Liefde: Het werk van Christelijk Hedonisme

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Christian Hedonism
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Love: The Labor of Christian Hedonism

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Christian Hedonism
Een deel van de Desiring God-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



2 Corinthiërs 8:1-2,81

Belangeloze liefdadigheid voor God is godslastering. Als je plichtsgetrouw bij God komt om hem de beloning van je vriendschap te offeren in plaats van dat je dorst naar de beloning van zijn vriendschap, plaats je jezelf boven God als weldoener en kleineer je hem als behoeftige ontvanger – en dat is godslastering. De enige manier om de complete voorziening van God te vereren en te verheerlijken, is door bij hem te komen voor de vreugde die het geeft om (te weten) door hem geliefd te worden. Dat was het belangrijkste punt van vorige week en we zouden het verticale Christelijk Hedonisme kunnen noemen. Tussen mens en God, op de verticale as van het leven, is het streven naar geluk niet slechts te tolereren, het is verplicht: “Zoek je geluk bij de HEER!2” Het hoogste doel voor de mens is de verheerlijking van God door voor altijd van hem te genieten.

Maar hoe zit het dan met horizontale Christelijk Hedonisme? Met onze relaties met andere mensen? Is belangeloze liefdadigheid het ideaal onder de mensen? Of moet je ook streven naar geluk op het horizontaal niveau? Het antwoord van Christelijk Hedonisme luidt: het streven naar geluk is een essentieel motief voor elke goede daad. Met andere woorden, als je het streven naar volledige en eeuwig geluk opgeeft, kun je niet van mensen houden of God plezieren. Daarom wil ik u aan de hand van de Schrift laten zien waarom ik dat geloof, daarna wil ik een aantal problematische passages behandelen en afsluiten met een uitdaging om u aan te sluiten bij een lange geschiedenis van Christelijke Hedonisten in het liefdeswerk van de kerk en in de wereld.

Inhoud

De liefde van de Macedoniërs

Laten we eerst eens kijken naar 2 Corinthiërs 8. Welke soort interne en externe daden noemde Paulus liefde?

Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld, maar vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede zeer vrijgevig... Ik zeg dit niet als een bevel; door op de inzet van anderen te wijzen wil ik nagaan of uw liefde oprecht is. (8:1,2 8)

Paulus geeft de Macedoniërs als voorbeeld van oprechte liefde om te zien of de Corinthiërs dat voorbeeld volgen. Wat is nu liefde volgens de verzen 1 en 2? Ten eerste, het is afkomstig van Gods genadewerk: “Wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië.” Ten tweede, deze ervaring met God vervulde de Macedoniërs met een overstelpende vreugde (v. 2). Bedenk dat de vreugde niet kwam omdat God hen materieel rijk had gemaakt. In feite verkeerden ze in “grote armoede” volgens vers 2. Dus hun vreugde was niet vanwege spullen maar vanwege God. Ten derde liep hun overstelpende vreugde over in vrijgevigheid toen Paulus een collecte begon voor de heiligen in Jeruzalem. Wat is dan de liefde die Paulus daar zag? Liefde is de overvloed aan vreugde in God, die zorgt voor de vervulling van de behoeftes van de medemensen. Let eens op vers 4: “Ze verzochten ons dringend mee te mogen doen aan de collecte, waarmee de heiligen in Jeruzalem zullen worden ondersteund.” We moeten niet denken dat ze zeer vrijgevig waren omdat hun relatie met God hen verplichtte te handelen tegen hun belangrijkste wensen in. Als je kinderen je vragen om nog een ritje in de achtbaan te mogen maken (“Mogen we, pap? Mogen we?”), doen ze dat niet omdat ze dat tegen hun wil moeten vanwege een moreel ideaal. Toen de Macedoniërs – de zeer armoedige Macedoniërs – Paulus verzochten om mee te mogen doen aan het geven van geld voor een goed doel, mogen we aannemen dat dat is wat ze graag willen doen. Geheid dat ze zichzelf geen eten of kleding gunnen, die ze met geld hadden kunnen kopen. Maar hun zelfonthouding is niet voor een vreugdeloze en nutteloze plicht. Ze geven het genot van extra eten op voor de vreugde van het delen met anderen in Gods genade. Deze mensen zijn zo vervuld van de vreugde in God dat geven – zelfs vanuit armoede – niet een last is maar een zegen. Ze hebben het werk van Christelijk Hedonisme ontdekt: LIEFDE! Liefde is de overvloed aan vreugde in God, die zorgt voor behoeftevervulling bij anderen.

