Wij aanschouwden zijn heerlijkheid, vol genade en waarheid

Uit Bijbelse Boeken en Preken

Ga naar:navigatie, zoeken

Verwante bronnen
More Door John Piper
Auteur Index
More Over Jezus Christus
Onderwerp Index
Over deze vertaling
English: We Beheld His Glory, Full of Grace and Truth

© Desiring God

Share this
Onze Missie
Deze vertaling is van het Evangelie Vertalingen, een online dienst, de evangelie gecentreerde boeken en artikelen vrij verkrijgbaar in elke natie en taal.

Hier meer (English).
Hoe u kunt helpen
Als u goed Engels spreken, kunt u met ons vrijwillig als vertaler.

Hier meer (English).

Door John Piper Over Jezus Christus
Een deel van de The Gospel of John-serie

Vertaling door Bert Dijkhoff

Review U kunt ons helpen door de herziening van deze vertaling voor de nauwkeurigheid. Hier meer (English).



Johannes 1:14-18

Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader), vol van genade en waarheid. 15 Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Deze Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.

Laat ons beginnen met vers 14 om de hoofdzaak van deze paragraaf in beeld te krijgen. “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader), vol van genade en waarheid.” Ga terug naar vers 1 om te herinneren wie met het Woord wordt bedoeld.

Ik gebruik de term Zoon omdat die term hier in vers 14 wordt gebruikt: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader), vol van genade en waarheid.” Dus het Woord is de Zoon van God.

Inhoud

Eén God, drie personen

Moslims vallen over dit woord Zoon, zoals vele anderen. Sommigen van hen denken dat God seks had met Maria en een zoon verwekte. Dat is niet wat de Bijbel bedoelt. Johannes 1:1 zegt, “In het begin was het Woord.” Dat is de zoon van God. En hij heeft geen begin. Hij was er in het begin. Hij was er zover je maar terug kunt gaan – tot in de eeuwigheid. En vers 3 deelt mee, “Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.” Dat betekent dat hij niet geschapen is. Hij maakt op geen enkele wijze onderdeel uit van de creatie. Dus hier is wat we weten over de Zoon van God: 1) Hij is God. 2) De Vader is ook God. 3) De Zoon is niet de Vader; hij was met de Vader. 4) Hij is ongeschapen en eeuwig.

Er is zoveel meer te vertellen over de leer van de Drie-eenheid – de les dat God bestaat als één God in drie Personen, de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest. Maar neem dit tot zover mee in je gedachten en in je hart. De Zoon en de Vader zijn één God, maar zijn twee Personen. Ze hebben een goddelijk karakter. Ze zijn één God met twee centra van bewustzijn.

God werd mens – zonder op te houden God te zijn

Nu, wat vers 14 meedeelt – en dat is één van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis – is dat het Woord, de Zoon, mens werd zonder op te houden God te zijn. Dit is waar we ons twee weken lang op zullen richten: Hoe weten we dat dit het geval is en wat betekent dit voor ons persoonlijk?

“Het Woord werd vlees.” Dat is het goddelijk Woord, de goddelijke Zoon van God, werd een mens zonder op te houden God te zijn. Hoe weten we dat? En wat betekent dit voor ons? We zullen al onze tijd vandaag besteden aan het beantwoorden met behulp van vers 14.

Het Woord woonde bij ons

De eerste reden dat we zeggen dat het goddelijk Woord niet ophield het goddelijk Woord te zijn toen hij mens werd, is de bewering in vers 14, het Woord “heeft onder ons gewoond.” Het onderwerp bij het werkwoord gewoond is het Woord. En het Woord is God. Dus de meest voor de hand liggende conclusie is dat God, het Woord, bij ons woonde. Dit is waarom de engel in Mattheüs 1:23 zei: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven’ (wat in onze taal betekent ‘God met ons’). Het Woord, de Zoon, hield niet op God te zijn toen hij een mens werd.

