Ik ben die er zijn zal

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Glorie van God
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: I Am Who I Am

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Glorie van God
Een deel van de Hallowed be Thy Name: Eight Sermons on the Names of God-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Exodus 3:13-151

Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ Ook zei Hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”’

De komende zeven zondagen hoop ik een reeks berichten te mogen prediken, waarvoor ik laatst in augustus inspiratie kreeg toen ik Psalm 9:10 las: “Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood.”

Inhoud

Mensen die Gods naam kennen, vertrouwen hem

Het doel van mijn hele dienst is de groei en vreugde van uw geloof voor de glorie van God (Filippenzen 1:20, 25). Prediken is daartoe een middel, en dus, als ik bedenk wat ik moet prediken, zoek ik naar dingen die u zullen aansporen om God met heel uw hart te vertrouwen. In Psalm 9:11 staat dat mensen die Gods naam kennen, op hem kunnen vertrouwen. Het leek me dus dat de Heer ons aller vertrouwen in hem versterkt ten gunste van ons toekomstig leven als het me lukt u te helpen de naam van God beter te kennen. “Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen.” Dus zeven weken lang, leidend naar een hoogtepunt tijdens onze zendingsconferentie, hoop ik elke week een andere naam van God te onthullen.

Wat een naam betekent

De reden dat kennis van de namen van God ons zal helpen hem te vertrouwen tijdens onze dagelijkse bezigheden en ten aanzien van onze eeuwige bestemming, is dat in de Schrift iemands naam vaak z’n karakter, gave of missie weerspiegelt – vooral wanneer de naam door God gegeven is. Adam noemt zijn vrouw Eva omdat zij de moeder is van alle levenden (Genesis 3:20). God verandert Abrams naam in Abraham om te laten zien dat hij hem tot vader van vele volken gemaakt had (Genesis 17:5). God verandert Sarais naam in Sara (Genesis 17:15). Hij verandert Jacobs naam in Israël (Genesis 32:28). En toen de Zoon van God op aarde kwam, werd zijn naam niet aan de verandering overgelaten: “Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”2

Ik heb vier zonen. De eerste is geboren in Duitsland. Daarom zochten we een Duitse naam verbonden met het woord christen en namen we zijn naam op in onze gebeden: Karsten, in de hoop dat God hem tot het geloof in Christus zou brengen. Toen kwam Benjamin wiens geboorteverkondiging een parafrase was van Mozes’ zegening over de stam Benjamin in Deuteronomium 33:12:

Over Benjamin zei hij:
‘De HEER laat zijn lieveling bij zich schuilen.
Zijn kind omarmt Hem van vroeg tot laat,
het nestelt zich veilig op zijn rug.’

Toen kwam Abraham en we legden de hoop van Romeinen 4:20 in zijn naam – opdat hij op een dag gesterkt zou zijn in zijn geloof net als de oude Abraham, en zo God eer zou bewijzen. En ten slotte kwam Barnabas, onze troost brengende zoon, en we namen een naam van een grote man die moed gaf en vol was van het geloof en van de Heilige Geest. Anders gezegd, we hebben geprobeerd onze zonen namen te geven die hun lot en karakter zullen zijn. Wij hebben hen namen gegeven om in te groeien en naar te streven en voor te bidden.

Wanneer God mensen namen geeft

Maar er is een groot verschil tussen mij en God. Wanneer ik iemand een naam geef, heb ik niet de macht of de autoriteit om diegene aan te passen aan de naam. Ik geef namen, en hoop en bid dat mijn zonen dat zullen worden wat hun namen inhouden. Maar God heeft het recht en de macht om te zorgen dat iedereen die hij een naam geeft dat wordt wat die naam inhoudt. De namen die hij hen geeft, zijn geheid aanwijzingen voor de bestemming van degenen die hij van een naam voorziet.

En als hij zichzelf een naam geeft, mogen we er zeker van zijn dat de naam bevat wie hij is en wat hij van plan is te doen. God pikt niet willekeurige namen voor zichzelf uit omdat, ik noem maar wat, het mooi klinkt of omdat een voorouder zo heette of om gênante bijnamen te vermijden. Hij koos namen om van zichzelf iets te laten zien, wat onze liefde voor hem verdiept, onze bewondering vergroot en ons geloof versterkt.