Liefde is meer dan een daad

Ik heb zo vaak gehoord (uit Joseph Fletcher’s3 Casuïstische Ethiek aan sprekers in de kapel aan het Bethel College) dat liefde niet is hoe je je voelt; het is wat je doet. Dat is een te drastische versimpeling! (En heeft wortels in een theologie die gelooft in het kunnen bestaan van een ethiek zonder spirituele wedergeboorte.) Waarom zei Paulus in 1 Corinthiërs 13:3: “Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten”? Omdat oprechte liefde altijd meer is dan daden. Paulus hield de Macedoniërs niet omhoog als voorbeeld van liefde alleen maar omdat ze genereus gaven. Hij hield hen omhoog omdat hun geven de overvloed is van overstelpende vreugde in de goedheid van God. Liefdadigheidsacties die niet overlopen van de vreugde in Gods goedheid vallen niet onder liefde. Het enige wat apostel Paulus liefde zal noemen is het werk van Christelijk Hedonisme – namelijk het vrijwilligerswerk door mensen die hun voldoening vinden in God en nu zoeken om dat uit te breiden door het te delen met anderen.

Dus u ziet, hoop ik, waarom ik zei dat het streven naar vreugde een essentieel motief is voor elke goede daad, en als je afziet van het streven naar volledige en blijvende vreugde, je niet van mensen kunt houden of God kunt bevallen.

God houdt van blijmoedige gevers

Laten we eens kijken of dit wordt bevestigd in andere passages. Paulus vervolgt zijn vraag naar fondsgelden in 2 Corinthiërs 9. Hij geeft het overkoepelend uitgangspunt in vers 7:

Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft.

Op basis daarvan denk ik dat God niet blij wordt als mensen vrijwillig handelen maar niet graag. Als mensen geen plezier halen uit hun dienstbaarheid, haalt God geen plezier uit hen. Hij wordt blij van blijmoedige gevers, vrolijke dienaars. Daarom zei ik dat als we afzien van het streven naar volledige en blijvende vreugde, we God niet kunnen bevallen. God wordt blij van blijmoedige gevers. Als het ons niet uitmaakt of we een goede daad met plezier doen, zijn we onverschillig over wat God bevalt. En wat God bevalt, is dat we blij zijn om te geven. Daarom is het zeer van belang dat we Christelijke Hedonisten zijn op het horizontaal niveau, in onze relaties met elkaar, en altijd streven naar plezier in het geven.

God houdt van blijmoedige predikanten

Beschouw 1 Petrus 5 wanneer Petrus de ouderlingen vertelt hoe om te gaan met hun pastoorschap om de kudde van God te hoeden. Petrus past hetzelfde principe toe bij pastoraal leiderschap, die Paulus toepaste op financieel rentmeesterschap in 2 Corinthiërs 8 en 9. Vers 2:

Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijk hebt, houd goed toezicht – niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding.

Wat in z’n totaliteit hierop neer komt: God houdt van een blijmoedige predikant. Gods opdracht is niet dat we slechts ons werk doen maar dat we er plezier in hebben. Als je het pastoorschap niet invult om er grote vreugde in aan te treffen, dan geef je geen invulling aan de opdracht van God. Phillip Brooks, een Anglicaanse predikant in Boston 100 jaar geleden, en auteur van “O kleine stad Bethlehem”, schreef over het pastoraat:

Ik denk wederom dat het van belang is voor het succes van de predikant, dat hij enorm houdt van zijn werk. Ik bedoel daarmee de eigenlijke uitvoering, niet slechts het idee ervan. Geen mens voor wie de details van deze taak weerzin opwekken, kan deze taak constant goed uitvoeren, hoe geweldig het in gedachten ook leek. Hij kan er een dappere gooi naar doen en zich over de weerzin heen zetten, maar hij kan het niet jaar na jaar, dan na dag volhouden. Zie het daarom niet als volledig getolereerde lol in het werk maar zie het als een essentieel deel van je werkcapaciteit wanneer je eenvoudigweg geniet van wat je doet als predikant, van de passie voor het schrijven, van het elan tijdens het spreken, van het staan voor een groep en het motiveren van deze mensen, van het contact met jongeren. Des te intenser je ervan geniet, des te beter doe je het.

