Ongehuwd in Christus: Een naam die beter is dan zonen en dochters
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Huwelijk
Een deel van de Marriage, Christ, and Covenant: One Flesh for the Glory of God-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Jesaja 56:1-71
Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht; de redding die Ik breng is nabij, en weldra openbaar Ik mijn gerechtigheid. 2 Gelukkig de mens die zo handelt, het mensenkind dat hieraan vasthoudt; hij neemt de sabbat in acht en ontwijdt hem niet, hij weerhoudt zijn hand van het kwaad. 3 De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, laat hij niet zeggen: ‘De HEER zondert mij zeker af van zijn volk.’ En laat de eunuch niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’ 4 Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, 5 hem geef Ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is. 6 En de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om Hem te verdienen en zijn naam lief te hebben, om dienaar van de HEER te zijn – ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan mijn verbond -, 7 hem breng Ik naar mijn heilige berg, hem schenk Ik vreugde in mijn huis van gebed; zijn offers worden op mijn altaar aanvaard. Mijn tempel zal heten Huis van gebed voor alle volken.
Ik zal beginnen en eindigen met mijn belangrijkste punt, en in het midden behandel ik ter onderbouwing een groot deel van de Schrift. Mijn belangrijkste punt is dat God aan degenen onder jullie die ongehuwd in Christus blijven, zegeningen belooft die beter zijn dan de zegeningen van het huwelijk en kinderen, en hij roept jullie op om via de christus-vererende toewijding binnen uw ongehuwde staat, de waarheden te laten zien over Christus en zijn koninkrijk, waarheden die via de ongehuwde staat meer schitteren dan via het huwelijk en de kinderopvoeding. Die waarheden, namelijk:
- Dat de familie van God niet groeit door vermeerdering via geslachtsverkeer maar via de wedergeboorte door het geloof in Christus;[1]
- Dat relaties in Christus bestendiger zijn, en waardevoller, dan familierelaties (en natuurlijk is het prachtig als relaties in de familie ook relaties in Christus zijn maar we weten dat dit vaak niet het geval is);
- Dat het huwelijk tijdelijk is en uiteindelijk plaats maakt voor de relatie waarnaar het de hele tijd verwees: Christus en de kerk – zoals een foto niet meer nodig is als je elkaar face-to-face ziet;
- Dat trouw aan Christus de waarde van het leven uitmaakt; alle andere relaties krijgen hierdoor hun uiteindelijke betekenis. Geen familierelatie is ultiem; de relatie met Christus is dat wel.
Om het belangrijkste punt kort te formuleren: God belooft spectaculaire zegeningen voor zij onder jullie die ongehuwd in Christus blijven, en hij geeft u een buitengewone roeping voor uw leven. Ongehuwd in Christus zijn, is dus niet een ontbering van het allerbeste van God maar een pad van Christus-vererende, verbondstrouwe gehoorzaamheid waartoe velen worden opgeroepen.
Betere zegeningen dan zonen en dochters
Laten we een stap terug doen en naar de Schriften kijken. En laat me hier de eer geven aan Barry Danylak voor zijn onderzoek naar dit thema en zijn zeer nuttige essay “Een Bijbels-theologisch perspectief op de ongehuwde staat” (PDF). Laat ons in het midden van de Bijbel beginnen bij Jesaja 56:4-5,
Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, hem geef Ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken[2] en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.
God belooft de trouwe eunuch te zegenen met de zegeningen die beter zijn dan zonen en dochters. Met andere woorden, God belooft zij onder jullie die ongehuwd in Christus blijven, zegeningen die beter zijn dan de zegeningen van het huwelijk en kinderen.
Het groter plaatje in de heilshistorie
Maar om dit duidelijker te zien moeten we het groter plaatje hebben. In de geschapen orde waarvoor God gezorgd had voordat de zonde in de wereld kwam, en in de verbondsorde waarvoor God met het Joods volk gezorgd had vanaf Abraham tot de komst van Christus, “is God vooral zijn bondgenoten aan het opbouwen via het mechanisme van voortplanting.”[3] God was zijn verbond-volgende trouw vooral aan het richten op een etnisch volk. Dus getrouwd zijn en nageslacht hebben was uiterst belangrijk voor iemands naam en iemands nalatenschap en voor het behoud van Gods bondgenoten.
