Jezus, vrouwen en mannen
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Mannelijkheid en Vrouwelijkheid
Een deel van de Biblical Manhood and Womanhood-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Lucas 13:13-171
En hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, mocht zij op sabbat niet uit deze boeien worden losgemaakt?’ Toen hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door hem werden verricht.
Jezus heeft meer gedaan dan een ander ooit gedaan heeft om zuiverheid en harmonie te brengen tussen mannen en vrouwen. Ik wil deze waarheid toelichten, om te beginnen met onze tekst en daarna door dezelfde inhoud ook te laten zien in andere delen van zijn leer.
De situatie in Lucas 13:10-17
Een vrouw was in de synagoge op de dag van de Sabbat. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Zo was ze al 18 jaar. Jezus was ook in de synagoge. Hij was die dag de leraar. Wat er nu gebeurt, is zeer verbazingwekkend. Jezus vraagt haar niet naar haar ziekte. Zij vraagt Jezus niet om haar te genezen. De verzen 12-13 luiden eenvoudigweg: “Toen Jezus haar zag, riep hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God.”
Ze vroeg nergens om. Ze beloofde niets. Ze had Jezus niet in het nauw gedrongen. Ze had zijn hand niet geforceerd. Hij had zijn les af kunnen maken en naar huis kunnen gaan en niemand zou ooit nog aan deze vrouw denken. Maar hij hield op. Hij riep haar bij zich. Hij nam het initiatief en maakte een kwestie van deze vrouw.
Jezus in de aanval
Jezus gaat hier dus in de aanval. Hij heeft iets dat hij wil vertellen. Hij wenst iets te zeggen over de dag van de Sabbat en wat het betekent om deze heilig te houden. Hij heeft iets te zeggen over de hypocrisie van de synagogeleiders die hun ossen op Sabbat water geven maar boos worden over Jezus’ heling. En hij heeft iets dat hij wil zeggen over vrouwen en mannen.
Dat laatste is waarover we het vandaag gaan hebben. Vers 16 vormt de kern van dit punt: “Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, mocht zij op sabbat niet uit deze boeien worden losgemaakt?” Wanneer het enige punt dat Jezus wou maken, het punt over goede daden op Sabbat zou zijn of het punt over de hypocrisie van de leiders, had hij gewoon kunnen zeggen: “Mocht deze vrouw, die al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, mocht zij op sabbat niet uit deze boeien worden losgemaakt?” Maar dat was niet alles wat hij zie. Hij noemde haar een “dochter van Abraham.” “Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham … niet uit deze boeien worden losgemaakt?”
“Dochter van Abraham”
Deze woorden, “dochter van Abraham”, zijn bedoeld om een boodschap te brengen bij de synagogeleiders. Die boodschap is zoiets als: Bovenop alle andere redenen waarom je je meer om een lijdend persoon dan om een dorstige os moet bekommeren, is het feit dat deze vrouw een mede-erfgenaam is van de zegening die Abraham is beloofd. Het maakt jullie trots op jullie zelf door te zeggen: “Wij zijn de kinderen van Abraham.” Wel, zij is ook een kind van Abraham. Je schuilt voor de waarschuwingen van Johannes de Doper door te zeggen: “Wij hebben Abraham als onze vader.” Wel, zij heeft ook Abraham als vader.
Dus de boodschap van Jezus aan de synagogeleiders was een boodschap die niet alleen ging over hoe zij de Sabbat hielden en niet alleen over hun hypocrisie maar ook over hoe mannen en vrouwen zich onderling horen te verhouden als mede-erfgenamen van Gods beloftes. Hij zei destijds tegen de mannen in de synagoge en zegt vandaag de dag tegen de mannen in de kerk: “De gelovige vrouwen in uw midden zijn erfgenamen van de beloftes van God. Ook zij zijn de zachtmoedigen die het land zullen bezitten (Mattheüs 5:5). Ook zij zijn de rechtvaardigen die in het koninkrijk van hun Vader zullen stralen als de zon” (Mattheüs 13:43).
Naar elkaar kijken door het oog van het Woord
Ziet u wat dit betekent voor ons mannen en vrouwen van nu? Gemalen en gemalinnen. Broers en zussen. Vrienden en vriendinnen. Wij allemaal zoals wij als mannen en vrouwen in relatie tot elkaar staan. Het betekent dat we zouden moeten leren om naar elkaar te kijken door het oog van Gods woord. Hier volgt wat ik bedoel.
