U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden
Uit Bijbelse Boeken en Preken
Door John Piper
Over Heiligmaking en Groei
Een deel van de The Gospel of John-serie
Vertaling door Bert Dijkhoff
U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).
Mijn doel met dit bericht is dat u Jezus, de almachtige, herrezen, levende Heer van het universum, zult ervaren als bron en inhoud van echte vrijheid in uw leven.
Opdat dit gebeurt, hebben we twee dingen nodig: we hebben Gods bevrijdende waarheid nodig en we hebben Gods bevrijdende genade nodig. Wat betekent dat ik Gods woord moet preken en voor Gods macht moet bidden.
Laten we dus die Bijbelpassage lezen waarover ik zal spreken, en daarna zal ik bidden. Johannes 8:30-361:
Toen Hij deze dingen zei, kwamen velen tot geloof in Hem. En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt U dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’ Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Een slaaf blijft niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft voor eeuwig. Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.’
Heer, open onze ogen voor de bevrijdende waarheid – voor u – en schenk ons krachtvol de bevrijding van onze verslaving aan zonde. In Jezus’ naam, amen.
We willen allemaal vrij zijn
Ik neem met zekerheid aan dat iedereen in deze ruimte vrij wil zijn in de diepste, breedste zin. Wanneer het tegendeel gebondenheid en slavernij is, wil niemand hier dat. Het kan zijn dat u verslaafd bent aan sommige gewoontes die heel prettig zijn, en dat u in die zin van uw verslaving houdt. Maar wanneer u het plezier even laat voor wat het is en kijkt naar blijheid zonder slavernij, zou u van die gebondenheid af willen. U zou in vrijheid blij willen zijn, niet een slaaf van aangename zucht. We willen allemaal vrij zijn.
En in vers 36 van Johannes 8 zegt Jezus: “Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.” Daar zijn we naar op zoek. “Werkelijk vrij zijn.” Echt vrij. Vrijheid in de diepste en breedste zin. Jezus biedt ons dat deze morgen aan. Dat is Pasen. De viering van de wederopstanding van Jezus uit de dood. Hij leeft. Hij is niet slechts herinnering. Niet louter een historisch figuur zoals Caesar, Shakespeare of John Kennedy. Hij is terug uit de dood met een nieuw glorieus lichaam. Hij leeft en heerst als de koning van het universum, en doet aan ons allen vandaag dit aanbod van werkelijke vrijheid.
De historische Jezus als de Jezus van ons geloof
Ik weet dat ik een heleboel voor waar aanneem wanneer ik dit zeg. Laat me dit dan wat kracht bijzetten. Wij christenen geloven dat wat er in de 27 boeken van het Nieuwe Testament over Jezus staat, waar is. Al deze boeken leren ons of gaan ervan uit dat Jezus in het verleden heeft geleefd, stierf als een plaatsvervanger voor zondaars, herrees op de derde dag, dat hij opsteeg naar de hemel en de wereld regeert als de ware God van de ware God (term uit de oude geloofsleer).
Deze 27 boeken zijn doorspekt met verwijzingen naar de fysieke wederopstanding van Jezus uit de dood. Bijvoorbeeld, hier in het evangelie van Johannes (20:27-28), verschijnt Jezus voor Thomas, een van de discipelen die weigerde te geloven dat Jezus was opgestaan, en zei: “Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.” En Thomas antwoordde hem: “Mijn Heer, mijn God!”
Duizend mijlen verwijderd van een mythe
Deze verhalen over wat er gebeurt in het leven van Jezus zijn duizend mijlen verwijderd van een mythe – zoals de Griekse of Romeinse mythologie die in een ver verleden gehuld is zonder enig verband met de echte geschiedenis. De nieuwtestamentische boeken hebben het over de ware geschiedenis. Pilatus, de Romeinse stadhouder, Herodes, de koning van Galilea, Kajafas, de hogepriester. Dat zijn geen mythische figuren. Deze mensen zijn bekend van de geschiedenis buiten de Bijbel.
De verhalen van het Nieuwe Testament (de 27 boeken) zijn allemaal geschreven toen ooggetuigen nog leefden. Paulus’ brieven werden geschreven 15 tot 30 jaar na de dood van Jezus. In een daarvan noemt hij het feit dat op een gegeven moment 500 mensen de herrezen Jezus hadden gezien en dat de meeste van hen nog leefden (1 Korintiërs 15:6). De meeste boeken, misschien wel allemaal, werden geschreven vóór 70 na Christus, veertig jaar na de dood van Jezus. En zelfs als Johannes geschreven was door de apostel op leeftijd rond 90 na Christus, is het kort dag.
