Hoop voorbij de zware lasten die je draagt

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door Paul Maxwell
Auteur Index
More Over Liefde voor Anderen
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Hope Beyond the Heavy Burdens You Carry

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door Paul Maxwell Over Liefde voor Anderen

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Gods zegeningen in dit leven komen vaak met grotere lasten.

We worden ouder en zorgen voor zij die jonger zijn. Met elk seizoen, elke maand, elke zonsopgang zijn we verantwoordelijk voor een beetje meer. Onze vriendschappen. Onze kerktaken. Ons thuis. Ons werk. Onze kinderen. Onze echtgenoten. En we dragen ze op onze schouders. We investeerden er enorm in. Onze directe emoties hangen af van onze “afhankelijken” hoewel zij van ons afhankelijk zijn.

Een dwaze zoon is voor zijn vader een ramp, het geruzie van een vrouw is als een dak dat altijd lekt … Wie een wijze heeft verwekt, verblijdt zich over hem (Spreuken 19:13; 23:24)1

We zijn van dezelfde stof, zitten in hetzelfde schuitje – samen met zij van wie we houden en met wie we samenwerken – waar God woont en waar hij werkt: “In wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest” (Efeziërs 2:22).

Onze taken staan in verband met en nemen toe met het aantal dat ons nodig heeft – om voor te zorgen, troost te bieden, ruimte te geven, nader te komen, te gehoorzamen, om van zich te laten horen, om voor te zwijgen, om te beschermen, om te laten gaan, om medische kosten voor te betalen, om geschenken voor te kopen, om fouten te vergeven. En er is geen einde in zicht. Er bestaat geen ideaal moment, zelfs niet tijdens uw pensioen, waarop de wereld zal zeggen: “U heeft voldoende gegeven.”

Wanneer we voor steeds meer mensen zorgen, hebben we de neiging om voor onszelf een tempel te bouwen. Ooit verkondigden we aan degenen die op ons vertrouwen: “Christus Jezus zelf [is] de hoeksteen” (Efeziërs 2:20). Maar na verloop van tijd, met hier en daar dagelijks enigszins toenemende druk, lijkt het leven niet veel anders als we zelf de hoeksteen zijn. We voelen het gewicht van degenen om ons heen toenemen op onze ruggen, niet op de rug van onze Jezus.

We voelen het gewicht van onze families, onze kerken, onze relaties als een onverbiddelijke halter vol plichten, beladen met verzwaarde schijven voor specifieke verplichtingen, die onze ruggengraten buigt tot het breekpunt. Het gewicht en de gevolgen van afbrokkelende grenzen tappen onze kracht af. En, na een poosje, voelen we hoe de taak van goddelijke perfectie ons verleidt – en we zouden ervoor bezwijken als dat kon. We weten dat zij die van ons afhankelijk zijn een gift van God zijn. Toch voelen we in toenemende mate dat we vol gas ertegen racen.

Het leven besteed aan anderen

Het zou verwennerij zijn om te bidden weer jong te zijn – zorgeloos, vrij, zonder verantwoordelijkheid, zonder last of gebrokenheid. “Ik schrijf u jongeren: u hebt hem die het kwaad zelf is overwonnen” (1 Johannes 2:13). Die prestatie lijkt nooit te eindigen, zelfs niet voor oude mensen.

Maar God, begripvol in zijn mededogen en diepgaand in zijn wijsheid, biedt ons genade in zijn medeweten dat we ons overweldigd voelen: “Jongens worden moe en raken uitgeput, zelfs jonge mannen struikelen, maar wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht” (Jesaja 40:30-31).

Wat betekent dat? Is dit een platte verwerping van vermoeidheid? Geeft God ons nu gewoon een andere taak – geloof – bovenop onze berg aan verantwoordelijkheden, de lasten en verwachtingen van de mensen om ons heen? “Bent u uitgeput? Geloven in God is genoeg.” Nee. Het is geen extra eis.

Meteen na die tijd van verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en alle volken op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal Hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere (Mattheüs 24:29-31)

De volken op aarde – de industriëlen, zij die op de wereld gericht zijn, zij die voor zichzelf leven, zij die hun schuld op anderen afschuiven, zij die zichzelf verwennen, de wolven, zij die hun dienaren misbruiken – zullen ontzet zijn want de grote herder is gekomen om zijn uitverkorenen bijeen te brengen, de gelovigen te benoemen, zijn vruchten te oogsten. Hij brengt grote vreugde voor de vermoeiden die hun levens hebben besteed in de naam van anderen.

Dit zijn niet slechts moeilijke verzen over het einde der tijden – dit is Jezus die springt naar het laatste hoofdstuk van uw leven, en tegen u, de vermoeide, onvermurwbare dienaren, zegt: “Ik ga het aards projectiescherm dat zo gemakkelijk de gelovigen hypnotiseerde met visies van lagere grootheden, verbrijzelen.”

Een aanstaande sabbat voor dienaren

De komst van de Mensenzoon is uniek, niet omdat Jezus iets anders doet dan wat hij elke dag al doet, maar omdat hij het voor iedereen duidelijk maakt wat hij elke dag doet – in ons leven de kosmische deuren van het universum neerhalen om ons te redden van waardeloze taken en ter openbaring van de schoonheid van de dagelijkse dienst die gedimd en groezelig is geworden in onze afmatting.

“Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat Hij in aantocht is en heel dichtbij.” (Mattheüs 24:32-33)

Aan de niet-voorjaarskuikens, aan de grijsaards, aan de kale mensen, aan de gerimpelde mensen, aan de checkschrijvers, aan de meervoudige voorzitters, aan de biddenden, aan de ouders, aan de pleegouders, aan de adoptieouders, aan de vergevende vrienden, aan de niet-bedankte takenverrichters, de laatste dagen vinden vandaag in uw leven plaats.

“Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus” (Filippenzen 3:20). En tot die dag zullen we niet vermoeid raken om “voor iedereen het goede [te] doen, vooral voor onze geloofsgenoten” (Galaten 6:10).

Op die dag, als Jezus komt, zal hij ter ere van zijn glorie waarvoor u werkt, iedereen laten zien dat uw werk in zijn naam niet voor niets was: “Hiervoor zwoegen en strijden wij, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, die de redder is van alle mensen, bovenal van de gelovigen” (1 Timotheüs 4:10). Elke opoffering zal volledig beloond worden (Lucas 14:14).

Als het leven vereist dat we er harder tegenaan moeten, dat we waakzamer beveiligingen, dat we nog meer gratis geven, dat we niet-beschikbare energie moeten gebruiken, dat we onmogelijke taken vervullen, offert God ons zijn ondersteunende liefde, zijn milde zorg, zijn begeleidende almacht.

Wij staan er niet alleen voor als we de lasten dragen van zij de om ons heen zijn want God laadt ons vrolijk op met zichzelf, elke dag met precies dat wat we nodig hebben – zijn ondersteunende genade, meer dan ooit op dagen dat we deze niet voelen. Als Christus terugkeert zullen we getuige zijn van wereldwijd geweeklaag onder zij die in dit leven onbezonnen het gratis geschenk van Christus’ genade aan de kant gooiden. En de onzichtbare gelovigen en de vrijgevige dienaren zullen eindelijk rusten.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)