Om in de kerk en in de wereld zo als predikant te werken dat het God bevalt, moeten we geloven in het woord van Jezus en dat nastreven, het woord dat Paulus gebruikt in Handelingen 20:35 om een andere groep ouderlingen te inspireren: “Indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: ‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.’” Toen Paulus zei: “Indachtig deze belofte!” moet hij bedoeld hebben dat dit een grote waarde heeft als doelbewuste prikkel voor onze pastoorschap. Hij moet bedoeld hebben dat de morele waarde van onze vrijgevigheid niet verpest is als we deze op hedonistische wijze nastreven. Het is niet verkeerd om de gelukzaligheid te willen en na te jagen, die Jezus beloofde toen hij zei: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.”

Neem geen genoegen met minderwaardig genot

De belemmering om van mensen te houden, is dezelfde belemmering om God te aanbidden. Het obstakel dat ons afhoudt om de eerste (verticale) opdracht te vervullen, is hetzelfde obstakel dat ons afhoudt om de tweede (horizontale) opdracht te vervullen. Het obstakel bestaat er niet uit dat we allemaal proberen onszelf te verblijden, maar dat we veel te gemakkelijk tevreden zijn. We geloven Jezus niet als hij zegt dat er meer gelukzaligheid is, meer vreugde en blijvend plezier in een leven gewijd aan het helpen van anderen dan dat er is in een leven gewijd aan onze materieel comfort. En daarom stelt het verlangen naar tevredenheid die (volgens Jezus) ons zou moeten brengen bij een eenvoudig leven en liefdadigheid, zichzelf tevreden met de gebroken waterbakken van de Amerikaanse welvaart en comfort. De boodschap die vanaf de IDS-toren en de City Center geroepen moet worden naar Amerikaanse pretzoekers is de volgende: “Amerikanen, jullie zijn bij lange na niet hedonistisch genoeg!”

Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. (Mattheus 6:19, 20)

Stop tevreden te zijn met 5,25% opbrengst aan vreugde die wordt weggevreten door de motten der inflatie en de roest van de dood. Investeer in de blue chip, hoog renderende, goddelijk verzekerde effecten van de hemel. Een leven gewijd aan materieel gemak en sensatie is als geld in een bodemloze put gooien. Maar een leven dat vereenvoudigd is ter wille van de liefde levert onovertroffen en oneindig veel dividenden van vreugde op. Luister naar het Woord van de Heer,

Verkoop je bezittingen en geef aalmoezen. Maak (dus) voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt. (Lucas 12:33)

Broeders en zusters, de boodschap die we hebben voor de wereld is het EVANGELIE! Het is goed nieuws! “Verlaat de gebroken waterbakken van tijdelijke, onbevredigend vermaak. Kom tot Christus in wiens nabijheid voor altijd de volle vreugde en genoegens zich bevinden. Sluit u bij ons aan in het werk van Christelijk Hedonisme. Want de Heer heeft gezegd: liefhebben maakt gelukkiger dan leven in luxe.”

De Hedonistische boodschap in Hebreeën

Keer met mij naar Hebreeën 10:32-34. Ik wil dat u ziet hoe de overvloed van plezier in de schatten van de hemel zorgde voor liefde bij de vroege Christenen ten tijde van hevige vervolgingen.

Herinner u de dagen van weleer, toen u, door het licht beschenen, in een moeizame worsteling met het lijden hebt standgehouden: enerzijds kreeg u publiekelijk smaad en beproevingen te verduren, anderzijds was u solidair met hen die hetzelfde moesten doormaken. U hebt meegeleefd met de gevangenen onder u, en toen u van uw bezittingen beroofd werd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezit, een blijvend bezit voor uzelf.

