Vijf eenvoudige stappen

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door Sinclair Ferguson
Auteur Index
More Over Heiligmaking en Groei
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: Five Easy Steps

© Ligonier Ministries

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door Sinclair Ferguson Over Heiligmaking en Groei

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).


Eerder deze week sprak ik met een goede vriend die net door een periode is gegaan, vol met persoonlijke teleurstellingen, ontmoedigingen, unfaire behandelingen en zelfs valse geruchten over zijn karakter en Christelijke dienstbaarheid. Zijn reactie maakte indruk en beroerde me: “Mijn grote troost is gewoon als volgt,” zei hij: “‘Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst’ (1 Timotheüs 6:6)[1]

Zo’n reactie op tegenspoed (die de context is waarin Christelijke tevredenheid getest en getoond wordt) is nooit het resultaat van een spontane wilsbeslissing noch wordt het voortgebracht met enkel een strak en doordacht tijd-en-leven-management plan dat is opgesteld om ons te beschermen tegen de kuren en nukken van de hand Gods. Het betekent dat je tevreden bent met de wil van de Heer in alle opzichten van Zijn voorzienigheid. Het is daarom een kwestie van hoe we bestaan, een kwestie van ons zijn; het kan niet puur voortgebracht worden door meer te doen.

Doen en zijn

Tevredenheid is een onderschatte gunst. Zoals in de zeventiende eeuw toen Jeremiah Burroughs over dit grote thema schreef, is het ook vandaag de dag nog “Het zeldzame juweel.” Als het opgewekt kon worden met een simpel programmaatje (“Vijf stappen naar tevredenheid binnen een maand”) zou het algemeen goed zijn. Christenen moeten tevredenheid op de ouderwetse manier ontdekken: we moeten het leren.

Dus we kunnen niet “doen” of we tevreden zijn. Het wordt ons geleerd door God; wij worden er in geschoold. Het maakt deel uit van het veranderingsproces door de vernieuwing van onze gezindheid (Romeinen 12:1-2). Het wordt van ons geëist maar paradoxaal genoeg wordt het voor en niet door ons gedaan. Het is niet het resultaat van een reeks acties maar van een hernieuwd en veranderd karakter. Alleen goede bomen brengen goede vruchten voort.

Enkele principes lijken moeilijker te begrijpen voor de hedendaagse Christen. Duidelijke richtlijnen voor het Christelijk leven zijn essentieel voor ons. Maar, helaas, veel van die zware lesprogramma’s die actueel zijn in het evangelisch christendom leggen zeer de nadruk op extern doen terwijl het bereiken van karakterontwikkeling er bekaaid afkomt. Vooral Christenen in de Verenigde Staten moeten inzien dat ze in de meest pragmatische maatschappij op aarde leven (als iemand het kan “doen” zijn wij het wel). Het is pijnlijk voor het eergevoel om te ontdekken dat het Christelijk leven niet geworteld is in wat we kunnen doen, maar in wat er bij ons gedaan moet worden.

Enkele jaren geleden had ik een enigszins pijnlijk ontmoeting met de “u vraagt en wij draaien” mentaliteit. Halverwege een Christelijke studentenconferentie werd ik geroepen naar een ontmoeting met een afvaardiging van stafleden die zich verplicht voelden om me te confronteren met tekortkomingen in mijn twee uiteenzettingen over de Schrift. Het gegeven thema was Christus kennen. “U heeft ons twee uur geleden aangesproken,” klaagden ze, “maar u heeft ons tot nu toe nog niet één ding verteld wat we kunnen doen.” Ongeduld ten aanzien van het handelen verborg het ongeduld met het apostolisch beginsel dat door Christus te kennen we in staat zijn alles te doen (overeenkomstig Filippenzen 3:10; 4:13).

Hoe is dit van toepassing op tevredenheid, het hoofdthema in Tafelpraat deze maand?

Christelijke tevredenheid betekent dat mijn voldoening onafhankelijk is van mijn omstandigheden. Als Paulus spreekt over zijn eigen tevredenheid in Filippenzen 4:11 gebruikt hij een term die gemeengoed was binnen de oude Griekse filosofische scholen der Stoïcijnen en Cynici. In hun woordenschat betekende tevredenheid zelfredzaamheid in de zin van onafhankelijk zijn van veranderende omstandigheden.

Maar voor Paulus is tevredenheid niet geworteld in zelfredzaamheid maar in Christus’ voorziening (Filippenzen 4:13). Paulus zei dat hij tegen alles bestand is – zowel in honger en gebrek als in overvloed en rijkdom - door hem die hem kracht geeft. Negeer deze laatste zinsnede niet. Het is precies deze verbinding met Christus en de ontdekking van Zijn toereikendheid die we niet van het ene op het andere moment kunnen inschakelen. Het is de vrucht van een voortdurende, intieme en ver ontwikkelde relatie met Hem.