Schepping
Dus in Genesis 1:28 is het eerste wat God tegen Adam en Eva zegt: “Wees vruchtbaar en word talkrijk, bevolk de aarde.” En in het verhaal van Genesis 2:18, toen de vrouw nog niet was geschapen, zegt God: “Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.”
Abraham en Isaak
En toen Abraham was gekozen als de vader van Gods volk, leidde God hem naar buiten, liet hem de sterren zien en zei: “Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen” (Genesis 15:5). En aangezien Abraham geen zoon kon hebben vanwege Sara’s onvruchtbaarheid, zei Abraham: “Al zou Ismaël maar onder uw bescherming mogen staan.” Maar God reageerde: “Nee, je vrouw Sara zal je een zoon baren.”2 Met andere woorden, fysieke nakomelingen maken wat uit. En dat paste in Gods plan.
God bevestigt hetzelfde aan Isaak in Genesis 26:3: “Ik zal je terzijde staan en je zegenen: Ik zal dit hele gebied aan jou en je nakomelingen geven en zo de eed gestand doen die Ik je vader Abraham heb gezworen.” Ook hier weer zijn fysieke “nakomelingen” van belang voor het verbond.
David en Saul
Deze nakomelingen zijn niet alleen van belang voor het behoud van het verbond maar ook zou iemands naam zonder kinderen niet meer bestaan. Dus vraagt Saul omwille van zijn naam aan David te zweren dat hij zijn nakomelingen niet zal uitroeien. 1 Samuël 24:22: “Maar zweer me bij de HEER dat je mijn nakomelingen niet zult uitroeien, zodat mijn naam binnen de familie behouden blijft.”
Leviraatshuwelijk en Ruth
Kent u nog dat zeer uitgebreide systeem van het leviraatshuwelijk – dat is het huwelijk van een man met de vrouw van zijn overleden broer zodat de naam van de overleden broer niet verloren zou gaan. De regel was dat de eerstgeboren zoon de naam van de dode broer zou dragen. Deuteronomium 25:6: “De eerste zoon die zij baart geldt dan als zoon van zijn gestorven broer, opdat diens naam onder het volk van Israël niet wordt uitgewist.” Dat is een opmerkelijke maatregel voor de voortzetting van de naam via fysiek zaad.
Het beroemdste voorbeeld hiervan is toen Boaz ermee instemde om met Ruth te trouwen om zo de naam van haar schoonvader Elimelech en echtgenoot Machlon in stand te houden. “Daarmee neem ik ook Ruth tot vrouw, de Moabitische, de vrouw van Machlon, om de naam van haar overleden man te laten voortleven op zijn land. Zo zal zijn naam niet verloren gaan bij zijn verwanten en de inwoners van de stad. U bent daar vandaag getuige van” (Ruth 4:10).
Jefta’s dochter
Nu ziet u hoe belangrijk het huwelijk, nakomelingen en het behoud van naam en nalatenschap waren in Israël. Geen wonder dat Jefta’s dochter verzocht om twee maanden tijd, niet om te treuren over haar aanstaande dood maar omdat ze nooit getrouwd was. Rechters 11:37-38a: “’Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ ‘Goed,’ zei Jefta.”
Jesaja’s voorspelling: “Hij zal veel nakomelingen krijgen”
Dit alles is de achtergrond waartegen Jesaja 56:5 glanst voor eunuchen en anderen zonder huwelijk of kinderen: “Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, hem geef Ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.” Dus zonder huwelijk en zonder kinderen krijgen deze verbondsgetrouwe eunuchen een naam en een gedenkteken die beter zijn dan zonen en dochters.