Echte geschiedenis – Herinnert en meegemaakt
Denk er eens over na. Als wij nu in 2011 de schrijvers van het Nieuwe Testament zouden zijn, zou voor sommigen van ons Jezus hebben geleefd in de late jaren ’80, voor anderen in de jaren ’70 en misschien voor een enkeling in de jaren ’50. Dat is geen mythologie. Dat is geschiedenis. Herinnerde geschiedenis. Getuigde geschiedenis.
En voeg daaraan toe dat de vijanden van het christendom niets liever hadden gewild dan het lichaam van Jezus op een kruiwagen Jeruzalem binnen te rijden, en te bewijzen dat het allemaal nepnieuws was, maar dat konden ze niet. De graftombe was leeg en er was geen lijk. Stalen de discipelen het lijk en verzonnen ze het verhaal van de wederopstanding? Echt? De gedachte dat deze angstige discipelen die Jezus verlieten uit vrees voor hun levens, die zeiden: “Wij leefden in de hoop dat Hij degene was die Israël zou bevrijden” (Lucas 24:21) – de gedachte dat ze opeens onderling het erover eens zouden zijn dat ze voor nepnieuws zouden zorgen en daar vervolgens voor zouden sterven, is belachelijk.
Geen zotten maar getuigen
Nee, deze apostelen van Jezus waren niet gek; ze waren getuigen. Wat er in het Nieuwe Testament staat is geen mythologie maar de Jezus zoals ooggetuigen hem herinnerden. Richard Bauckham, voormalig professor in het Nieuwe Testament aan de universiteit van St. Andrews, formuleerde het als volgt in zijn boek Jezus en de ooggetuigen: De evangeliën als ooggetuigenverslag2: “De Jezus zoals de evangeliën die laten zien is de Jezus zoals deze ooggetuigen hem afschilderen, de Jezus van de getuigenis” (p. 472). Dat is de conclusie van bijna 500 pagina’s nauwkeurige historische studie.
Aan een van deze getuigen – degene die we onderzoeken, Johannes – wijdt Bauckham een compleet ander boek: De getuigenis van de geliefde discipel: Vertelling, historie en theologie in de Evangelie van Johannes3. En het punt van dit boek is dat de auteur een ooggetuige is, en “Hij beoogt trouw te zijn aan de geschiedenis” (p. 27).
Wederopstanding, historisch gesproken
Het punt van dit alles is eenvoudigweg dat wanneer wij christenen zeggen dat Jezus is opgestaan uit de dood, is dat geen mythisch praatje, en zeggen we niet iets blindelings. We spreken niet slechts spiritueel of emotioneel. We spreken historisch. Uiteindelijk moet hij uw vertrouwen winnen. En mijn punt is dat de Jezus uit de geschiedenis niet zo ontoegankelijk is als u mogelijk dacht. Laat hem dus tot u spreken.
Een knallend statement: Iedereen is verslaafd aan zonde
Laat hem tot u spreken over vrijheid. In Johannes 8:32 zegt hij: “U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.” De mensen antwoordden hem net als sommigen onder ons mogelijk doen: “Wij zijn al vrij!” In vers 33 zeggen ze: “Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt U dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?” Ze richten zich op bepaald aspecten van de vrijheid maar niet op die ene die Jezus in gedachten heeft.
Dus verduidelijkt Jezus in vers 34: “Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde.” Dat is nog eens een knallend statement. We hebben meerdere weken nodig om de fundering en gevolgen ervan uit te leggen. Maar we hebben geen tijd. We zeggen het gewoon en laten het woord staan van hem als een die ons beter kent dan wij onszelf. Iedereen zondigt. Daarom zegt Jezus dat iedereen een slaaf van de zonde is. Dat betekent dat zonde niet gewoon een slechte daad is maar een onderliggende macht in onze harten, die ons slechte dingen laat doen. We zondigen omdat we zondaars zijn.
Dus onze verslaving is verslaving aan deze macht binnen in ons. Mogelijk zijn er soorten vrijheid die we voor onszelf kunnen creëren, maar deze is dat niet. Dat is Jezus’ punt. Deze slavernij zit te diep. En we hebben die allemaal. Alleen Jezus kan ons bevrijden. Daarom zegt hij in vers 36: “Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.”