Dus ik bid dat deze zeven berichten onze ogen zullen openen voor Gods glorie en onze vertrouwdheid met zijn magnifiek karakter vergroot, de vlammen van onze liefde aanwakkert, en de vezels van ons geloof versterkt. Mijn hoop ligt in het woord van God: “Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen.”

De belangrijkste naam van God in het O.T.

De naam van God die het belangrijkst is en het vaakst voorkomt in het Oude Testament is een naam die in onze Nederlandse versies zelfs nooit wordt vertaald. Wanneer u het woord HEER in hoofdletters ziet, weet u dat die naam erachter zit. In het Hebreeuws had die naam vier letters – YHWH – en werd mogelijk uitgesproken als Jahweh. De Joden gingen met zoveel eerbied om met dit woord dat ze die nooit over hun lippen lieten gaan tenzij ze het onbedoeld ijdel gebruikten. Dus wanneer ze deze naam tegenkwamen bij het lezen, spraken ze het woord “adonai” uit, wat “mijn heer” betekent. De Nederlandse versies hebben in hoofdzaak datzelfde patroon gevolgd. Ze vertalen de eigennaam Jahweh in het woord HEER geheel in hoofdletters.

Dat is niet iets wat veel voldoening geeft want het Nederlandse woord HEER klinkt voor onze oren niet als een eigennaam zoals Johan, Michael of Noël. Maar Jahweh is wel Gods eigennaam in het Hebreeuws. De belangrijkheid ervan kan worden herkend aan het puur veelvuldig gebruik ervan. Het komt 6.828 keer voor in het Oude Testament. Dat is meer dan drie keer zoveel als het eenvoudige woord voor “God” (Elohim – 2.600; El – 238). Wat dit aantoont is dat God niet als een gewone godheid wil worden gezien maar als een bijzonder Iemand met een naam die zijn unieke karakter en doel draagt.

(Opmerking: Het woord Jehovah ontstond uit een poging om de consonanten YHWH uit te spreken met de klinkers uit het woord adonai. In de oudste Hebreeuwse teksten staan geen klinkers. Het is dus gemakkelijk in te zien hoe dat zo is gekomen want waar YHWH in de tekst stond, werd het woord adonai uitgesproken door de eerbiedige Jood.)

De betekenis van Jahweh in Exodus 3

De belangrijkste tekst in heel de Bijbel om te begrijpen wat de naam van Jahweh betekent, is Exodus 3:13-15. God heeft net Mozes opgedragen om naar Egypte te gaan en zijn volk Israël uit gevangenschap te bevrijden. Mozes zegt tegen God in vers 13: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ God zei tegen Mozes: ‘Ik ben die er zal zijn.’ En hij zei: ‘Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ Ook zei Hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER (dat is Jahweh!) heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”’

Kijk eens, God geeft drie antwoorden op deze vraag: “Wat is de naam van die God?”

  1. Eerst, in vers 14, zegt God: “Ik ben die er zal zijn.
  2. Ten tweede, in vers 14 zegt God: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”
  3. Ten derde, in vers 15 zegt God: “Jahweh heeft mij gestuurd … zo wil Ik voor altijd heten.”

Dus twee feiten overtuigen me ervan dat deze tekst voorziet in een duiding van de naam Jahweh. Het ene is dat de naam Jahweh en de naam ‘Ik ben’ zijn afgeleid van hetzelfde Hebreeuws woord (hayah). Het andere is dat Jahweh hier inwisselbaar lijkt voor ‘Ik ben’. “Ik ben die er zal zijn” (v. 14). “Jahweh heeft mij gestuurd” (v. 15). Ik denk dat je veilig zit door te zeggen dat het Gods bedoeling was om met deze ontmoeting met Mozes de betekenis van zijn eigennaam Jahweh te laten zien zoals nog niet eerder is gedaan (Exodus 6:2). De sleutel zit in het zinsdeel ‘Ik ben’ en vooral in het zinnetje ‘Ik ben die er zal zijn.’