Deze vrouw in de synagoge was al 18 jaar gekromd. Hoe is dat? Het is vreselijk. Zo is dat. Mensen staren naar je. Mensen denken dat je een hele erge zonde begaan hebt. Kinderen lachen je uit en maken grappen. Je kunt niemand in de ogen kijken. Mensen weten niet hoe een gesprek aan te gaan. Je kunt geen normale seksuele relatie met je man hebben. Je voelt je een sta-in-de weg voor iedereen bij wie je bent.
Wat zie je dus als je naar deze vrouw kijkt? Als je haar man was, wat zou je dan zien? Mannen (laten we het meteen maar actueel maken), wat ziet u als u naar uw vrouw kijkt? Het antwoord hangt natuurlijk af van het oog van de betrachter. Wat u ziet zal verschillen afhankelijk van of u naar haar kijkt met het oog van het blad Playboy of met het oog van het Woord van God. Wanneer u kijkt met het oog van Gods Woord zult u een dochter van Abraham zien. Als we leren om christelijke vrouwen te zien zoals Jezus deze vrouw zag in de synagoge, zullen we hen zien als erfgenamen van de Koning van glorie. En dat zal een diep effect hebben op onze relaties.
Natuurlijk snijdt dit mes aan twee kanten. Vrouwen hebben even goed de neiging om teleurgesteld in hun mannen te raken zoals de mannen geneigd zijn teleurgesteld te zijn in hun vrouwen. Vrouwen zijn er evengoed gevoelig voor om slecht te gaan spreken over hun mannen. Vrouwen hebben evengoed de neiging om hun mannen om te vormen in alles waarover ze droomden dat hun man zou moeten zijn. Het moet kennelijk gezegd worden dat vrouwen ook moeten leren naar hem te kijken door het oog van het Woord van God. Hij is een zoon van Abraham als gelover in Christus. Hij zal op een dag schijnen als de zon in het koninkrijk van zijn Vader. Met al zijn tekortkomingen zal hij in een oogwenk veranderen: elke zonde zal voor altijd zijn verdwenen. En hij zal een lichaam krijgen als Christus’ glorieuze lichaam.
Wij zullen, denk ik, in de tijd die komt stomverbaasd zijn als we terug kijken naar hoe slecht we in staat waren om met elkaar om te gaan op het pad richting glorie. Er is eer, respect en zelfs eerbied die we elkaar moeten tonen als mannen en vrouwen. Hoeveel vrolijker zou het in onze huizen zijn als ze gevuld zouden zijn met uitingen van deze eer! En ze ZULLEN gevuld zijn met deze uitingen tot op het niveau dat we leren elkaar te zien door het oog van Gods woord – als dochters en zonen van Abraham, erfgenamen van alle beloftes van God, samen bestemd voor onnoemelijk veel glorie.
Andere voorbeelden van Jezus’ werk
Dat is nu iets wat Jezus deed om ons te helpen bij het herstel van wat moet zijn zoals God ons als man en vrouw geschapen heeft in het evenbeeld van God. En dat deed hij keer op keer. Wat ik dus in de resterende tijd wil doen, is een paar extra voorbeelden geven, waarin Jezus ons helpt bij het herstel van de zuiverheid en harmonie in de relatie tussen mannen en vrouwen. Er is meer dat hierover gezegd kan worden dan waarvoor we nog tijd hebben.
1. Veroordeling van de objectivering van vrouwen
In Mattheüs 5:28-29 zegt Jezus: “Iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna2 geworpen wordt.”
Met dat ene woord veroordeelde Jezus op de krachtigste manier (de dreiging met de hel) alle vormen van pornografie en de hele business van de commercialisatie van het vrouwenlichaam in reclame en entertainment. Kunt u zich voorstellen hoeveel woede er in de hemel opgestapeld ligt tegen deze miljardenzaak waarin precies dat gedaan wordt wat de Zoon van God verbiedt – namelijk, mannen ertoe verleiden om met seksuele lust naar vrouwen te kijken– niet als mensen, maar alleen als objecten voor seksueel plezier! En wat duidelijk uit Mattheüs 5:28 naar voren komt is dat Jezus vrouwen beschermt tegen deze aanval op hun menselijkheid. Mannen die Jezus volgen, houden in de gaten wat ze zien ter tegemoetkoming van vrouwen en voor de glorie van God. En vrouwen die Jezus volgen, kijken om te zien hoe ze met hun lichamen om moeten gaan, naar Jezus en niet naar de wereld.
2. Pas de gulden regel toe
In Mattheüs 7:12 zegt Jezus: “Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.” U denkt toch niet dat Jezus dat wou uitsluiten voor de relatie tussen mannen en vrouwen, of wel dan, – alsof mannen en vrouwen elkaar niet hoeven te behandelen volgens de gulden regel? Nee. We behoren elkaar te behandelen zoals we zouden willen worden behandeld als we in de schoenen van een ander staan.