Waar komt deze opvallende belofte vandaan? Wat is er de basis van en waarnaar verwijst het? Sla eens terug naar Jesaja 53. Dit is de grote voorspelling van het lijden van Christus die “om onze zonden werd doorboord, om onze wandaden gebroken” (Jesaja 53:5). En soms zien we in dit hoofdstuk deze woorden in vers 10 over het hoofd: “Want de Heer wilde dat zijn dienaar zou lijden. Zijn dienaar moest gedood worden. Hij moest zijn leven geven om de schuld van de mensen te dragen. Gods dienaar heeft de schuld van de mensen weggenomen. Daarom zal hij weer leven, en hij zal veel nakomelingen krijgen. Hij zal ervoor zorgen dat Gods plannen uitgevoerd worden.”3
Hij zal veel nakomelingen krijgen. Hier heb je een grote voorspelling: Als de Messias sterft als een offer “om de schuld van de mensen te dragen” en daarna “weer [zal] leven”, zal hij met deze grote reddingsactie veel kinderen krijgen: “Hij zal veel nakomelingen krijgen.” Anders gezegd, de nieuwe mensen van God gevormd door de Messias zullen niet gevormd worden door fysieke voortplanting maar door de verzoenende dood van Christus.
Daarom begint de volgende hoofdstuk (Jesaja 54) met: “Jubel, onvruchtbare vrouw, jij die nooit een kind hebt gebaard; breek uit in gejuich en gejubel, jij die geen weeën hebt gekend. Want – zegt de HEER – de kinderen van deze verlaten vrouw zullen talrijker zijn dan die van de gehuwde” (Jesaja 54:1). En daarom ook staat er in onze tekst (Jesaja 56:5) dat de ongehuwde, verbondsgetrouwe mensen “iets beters dan zonen en dochters” zullen hebben: “een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad … een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.” Bij de ware mensen van God die door Jezus Christus zijn gevormd, komen gedenktekens, namen, nakomelingen en nalatenschap niet voort uit huwelijk en voortplanting.
Jezus, Paulus en Petrus
Als we nu bij het Nieuwe Testament aankomen, maakt Jezus duidelijk dat zijn volk – de ware mensen van God – niet voortgebracht worden door fysieke voortplanting maar door spirituele wedergeboorte. Daarom zegt hij tegen Nikodemus: “Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien” (Johannes 3:3).
En Paulus zegt in Galaten 3 tegen de Joden evenals tegen de heidenen: “U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn … want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus” (Galaten 3:7, 26). Anders gesteld, het is niet de fysieke afstamming van Abraham waardoor u deel bent van de bondgenoten van God, het is het geloof in Christus.
En Petrus zegt dat onze erfenis niet via het huwelijk en nakomelingen komt maar door het werk van Christus en de nieuw geboorte: “In zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven. Er wacht u, die vanwege uw geloof door Gods kracht wordt beschermd, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt” (1 Petrus 1:3-4).
Dus Jezus, Paulus en Petrus zeggen allemaal: Kinderen worden geboren in Gods familie en ontvangen de erfenis niet via huwelijk en voortplanting maar door geloof en wedergeboorte. Wat betekent dat ongehuwden in Christus nul nadeel hebben in het baren van kinderen voor God en in sommige gevallen kan het een groot voordeel hebben. De apostel Paulus was ongehuwd in Christus en hij zei over zijn bekeerlingen: “Hoeveel opvoeders in het geloof in Christus u ook zult hebben, u hebt maar één vader, Ik ben in Christus Jezus uw vader geworden, omdat ik u het evangelie heb gebracht” (1 Korintiërs 4:15). Paulus was een grote vader en nooit getrouwd. En laat hem pleiten voor ongehuwde vrouwen in Christus in 1 Thessalonicenzen 2:7: “Hoewel … zijn we u tegemoet getreden met de tederheid van een voedster die haar kinderen koestert.” Dus het zij gezegd van veel ongehuwde vrouwen in Christus: Ze was een geweldige moeder en nooit getrouwd.