Deze Christenen waren gemotiveerd om gevangenen bij te staan zoals de Macedoniërs (uit 2 Corinthiërs 8:1-8) gemotiveerd waren om de armen te helpen. Hun vreugde in God vloeide over in liefde voor de medemens. Zij keken naar hun eigen leven en zeiden: “(Gods) liefde is meer dan het leven” (Psalm 63:4). Zij keken naar hun bezittingen en zeiden: “Wij hebben bezit in de hemel, dat beter en blijvender is dan dit alles hier.” Toen keken ze naar elkaar en zeiden:

Laat goederen en verwanten achter,
Evenals dit sterfelijk leven;
Het lichaam mogen ze doden,
Gods waarheid blijft behouden,
Zijn koninkrijk is voor altijd.4

En met vreugde gaven ze alles op wat ze hadden en volgden Christus de gevangenis in om hun broeders en zusters te bezoeken (Lucas 14:33). Liefde is de overvloed aan vreugde in God, die zorgt voor de vervulling van de behoeftes van de medemensen.

Nu, om dit punt thuis te brengen, geeft de auteur van Hebreeën Mozes als voorbeeld voor Christelijk Hedonisme in 11:24-26. Kijk eens hoe de motivatie lijkt op die van de vroege Christenen in hoofdstuk 10 en die van de Macedoniërs uit 2 Corinthiërs 8.

Door zijn geloof weigerde Mozes, toen hij volwassen werd, aangesproken te worden als zoon van een dochter van de farao. Liever werd hij even slecht behandeld als het volk van God dan dat hij vluchtig voordeel had bij de zonde; omdat hij uitzag naar de beloning waardeerde hij de smaad van Christus hoger dan de schatten van Egypte.

De auteur van dit boek is opvallend consistent in zijn Christelijk Hedonisme. In 10:34 zegt hij dat het verlangen van de Christenen naar een beter en blijvend bezit, overvloeide in vreugdevolle liefde wat hen hun eigendom kostte. In 11:6 zegt hij dat je God niet kunt verblijden tenzij je tot hem komt voor de beloning van zijn vriendschap. In 11:16 prijst hij de aartsvaderen omdat zij “reikhalzend uitkeken naar een beter vaderland. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft hij voor hen een stad gereedgemaakt.” En in 11:24-26 is Mozes een held want zijn liefde voor de hemelse beloning vloeide over van zo’n vreugde dat hij de geneugten van Egypte als afval beschouwde en voor altijd in de liefde verbonden was met Gods mensen. En dan geeft de auteur in 12:2 het hoogste voorbeeld van allemaal:

Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis.

Het grootste liefdeswerk dat ooit gedaan is, was mogelijk omdat Jezus de grootste voorstelbare vreugde nastreefde: namelijk, de vreugde om verheven te zijn tot Gods rechterhand in de gemeenschap der verloste mensen.

Hoe zit het met zelfonthouding?

Dit voorbeeld van Jezus geeft nu een goede gelegenheid om enkele schijnbare tegenstrijdige teksten te behandelen, die er vaak bij worden gehaald als reactie op Christelijk Hedonisme. Zo staat bijvoorbeeld in 1 Corinthiërs 13:5: “Liefde is niet zelfzuchtig.” En in 1 Corinthiërs 10:24 staat: “Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander.” (letterlijke weergave). En Romeinen 15:1-3 luidt:

Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen. Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. Ook Christus zocht niet zijn eigen belang; integendeel, er staat geschreven: ‘De smaad van wie u smaadt, is op mij neergekomen.’

Zijn deze passages in tegenstelling met Christelijk Hedonisme? Ik denk niet dat ze dat zijn. Toen Paulus zei, “Liefde is niet zelfzuchtig,” bedoelde hij vast en zeker niet dat liefde geen genoegen haalt uit dienstbaarheid. (Zie Romeinen 12:8) Voorzeker bedoelt hij niet dat als ik wil gaan preken vanwege de sensatie om het goede nieuws van God te delen, dat geen liefdadigheid kan zijn. Hij vervolgt door te stellen: “Liefde hoopt op alles” (1 Corinthiërs 13:7). Maar wat is hoop anders dan de verwachting dat iets verheugends staat te gebeuren? Als we Paulus het voordeel van de twijfel geven, in plaats van aan te nemen dat hij zichzelf tegenspreekt, houden al deze “probleemteksten” in dat Christenen niet hun eigen, beperkte plezier zouden moeten zoeken, dat we ons niet moeten vermaken met materieel gemak ten koste van de liefde. We zouden Jezus moeten vergezellen op de weg naar de Schedelberg, die vol lijden, schaamte en eenvoud is. Maar niet met tegenzin, niet met gemopper. Nee, we zouden de Heer moeten vergezellen op de weg van de liefde vanwege de vreugde die voor ons in het verschiet ligt; want God houdt van vreugdevolle gevers; want God houdt van ijverige predikanten; want geven maakt gelukkiger dan ontvangen; want lijden met Christus is grotere rijkdom dan de vluchtige genoegens van Egypte; want als we ons leven in zijn naam verliezen, winnen we hem voor eeuwig.

