Wat? Ik vijandig naar God?

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Aard van Zonde
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: What? Me Hostile to God?

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Aard van Zonde
Een deel van de Taste & See-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Gedachten over Colossenzen 1:21-22

Colossenzen 1:21-221

Eerst was u van Hem vervreemd en was u Hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, maar nu heeft Hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend opdat u heilig, zuiver en onberispelijk bent ten overstaan van Hem.

Het beste nieuws van de wereld is dat onze vervreemding van God voorbij is en we verzoend zijn met de Rechter van het universum. God is niet langer meer tegen ons maar voor ons. Zo’n almachtige Liefde aan onze zijde versterkt op krachtige wijze de ziel. Het leven wordt volledig vrij en uitdagend wanneer het sterkste Wezen aan uw kant staat.

Omdat Christus voor ons stierf, zegt Paulus dat we “heilig, zuiver en onberispelijk” voor God zullen staan. Dat zijn verbijsterende woorden in vergelijking met hoe we werkelijk zijn. Het is bijna te goed om waar te zijn. Eigenlijk is het maar moeilijk te geloven in het uur van de dood. Maar we moeten onszelf vertellen dat deze smetteloze presentatie voor God niet komt doordat we na onze bekering een perfect leven voerden. “Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden” (2 Korintiërs 5:21). “In Christus zijn wij rechtvaardig en heilig, en in Hem zijn wij verlost” (1 Korintiërs 1:30). Onze enige hoop tegenover de heilige God is Christus in onze plaats.

Maar Paulus’ hele heilsboodschap is geen goed nieuws voor zij die de diagnose in Colossenzen 1:21 afwijzen. Hij zegt: “Eerst was u van Hem vervreemd en was u Hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind.” Hoeveel mensen kent u die zeggen: “Ik ben God vijandig gezind”? Dat is geen alledaagse zelfanalyse. Mensen zeggen zelden: “Ik haat God.”

Wat bedoelt Paulus hier dan mee: mensen waren God “vijandig gezind” voordat ze verzoend werden door het bloed van Christus? Ik denk dat hij bedoelt dat de vijandigheid jegens de ware God echt bestaat maar dat mensen zichzelf niet veroorloven om aan de ware God te denken. Ze stellen zich God voor op de manier zoals ze zouden willen dat hij is waarbij zelden rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat ze echt grote problemen met hem zouden kunnen hebben.

Dat zag ik laatst nog duidelijker in een artikel van de Star Tribune (16 juni 1997, pagina A11). Stephanie Salter schreef over Elisabeth Kübler-Ross die op haar 71ste van gedachten veranderde en de wereld wou vertellen dat een goede God die heerst over de wereld en gebeden beantwoordt, “grote onzin is. Geloof er geen snars van.” Salter stemde daarmee in en zei: “Als God zou functioneren zoals Kübler-Ross dat ooit geloofde, zou God een gemene, kleingeestige lomperd met een dwangneurose zijn.” Ze schildert zo’n God af door te zeggen:

Vandaag geef ik zes baby’s in Iowa leukemie, ontneem ik 10.000 mensen in Bangladesh het leven met behulp van een tyfoon en verhoog ik het aantal gevallen van prostaatkanker in Australië met 11 procent. Ondertussen, omdat ze het me zo lief gevraagd hebben, neem ik een hersentumor weg bij een vrouw in Londen, leid ik een aardbeving met magnitude 8,3 weg van de Azoren en laat ik de Zweedse deelneemster de Miss Universe winnen.

Op deze God reageert Salter met: “Goed? Oneindig? Het lijkt meer de Punaisepoetser uit de Hel.” Hoort u hierin enige vijandige gezindheid? “Wow,” zegt u, “u wilt hier toch niet mee suggereren dat haar beschrijving van God klopt en dat haar vijandigheid de echte vijandigheid jegens God is, die waarover Paulus sprak?” Bijna. Niet alles daarvan is waar. De cynische beschrijving van bidden (“omdat ze het zo lief gevraagd hebben”) klopt niet. Maar het feit dat God almachtig over ziekten en rampen gaat, wordt duidelijk onderwezen door de Schrift. “Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan Ik, de HEER?” (Exodus 4:11). “Wordt ooit een stad door onheil getroffen zonder toedoen van de HEER?” (Amos 3:6).

Dus het punt is: zelfs al geeft mevrouw Salter de indruk dat God willekeurig maar wat doet zonder wijsheid, gerechtigheid en liefde, de harde feiten kloppen en zij haat deze. Dat is, volgens mij, wat mensen voelen bij de ware God naast het onderwerpend, bescheiden makend en verlichtend werk van de Heilige Geest. We waren allen vijandig jegens God, zegt Paulus. Diep van binnen haatten we zijn absolute macht en autoriteit. Dat sommigen onder ons zijn gered, is dankzij de prachtige waarheid dat de dood van Christus de genade opriep waarmee God onze harten veroverde en ervoor zorgde dat we van die Ene die we ooit haatten, gingen houden. Velen zitten nog in het leerproces om niet vijandig jegens God te zijn. Maar goed dat hij onmetelijk geduldig is.

Vol waardering voor de heerschappij van Gods genade en macht,

Dominee John


Noot van de vertaler

1 Bijbelteksten zijn geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021 (NBV21)