Een radicale relationele wijziging
Pas hier op om te voorkomen dat u bagatelliseert wat ik zeg en niet hoort hoe radicaal het eigenlijk is. Ik maak van de ongehuwde staat geen sentimenteel issue om ongehuwden een goed gevoel te geven. Ik verkondig het tijdelijk en secundair karakter van het huwelijk en het gezin ten opzichte van het eeuwig en primair karakter van de kerk. Huwelijk en gezin zijn in dit tijdperk tijdelijk; de kerk is voor altijd. Ik verkondig de radicale Bijbelse waarheid dat lid zijn van een menselijke familie geen teken is van eeuwige zegening maar lid zijn van Gods familie wel betekent eeuwig gezegend te zijn. Relaties gebaseerd op het gezin zijn tijdelijk. Relaties gebaseerd op verbondenheid met Christus zijn eeuwig. Het huwelijk is een tijdelijk instituut maar waar het voor staat, is eeuwigdurend. “Want bij de opstanding,” zegt Jezus, “trouwen de mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, ze zijn dan als engelen in de hemel” (Mattheüs 22:30).
En toen zijn eigen moeder en broers vroegen om hem te zien, zei Jezus: “‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Dat zijn mijn moeder en mijn broers.’” (Mattheüs 12:48-49). Jezus draait alles om. Ja, hij hield van zijn moeder en zijn broers. Maar dat zijn allemaal natuurlijke en tijdelijke relaties. Hij kwam niet op aarde om zich daar op te richten. Hij kwam op aarde om voor zijn naam mensen bijeen te roepen uit alle families om een nieuwe familie te vormen waarin ongehuwde mensen in Christus volwaardige familieleden zijn, gelijkgesteld aan alle anderen, vrucht dragend voor God, en ze worden moeders en vader van het eeuwige soort.
“Terwijl Hij dit zei, verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep tegen Hem: ‘Gelukkig de schoot die U gedragen heeft en de borsten waaraan u gedronken hebt!’ Maar Hij zei: ‘gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven’” (Lucas 11:27). De moeder van God is de gehoorzame Christen – gehuwd of ongehuwd! Neem een diepe ademteug en wijzig uw visie op de wereld.
“Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zussen, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven’” (Markus 10:29-30). Ongehuwde mens, gehuwde mens, wilt u kinderen, moeders, broers, zusters, landen? Geef de voorrang van uw natuurlijke relaties op en volg Jezus in de gemeenschap van Gods volk.
Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen
Wat zullen we zeggen met het oog op deze grote Bijbelse visie op het secundair en tijdelijk karakter van het huwelijk en voortplanting? We zullen zeggen wat Jezus en Paulus zeiden. Jezus zei in Mattheüs 19:12: “Er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren zijn, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!” We moeten dit niet opvatten (“zichzelf onvruchtbaar gemaakt”) als de een of andere vorm van fysieke sterilisatie net zomin als we Jezus’ woorden “ruk uw rechteroog uit” niet duiden als onze fysiek verblinding. Maar het betekent dat Jezus het goed vindt dat sommige volgers afzien van het huwelijk en van seksuele activiteiten omwille van de dienst aan Christus’ koninkrijk. “Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen.”
Dat is wat Paulus in 1 Korintiërs 7 voor zichzelf koos en waartoe hij anderen aanmoedigde om te overwegen. “Tegen de weduwen en weduwnaars zeg ik dat het goed voor hen zou zijn alleen te blijven, zoals ik … Ik zou willen dat u geen zorgen had. Een ongetrouwde man draagt zorg voor de zaak van de Heer en wil de Heer behagen. Een getrouwde man draagt zorg voor aardse zaken en wil zijn vrouw behagen. …. Ik zeg dat … om u tot … onverminderde toewijding aan de Heer te brengen” (1 Korintiërs 7:8, 32-33, 35). Met andere woorden, sommige mensen worden “eunuchen” voor het koninkrijk van God genoemd. Paulus heeft het erover dat iedereen zijn eigen gave heeft: “ de een deze, de andere die” (1 Korintiërs 7:7). Anders gezegd: “Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen.”
Betere zegeningen
Nu, met al deze schriftteksten in het achterhoofd, eindigen we waar we begonnen. God belooft degenen onder u die ongehuwd blijven in Christus, zegeningen die beter zijn dan de zegeningen van het huwelijk en van kinderen.