Zonde verslaaft op 2 manieren
Zonde is dus op twee manieren verslavend. En daarom komt de vrijheid in twee vormen. Ten eerste verslaaft de zonde ons door voor onweerstaanbare verlangens te zorgen. Zonde verslaaft door iets aantrekkelijker te maken dan Jezus. Dat is zonde: iets willen boven Jezus en daar naar handelen.
En de tweede manier waarop zonde verslaaft, is dat het ons uiteindelijk verdoemt. Tenzij er iets tussenkomt, leidt het tot de hel. Dat noem ik slavernij want iemand zou kunnen opperen: “Ik kan ermee leven dat ik iets verkies boven Jezus. Klinkt voor mij als vrijheid.” Maar dat zou u niet zeggen wanneer u duidelijk zou zien dat het einde van die weg de ondergang is.
Vrijheid van de overheersing en verdoemenis van de zonde
Alleen Jezus kan ons bevrijden van deze twee soorten slavernij: de overheersing en verdoemenis van de zonde. Hij bevrijdt ons van de verdoemenis van de zonde door voor ons een verdoemenis te worden. “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons vervloekt te worden” (Galaten 3:13). En hij bevrijdt ons van de overheersing van de zonde door ons karakter bij de wortel te veranderen met behulp van een nieuwe geboorte. En de kern ervan is dat hij ons ogen geeft om te zien dat onze Redder dat is waarnaar we meer moeten verlangen dan wat er ook maar ter wereld is.
Wanneer onze zonden zijn vergeven, Gods toorn is weggenomen en we Jezus zien als een grotere Schat dan de hele wereld, zijn we bevrijd van zowel de verdoemenis als de overheersing van de zonde. Wij zijn werkelijk vrij. Dat is wat Jezus u vandaag heeft te bieden.
Wat volledige vrijheid is
Laat me even uitzoomen en deze soort bevrijding in verband brengen met de vrijheid waarnaar wij allemaal verlangen. Het kan zijn dat u dit allemaal hoort en toch nog zegt: “Ik ben al vrij. Het zijn jullie christenen die vastgebonden zijn met morele knopen. Ik doe wat ik wil doen. En ik ben een land waarin ik dat kan doen, dankbaar. En dat is de hele vrijheid waar ik om geef.”
Dus laten we dit bericht beëindigen door zo duidelijk mogelijk te maken wat volledige vrijheid is. “Werkelijk vrij,” zegt Jezus. Dat is wat alleen hij kan geven. Dus welke andere soorten vrijheid bestaan er? Welke vrijheid mist “werkelijk vrij”?
4 Soorten vrijheid
Er zijn op z’n minst vier soorten vrijheid. En elk ervan voegt een belangrijke dimensie van vrijheid toe aan de vorige totdat we aankomen bij volledige vrijheid – “werkelijk vrij.” Laat me proberen deze vier soorten vrijheid samen te voegen in een definitie van volledige en complete vrijheid: U bent volledig vrij - compleet vrij, werkelijk vrij – wanneer u het verlangen, de capaciteit en de mogelijkheid heeft om te doen wat u blij maakt in duizend jaren. Of we zouden kunnen zeggen, U bent volledig vrij wanneer u het verlangen, de capaciteit en de mogelijkheid heeft om te doen waar u nooit spijt van zult hebben:
- Als u het verlangen niet heeft iets te doen, bent u niet volledige vrij om het te doen. Oh, u zou de wilskracht bijeen kunnen rapen om te doen wat u niet wilt doen maar niemand noemt dat volledige vrijheid. Dat is niet hoe we willen leven. Er rust een beperking en druk op ons, die we niet willen.
- En als u het verlangen heeft iets te doen maar niet de capaciteit om het te doen, bent u niet vrij om het te doen.
- En als u het verlangen en de capaciteit heeft iets te doen maar niet de mogelijkheid om het te doen, bent u niet vrij om het te doen.
- En als u het verlangen, de capaciteit en de mogelijkheid heeft iets te doen, maar het u uiteindelijk vernietigt, bent u niet volledig vrij – niet werkelijk vrij.
Om volledig vrij te zijn, moeten we het verlangen, de capaciteit en de mogelijkheid hebben om te doen wat ons voor altijd blij maakt. Geen enkele spijt. En alleen Jezus, de Zoon van God die stierf en herrees voor ons, kan dat voor elkaar maken. Wanneer de Zoon u zal bevrijden, zult u werkelijk vrij zijn. Om voor altijd blij te zijn, moeten onze zonden vergeven, Gods toorn verwijderd en Christus onze hoogste Schat worden. Alleen Jezus kan dat doen. In feite heeft hij dat al gedaan. Hij stierf voor onze zonden. Hij slokte Gods toorn op. En hij herrees uit de dood en is daarom tegenwoordig uiterst waardevol. En hij biedt ons dat nu aan als gratis geschenk.