We hebben hier dus de plek waar we veel tijd moeten besteden aan bespiegeling. Wat houdt het in als je je God vraagt, Wie bent u? en hij antwoordt: Ik ben die er zal zijn? Ik hoop dat u deze morgen kunt beginnen met aanvoelen hoe belangrijk deze woorden zijn. Er zijn geen woorden die belangrijker zijn dan deze. Elk ander woord waarvan u denkt dat die van belang is, is dat alleen maar omdat deze woorden waar zijn. Des te langer je erover nadenkt, des te geweldiger worden zij. Ik weet dat ik ze niet recht kan doen. Maar misschien zal de Heilige Geest mijn haperende poging aannemen en u enige inzicht gunnen.

Zeven consequenties liggen besloten in de goddelijke naam, Ik ben die er zal zijn

Ik wil proberen om ten minste zeven consequenties te onthullen, die ik besloten zie in de goddelijke naam, Ik ben die er zal zijn.

1. God bestaat

Ten eerste, God bestaat. Of zoals Francis Schaeffer nooit te moe was om te zeggen: God is er. Op het eerste gezicht lijkt dit zo voor de hand liggend en zo fundamenteel dat het voor ons niet nodig is om te noemen. Oké, het ligt voor de hand en het is fundamenteel maar waarom we het toch moeten noemen is dat de meeste mensen leven alsof het niet waar is of alsof het een feit is dat voor het leven geen verschil maakt.

Stel dat de president van de Verenigde Staten u en een paar van uw vrienden uitnodigt voor een receptie in het Witte Huis. Wanneer u de gezellige Groene Kamer binnengaat, zit de president bij de open haard en loopt u hem voorbij zonder op te kijken of te groeten. De hele avond kijkt u hem niet aan, spreekt u hem niet, noch dankt u hem of vraagt u na waarom hij jullie heeft opgeroepen. Maar elke keer als een reporter u vraagt of u gelooft in het bestaan van de president, antwoordt u: “Natuurlijk.” U bent het er zelfs mee eens dat dit zijn huis is en dat al het eten hier uit zijn keuken komt. Maar u gunt hem geen aandacht. Praktisch gezegd doet u alsof u denkt dat hij er niet is. U negeert hem. Hij heeft geen plek tussen de passies van uw hart. Zijn geschenken, niet hijzelf, staan centraal in uw belangstelling.

De grote meerderheid van de mensen die zeggen dat ze geloven in God, gaat zo met hem om. Hij is als waterstof. U leerde ooit op school dat dit zit in de lucht die u ademt, maar het geloof erin heeft daarna geen verschil gemaakt in uw leven. Elke keer als iemand u er naar vraagt, zegt u: “Natuur bestaat waterstof.” Daarna houdt u zich weer bezig met dingen die van belang zijn.

Zie uzelf een paar jaren verder in de tijd wanneer elk menselijk wezen zich moet verantwoorden voor zichzelf ten overstaan van de levende God. God zal tegen miljoenen mensen zeggen: “Naar ik begrijp heeft u in uw leven vaak gezegd dat u in mij gelooft. U bevestigde mijn bestaan. Klopt dat?” “Ja.” “En is het niet waar dat in uw leven het zo was dat des te meer roem, belang, waarde, macht en schoonheid iemand had, des te meer achting, respect en bewondering diegene kreeg? Is dat niet het geval?” “Ja.” “Waarom had ik dan zo’n onbeduidende plek in je leven terwijl je zei dat je in me geloofde? Waarom voelde je niet meer bewondering voor me, zocht je niet vaker mijn wijsheid en besteedde je niet meer tijd aan de bond met mij, en streefde je er niet naar om meer te weten over hoe ik wou dat je je dagelijkse beslissingen neemt? Waarom behandelde je mij als waterstof?”

Wat, vraag ik u, wat zal de wereld antwoorden? Wat zal het antwoord zijn van duizenden zogenaamde christenen van wie het geloof in God vrijwel gelijk is aan hun geloof in waterstof?

Ach, wat zal het gemakkelijk zijn voor God om tijdens het godsgericht de wereld te veroordelen! Soms, in onze zelfverzekerde hoogmoed, denken we dat God moeite zal hebben om voldoende bewijs te vinden voor de rechtvaardiging om mensen naar de hel te sturen. Maar als u zichzelf er toe zet om even helder na te denken over de overweldigende consequenties van de bewering dat “God bestaat”, zult u zien dat het die dag heel gemakkelijk voor de Rechter zal worden. De beklaagden zullen zeer weinig te zeggen hebben vanwege de overduidelijke tegenstrijdheden in hun levens. De map van de officier van justitie zal niet verder geopend hoeven te worden dan pagina 1 waar staat: “Beklaagde bevestigde dat God bestaat, leefde een persoonlijk leven alsof God niet het verschil maakte.”