Ja, de Bijbel kent een leer van zelfonthouding. We moeten ons onthouden van zand zodat we op rotsen kunnen bouwen; we moeten ons onthouden van het loven van de mensheid zodat we van de instemming van God kunnen genieten; we moeten ons onthouden van door motten aangetaste schatten zodat we eeuwige weelde kunnen hebben; we moeten ons onthouden van veiligheid tussen de mensen zodat we de zekerheid van God kunnen genieten; we moeten ons onthouden van dronkenschap en vraatzucht zodat we gast kunnen zijn aan het grootste en langste banket van het universum; we moeten ons onthouden van zelfredzaamheid zodat we kunnen zeggen: “De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.”5 Nooit, nee NOOIT zal God u vragen om uzelf van iets te onthouden dat van grotere waarde is in ruil voor iets van minder waarde. Dat is namelijk wat een zonde is. In tegendeel, altijd, ja ALTIJD roept God ons op om tweedehands, vluchtige, onbevredigende geneugten op te geven om eerstehands, eeuwige, bevredigende vreugde te verkrijgen. Na zijn verticale oproep voor het feest van Christelijk Hedonisme tijdens het aanbidden komt zijn horizontale oproep voor het liefdewerk van Christelijk Hedonisme. En deze opdracht is cruciaal want liefde is de overvloed van vreugde in God, die de belangen van de medemens dient.

“Als ik maar van iemand kan houden, zal ik gelukkig zijn”

Vele heiligen hebben door de eeuwen heen ontdekt dat het streven naar vreugde een belangrijk motief is voor elke goede daad en dat als je afziet van het streven naar volledige en eeuwige vreugde, je niet van mensen kunt houden of God kunt bevallen. George Müller6 uit Bristol schreef: “Ik zeg helderder dan ooit, dat de eerste grote en primaire taak waaraan ik me dagelijks zou moeten wijden, bestaat uit het verblijden van mijn ziel in de Heer” (Autobiografie, pagina 52). En zijn vreugde in God vloeide over van liefde voor de wezen van Engeland.

De zoon van Hudson Taylor zet zijn vader neer als iemand die in zijn latere jaren gezegd zou hebben: “Ik heb nooit een offer gebracht.” En zijn zoon vervolgt met de opmerking: “Wat hij zei was waar want de compensaties waren zo echt en blijvend dat hij inzag dat afzien van onvermijdelijk gelijk staat aan krijgen als je intiem bent met God” (Hudson Taylors spiritueel geheim, pagina 30). En vanuit dat hart vol vreugde in God ontstond in China een kerk die tegenwoordig miljoenen leden telt.

Jonathan Edwards, wiens prediking de eerste religieuze opleving in de 1740’s aanwakkerde, nam zich in zijn studententijd voor: “Om te proberen om voor mezelf zoveel mogelijk blijdschap in de andere wereld te verkrijgen, met alle kracht, macht, potentie en felheid, jawel geweld, die ik heb of voor mezelf door oefenen kan verkrijgen op elke manier die je maar kunt bedenken” (Werken, volume 1, pagina xxi).

En in 1980 hoorde ik een jonge partner-predikant van de Sion Baptistenkerk een rede houden in het Gastvrijheidshuis waar hij als een kind uit de binnenstad kwam om de Heer te leren kennen. Nu, na afgestudeerd te zijn van het seminarium in Californië, is hij terug gekomen in Minneapolis om te werken. En die ene zin die ik me nog herinner is: “Als ik maar van iemand kan houden, zal ik gelukkig zijn.” Dat is een juiste concluderende opmerking over de woorden van Jezus: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.” Laten we dat in Bethlehem nastreven met geheel ons hart.


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)

2 Psalm 37:4

3 Joseph Francis Fletcher, Amerikaanse professor in de ethiek (1905-1991)

4 Oorspronkelijke tekst van Maarten Luther (± 1529), vertaling uit 1853 van Frederick H. Hedge

5 Psalm 23:1

6 Evangelist die in Bristol een weeshuis stichtte (1805-1898)