Om Paulus’ woorden te gebruiken: tevredenheid is iets wat we moeten leren. En hier is de crux van de zaak: hoe leren we tevreden te zijn? We moeten ons inschrijven bij de heilige school waar we onderwezen worden in Bijbelse lessen en providentiële ervaringen. Een goed voorbeeld van lessen uit deze school kan worden gevonden in Psalm 131.

Een Bijbels voorbeeld

In Psalm 131 geeft koning David ons een levendige beschrijving van wat het voor hem betekent om te leren tevreden te zijn. Hij schildert zijn ervaringen af in termen van een kind dat de borst ontwend is en overgaat op vast voedsel: “Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht, als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder, mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is.[2]” (Psalm 131:2).

Roep dat beeld eens bij je op en hoor daar de geluiden bij. Het wordt nog veel levendiger als je bedenkt dat in het Oude Testament ontwenning van de borst soms pas plaats vond toen het kind drie of zelfs vier was! Het is al moeilijk genoeg voor een moeder om met het ontevreden gehuil van het kind om te gaan plus zijn weigering van vast voedsel en de botsing van belangen tijdens het ontwenningsproces. Stel je zo’n strijd met een 4-jarige eens voor! Dat is de maat voor de worsteling die David meemaakte voordat hij leerde tevreden te zijn.

Twee grote kwesties

Maar waarover ging deze worsteling eigenlijk? Alweer helpt David ons door ons de twee grote kwesties voor te stellen, die opgelost moesten worden in zijn leven.

“HEER, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik” (Psalm 131:1). Hij bedoelt niet dat ambitie op zich verkeerd is. Hij werd per slot van rekening apart genomen voor de troon (1 Samuel 16:12-13). Maar hij had een hogere ambitie: Gods wijze voorziening, positionering en timing vertrouwen.

Herinnert u zich nog de gelegenheden die hij kreeg om die positie en macht te veroveren met middelen die afbreuk zouden hebben gedaan aan zijn toewijding aan de Heer? Eerst kwam Saul in de grot waarin David en zijn mannen zich verborgen hielden (1 Samuel 24:6). Later slopen David en Abisai de tent van Saul binnen en troffen ze hem daar slapend aan (1 Samuel 26:9-1). Maar ondertussen was hij tevreden met zijn leven dat hij leefde naar Gods woord en met het geduldig wachten op Gods tijd.

Christelijke tevredenheid is dus het direct resultaat van het hebben van geen hogere ambitie dan te behoren tot de Heer en geheel en al tot Zijn beschikking te staan op de plaats die Hij toewijst op het moment dat Hij kiest met de voorzieningen die Hij wenst te maken.

Het is aldus met rijpe wijsheid dat de jonge Robert Murray M’Cheyne[3] schreef: “Het is altijd mijn ambitie geweest om voor mezelf geen plannen te hebben.” “Wat apart!”, zeggen wij. Ja, maar wat de mensen opviel aan M’Cheyne is dat het niet zozeer was wat hij deed of zei wat bijzonder was – het was wat hij was en hoe hij overkwam. Dat, op z’n beurt, is het resultaat van tevredenheid met één stuwende ambitie: “Ik wil Christus kennen” (Filippenzen 3:10). Het is geen toeval dat wanneer we Christus tot onze ambitie maken, we ontdekken dat Hij onze voorziening wordt en we leren tevreden te zijn in alle omstandigheden.

“Ik zoek niet wat te groot is … voor mij en te hoog gegrepen” (Psalm 131:1). Tevredenheid is het resultaat van een mentaliteit dat haar beperkingen kent.

David stond zichzelf niet toe om vooringenomen te zijn met wat God hem niet wenste te geven. Noch weigerde hij zijn geest te fixeren op dingen die God hem niet wenste te verklaren.

Zulke vooringenomenheden zijn verstikkend voor tevredenheid. Als ik erop sta dat ik precies weet wat God doet met mijn omstandigheden en wat Hij voor mijn toekomst in petto heeft, als ik eis om zijn manier waarop Hij in het verleden met me omging, te begrijpen, zal ik nooit tevreden zijn totdat ik uiteindelijk gelijk aan God geworden ben. Hoe langzaam herkennen mensen in deze subtiele mentale verleidingen de echo’s van de slang uit het Hof van Eden, sissend: “Laat zien dat je ontevreden bent met Gods methode, Gods woord en Gods voorzienigheid.”

In onze Augustijnse traditie is vaak gezegd dat de eerste zonde superbia, trots, was. Maar het was ingewikkelder dan dat; het bevatte ontevredenheid. Wanneer we de dingen in dat licht bezien, herkennen we wat voor ongoddelijk iets een ontevreden geest is.

Houd deze twee principes in het oog en je zult niet gemakkelijk meegenomen worden in een wereldse werveling van ontevredenheid. Ga terug naar de school waarin je vooruitgang zult boeken in het zijn van een Christen. Leer je lessen, los voor jezelf de kwestie van ambitie op, maak Christus tot wat je bezighoudt, en je zult leren te genieten van de privileges van ware tevredenheid.


Noot van de vertaler

  1. Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004
  2. Herziene Statenvertaling (HSV)
  3. Schotse predikant uit de 19e eeuw