Vervat in de naam Jahweh is de eerste en belangrijkste waarheid over God: hij bestaat. En voor hen die de jacht naar hun eigen glorie en eigen privépleziertjes lang genoeg willen stoppen om daar eens over na te denken, maakt het alle verschil van de wereld.

2. Er zit niets achter God

De tweede consequentie van de naam ‘Ik ben die er zal zijn’ is dat Gods persoonlijkheid en macht er zijn dankzij hemzelf en niet dankzij iemand anders.

Ga terug met mij naar de tijd toen er geen aarde, zonne- of sterrenstelsels, of zelfs een universum was. Ga in uw voorstellingsvermogen terug naar toen alleen maar God bestond. Ga dan, als u kunt, terug naar de periode voordat God bestond. Waar kwam hij vandaan? Hoe werd hij zoals hij is? Als u mij vraagt hoe ik geworden ben wat ik ben, zal ik antwoorden dat mijn vader en moeder me een stel genen hebben gegeven en dat ze me op een bepaalde manier opgevoed hebben en dat ik ben omgeven door duizenden invloeden vanuit mijn omgeving – zo werd ik degene die ik ben.

Maar wanneer we God vragen hoe hij werd wat hij is, antwoordt hij ‘Ik ben die er zal zijn’. Met andere woorden, niemand gaf me een stel genen. Niemand en geen macht heeft ervoor gezorgd dat ik besta of heeft mijn persoonlijkheid gevormd. Ik had geen begin. Er bestaat geen werkelijkheid buiten mij, die niet van mij afkomstig is. Dus is er geen kracht of invloed op mijn karakter en macht behalve wat van mezelf komt en door mij wordt beheerst. Ik ben volkomen absoluut. Achter mij zit geen werkelijkheid.

De vraag stellen, Waarom is God zoals hij is? is alsof u mij vraagt, Wanneer houdt u op uw vrouw te slaan? Dat is onbeantwoordbaar want het veronderstelt een toestand die niet bestaat. Ik sla mijn vrouw niet en dus kan ik niet ophouden. En achter of buiten God is er niets wat de vraag waarom hij is zoals hij is, zou kunnen beantwoorden. Het volkomen zelfbepaalde karakter van een eeuwige God is het eindpunt van al uw vragen. Er komt een moment dat u oog in oog staat met de absolute werkelijkheid en u beseft dat hij is wie hij is.

3. God verandert niet

Een derde consequentie van de naam ‘Ik ben die er zal zijn’ is dat God niet verandert. In Maleachi 3:6 zegt God: “Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jacob.” Binnen de naam Jahweh ligt de bevestiging Ik ben die er zal zijn. Maar als de staat zoals God is niet wordt bepaald door welke kracht buiten zichzelf dan ook, dan is hij niet aan onze veranderingen onderhevig. Mensen veranderen van gedachten vanwege onvoorziene omstandigheden of zwakke plannen. God voorziet alle omstandigheden en kent geen zwakheden. Niets van de schepping brengt hem van z’n stuk en drijft hem in het nauw waar hij van karakter zou moeten veranderen of zijn betrouwbaarheid zou moeten ondermijnen.

Hij is wie hij is, en dus, zoals Jakobus zegt: “Bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen” (Jakobus 1:17). Hij is dezelfde gisteren, vandaag en voor altijd. Zijn absolute naam is de granieten fundering van ons vertrouwen in zijn alsmaar aanhoudende trouwhartigheid.

4. God is een onuitputtelijke energiebron

De vierde consequentie van de naam ‘Ik ben die er zal zijn’ is dat God een onuitputtelijke bron van energie is. In Jesaja 40:28 staat: “Een eeuwige God is de HEER, schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput.” Als God de eeuwigdurende absolutie Werkelijkheid is, dan is hij de Schepper van de einden der aarde en het universum. En als hij de Schepper is van alles, dan is alle energie – alle beweging, verbranding, fusie en splijting – van hem afkomstig. Op de een of andere manier moet alle energie van het universum beginnen. En omdat God de eerste en absolute werkelijkheid is, begon alles in hem. Hij is een onuitputtelijke reservoir van vermogen.

