus tot hier klinkt het behoorlijk bekend. Maar dan in vers 16 maakt hij een vergelijking tussen dit nieuwe verbond en een testament waarin de laatste wil van een mens wordt vastgelegd. Jullie weten allemaal wat dat is, maar misschien de kinderen niet. Een testament is een erg belangrijk, officieel en juridisch papier wat een persoon schrijft om te bepalen wat er na zijn dood met zijn bezittingen gebeurd. Dat is een testament. Elke volwassene zou er een moeten hebben. Dat is de vergelijking die de schrijver in de verzen 16-17 maakt met het nieuwe verbond. Hij zegt, „waar een testament is, daar is het noodzakelijk dat de dood van de maker van het testament vastgesteld wordt. Want een testament is bindend na iemands dood. Het wordt immers nooit van kracht zolang de maker van het testament nog leeft.”

Hier zie je dus dat de term verbond in vers 15 de betekenis van een testament krijgt in de verzen 16 en 17.

Waarom maakt de schrijver deze vergelijking? Waarom komt hij met het idee dat het nieuwe verbond eigenlijk een testament is? Ik denk dat hier 5 redenen voor zijn.

  1. Dit is de normale betekenis van de term in de algemene Griekse cultuur van die dagen: Een „diatheke” was een testament.
  2. De basis van het nieuwe verbond is de dood van Christus. Er moest een dood plaatsvinden om het de deugdelijkheid van het nieuwe verbond van kracht te laten doen. Een dood zou het effect laten hebben.
  3. Ook het eerste verbond was geassocieerd met een dood. Kijk naar vers 18, „ Daarom is ook het eerste niet zonder bloed ingewijd.” In andere woorden, hoewel het niet duidelijk was dat de dood van de Messias de basis zou zijn voor het nieuwe verbond en de vergeving van zonden waren er aanwijzingen. De dood van dieren was nodig. En dat voorzag en was een voorafschaduwing van de dood van Christus. En zo was ook het eerste verbond deugdelijk door de dood als een testament in die zin.
  4. De vierde reden waarom de schrijver het nieuwe verbond als een testament behandeld is omdat hij net in vers 15 verwees naar een „eeuwige erfenis”. Zie je het: Christus is de Middelaar van het nieuwe verbond, opdat, … de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.” En we begrijpen allemaal dat waar een erfenis is ook een testament moet zijn wat verteld wie de erfgenamen zijn en welke erfenis ze krijgen. Dit is wat hij zegt wat het nieuwe verbond doet.
  5. Als laatste vergelijkt hij het nieuwe verbond met een testament omdat een testament niet iets is waar erfgenamen over kunnen onderhandelen. Het komt eenzijdig van degene die het geschreven heeft en de erfgenamen moeten het nemen zoals het is. Ze kunnen de beslissingen van degene die het testament geschreven heeft niet veranderen. Het nieuwe verbond is geschreven door God zonder raadgeving van Zijn erfgenamen of iemand anders. Het is een soevereine uitdrukking van Gods wil, het is niet een onderhandelbare overeenstemming.

Om minstens deze 5 redenen zegt de schrijver dat het nieuwe verbond is als een testament. Ja, het is een gewaagde manier om over Gods relatie tot zijn volk te spreken.

Deze analogie zit vol met mogelijke misvattingen. 1) Schreef God dit testament omdat Hij als Hij op een dag zou sterven Zijn bezittingen aan een ander over zou laten? 2) Wie is de middelaar van Gods laatste wil in dit testament? Een testament specificeert dat gewoonlijk, en het is nooit de dode persoon die zijn eigen testament bemiddeld. 3) Was dit testament niet van kracht voor dat er een dood plaats vond? zo niet, hoe hebben David en Mozes en alle andere heiligen van die tijd vergeving van zonden gekregen? 4) Wie zijn de erfgenamen van het testament? Vaak zijn de erfgenamen van de tweede generatie niet bekend bij degene die het testament opstelt. Is de erfenis voor een onzekere, onbepaalde groep? Of zijn de namen opgeschreven in het testament? Laten we naar de antwoorden kijken op deze 4 vragen en elk heeft zijn krachtig effect om diepte en kracht te geven aan onze zekerheid in God en ons vertrouwen dat de eeuwige erfenis, het eeuwige leven, voor ons is.

1) Schreef God dit testament omdat Hij op een dag zou sterven en Zijn bezittingen aan een ander over wilde laten?

Het antwoord wat het dichtst in de buurt komt vinden we in Hebreeën 2:14. „Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen” In andere woorden, Nee, God als God kan niet sterven. Hij is „onvergankelijk” zoals 1Timotheüs 1:17 zegt. Maar Ja, Hij wil de dood ervaren om zo de dood van binnen uit te overwinnen en zo degenen te bevrijden die slaaf zijn van de dood. Hoe kan de Onvergankelijke de dood ervaren? Hij neemt de menselijke natuur aan met vlees en bloed als dat van Zichzelf en in die natuur kan Hij de dood ervaren. Dus het antwoord is Ja, God schreef Zijn testament omdat Hij zich voorgenomen had de dood te ervaren in de dood van Zijn Zoon door de menselijke natuur die Hij had aangenomen in de incarnatie.