Laat me deze vrijheid eens metaforisch weergeven om te zien of ik het zo duidelijk mogelijk kan maken.
Een illustratie van de vrijheid
Neem parachutespringen als voorbeeld. Wat je wilt ervaren is de zo groot mogelijke vreugde van de vrijheid bij het parachutespringen. Stel nu dat u onderweg bent naar het vliegveld om de lucht in te gaan voor uw eerste echte sprong maar uw auto gaat door een kuil op Hiawatha Avenue, u krijgt een klapband en knalt tegen een telefoonpaal. U bent niet langer vrij om te springen, of u nu de vaardigheid heeft of niet, want de gelegenheid gaat voorbij terwijl u wacht op de sleepwagen. U mist de vrijheid van de mogelijkheid.
Of stel dat u het haalt tot aan het vliegveld maar dan blijkt dat u alle lessen hebt overgeslagen en niet eens de noodzakelijk kennis over parachutespringen heeft. U mist de meest basale kennis – zoals hoe om te gaan met de parachute. Er is wel de gelegenheid maar u heeft niet de vrijheid qua vaardigheden. Ze zullen u niet laten springen.
Maar stel dat u het haalt tot aan het vliegveld, u hebt alle lessen gevolgd en hebt alle vaardigheden die u nodig heeft. U stijgt op in het vliegtuigje maar zodra ze de deur openen en u naar beneden kijkt, verdwijnt uw hele verlangen en in de plaats daarvan komt een verlammende angst. De gelegenheid is er, de vaardigheid is er maar u heeft niet de vrijheid van het verlangen.
Maar er is nog een eis voor volledige vrijheid. Stel dat u het haalt tot aan het vliegveld zonder hindernis (u heeft de vrijheid van mogelijkheid); u heeft alle nodige knowhow (u heeft de vrijheid van capaciteit); u kijkt door de deuropening naar kleine groepjes silo’s, schuren, boerderijen een paar kilometer dieper, en staat te popelen om te springen (u hebt de vrijheid van verlangen). Dus u springt.
En terwijl u vrij naar beneden valt, genietend van elke seconde daarvan, is zonder dat u het beseft uw parachute defect en zal niet open gaan ongeacht wat u doet. Bent u vrij – volledig vrij, werkelijk vrij?
Nee. Wat u vol blijheid en vrijheid doet, zal u ombrengen. Ook als u dat nog niet weet, bent u verbonden met de vernietiging. Het voelt als vrijheid. Maar al heel snel zal dat allemaal – al die vreugde – een illusie blijken te zijn. Over dertig seconden bent u dood.
Om volledig vrij te zijn – werkelijk vrij – moet de Zoon van God u bevrijden.
Sterven en herrijzen om u werkelijk vrij te maken
We hebben geen door mensen gemaakte parachute. We hebben een Redder. Omdat hij voor ons stierf, is er geen verdoemenis. De onverbiddelijke, dodelijke, aantrekkingskracht van onze zonden is gebroken. Hij heeft ons opgevangen halverwege de val en is onze hoogste Schat geworden. Ons lot en onze verlangens zijn nieuw. Hij is hun bron, en hij is hun inhoud. Hij gaf ons het nieuwe verlangen en hij is het nieuwe verlangen. “Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.”
Is het dan niet uiterst dwaas voor een christen om jaloers te zijn op de zogenaamde vrijheid van zij die zichzelf uit het zondig raam van een wolkenkrabber gooien en genieten van een vreugdevolle fase in de vrije val van hebzucht, of in de vrije val van drugs, of in de vrije val van roem, of in de vrije val van seks, of in de vrije val van macht, of in de vrije val van luxe zonder nog te denken aan Jezus. Al deze vrijheid is als damp, maar zij die vertrouwen op Jezus en hem waarderen boven alles, zullen zich verheffen met vleugels als van adelaars, en blij zijn – duizend jaren vanaf heden. Zij zullen werkelijk vrij zijn.
Jezus geeft u niet slechts informatie met dit bericht. Hij geeft u een uitnodiging. Vertrouw hem. Koester hem. Hij stierf en herrees om u werkelijk vrij te maken.
Noot van de vertaler
1Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)
2 Originele titel: Jesus and the Eyewitnesses: The Gospels as Eyewitness Testimony
3 Originele titel: The Testimony of the Beloved Disciple: Narrative, History and Theology in the Gospel of John