Heerlijkheid als Gods enige Zoon

De tweede reden dat we dit geloven is de volgende zinsnede van vers 14, “Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader.” Wiens heerlijkheid? De heerlijkheid van het Woord – het Woord dat God is. En welke soort heerlijkheid is het? Het is “een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader.”

Wanneer Johannes zegt dat de heerlijkheid van het vleesgeworden Woord “een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader” is, betekent het woord als dan dat het een imitatie-heerlijkheid is? Het is niet de echte heerlijkheid van de Zoon maar slechts als de Heerlijkheid van de Zoon? Dat denk ik niet. Als ik bijvoorbeeld zeg, “Ik heb een boek weg te geven en ik wil het graag geven aan jou als mijn eerste keus,” antwoord je niet, “ik ben niet je echte eerst keus; ik ben slechts als je eerste keus. ” Nee. Dat is niet wat als betekent wanneer ik zeg, “ik geef het aan jou als mijn eerste keus.” Het betekent: ik geef het aan jou als zijnde mijn eerste keus. Wanneer Johannes zegt, “wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader,” bedoelt hij, “Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als zijnde van de enige Zoon van de Vader.”

Dat weten wij omdat wederom, in het eerste deel van vers 14, John eenvoudig en ongecompliceerd zegt, “Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien” – zonder toekenning. Wiens heerlijkheid? De heerlijkheid van het eeuwig Woord, de Zoon. “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien.” Dus er is geen afzwakking van het wonder van de incarnatie. Het Woord werd vlees, en dat deed hij zonder op te houden God te zijn. Hij manifesteert Gods heerlijkheid.

Wat betekent dit voor ons?

Verzen 15-18 geven meer redenen om te geloven dat het Woord tot vlees werd zonder op te houden God te zijn. Daar gaan we volgende week dieper op in. Zo God het wil. Maar voor nu, laten we in vers 14 vragen wat het voor ons betekent dat het Woord tot vlees werd – dat de Zoon van God mens werd zonder op te houden God te zijn. Waarom stel ik deze vraag? Ten eerste, omdat de tekst het antwoord geeft. Maar er is nog een andere reden.

Bevordering van een relationele cultuur

Kun je je nog herinneren dat ik een paar maanden geleden verschillende boodschappen predikte God smekende dat hij ze zou gebruiken om wat ik noemde de relationele cultuur van onze kerk te laten groeien? Ik legde uit wat ik bedoelde met de verwijzing naar Filippenzen 2:3-4 “Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.” Met andere woorden, laten we worden als een kerk op de manier waarop we buiten onszelf rekenen en anderen dienen en denken aan de belangen van anderen.

En herinner je je nog waarop deze dienende, relationele mentaliteit is gebaseerd? De volgende verzen legden dit uit: “Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.” (Filippenzen 2:5-7). Met andere woorden, de fundering van nederige, dienende liefde – en de vernieuwde relationele cultuur van Bethlehem was: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond – en stierf voor ons.

Vleeswording en toepassing

De reden dat ik dit eruit licht is er voor zorgen dat we niet zeggen, “Nou, we hebben vorige zomer ons relationeel accentje geplaatst, en nu zitten we in de theologie.” Nee. De enige theologie die voor iets staat, is de soort in Filippenzen 2, die exact dezelfde is als de soort in het evangelie van Johannes. Het helpt ons Christus te leren kennen, en de glorie in Christus, en om hervormd te worden door Christus ten gunste van de liefde (13:34; 15:12) – wat inhoudt dat het onze kerk relationeel omvormt. Het maakt ons liefdevoller, hulpvaardiger, meer dienende, minder hoogmoedig, minder egoïstisch, minder teruggetrokken, maar zorgzamer.