Laten we je geloof vaststellen en je vertrouwen en zekerheid in God uitdiepen, omdat Hij deze dingen schreef vanuit de nooit begonnen eeuwigheid. Van alle eeuwigheid heeft God Zijn eeuwige erfenis aan jou uit genade willen geven. (2 Timotheüs 1:9). De dood is om het de erfenis in bezit te nemen is gedaan en volbracht. Er is niet nog een dood nodig.

2) Wie is de middelaar van Gods laatste wil in het testament?

Normaal gesproken vermeldt een testament dit, en het is nooit de dode die zijn eigen wil uitvoert. Het antwoord is dat de vergelijking breekt, de persoon die sterft om zo het testament kracht laat doen kan en ook nog eens dit testament uitvoert, hoe kan dat?

Dit kun je lezen in Hebreeën 13:20-21:

De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, 21 moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

De nieuwe verbondserfenis van Gods innerlijke werk in ons leven is ons gegeven, zoals hier staat, door „onze Heere Jezus Christus”. Hij is de Middelaar van het testament. Dus laat dit je geloof vaststellen en je vertrouwen en zekerheid in God uitdiepen, dat Christus, de Zoon van God niet alleen Degene is die stierf om zo de erfenis van de Vader vrij te krijgen; Hij stond ook weer op uit de doden en is de soevereine Middelaar van de Vader die er voor zorgt dat je de erfenis in dit leven en na dit leven ontvangt.

3) Was dit testament niet van kracht voor dat er een dood plaats vond? zo niet, hoe hebben David en Mozes en alle andere heiligen van die tijd vergeving van zonden gekregen?

Hebreeën 9:17 zegt, „Want een testament is bindend na iemands dood. Het wordt immers nooit van kracht zolang de maker van het testament nog leeft.” Het lijkt er hier op dat het zegt, Nee, de vergeving van het nieuwe verbond was niet beschikbaar voor de mensen in de oud testamentische tijd voordat Christus stierf. Maar let er op hoe vers 18 begint, „Daarom is ook het eerste niet zonder bloed ingewijd.” En daarna gaat hij verder om te laten zien hoe Mozes het bloedvergieten in het oude verbond centraal zette.

Wat is hier nu het punt? Ik denk dat het punt hier als volgt is: in het oude verbond was Christus nog niet gestorven, maar al het bloedvergieten van de dieren was bedoelt als verwijzing naar de dag dat een dood werkelijk de vergeving van zonden van God gekocht had, en als de heiligen hun vertrouwen niet stelden in de dieren maar in de genade van God, zouden ze de voorsmaak hebben van deze ervaring nu. Met andere woorden, sommige, maar niet alle delen van wat er belooft werd in het testament werden ervaren voor de dood van Christus. (Hebreeën 11:39-40)

Hier is de analogie weer niet sluitend. Ja, zonder de dood van Christus zou er geen vergeving zijn in het Oude Testament. Maar, Nee, deze heiligen hoefden geen duizenden jaren te wachten voor ze vergeving van zonden konden ervaren die Christus dood voor hen kocht. In Exodus 34:7 zegt God, als deel van het oude verbond, dat Hij, „ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft”

Dus laat dit je geloof bekrachtigen in de grootheid van wat Christus gedaan heeft aan het kruis: het was niet alleen groot genoeg om de erfenis van vergeving vrij te geven voor de komende 2000 jaar naar ons maar ook 2000 jaar en langer terug.

4) Als laatste, wie zijn de erfgenamen van het testament?

Het belangrijkste is, ben jij een erfgenaam? Sta jij geschreven in het testament van God? Laat Hij jou de eeuwige erfenis na? Is de erfenis van God overgelaten aan een onzekere, onbepaalde groep? Of heeft God Zijn oog op bepaalde mensen waarvan Hij houdt als kinderen, en aan wie Hij zijn eeuwige erfenis wil geven.

Het antwoord vinden we in vers 15, specifiek in het woord „geroepenen”. De schrijver zegt, „En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.” Wie krijgen nu die erfenis? „De geroepenen”. Geroepen door wie? Geroepen door God. In andere woorden, Gods testament is niet overgeleverd aan toeval of kans. God schreef niet alleen het testament; Hij laat het ook niet alleen kracht doen door de dood van Zijn eigen Zoon; en ook wekte Hij Zijn Zoon niet alleen op van de doden om zo Middelaar te kunnen zijn van dit testament; Ook verspreide Hij zijn erfenis van eeuwig leven niet alleen 2000 jaar terug en 2000 jaar vooruit: Nee, Hij roept ook vandaag nog mensen uit de duisternis, dood en ongeloof om mede-erfgenamen te worden met Zijn Zoon. In andere woorden, „ uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid”

Geef gehoor aan Zijn oproep. Open je geestelijke oren voor de stem van je Herder, en je geestelijke ogen voor de heerlijkheid van je God. En Geloof.