Het is moeilijk om iets drastischer dan dit te zeggen. Relaties zijn radicaal anders als twee mensen samenleven volgens de gulden regel. De reden dat dit zo revolutionair is, is omdat u en ik van nature een alles verslindend verlangen hebben om door andere mensen goed behandeld te worden. Niemand in deze zaal wil belachelijk gemaakt worden. Niemand hier wil genegeerd worden en behandeld worden als een overbodig persoon. Niemand wil uitgebuit of misbruikt worden. Dat betekent dat als iedereen in deze zaal leeft volgens de gulden regel van Jezus, niemand hier een ander belachelijk zou maken. Niemand hier zou een ander behandelen alsof hij of zij waardeloos zou zijn. Niemand hier zou misbruik van een ander maken. De maat voor onze liefde voor ons eigen geluk zou de maat zijn voor de gretigheid waarop we het geluk van elkaar nastreven. Dat zou uiterst revolutionair zijn, vooral in huwelijken en in relaties tussen mannen en vrouwen in het algemeen. En dat is precies wat Jezus gebiedt.
3. Streef naar echte kinderlijkheid en bescheidenheid
Het meest schokkende wat Jezus ooit zei tegen de karakteristieke mannelijke en vrouwelijke zondes was het woord in Mattheüs 18:3: “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.” Mannen die zich gedragen als schoften uit de achterbuurt en vrouwen die zich hulpeloos en koket voordoen zijn niet kinderlijk. Ze zijn kinderachtig. Ware kinderlijkheid en bescheidenheid, zoals alles wat Jezus leerde, is revolutionair voor de relatie tussen mannen en vrouwen.
Christelijk leiderschap als dienend leiderschap
Hoe staat dit nu in verhouding tot onze conclusie van vorige week – dat God mannen opriep om de eerste verantwoordelijkheid te dragen voor de leiderschap in de relatie met vrouwen? – dat mannen als eerste door God ter verantwoording worden geroepen voor het nemen van het initiatief om te doen wat gedaan kan worden om te zorgen dat alles is zoals het in een relatie zou moeten zijn?
Het antwoord is: Jezus zuivert christelijk leiderschap van alles wat het lelijk maakt en voorziet het van alles wat het mooi maakt. Hij zuivert het van zelfverheerlijking en voorziet het van de mogelijkheid van dienstbaarheid. Hij zegt: “Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd” (Mattheüs 23:12). Dat is het einde van arrogantie en zelfverheerlijking in christelijk leiderschap. En hij zegt: “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen” (Mattheüs 20:26). Dat is de sleutel tot die prachtige leiderschap die ervoor zorgt dat anderen zich ontwikkelen.
Maar wat zou het een vergissing zijn om te zeggen dat omdat Jezus het idee van dienstbaarheid had verheven, hij het idee van leiderschap had uitgesloten. We weten van wat hij zei en wat hij deed, dat dit niet waar is.
Wat hij zei was het volgende: “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar” (Lucas 22:26). Maar hij heeft nooit gezegd: “Laat de leider ophouden leider te zijn.” Noch zei hij: “Dienen maakt leiders minder dan leiders.” Hij zei eenvoudigweg: “Als leiderschap van toepassing is, laat het dan dienend leiderschap zijn.”
En wat hij deed was zichzelf als voorbeeld geven van wat hij zei: op het laagste punt van zijn dienstbaarheid, met een linnen doek om, terwijl hij als een slaaf de voeten van zijn discipelen waste, twijfelde niemand in dat vertrek eraan wie de leider was. Hij was degene die ze wouden volgen. Op zijn knieën – en, als ze het begrepen, zij op de hunne! Dienstbaarheid verklaart leiderschap niet voor ongeldig noch beëindigt het leiderschap; zij transformeert leiderschap. Toen Jezus aan het kruis hing, schijnbaar zwak en uiterst hulpeloos, leidde hij een enorme menigte naar de heerlijkheid.
Dus wat Jezus voor ons doet is het volgende: hij laat ons zien en leert ons dat als een man de jas van leiderschap aantrekt overeenkomstig Genesis 2, hij het niet moet opvatten als een recht voor hemzelf, hij het moet accepteren als een door God gegeven verantwoordelijkheid. De taal van leiderschap is de taal van verantwoordelijkheden maar niet de taal van rechten. Het is de verantwoordelijkheid van dienend leiderschap, niet het recht van een dominante heerschappij.
Dat is precies waarheen Paulus ons leidt in Efeziërs 5 als hij spreekt over mannelijke echtgenoten die lief hebben en leiden als Christus. En dat is waar we het volgende week over gaan hebben.
Noot van de vertaler
1 Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004
2 Synoniem voor hel