Dus als ik zeg, “Laten we vers 14 niet verlaten totdat we ons afvragen wat het voor ons betekent dat het Woord tot vlees werd,” kun je iets van de hartslagen achter deze vraag horen. Ik heb er altijd oog voor welk verschil deze geweldige theologie maakt voor ons persoonlijk en relationeel leven.

In Jezus zien we Gods heerlijkheid

Dus wat betekent het voor ons dat het Woord tot vlees werd? Vers 14 zegt, “Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader, vol van genade en waarheid.” Dit betekent dat we in Jezus Christus de heerlijkheid van God kunnen zien. En het betekent dat de heerlijkheid van God, die in Jezus werd geopenbaard, ons niet in onze zonde verslindt. Integendeel, het is “vol van genade en waarheid.” Dat wil zeggen, de heerlijkheid van God in Christus is wat hij ons genadevol ter beschikking stelt zonder afbreuk te doen aan zijn waarachtigheid, zijn trouw aan zichzelf. En deze genadevolle terbeschikkingstelling is heel, heel groot. Dat is waarom hij het woord vol gebruikt – het woord vol wijzigt heerlijkheid. De heerlijkheid van de Zoon van God is vol goedertierenheid voor ons zondaars zonder afbreuk te doen aan Gods waarheid.

Vol van genade…

Dit is echt goed nieuws. God had ervoor kunnen kiezen om tot vlees te worden als een rechter of beul. En wij allen zouden schuldig bevonden worden voor hem en veroordeeld worden tot eeuwige straf. Maar hij is niet op die manier tot vlees geworden. Het Woord, de Zoon, die God is, werd tot vlees om een goddelijke heerlijkheid te openbaren, die “vol genade en waarheid” is. Het Woord werd tot vlees zodat deze goedertierenheid voor ons in overeenstemming zou komen met Gods waarheid. Dit zal niet een slappe, gewetenloze, sentimentele genade zijn.

Dit zal een rechtschapen, Godverheerlijkend, kostbare genade zijn. Het zal rechtstreeks leiden naar Jezus’ kruisdood. In feite is dat het waarom hij tot vlees werd. Hij moest van vlees zijn om te kunnen sterven. Hij moest een mens zijn om voor ons als een Godmens plaatsvervangend te sterven (Hebreeën 2:14-15). Het Woord werd tot vlees zodat de dood van Jezus Christus mogelijk kon worden. Het kruis is waar de volheid van de genade het beste tot zijn recht kwam. Daar is het waar het werd voltrokken en gekocht.

… en waarheid

En de reden dat dit via de dood gebeurde is omdat de Zoon van God vol van genade en waarheid is. God is genadig met ons en oprecht naar zichzelf. Dus, als zijn Zoon komt, is hij vol genade en waarheid. Toen Christus stierf, was God oprecht naar zichzelf omdat zonde werd afgestraft. En toen Christus stierf, was God genadig voor ons omdat Christus de straf onderging en niet wij.

“Het Woord werd tot vlees” betekent voor ons dat de heerlijkheid van God in de geschiedenis is geopenbaard als nooit tevoren, namelijk in de volheid van de genade en de volheid van de waarheid die voor zondaars het schitterendst schijnt in de dood van Jezus.

Zie spirituele schoonheid

Pas op als je beweert: “Tja, ik was er niet bij dus is die heerlijkheid voor mij niet te zien. Jullie religieuze figuren kunnen wel meer zeggen over die heerlijkheid van de Zoon van God maar we kunnen hem niet meer zien.” Pas op. Zie de heerlijkheid uit vers 14 niet als slechts een naar buiten gerichte straling of schoonheid. Jezus was fysiek niet stralend of mooi. “Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren” (Jesaja 53:2).

En zie de heerlijkheid uit vers 14 niet als louter een demonstratie van wonderen. Er waren mensen die deze wonderen gezien hebben of wisten dat ze gebeurden, maar niets prachtigs of glorierijks zagen. Ze wouden hem doden (Johannes 11:45-48).