Dat moet betekenen dat hij energie is. Hij is het vermogen. Zijn persoonlijkheid straalt van oneindige energie. Hij hoeft zich nooit op te laden. Hij heeft nooit een noodsysteem nodig. Er is voor hem niets om zijn stekker in te steken. Alles van het universum is aangesloten op hem. Als hij stil komt te liggen, zou er het totale niets zijn. In hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Hij kan niet moe worden of uitgeput raken. Hij is een oneindige rivier des levens en iedere morgen weer onze krachtbron – en dat zal hij zijn tot in alle eeuwigheid.

5. Objectiviteit is cruciaal

De vijfde consequentie van de naam ‘Ik ben die er zal zijn’ is dat objectiviteit cruciaal is. Wat ik bedoel is dat het zeer van belang is dat we geloven in de objectieve waarheid die meer is dan onze subjectieve emoties en verlangens. We kunnen willen dat God zus of zo is. We kunnen het gevoel hebben dat hij gewoonweg niet kan zijn zoals sommige mensen beweren dat hij is. Maar wat wij voelen of wensen maakt God niet wat hij is.

Als God zegt ‘Ik ben die er zal zijn’, roept hij ons op om ons bij de objectiviteit neer te leggen. Hij maakt een einde aan het idee dat ieders voorstelling van God even goed is als die van een ander. God is wie hij is en niemands mening over hem brengt daarin verandering. Daarom is de oproep aan ons als zijn schepselen om te streven hem te kennen zoals hij is en niet zoals we zouden willen dat hij is.

6. We moeten ons aanpassen aan God, niet Hij aan ons

De zesde consequentie van de naam ‘Ik ben die er zal zijn’ is dat we ons moeten aanpassen aan God en hij niet aan ons. Wanneer kinderen hun manieren leren van hun ouders en niet de ouders van hun kinderen, wanneer spelers hun speelgedrag leren van de coach en niet de coach van de spelers, wanneer soldaten hun strategie leren van de generaal en niet de generaal van de soldaten, dan is het duidelijk dat schepselen hun hele leven moeten aanpassen aan de wil van hun Schepper!

Maar oh, hoe weinig van Gods schepselen volgen dit pad der redelijkheid. De grote meerderheid van Gods schepselen gaat haar eigen gang door niet of maar eventjes te denken aan de aanpassing van hun levens aan de dagelijkse wil en karakter van een absolute God. En als ze aan God denken, stellen ze zich hem naar eigen goeddunken voor zodat hij past bij hun wensen. Maar als God gewoonweg is wie hij is en niet wie we van hem maken, dan zijn wij het die ons moeten aanpassen aan God en niet hij aan ons.

7. Deze God is tot ons gekomen door Jezus Christus

Een laatste consequentie die ligt besloten in deze magnifieke naam, Ik ben die er zal zijn, is dat deze oneindige, absolute, zelfbepalende God tot ons gekomen is door Jezus Christus. In Johannes 8:56-58 reageert Jezus op de kritiek van de Joodse leiders. Hij zegt: “Abraham, uw vader, verheugde zich op de dag van mijn komst, en toen hij die zag schonk dat hem vreugde.” De Joden zeiden toen tegen hem: “U bent nog geen vijftig en U zou Abraham gezien hebben?” Jezus antwoordde hen: “Werkelijk, Ik verzeker u, Ik ben van voor de tijd dat Abraham er was.”

Kon Jezus woorden van nog meer verhevenheid over zijn lippen krijgen? Toen Jezus zei: “Ik ben van voor de tijd dat Abraham er was,” nam hij de hele majestueuze waarheid van de naam van God, omkleedde die met de bescheidenheid van de dienstbaarheid, offerde zichzelf ter boetedoening voor onze hele rebelsheid, en zorgde dat het mogelijk is dat we onbevreesd de glorie van God kunnen zien.

In Jezus Christus hebben wij die geboren zijn dankzij God, het onbeschrijfelijk voorrecht om Jahweh te kennen als onze Vader – Ik ben die er zal zijn – de God

Dit is de naam van God: Ik ben die er zal zijn! En moge zij die de naam van God kennen, op hem vertrouwen.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling 2021 (NBV21)
2 Mattheüs 1:21