Mocht er iemand vragen, is het niet beter om beide te hebben? De zegeningen van het huwelijk en de zegeningen van de hemel? Zijn er twee antwoorden op deze vraag. De ene is dat u op een dag erachter zult komen, en het is beter om dat nu al te ontdekken, dat de zegeningen van het bij Christus in de hemel zijn, zoveel meer zijn dan de zegeningen van het gehuwd zijn en kinderen op te voeden, en dat deze vraag stellen is als vragen: Zou het niet beter zijn dat zowel de oceaan als het vingerhoedje tot de rand toe gevuld zijn? En het tweede antwoord is dat de huwelijkse staat en de ongehuwde staat ons beide unieke beproevingen en unieke mogelijkheden geven voor onze heiliging. Er zullen unieke beloningen voor elk ervan zijn, en welke beter is zal er niet van afhangen of u gehuwd was of ongehuwd, maar hoe u op elk ervan reageert.
Dus zeg ik wederom tegen alle ongehuwden in Christus: God belooft u zegeningen in de tijd die komen gaat, die beter zijn dan de zegeningen van het huwelijk en van kinderen.
Unieke vertoning van de glories van Christus
En met deze belofte komt een uniek roeping en een unieke verantwoordelijkheid. Het is geen roeping om door te gaan met onverantwoordelijke adolescentie tot u in de dertig bent. In deze wereld is het een roeping om te doen wat alleen ongehuwde mannen en vrouwen in Christus kunnen doen, namelijk, via de Christus-vererende toewijding van uw ongehuwde staat de waarheden over Christus en zijn koninkrijk laten zien, waarheden die veel helderder overkomen via de ongehuwde staat dan via de gehuwde staat. Zolang u ongehuwd bent, is dit uw roeping: te leven voor Christus om voor de wereld en voor de kerk duidelijker te maken:
- Dat de familie van God niet groeit door vermeerdering via geslachtsverkeer maar via wedergeboorte door het geloof in Christus;
- Dat relaties in Christus bestendiger zijn, en waardevoller, dan familierelaties;
- Dat het huwelijk tijdelijk is en uiteindelijk plaats maakt voor de relatie waarnaar het de hele tijd verwees: Christus en de kerk – zoals een foto niet meer nodig is als je elkaar face-to-face ziet;
- Dat trouw aan Christus de waarde van het leven uitmaakt; alle andere relaties krijgen hierdoor hun uiteindelijke betekenis. Geen familierelatie is ultiem; relatie met Christus is dat wel.
Aan hem de glorie in de Christus-vererende voorstelling van het huwelijk en de Christus-vererende voorstelling van het leven van de ongehuwde. Amen
[1] Ik leen hier uit het document van Barry Danylak, ”Een Bijbels-theologisch perspectief op de ongehuwde staat” (PDF), pagina 15. “De vermeerdering van de mensen van God in het Nieuwe Testament vindt niet plaats door fysieke voortplanting zoals in het oude testament, maar eerder door spirituele wedergeboorte.” Dit is een ongepubliceerd essay en geeft Barry’s huidige promotieonderzoek aan de Cambridge Universiteit weer. Deze preek put rijkelijk uit Barry’s benadering van het thema ongehuwd zijn in de Bijbel.
[2] De letterlijke vertaling uit het Hebreeuws is: “binnen mijn muren een hand en een naam beter dan zonen en dochters.” Voor de betekenis achter het woord hand (vertaald als gedenkteken), vergelijk 2 Samuël 18:18 waar Absalom zei: “Ik heb geen zoon om mijn naam in gedachtenis te houden. Hij had die zuil naar zijn eigen naam genoemd; daarom wordt die tot op deze dag ‘Hand van Absalom’ genoemd”4 (letterlijke weergave, meestal weergegeven als “gedenksteen”). Absalom heeft dit gedenkteken zelf opgericht voor zichzelf (vers 18a). Dus heeft hij eigenhandig de toekomstige herinnering aan hemzelf verlengd. Misschien verwijst het begrip hand ernaar dat het goede dat in de toekomst op ons af komt of het gedenkteken dat ons in de toekomst in herinnering houdt, ons blijvende invloed is alsof we nog steeds actief handelen.
[3] Danylak, pagina 9.
Noot van de vertaler
1Tenzij anders vermeld zijn Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Genesis 17:18-19
3 Bijbel in Gewone Taal (BGT)
4 Herziene Statenvertaling (HSV)