Nee, de geopenbaarde “heerlijkheid” van de Zoon van God, de heerlijkheid van het Woord, de heerlijkheid van Jezus Christus, bij zijn eerste komst, is vooral een spirituele heerlijkheid, een spirituele schoonheid. Het is niet iets wat je ziet met fysieke ogen maar met de ogen van het hart (Efeziërs 1:18). We kijken op de manier waarop hij spreekt en handelt en lief heeft en sterft, en genade zij met ons, we zien een zichzelf tot waarheid verklarende, goddelijke heerlijkheid of schoonheid.

Een melange van genade en waarheid die z’n gelijke niet kent

Paulus formuleerde het als volgt in 2 Korintiërs 4:4, “De ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is.” De “luister van Christus, die het beeld van God is” is wat Johannes 1:14 noemt: “heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader, vol van genade en waarheid.”

En vergeet niet dat Paulus spreekt tot mensen die nooit de aardse Jezus hebben gezien, en dat Johannes zijn evangelie schrijft voor mensen die nooit de aardse Jezus hebben gezien – mensen als ons. De heerlijkheid van Johannes 1:14 en de heerlijkheid van 2 Korintiërs 4:4 is een heerlijkheid die je spiritueel ziet als je het verhaal over Jezus hoort.

Je hoeft hem niet fysiek te zien. Jezus zegt in Johannes 20:29, “Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.” Je treft hem aan in het Evangelie naar Johannes en andere boeken van de Bijbel. En als je hem ontmoet via deze geïnspireerde verhalen over zijn woorden en daden, schijnt zijn heerlijkheid hier doorheen – de zichzelf tot waarheid verklarende schoonheid van deze melange van genade en waarheid die z’n gelijke niet kent.

Herboren door het evangelie

Het is geen toeval dat verzen 12-13 de hergeboorte beschrijven, en vers 14 de heerlijkheid van de Zoon van God beschrijft. Verzen 12-14:

Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader), vol van genade en waarheid.

Denk aan vers 4: “In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.” Als nieuwe spirituele leven wordt gegeven, ontstaat er nieuw licht. Dat licht is geen fysiek licht. Het is de spirituele schittering van de heerlijkheid van de Zoon van God waarnaar in vers 14 wordt verwezen. Zo komt ons zien tot stand! En hoe verkrijgen wij dat nieuwe spirituele leven? In vers 13 staat dat we niet worden geboren uit een mens maar uit God. Het gebeurt door te worden herboren. Zo raken we bekeerd tot het geloof en ontvangen we Christus en worden we kinderen van God (Johannes 1:12).

Door het evangelie – door het verhaal te horen over Jezus’ reddende daden en woorden – creëert God in ons het spiritueel leven. We worden uit God geboren via het evangelie (1 Petrus 1:23-25). En dat nieuwe spirituele leven ziet het licht van de heerlijkheid van Christus (John 1:4). Dat doet het meteen. Dat is waarom Johannes 8:12 dit “het licht voor de wereld” noemt. Als je spiritueel leven is gegeven, zie je de spirituele heerlijkheid.

Aanschouw de heerlijkheid

Of herformulerend, volgens vers 12, dit nieuwe leven en deze zienswijze geloven in licht en ontvangen dat licht als de waarheid en heerlijkheid van Jezus Christus, de Zoon van God. En in dat leven en licht en geloven en ontvangen deelt vers 12 mee dat we het recht verkrijgen om kinderen van God genoemd te worden. Dat wil zeggen, we zijn de kinderen van God want het leven en licht en geloof en ontvangst vormen ons recht om kinderen van God te zijn.

Dus verhef ik voor jullie de vleesgeworden Zoon van God: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond zonder op te houden God te zijn. Aanschouw zijn heerlijkheid, heerlijkheid als van de enige Zoon van de Vader, vol van genade en waarheid. Aanschouw hem, vanwege de heerlijkheid die hij is, en leef. Amen.